Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR7317
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR7317/1
Regeling vervallen per 01-01-2007
Verordening op de declaratieregeling minima Leeuwarden
Geldend van 01-01-2007 t/m 31-12-2006
Intitulé
Verordening op de declaratieregeling minima Leeuwarden(Rb. 14-12-1998, nr. 17168)
HOOFDSTUK I 1)Algemene bepalingen
Artikel 1
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
declaratieregeling:
de declaratieregeling minima Leeuwarden, ingesteld bij raadsbesluit d.d. 14 december 1998, nr. 17168;
- b.
een tegemoetkoming:
een bijdrage à fonds perdu;
- c.
een aanvrager:
degene die aan maatschappelijke activiteiten deelneemt en een beroep doet op de declaratieregeling.
- d.
declaratiesysteem:
tegemoetkoming wordt verstrekt op basis van aantoonbaar gemaakte kosten;
- e.
vouchersysteem:
tegemoetkoming wordt verstrekt in de vorm van een arrangement;
- f.
arrangement:
een of meerdere tegoedbonnen;
- g.
tegoedbon:
bon welke recht geeft op de aanschaf dan wel gebruikmaking van goederen en diensten tot een zeker bedrag;
- h.
maatschappelijke activiteiten:
buiten de huiselijke kring ondernomen activiteiten op sport, cultureel, recreatief en sociaal-maatschappelijk gebied;
- i.
inkomen:
alle middelen, uitgezonderd vermogensbestanddelen, waarover de aanvrager beschikt of redelijkerwijs kan beschikken en in aanmerking worden genomen bij de vaststelling van de bijstand op grond van de Algemene bijstandswet.
Artikel 2
-
1. De declaratieregeling is een voorziening waarop door de aanvrager een beroep kan worden gedaan indien zijn of haar individuele financiële omstandigheden zodanig zijn dat hij of zij niet in staat is om de deelname aan maatschappelijke activiteiten uit eigen middelen te bekostigen.
-
2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om tegemoetkomingen uit de declaratieregeling te verlenen.
-
3. Een tegemoetkoming uit de declaratieregeling wordt verstrekt op basis van het declaratiesysteem dan wel het vouchersysteem.
-
4. Tegemoetkomingen uit de declaratieregeling kunnen slechts worden verleend indien en voor zover de daarin aanwezige middelen toereikend zijn.
HOOFDSTUK II Voorwaarden voor het recht op een tegemoetkoming
Artikel 3
-
1. Een tegemoetkoming uit de declaratieregeling kan slechts worden verleend indien de aanvrager:
- a.
ingezetene is van de gemeente Leeuwarden en als zodanig staat ingeschreven in het bevolkingsregister;
- b.
gedurende 12 maanden voorafgaande aan de maand waarin een aanvraag voor een tegemoetkoming uit de declaratieregeling is ingediend, een inkomen ontvangt welke op maandbasis niet meer bedraagt dan 105% van de van toepassing zijnde maximale bijstandsuitkering voor het huishouden waartoe de aanvrager behoort.
- a.
-
2. Ongeacht het in het vorige lid bepaalde kan een tegemoetkoming uit de declaratieregeling worden geweigerd indien de aanvrager:
- a.
een beroep kan doen op een voorziening op grond van een andere wettelijke regeling;
- b.
in hetzelfde kalenderjaar reeds een beroep heeft gedaan op de declaratieregeling en voor dat kalenderjaar reeds een tegemoetkoming heeft ontvangen tot het maximumbedrag zoals bedoeld in artikel 5;
- c.
in hetzelfde kalenderjaar een eerder verzoek om een tegemoetkoming uit de declaratieregeling is geweigerd op grond van hetgeen gesteld in artikel 3, lid 1b, en de aanvrager niet kan aantonen dat er zich concrete wijzigingen hebben voorgedaan in zijn of haar omstandigheden;
- d.
onderwijs of een beroepsopleiding volgt zoals bedoeld in hoofdstuk II van de Wet op de studiefinanciering of hoofdstuk III van de Wet tegemoetkoming studiekosten;
- e.
beschikt over een vermogen dat meer bedraagt dan het bedrag dat overeenkomstig de Algemene bijstandswet in het kader van de bijstandsverlening buiten beschouwing kan worden gelaten.
- a.
-
3. Een tegemoetkoming uit de declaratieregeling is niet van toepassing op het lidmaatschap van of deelname aan activiteiten van een instelling die zich naar het oordeel van het bevoegde bestuursorgaan door haar doelstelling, haar activiteiten, dan wel haar feitelijke handelen schuldig maakt aan discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, burgerlijke staat, seksuele geaardheid of op welke grond dan ook. Onder discriminatie wordt in dit verband niet begrepen het onderscheid dat wordt gemaakt met als doel het opheffen van maatschappelijke achterstanden.
HOOFDSTUK III Het declaratiesysteem
Artikel 4
Als declarabele kosten in verband met de deelname aan maatschappelijke activiteiten door de in artikel 3, lid 1, genoemde personen, komen in aanmerking de aantoonbaar gemaakte kosten in verband met de periodieke dan wel eenmalige deelname aan maatschappelijke activiteiten.
Artikel 52)3)
-
1. De hoogte van de tegemoetkoming, verstrekt op basis van het declaratiesysteem, is afhankelijk van de individuele behoefte van de aanvrager doch bedraagt niet meer dan 100% van de in artikel 4 genoemde declarabele kosten en ten hoogste € 45,38 per aanvrager en/of per persoon die behoort tot het huishouden van de aanvrager, de aanvrager als zodanig ook meegerekend en uitgezonderd de personen die onderwijs of een beroepsopleiding volgen, zoals bedoeld in hoofdstuk II van de Wet op de studiefinanciering of hoofdstuk III van de Wet tegemoetkoming studiekosten.
-
2. De maximale hoogte van de in het vorige lid genoemde tegemoetkoming wordt jaarlijks bij de vaststelling van de gemeentebegroting vastgesteld.
HOOFDSTUK IV Het vouchersysteem
Artikel 6
In verband met de deelname aan maatschappelijke activiteiten door de in artikel 3, lid 1 genoemde personen kan een tegemoetkoming uit de Declaratieregeling worden verstrekt in de vorm van een arrangement.
Artikel 7
De hoogte van de tegemoetkoming verstrekt op basis van het vouchersysteem bedraagt per aanvrager en/of persoon die behoort tot het huishouden van de aanvrager, de aanvrager als zodanig meegerekend en uitgezonderd de personen die onderwijs of een beroepsopleiding volgen, zoals bedoeld in hoofdstuk II van de Wet op de studiefinanciering of hoofdstuk III van de Wet tegemoetkoming studiekosten, minimaal 100% en ten hoogste 115% van de in artikel 5, lid 1 genoemde maximale tegemoetkoming.
HOOFDSTUK V Overige- en slotbepalingen
Artikel 8
Een tegemoetkoming kan worden teruggevorderd indien de verlening daarvan was gebaseerd op de door de aanvrager verstrekte onjuiste of onvolledige informatie.
Artikel 9
-
1. Aanvragen voor een tegemoetkoming op grond van de declaratieregeling worden uiterlijk binnen 13 weken na afloop van het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft, ingediend bij burgemeester en wethouders.
-
2. Burgemeester en wethouders nemen binnen 8 weken een beslissing op de aanvraag.
Artikel 10
-
1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd in gevallen waarin deze verordening niet voorziet, nadere regels te geven.
-
2. Burgemeester en wethouders kunnen ter uitvoering van deze verordening nadere voorschriften geven.
Artikel 11
Deze verordening kan worden aangehaald als “Declaratieregeling minima Leeuwarden”.
Artikel 12 (vervallen)
De bekendmaking van deze verordening heeft plaatsgevonden op 22 en 29 december 1998.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl