Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR731546
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR731546/1
Beleidsregels jeugdhulp
Geldend van 01-01-2025 t/m heden
Intitulé
Beleidsregels jeugdhulpWettelijke basis:
bepalingen van Jeugdwet (artikel 8.1.1, tweede lid, onder c), Verordening jeugdhulp (artikelen 2, 6 en 9) en de Algemene wet bestuursrecht.
Burgemeester en wethouders van Haaksbergen
Besluiten:
Vast te stellen de Beleidsregels jeugdhulp
Artikel 1 Begripsbepalingen
Deze beleidsregels verstaan onder:
- a.
kinderen: jeugdigen als bedoeld in de Jeugdwet;
- b.
verordening: de Verordening jeugdhulp;
Artikel 2 Algemene voorzieningen (artikel 2, derde lid, van de verordening)
De volgende vormen van algemene voorzieningen zijn beschikbaar en hieronder wordt verstaan:
- a.
informatie- en opvoedadvies: instellingen waaronder LOES, de jeugdgezondheidszorg, het maatschappelijk werk en het welzijnswerk die informatie en adviezen geven over het opvoeden en opgroeien van jeugdigen;
- b.
preventieve opvoed- en opgroeiondersteuning individueel: instellingen waaronder LOES, de jeugdgezondheidszorg, het maatschappelijk werk, het welzijnswerk en vrijwilligersorganisaties die cursussen en trainingen geven aan individuele jeugdigen over het opvoeden en opgroeien van jeugdigen specifiek gericht op preventie;
- c.
preventieve opvoed- en opgroeiondersteuning groepsgewijs: instellingen waaronder LOES, de jeugdgezondheidszorg, het maatschappelijk werk, het welzijnswerk en vrijwilligersorganisaties die cursussen en trainingen geven aan groepen jeugdigen en/of ouders over het opvoeden en opgroeien van jeugdigen specifiek gericht op preventie;
- d.
begeleiding van jeugdigen en/of het gezinssysteem (ambulant): instellingen waaronder LOES, de jeugdgezondheidszorg, het maatschappelijk werk, het welzijnswerk en vrijwilligersorganisaties die gedurende een korte periode ondersteuning geven in of gericht op het gezin.
Artikel 3 Richtlijnen gebruikelijke hulp
Het college hanteert de volgende richtlijnen ten aanzien van gebruikelijke hulp van ouders voor jeugdigen bij verschillende leeftijden:
Kinderen van 0 tot 3 jaar
- •
hebben bij alle activiteiten verzorging van een ouder nodig;
- •
ouderlijk toezicht is zeer nabij nodig;
- •
zijn in toenemende mate zelfstandig in bewegen en verplaatsen;
- •
hebben begeleiding en stimulans nodig bij hun psychomotorische ontwikkeling;
- •
hebben begeleiding en stimulans nodig bij de ontwikkeling naar zelfstandigheid en zelfredzaamheid;
- •
hebben een beschermende woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden.
Kinderen van 3 tot 5 jaar
- •
kunnen niet zonder toezicht van volwassenen. Dit toezicht kan binnenshuis korte tijd op gehoorafstand (bijv. ouder kan was ophangen in andere kamer);
- •
hebben begeleiding en stimulans nodig bij hun psychomotorische ontwikkeling;
- •
hebben begeleiding en stimulans nodig bij de ontwikkeling naar zelfstandigheid en zelfredzaamheid;
- •
kunnen zelf zitten, en op gelijkvloerse plaatsen zelf staan en lopen;
- •
hebben hulp, toezicht, stimulans, zindelijkheidstraining en controle nodig bij de toiletgang;
- •
hebben hulp, toezicht, stimulans en controle nodig bij aan- en uitkleden, eten en wassen, in- en uit bed komen, dag- en nachtritme en dagindeling bepalen;
- •
hebben begeleiding nodig bij hun spel en vrijetijdsbesteding;
- •
zijn niet in staat zich zonder begeleiding in het verkeer te begeven;
- •
hebben een beschermende woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden.
Kinderen van 5 tot 12 jaar
- •
kinderen vanaf 5 jaar hebben een reguliere dagbesteding op school, oplopend van 22 tot 25 uur/week;
- •
kunnen niet zonder toezicht van volwassenen. Dit toezicht kan op enige afstand (bijv. kind kan buitenspelen in directe omgeving van de woning als ouder thuis is);
- •
hebben toezicht, stimulans en controle nodig en vanaf 6 jaar tot 12 jaar geleidelijk aan steeds minder hulp nodig bij hun persoonlijke verzorging zoals het zich wassen en tanden poetsen;
- •
hebben hulp nodig bij het gebruik van medicatie;
- •
zijn overdag zindelijk, en s nachts merendeels ook; ontvangen zo nodig zindelijkheidstraining van de ouders/verzorgers;
- •
hebben begeleiding en stimulans nodig bij hun psychomotorische ontwikkeling;
- •
hebben begeleiding en stimulans nodig bij de ontwikkeling naar zelfstandigheid en zelfredzaamheid;
- •
hebben begeleiding van een volwassene nodig in het verkeer wanneer zij van en naar school, activiteiten ter vervanging van school of vrije tijdsbesteding gaan;
- •
hebben sport- en hobbyactiviteiten in verenigingsverband, ongeveer twee maal per week;
- •
hebben een beschermende woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden.
Kinderen van 12 tot 18 jaar
- •
hebben geen voortdurend toezicht nodig van volwassenen;
- •
kunnen vanaf 12 jaar enkele uren alleen gelaten worden;
- •
kunnen vanaf 16 jaar een dag en/of een nacht alleen gelaten worden;
- •
kunnen vanaf 18 jaar zelfstandig wonen;
- •
hebben bij hun persoonlijke verzorging geen hulp en maar weinig toezicht nodig;
- •
hebben bij gebruik van medicatie tot hun 18e jaar toezicht, stimulans en controle nodig;
- •
hebben tot 18 jaar een reguliere dagbesteding op school/opleiding;
- •
hebben begeleiding en stimulans nodig bij ontplooiing en ontwikkeling (bv. huiswerk of het zelfstandig gaan wonen);
- •
hebben begeleiding en stimulans nodig bij de ontwikkeling naar zelfstandigheid en zelfredzaamheid;
- •
hebben sport- en hobbyactiviteiten in verenigingsverband, een onbeperkt aantal keren per week;
- •
hebben tot 17 jaar een beschermende woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden.
Artikel 4 Kwaliteitseisen aanbieders (uitwerking artikel 8.1.1, tweede lid, onder c, van de Jeugdwet)
De uitwerking van de kwaliteitseisen die gelden voor aanbieders die via een pgb individuele voorzieningen leveren, zijn vastgelegd in bijlage 1 bij deze beleidsregels.
Artikel 5 Beëindiging, herziening, intrekking en terugvordering
-
1. Het college gaat in de in artikel 9 van de verordening genoemde gevallen over tot het beëindigen, het herzien of intrekken van de verleende individuele voorziening in de vorm van zorg in natura dan wel pgb.
-
2. Als het college het recht op een individuele voorziening, in de vorm van zorg in natura dan wel pgb heeft ingetrokken, zal het college altijd overgaan tot het terugvorderen van de ingetrokken individuele voorziening.
Artikel 6 Slotbepalingen
-
1. Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels jeugdhulp.
-
2. Deze beleidsregels treden in werking op 1 januari 2025.
-
3. Op het moment dat deze beleidsregels in werking treden, worden de op 27 februari 2024 vastgestelde Beleidsregels jeugdhulp ingetrokken.
Ondertekening
Aldus besloten in de openbare collegevergadering van 19 november 2024,
M.N.J. Broers
gemeentesecretaris
mr. drs. R.G. Welten
burgemeester
Bijlage 1 Kwaliteitseisen voor pgb aanbieders
In aanvulling op artikel 11 van de verordening en hoofdstuk 4 van de Jeugdwet, gelden de volgende kwaliteitseisen. Daar waar gesproken wordt over personeel worden tevens ZZP’ers of personen anders werkend dan in dienstverband bedoeld.
Kwaliteitseisen met betrekking tot de doelmatigheid/deskundigheid
- -
Aanbieder zet personeel in dat over ervaring en kwalificaties beschikt die passend zijn bij de te verrichte activiteiten en bij de persoonlijke kenmerken en omstandigheden, complexiteit en aard van de problematiek van de jeugdige. Personeel dat cliëntgebonden zorg levert, moet een door de overheid erkende, afgeronde zorggerelateerde opleiding hebben afgerond. Op verzoek van het college toont de aanbieder dit aan;
- -
Aanbieder draagt er zorg voor dat duidelijk is wie bevoegd is om wat te mogen uitvoeren;
- -
Aanbieder werkt met bewezen effectieve interventies. De interventies zijn beschreven en onderbouwd;
- -
Aanbieder draagt zorg voor deskundigheidsbevordering, een verantwoorde werktoedeling, een goede werksfeer, de aanwezigheid van een ziekteverzuimbeleid, ontwikkelgesprekken en een veilige werkomgeving. De aanbieder handelt daarin conform de landelijke richtlijnen zoals door brancheorganisaties ontwikkeld.
Kwaliteitseisen met betrekking tot de veiligheid
- -
Veiligheid wordt systematisch besproken in teamvergaderingen, met inwoners en hun verwanten. In geval van een ZZP’er vervalt de eis tot het houden van teamvergaderingen;
- -
Personeel is toegerust om met acuut onveilige situaties om te gaan;
- -
Aanbieder heeft geregeld dat de meldcode voor huiselijk geweld en kindermishandeling is geïmplementeerd en gebruikt wordt door de organisatie;
- -
Aanbieder zorgt ervoor dat personeel de veiligheid inschatten aan de hand van een gestandaardiseerd risico-taxatie-instrument. Personeel bepaalt mede op basis van de risico’s de in te zetten ondersteuning;
- -
Aanbieder zorgt dat afspraken en de wijze van vervoer, niet zijnde vervoer behorend tot een maatwerkvoorziening op grond van de wet, zijn vastgelegd en dat deze duidelijk zijn voor personeel enjeugdigen, daarbij in acht genomen dat is bepaald hoe en waarmee een inwoner zich verplaatst en de daarbij behorende risico’s;
- -
Aanbieder maakt gebruik van een veiligheidsmanagementsysteem om continue risico’s te signaleren, verbeteringen door te voeren en beleid vast te leggen;
- -
Aanbieder draagt er zorg voor dat afspraken over gebruik van apparaten zijn vastgelegd, en dat er risicotaxaties worden uitgevoegd over omgang en afspraken;
- -
Aanbieder legt op het eerste verzoek van het college een verklaring omtrent het gedrag over als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens voor beroepskrachten en andere personen die beroepsmatig met zijn jeugdigenin contact kunnen komen. Deze verklaring mag niet eerder zijn afgegeven dan 3 maanden voor het tijdstip waarop betrokkene voor de aanbieder ging werken. Deze verklaring moet dan binnen 9 weken na verzoek van het college worden overlegd. De eis van de VOG is van toepassing op natuurlijke personen.
Kwaliteitseisen met betrekking tot het leefklimaat en de fysieke omgeving
- -
Het leefklimaat en de fysieke omgeving zijn schoon, veilig en passend voor inwoners. Met passend wordt bedoeld dat het leefklimaat past bij de leeftijd en ondersteuningsbehoefte van de inwoner.
Kwaliteitseisen met betrekking tot de bedrijfsvoering
- -
Aanbieder voert een deugdelijke administratie en goede registratie, waarbij in ieder geval inkomsten, uitgaven en verplichtingen, cliëntdossiers en verantwoording te herleiding zijn naar bron en bestemming. Op verzoek van het college geeft de aanbieder inzage in de administratie en registratie.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl