Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR731609
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR731609/1
Beleidsregels selectiecriteria voor aanwijzing van gemeentelijk beschermde monumenten en gemeentelijke stadsbeelden gemeente Nijmegen
Geldend van 24-12-2024 t/m heden
Intitulé
Beleidsregels selectiecriteria voor aanwijzing van gemeentelijk beschermde monumenten en gemeentelijke stadsbeelden gemeente NijmegenDe raad van de gemeente Nijmegen, bijeen in zijn vergadering van 18 december 2024;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 oktober 2024;
Gelet op artikel 5, eerste lid en artikel 17, eerste lid, van de Erfgoedverordening Nijmegen,
B E S L U I T:
Vast te stellen de Beleidsregels selectiecriteria voor aanwijzing van gemeentelijk beschermde monumenten en gemeentelijke stadsbeelden gemeente Nijmegen
Inleiding
De selectiecriteria die in deze beleidsregels worden genoemd vormen het toetsingskader voor de aanwijzing van gemeentelijke monumenten, bouwhistorie monumenten, beeldbepalende panden en archeologische gemeentelijke monumenten als bedoeld in artikel 5, eerste lid van de verordening en gemeentelijke beschermde stadsbeelden (stads- en dorpsgezichten) met stadsbeeldobjecten als bedoeld in artikel 17, eerste lid van de verordening. Deze selectiecriteria zijn van belang om keuzes te kunnen maken welke objecten, terreinen en gebieden in aanmerking komen voor bescherming, om beschermingsvoorstellen te kunnen beoordelen en de besluiten van de gemeenteraad te motiveren. Met het vaststellen van deze beleidsregels wordt het toetsingskader voor het aanwijzen tot gemeentelijk beschermd monument of beschermd stadsbeeld voor iedereen inzichtelijk. De selectiecriteria worden gebruikt bij: het opstellen van de beschrijving van de voorgedragen object, terrein (monument) of groep (stadsbeeld); de advisering over de aanwijzing door de gemeentelijke adviescommissie; het besluit van de gemeenteraad over de aanwijzing van de voorgedragen zaak, terrein of groep als beschermd monument of stadsbeeld.
In de Erfgoedverordening Nijmegen zijn de eisen vastgelegd waaraan een object, terrein of groep moet voldoen om in aanmerking te komen voor de status van gemeentelijk beschermd monument of (gemeentelijk) beschermd stadsbeeld. Deze omschrijvingen sluiten aan bij die in de Erfgoedwet. Om op grond van deze zeer algemeen geformuleerde kwalificaties monumenten of stadsbeelden te kunnen aanwijzen moeten ze gespecificeerd worden. Om deze reden zijn er criteria geformuleerd. Deze selectiecriteria vormen een hulpmiddel bij de afweging een object, complex of terrein al dan niet aan te wijzen als gemeentelijk (archeologisch) monument, bouwhistorie monument, beeldbepalend pand, stadsbeeldobject of gemeentelijk stadsbeeld. In de regel zullen daarbij verschillende criteria tegelijkertijd van toepassing zijn. Het is niet zo dat alle criteria gelijktijdig van toepassing moeten zijn om een zaak, terrein of complex aan te wijzen als gemeentelijk beschermd monument of gemeentelijk stadsbeeld. In uitzonderlijke gevallen kunnen zaken, terreinen of groepen zelfs op basis van één criterium aangewezen worden als gemeentelijk beschermd monument of gemeentelijk stadsbeeld.
Als ‘object’ kunnen alle gebouwen, bouwwerken, straatmeubilair, parken, begraafplaatsen, waterwerken (waaronder bruggen en sluizen) en andere infrastructurele werken worden aangemerkt.
Objecten met een sterke onderlinge en/of historische samenhang, maar ook groepen van gelijke of seriematig tot stand gekomen gebouwen kunnen als ‘complex’ worden beschreven. Bijvoorbeeld: straatwanden, bebouwing aan pleinen en series (vrijwel) identieke woonhuizen en groepen van gebouwen die vanwege hun ontwikkelingsgeschiedenis of functie bij elkaar horen, zoals religieuze of bedrijfscomplexen. Een ‘terrein’ is een gebied met een bepaalde ruimtelijke samenhang, waarbij het gaat om de fysieke kenmerken ontstaan door het gebruik en/of het landschap. Objecten kunnen onderdeel uitmaken van het terrein. Bijvoorbeeld: een tuin of erf, een waterpartij, een plein of een oude (spoor)wegstructuur, al dan niet met bijbehorende elementen of objecten.
De onderstaande selectiecriteria zijn gericht op het algemeen belang van de gemeente Nijmegen en dienen dus te worden toegepast op het niveau van de stad, de wijk of de buurt. Hieronder zijn begrepen de geïncorporeerde dorpskernen.
1. Selectiecriteria voor aanwijzing van gemeentelijke monumenten en bouwhistorie monumenten
Bij gemeentelijke monumenten gaat het doorgaans om een bescherming van zowel het exterieur als het interieur. Ook terreinen, zoals tuinen en parken, kunnen beschermd worden als gemeentelijk monument. Gebouwen, objecten en terreinen die hiervoor in aanmerking komen zijn veelal grotendeels gaaf bewaard gebleven. Bij gebouwen en complexen zijn zowel aan het exterieur als in het interieur waardevolle details en elementen aanwezig. Bij parken en tuinen is het ontwerp nog (bijna) volledig aanwezig. De gebouwen, objecten en terreinen vertegenwoordigen een tijdsperiode of onderwerp uit de Nijmeegse geschiedenis en hebben daarom ook cultuurhistorische waarde.
Bouwhistorie monumenten zijn panden waar waardevolle bouwhistorische onderdelen aanwezig zijn, zoals kelders, balklagen, kapconstructies en bouwmuren. Door deze bebouwing is de historische stadsstructuur, zoals die vanuit de late middeleeuwen is ontstaan, nog herkenbaar in het straatbeeld. Meestal gaat het om bouwhistorische waarden in het interieur. De voor- en achtergevel vallen meestal buiten de bescherming, tenzij bouwhistorische waarden hier zichtbaar aanwezig zijn. De bescherming is specifiek gericht op de nog aanwezige bouwhistorisch waardevolle onderdelen. Ook kan de bescherming gericht zijn op te verwachten bouwhistorische waarden, op basis van een bouwhistorische verkenning of onderzoek. Voor bouwhistorie monumenten zijn alleen de bouwhistorische en/of stedenbouwkundige criteria relevant.
- I.
Stedenbouwkundige criteria
- a.
Concept
Het object, complex of terrein is een essentieel onderdeel van een belangrijk stedenbouwkundig en/of tuin- of landschapsconcept.
- b.
Gegroeid geheel
Het object, complex of terrein is onderdeel van een historisch gegroeid samenhangend gebied en speelt daarin een beeldbepalende rol of is van belang voor de historische structuur.
- c.
Verkaveling of inrichting
Het object, complex of terrein is van bijzondere betekenis vanwege de wijze van verkaveling en/of terreinindeling of inrichting.
- d.
Ensemble
Het object, complex of terrein heeft een ensemblewaarde in relatie met de omringende bebouwing of met park/tuin, groenvoorzieningen, wegen, wateren en/of bodemgesteldheid of vanwege de samenhang in het terreinontwerp en de bijbehorende onderdelen.
- e.
Beeldbepalend
Het object, complex of terrein is van bijzondere betekenis voor het gezicht van stad, dorp, wijk, buurt of omgeving.
- a.
- II.
Architectuurhistorische criteria
- a.
Architectuurstijl
Het object, complex of terrein is een goed voorbeeld van een bepaalde architectuurstijl of bouwtrant - al dan niet met plaatselijke variaties - en/of van belang vanwege zijn esthetische kwaliteiten.
- b.
Ontwerper
Het object, complex of terrein is van bijzonder belang voor het oeuvre van een bouwmeester, (interieur- of tuin)architect, ingenieur of stedenbouwkundig ontwerper dan wel een beeldend kunstenaar.
- c.
Bouwtype
Het object, complex of terrein is van belang als goed voorbeeld van een functionele en/of typologische ontwikkeling.
- d.
Detaillering
Het object, complex of terrein is van belang vanwege het bijzondere materiaalgebruik, detaillering, kleurgebruik en/of de ornamentiek.
- e.
Interieur
Het object, complex of terrein is van belang vanwege de bijzondere samenhang tussen exterieur en interieur(onderdelen), of vanwege bepaalde interieuronderdelen.
- f.
Bouwtechniek
Er is een bijzonder belang van het object, complex of terrein voor de geschiedenis van de (tuin- en landschaps)architectuur, bouwhistorie en/of bouwtechniek.
- a.
- III.
Bouwhistorische criteria
- a.
Bouw- en verbouwingssporen
Het object, complex of terrein is van belang vanwege bijzondere aanwezige bouw- en verbouwingssporen
- b.
Materiaal (gebruik)
Het object, complex of terrein is van belang vanwege het bijzondere materiaal (gebruik)
- c.
Bouwtechniek
Het object, complex of terrein is van belang vanwege een bijzondere constructie (wijze), bouwwijze of bouwtechniek
- d.
Structuur
Het object, complex of terrein is van belang vanwege de (historische) (gegroeide) structuur
- e.
Wetenschappelijke bron
Het object, complex of terrein is van belang als bron voor wetenschappelijk onderzoek.
- f.
Bouwhistorische verwachting
Het object, complex of terrein is van belang vanwege de verwachting dat het aan één of meer van bovenstaande bouwhistorische criteria voldoet. Deze verwachting dient gebaseerd te zijn op een bouwhistorische inventarisatie c.q. verkenning.
- a.
- IV.
Cultuurhistorische criteria
- a.
Nederzettingshistorie
Het object, complex of terrein is van belang als bijzondere uitdrukking van een historische geografische, landschappelijke en/of bestuurlijke ontwikkeling.
- b.
Historische waarde
Het object, complex of terrein is van belang vanwege een plaatselijke, regionale en/of landelijke historische ontwikkeling en/of historisch gegeven, zoals bekende bewoners, beroepen, bijzondere activiteiten en/of gebeurtenissen.
- c.
Sociaal-economische en/ of maatschappelijke waarde
Het object, complex of terrein is van belang vanwege de bestemming die verbonden is met bijvoorbeeld een historische sociale, economische, technische of religieuze ontwikkeling.
Naast de vier bovenstaande intrinsieke criteria worden de criteria gaafheid, zeldzaamheid en belevingswaarde meegewogen, die een verbijzondering zijn van de eerstgenoemde vier criteria.
-
Gaafheid
- a.
Omgeving
Het object, complex of terrein is van belang in relatie tot de structurele en/of visuele gaafheid van de stedelijke, dorpse of landschappelijke omgeving.
- b.
Hoofdvorm
Het object, complex of terrein is van belang vanwege de architectonische of ontwerpkwaliteit van de samenstellende onderdelen (hoofd- en bijgebouwen, tuinaanleg e.d.).
- c.
Detaillering
Het object, complex of terrein heeft een meerwaarde vanwege de architectonische gaafheid van de detaillering van ex- en/of interieur.
-
Zeldzaamheid
Het object, complex of terrein is van belang vanwege architectuurhistorische, tuinhistorische, bouwhistorische, stedenbouwkundige, typologische of functionele zeldzaamheid, eventueel verbonden met een bijzondere ouderdom. Dit belang kan, na vergelijking met andere vergelijkbare overgebleven objecten van nationaal, regionaal of lokaal belang zijn.
Belevingswaarde
- a.
Schoonheid
Het object, complex of terrein is van belang wegens de schoonheid.
- b.
Herrineringswaarde
Het object, complex of terrein is van belang wegens de herinneringswaarde.
- c.
Functie
Het object, complex of terrein is van belang wegens de functie in de woon- of werkomgeving.
2. Selectiecriteria voor aanwijzing van beeldbepalende panden
Bij beeldbepalende panden is de bescherming gericht op de verschijningsvorm in de openbare ruimte. Het gaat dan om de gevels en dakvlakken , het volume en/of de bouwmassa, voor zover zichtbaar vanuit (semi-)openbaar toegankelijk gebied. Deze gebouwen en objecten zijn karakteristiek voor een buurt of wijk. De bescherming is gericht op de ruimtelijke context. Het exterieur hoeft niet volledig gaaf bewaard te zijn gebleven. Er moeten voldoende beeldbepalende elementen in relatie tot de omgeving zijn om een bescherming te kunnen rechtvaardigen. Het interieur is niet beschermwaardig.
- I.
Stedenbouwkundige criteria
- a.
Concept
Het object of complex is een essentieel onderdeel van een belangrijk stedenbouwkundig en/of landschappelijk concept.
- b.
Gegroeid geheel
Het object of het complex is onderdeel van een historisch gegroeid stedelijk en/of landschappelijk samenhangend gebied en speelt daarin een beeldbepalende rol of is van belang voor de historische structuur.
- c.
Verkaveling
Het object of het complex is van bijzondere betekenis vanwege de wijze waarop het op zijn verkaveling en/of terrein is gesitueerd.
- d.
Ensemble
Het object of het complex heeft een ensemblewaarde in relatie met de omgeving.
- e.
Beeldbepalend
Het object of het complex is van beeldbepalende betekenis voor het gezicht van stad, dorp, wijk, buurt of omgeving.
- a.
- II.
Architectuurhistorische criteria
- a.
Bouwstijl
Het object of het complex is een goed voorbeeld van een bepaalde stijl of bouwtrant - al dan niet met plaatselijke variaties – en/of van belang vanwege zijn esthetische kwaliteiten.
- b.
Ontwerper
Het object of het complex is van bijzonder belang voor het oeuvre van een bouwmeester, architect, interieur-, tuin- of stedenbouwkundig ontwerper dan wel een beeldend kunstenaar.
- c.
Bouwtype
Het object of het complex is van belang als goed voorbeeld van een functionele en/of typologische ontwikkeling.
- d.
Beeldbepalende elementen
Het object of complex is van belang vanwege kenmerkend materiaalgebruik, kleurgebruik en/of kenmerkende elementen.
- e.
Constructie
Het object, complex of terrein is van bijzonder belang vanwege de bijzondere of kenmerkende bouwconstructie.
- a.
- III.
Cultuurhistorische criteria
- a.
Nederzettingshistorie
Het object of complex is van belang als bijzondere uitdrukking van een geografische, landschappelijke en/of bestuurlijke ontwikkeling in het verleden.
- b.
Historische waarde
Het object of complex is van belang vanwege een plaatselijke, regionale en/of landelijke historisch ontwikkeling en/of gegeven, zoals bekende bewoners, beroepen, bijzondere activiteiten en/of gebeurtenissen.
- c.
Sociaal-economisch en/ of maatschappelijk waarde
Het object of complex is van belang vanwege de bestemming die verbonden is met bijvoorbeeld een sociaalhistorische, economische, technische of religieuze ontwikkeling.
- a.
3. Selectiecriteria voor aanwijzing van gemeentelijke archeologische monumenten
Als terrein kunnen waardevolle archeologische vindplaatsen, zoals (delen van) nederzettingen, verdedingswerken, woonhuizen, erven, infrastructurele werken, begraafplaatsen e.d., worden aangemerkt. De beoordeling en de waardering van archeologische vindplaatsen vindt plaats aan de hand van de Beoordelingsrichtlijn (BRL 4000) in de op dat moment geldende Kwaliteitsnorm Archeologie (KNA) op basis van onderstaande selectiecriteria. Terreinen die voldoen aan deze criteria kunnen voor bescherming als gemeentelijk monument in aanmerking komen als we daarmee het verhaal van de geschiedenis van de stad meer bekendheid kunnen geven en de beleefbaarheid van het rijke, maar veelal onzichtbare, Nijmeegse bodemarchief, kunnen vergroten.
- I.
Belevingsaspecten
- a.
Het terrein is van belang als visuele representatie van het onzichtbare archeologische bodemarchief.
- b.
Het terrein is van belang al onderdeel van een historisch gegroeid gebied en speelt een rol bij het in herinnering brengen van het cultureel erfgoed.
- c.
Het terrein is van belang om zijn verbodenheid met een plaatselijk, regionaal of landelijk historich gegeven (feiten, gebeurtenissen, bewoners, beroepen enz.).
- d.
Het terrein is van belang om zijn verbondenheid met een specifieke stedelijke ontwikkeling.
- a.
- II.
Fysieke kwaliteit
- a.
Het terrein is van belang vanwege de gaafheid en samenhang van de grondsporen.
- b.
Het terrein is van belang vanwege de mate van behoud van archeologische vondsten.
- a.
- III.
Inhoudelijke kwaliteit
- a.
Het terrein is van belang vanwege zijn zeldzaamheid binnen de archeologische periode en archeologische regio.
- b.
Het terrein is van belang vanwege de bijdrage aan kennisvorming over het verleden.
- c.
Het terrein is van belang als onderdeel van een synchronoe, diachrone, stedelijke of landschappelijke context.
- a.
4. Selectiecriteria voor aanwijzing van gemeentelijk beschermde stadsbeelden en stadsbeeldobjecten
4A. Stadsbeelden
Soms bezitten bepaalde gebieden of buurten dusdanige kwaliteiten dat behoud van het totaalbeeld gewenst is. De bescherming is gericht op zowel de stedenbouwkundige of landschappelijke structuur, bestaande uit o.a. wegen, pleinen, wateren, groenstructuren en boomgroepen, als de verschijningsvorm van de bebouwing en de terreininrichting. Binnen een beschermd stadsbeeld zijn de karakteristieke en beeldbepalende panden aangemerkt als individuele stadsbeeldobjecten.
- I.
Cultuurhistorische waarde
- a.
Het gebied is van belang als bijzondere uitdrukking van een culturele, sociaal-economische of geestelijke ontwikkeling.
- b.
Het gebied is van belang als bijzondere uitdrukking van een geografische, landschappelijke of bestuurlijke ontwikkeling.
- c.
Het gebied is van belang als bijzondere uitdrukking van een technische, structurele of functionele ontwikkeling.
- d.
Het gebied is van belang wegens innovatieve waarde of pionierskarakter.
- a.
- II.
Historisch-ruimtelijke of stedenbouwkundige waarde
- a.
Het gebied is van belang voor de geschiedenis van de ruimtelijke ordening of stedenbouw.
- b.
Het gebied is van belang wegens de bijzondere samenhang tussen functies, schaal en verschijningsvorm van bebouwing, wegen, wateren, groenvoorziening en open ruimten in relatie tot de regionale of lokale ontwikkelingsgeschiedenis.
- c.
Het gebied is van belang wegens hoogwaardige ruimtelijke, esthetische of functionele kwaliteiten, op basis van een herkenbaar stedenbouwkundig concept.
- d.
Het gebied is van belang wegens bijzondere verkaveling, inrichting van de openbare ruimte of specifieke functies.
- a.
- III.
Situationele waarde
- a.
Het gebied is van belang wegens de bijzondere samenhang van historisch-ruimtelijke, structurele, esthetische of functionele kwaliteiten van bebouwde en onbebouwde ruimten in relatie tot hun stedelijke of landschappelijke omgeving.
- b.
Het gebied is van belang wegens de hoogwaardige kwaliteiten van de bebouwing en hun groepering in relatie met groenvoorziening, wegen, wateren of terreingesteldheid.
- a.
- IV.
Gaafheid of herkenbaarheid
- a.
Het gebied is van belang wegens de herkenbaarheid of gaafheid van de oorspronkelijke historisch-ruimtelijke structuur, bebouwing en functionele opzet als geheel.
- b.
Het gebied is van belang wegens de architectonische gaafheid van de oorspronkelijke bebouwing.
- c.
Het gebied is van belang wegens de structurele of visuele gaafheid van de stedelijke of landschappelijke omgeving.
- a.
- V.
Zeldzaamheid
- a.
Het gebied is van belang wegens de unieke verschijningsvorm vanuit historischruimtelijk, stedenbouwkundig, functioneel of landschappelijk oogpunt.
- b.
Het gebied is van uitzonderlijk belang wegens een of meer onder I t/m IV genoemde kwaliteiten.
- a.
4B. Stadsbeeldobjecten
Binnen een gemeentelijk stadsbeeld zijn de stadsbeeldbepalende panden aangewezen als stadsbeeldobject. Het gaat hierbij om de panden die bepalend zijn voor het uiterlijk of de structuur van het gebied.
In het gebied bevinden zich één of meerdere stadsbeeldobjecten die van belang zijn vanwege
- I.
Stedenbouwkundige criteria
- a.
Relevant onderdeel van het stadsbeeld
Het object is onderdeel van het stadsbeeld en speelt daarin een beeldbepalende rol of is van belang voor de historische structuur.
- b.
Verkaveling
Het object is van bijzondere betekenis vanwege de wijze waarop het op zijn verkaveling en/of terrein is gesitueerd als onderdeel van het stadsbeeld.
- c.
Ensemble
Het object of het complex heeft een ensemblewaarde binnen het stadsbeeld.
- d.
Beeldbepalend
Het object is van beeldbepalende betekenis voor het stadsbeeld.
- a.
- II.
Architectuurhistorische criteria
- a.
Bouwstijl
Het object is een goed voorbeeld van een bepaalde stijl of bouwtrant - al dan niet met plaatselijke variaties – en/of van belang vanwege zijn esthetische kwaliteiten.
- b.
Ontwerper
Het object is van bijzonder belang voor het oeuvre van een bouwmeester, architect, interieur-, tuin- of stedenbouwkundig ontwerper dan wel een beeldend kunstenaar.
- c.
Bouwtype
Het object is van belang als goed voorbeeld van een functionele en/of typologische ontwikkeling.
- d.
Beeldbepalende elementen
Het object is van belang vanwege kenmerkend materiaalgebruik, kleurgebruik en/of kenmerkende elementen.
- e.
Constructie
Het object is van bijzonder belang vanwege de bijzondere of kenmerkende bouwconstructie.
- a.
5. Citeertitel en inwerkingtreding
Deze beleidsregels worden aangehaald als Beleidsregels selectiecriteria voor aanwijzing van gemeentelijk beschermde monumenten en gemeentelijke stadsbeelden gemeente Nijmegen.
Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking.
Ondertekening
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van: 18 december 2024
De raadsgriffier,
Drs. S.J. Ruta
De voorzitter,
Drs. H.M.F. Bruls
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl