Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR731540
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR731540/1
Verordening reinigingsheffingen Voorst 2025
Geldend van 01-01-2025 t/m heden
Intitulé
Verordening reinigingsheffingen Voorst 2025DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOORST;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 november 2024, nummer 560012;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
B E S L U I T:
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Voorst 2025.
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Artikel 1 Inleidende bepaling
Krachtens deze verordening worden geheven:
- a.
afvalstoffenheffing;
- b.
reinigingsrechten.
Artikel 2 Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
gebruik maken: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.
- b.
container met groene deksel: een van gemeentewege beschikbaar gesteld inzamelmiddel, zijnde een container van 140 liter of 240 liter bestemd voor huishoudelijk groente-, fruit- en tuinafval (GFT-afval), dan wel bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval afkomstig van bedrijven en instellingen die door hun aard, omvang of hoeveelheid gelijktijdig met de huishoudelijke GFT-afvalstoffen periodiek worden ingezameld;
- c.
container met grijze deksel: een van gemeentewege beschikbaar gesteld inzamelmiddel, zijnde een container van 140 liter of 240 liter bestemd voor huishoudelijk restafval dan wel bestemd voor afvalstoffen afkomstig van bedrijven en instellingen die door hun aard, omvang of hoeveelheid gelijktijdig met de huishoudelijke afvalstoffen periodiek worden ingezameld;
- d.
container met blauwe deksel: een van gemeentewege beschikbaar gesteld inzamelmiddel, zijnde een container van 140 liter of 240 liter bestemd voor de inzameling van papier en karton;
- e.
container met oranje deksel: een van gemeentewege beschikbaar gesteld inzamelmiddel, zijnde een container van 140 liter of 240 liter bestemd voor de inzameling van plastic, metaal en drankenkartons in aangewezen delen van de gemeente;
- f.
PMD zak: een van gemeentewege beschikbaar gesteld inzamelmiddel bestemd voor de inzameling van plastic, metaal en drankenkartons als bedoeld in het Uitvoeringsbesluit 2024 bij de Afvalstoffenverordening gemeente Voorst 2024 (hierna: Uitvoeringsbesluit);
- g.
Voorster afvalzak: een van gemeentewege beschikbaar gesteld inzamelmiddel bestemd voor de inzameling van huishoudelijk afvalstoffen als bedoeld in het Uitvoeringsbesluit;
- h.
medische indicatie: een besluit van het college van burgemeester en wethouder dat erop is gericht om huishoudens die, als gevolg van een chronische ziekte of handicap van één of meerdere bewoners, extra afval produceren tegemoet te komen in de kosten van de afvalstoffenheffing.
Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing
Artikel 3 Aard van de belasting en belastbare feiten
- 1.
Onder de naam 'afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.
- 2.
De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 4 Voorwerp van de belasting
- 1.
Voorwerp van de belasting is een perceel.
- 2.
Als perceel wordt aangemerkt:
- a.
de onroerende zaak, bedoeld in artikel 16, onder a, c, d en f, van de Wet waardering onroerende zaken;
- b.
de roerende zaak, die duurzaam aan een plaats gebonden is;
- c.
een gedeelte van een in onderdeel b bedoelde roerende zaak dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;
- d.
een samenstel van twee of meer in onderdeel b bedoelde roerende zaken of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren;
- e.
het binnen de gemeente gelegen deel van de in onderdeel b bedoelde roerende zaak, van een in onderdeel c bedoeld gedeelte daarvan of van een in onderdeel d bedoeld samenstel.
- a.
Artikel 5 Belastingplicht
De belasting wordt geheven van de persoon die al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel.
Artikel 6 Maatstaf van heffing en belastingtarief
- 1.
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de hoofdstukken 1 en 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
- 2.
Voor de berekening van de belasting wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als volle eenheid aangemerkt.
Artikel 7 Belastingjaar
Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 8 Wijze van heffing
- 1.
De belasting, bedoeld in hoofdstuk 1, onderdelen 1.1.1 tot en met 1.2.2 wordt geheven bij wege van aanslag.
- 2.
De overige belasting van hoofdstuk 1 en de belasting in hoofdstuk 2 wordt geheven bij wege van aanslag dan wel door middel van een mondelinge, schriftelijke of elektronische gedagtekende kennisgeving.
- 3.
Het gevorderde bedrag van de niet bij wege van aanslag geheven belasting, wordt mondeling, elektronisch, dan wel door uitreiking van een schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekend gemaakt.
- 4.
Per belastbaar feit kan een afzonderlijke aanslag worden opgelegd of kennisgeving worden gedaan.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
- 1.
De belasting, bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
- 2.
Als de belastingplicht voor de belasting, bedoeld hoofdstuk 1 van de tarieventabel in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
- 3.
Als de belastingplicht voor de belasting, bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
- 4.
Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingschuldige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in gebruik neemt.
- 5.
De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel is verschuldigd bij aanvang van de dienstverlening.
Artikel 10 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
- 2.
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, als het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dat € 50,-, maar minder is dan € 10.000,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste drie en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
- 3.
De belasting moet worden betaald als de kennisgeving bedoeld in artikel 8, tweede en derde lid:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk of elektronisch wordt gedaan, op het moment van het uitreiken respectievelijk doen van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na dagtekening van de kennisgeving.
- a.
- 4.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Hoofdstuk III Reinigingsrechten
Artikel 11 Belastbare feiten
Onder de naam 'reinigingsrechten' worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.
Artikel 12 Belastingplicht
De rechten worden geheven van de aanvrager dan wel van de persoon voor wie de dienst wordt verricht of van de persoon die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 13 Maatstaf van heffing en belastingtarief
- 1.
De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
- 2.
Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als volle eenheid aangemerkt.
Artikel 14 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 15 Wijze van heffing
- 1.
De rechten geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.
- 2.
In afwijking van het vorige lid worden de rechten, bedoeld in 3.2.2 en 3.2.3 van de tarieventabel, geheven door middel van een mondelinge, schriftelijke of elektronische gedagtekende kennisgeving.
- 3.
Het gevorderde bedrag van de niet bij wege van aanslag geheven belasting, wordt mondeling, elektronisch, dan wel door uitreiking van een schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekend gemaakt.
Artikel 16 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang
- 1.
De rechten zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
- 2.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt zijn de rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
- 3.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
- 4.
Het derde en het vierde lid zijn niet van toepassing indien de belastingschuldige binnen de gemeente verhuist.
- 5.
In afwijking van de voorgaande leden zijn de rechten, bedoeld in 3.2.2 en 3.2.3 van de tarieventabel, verschuldigd bij aanvang van de dienstverlening.
Artikel 17 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
- 2.
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, als het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dat € 50,-, maar minder is dan € 10.000,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste drie en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
- 3.
De belasting moet worden betaald als de kennisgeving bedoeld in artikel 15, tweede en derde lid:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk of elektronisch wordt gedaan, op het moment van het uitreiken respectievelijk doen van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na dagtekening van de kennisgeving.
- a.
- 4.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen
Artikel 18 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn:
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant;
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet al bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 19 Overgangsrecht
De Verordening reinigingsheffingen Voorst 2024 van 18 december 2023 wordt ingetrokken, met ingang van 1 januari 2025, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 20 Inwerkingtreding
1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2025.
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.
Artikel 21 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening reinigingsheffingen Voorst 2025.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 16 december 2024.
Ita Joosten, griffier
Paula Jorritsma-Verkade, burgemeester
Tarieventabel 2025 behorende bij de Verordening reinigingsheffingen Voorst 2025
Algemeen
De rechten en belasting zijn inclusief omzetbelasting, indien deze verschuldigd is.
Hoofdstuk 1 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing
1. |
De belasting wordt per perceel berekend naar een vast tarief, verhoogd met één of meer variabele tarieven. |
|
1.1 |
Vast tarief |
|
1.1.1 |
Het vaste belastingtarief bedraagt per perceel, per belastingjaar: |
€ 186,65 |
1.1.2 |
De belasting bedoeld in 1.1.1 wordt voor het in bruikleen hebben van een extra container met grijze deksel vermeerderd met per container, per jaar |
€ 40,15 |
1.1.3 |
De belasting bedoeld in 1.1.1 wordt voor het in bruikleen hebben van een extra container met groene deksel vermeerderd met per container, per jaar |
€ 40,15 |
1.1.4 |
In afwijking van 1.2 wordt voor een huishouden met een medische indicatie, als het huishoudelijk afval wordt aangeboden met een grijze container met grijze deksel, via een verzamelcontainer of een Voorster afvalzak, de belasting bedoeld in 1.1.1 vermeerderd met: |
€ 23,38 |
1.2 |
Variabel tarief |
|
1.2.1 |
Onverminderd het bepaalde in 1.1.1 tot en met 1.1.3 bedraagt het tarief, per aanbieding ter lediging van een container van: |
|
1.2.1.1 |
140 liter met grijze deksel |
€ 4,55 |
1.2.1.2 |
240 liter met grijze deksel |
€ 7,77 |
1.2.2 |
Onverminderd het bepaalde in 1.1.1 en 1.1.4 bedraagt het tarief voor het verstrekken van een 'Voorster afvalzak' van: |
|
1.2.2.1 |
12,5 liter, per set van 26 stuks |
€ 10,55 |
1.2.2.2 |
25 liter, per set van 26 stuks |
€ 21,10 |
1.2.2.3 |
50 liter, per set van 26 stuks |
€ 42,20 |
1.2.2.4 |
12,5 liter, per set van 5 stuks |
€ 2,05 |
1.2.2.5 |
25 liter, per set van 5 stuks |
€ 4,10 |
1.2.2.6 |
50 liter, per set van 5 stuks |
€ 8,20 |
1.2.3 |
Onverminderd het bepaalde in 1.1.1 tot en met 1.1.4 bedraagt het tarief: |
|
1.2.3.1 |
voor de ontgrendeling van de kleine inworpopening (30 liter) van een (ondergrondse) container voor restafval |
€ 0,75 |
1.2.3.2 |
voor de ontgrendeling van de grote inworpopening (60 liter) van een (ondergrondse) container voor restafval |
€ 1,50 |
1.2.4 |
Onverminderd het bepaalde in 1.1.1 tot en met 1.1.4 bedraagt het tarief voor het verstrekken van een PMD zak per set van 12 stuks |
€ 1,00 |
1.2.5 |
Onverminderd het bepaalde in 1.1.1 tot en met 1.1.3 bedraagt het tarief voor het op aanvraag beschikbaar stellen van een container met blauwe of oranje deksel |
€ 58,41 |
1.2.6 |
Als meerdere containers tegelijk worden aangevraagd en bezorgd, wordt de belasting, bedoeld in 1.2.5 vermeerderd met |
€ 40,15 |
Hoofdstuk 2 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing
2. |
Onverminderd het bepaalde in Hoofdstuk 1 zijn ook de in dit hoofdstuk genoemde tarieven van toepassing. |
|
2.1 |
De belasting bedraagt voor het aanvraag bij een perceel: |
|
2.1.1 |
inzamelen van grof huishoudelijke restafval, per m3 |
€ 16,52 |
2.1.2 |
inzamelen van grof huishoudelijk tuinafval, per m3 |
€ 13,81 |
2.2 |
Als de kennisgeving voor de dienstverlening in dit hoofdstuk moet worden toegezonden, wordt het recht vermeerderd met |
€ 16,98 |
Hoofdstuk 3 Maatstaven en tarieven reinigingsrechten
3. |
De rechten worden per perceel berekend naar een vast tarief, verhoogd met één of meer variabele tarieven. |
|
3.1 |
Vast tarief |
|
3.1.1 |
Het vaste tarief bedraagt per perceel per belastingjaar voor het periodiek verwijderen van bedrijfsafvalstoffen van beperkte omvang en hoeveelheid, per basisset inzamelmiddelen: |
€ 216,22 |
3.1.2 |
Het recht bedoeld in 3.1.1 wordt voor het beschikbaar hebben van een extra container met grijze deksel, vermeerderd met per container, per jaar |
€ 48,57 |
3.1.3 |
Het recht bedoeld in 3.1.1 wordt voor het beschikbaar hebben van een extra container met groene deksel, vermeerderd met per container, per jaar |
€ 48,57 |
3.2 |
Variabel tarief |
|
3.2.1 |
Onverminderd het bepaalde onder 3.1 bedraagt het tarief, per aanbieding ter lediging van een container van: |
|
3.2.1.1 |
140 liter met grijze deksel |
€ 5,52 |
3.2.1.2 |
240 liter met grijze deksel |
€ 9,46 |
3.2.2 |
Onverminderd het bepaalde onder 3.2.1 bedraagt het tarief voor het op aanvraag beschikbaar stellen van een container met blauwe of oranje deksel |
€ 70,70 |
3.2.3 |
Als meerdere containers tegelijkertijd worden aangevraagd en bezorgd, wordt het recht, bedoeld in 3.2.2 vermeerderd met |
€ 48,57 |
Hoort bij raadsbesluit Verordening reinigingsheffingen Voorst 2025 van 16 december 2024.
Ita Joosten, griffier
Toelichting Verordening reinigingsheffingen Voorst 2025
De verordening van de gemeente Voorst sluit voor een belangrijk deel aan op de modelverordening van de VNG. Verder is deze verordening qua opbouw en redactie zoveel mogelijk geharmoniseerd met verordeningen van de andere gemeenten die aan Tribuut deelnemen. Voor de toelichting verwijzen wij naar de modeltoelichting van de VNG zoals die onder meer te vinden is op www.decentraleregelgeving.nl. De afwijkingen zijn hieronder toegelicht.
Artikel 2 Definities
Er zijn meer definities opgenomen die samenhangen met het Voorster beleid.
Artikel 6, tweede lid
Het VNG-model kent niet de bepaling dat een gedeelte van een eenheid als volle eenheid moet worden aangemerkt. Deze is opgenomen om in voorkomende gevallen duidelijkheid te verschaffen. Deze bepaling ziet niet op de heffing naar tijdsgelang, omdat daarvoor een afzonderlijke bepaling is opgenomen.
Artikel 9, vierde liden artikel 16, vijfde lid
In navolging van jurisprudentie (ECLI:NL:RBZLY:2011:BQ4851) wordt de term belastingschuldige gebruikt in plaats van belastingplichtige.
Artikel 10en 17
De belasting moet in één termijn betaald worden. Daarnaast bestaat onder bepaalde voorwaarden de mogelijkheid om via automatische incasso in maximaal 10 maandelijkse termijnen de belasting te voldoen. Dit is onderdeel van de harmonisatie binnen Tribuut.
Tarieventabel
Hoewel dit feitelijk geen onderdeel vormt van de belastingverordening, lichten we hierna toe hoe de dienstverlening eruit ziet.
Per huishouden wordt één basisset van inzamelmiddelen in bruikleen ter beschikking gesteld. Deze bestaat uit:
- •
één container met een grijze deksel (voor inzameling van restafval);
- •
één container met een groende deksel (voor inzameling van GFT-afval);
- •
naar keuze één container met een blauwe deksel (voor inzameling van papier);
- •
naar keuze één container met een oranje deksel (voor inzameling van PMD-afval);
Voor huishoudens die hun afval via de Voorster afvalzak moeten aanbieden, geldt de Voorster afvalzak als de basisset. Op verzoek kan zo'n huishouden één container met een groene deksel en/of één container met blauwe deksel en/of één container met oranje deksel (kosteloos) ter beschikking krijgen. Voor het ledigen van de containers met groene, blauwe en oranje deksels worden geen rechten geheven.
Een bedrijf krijgt op verzoek een basisset van 4 inzamelmiddelen in bruikleen. Deze krijgt één container met grijze deksel en daarnaast naar keuze een of meer van de andere soorten containers.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl