Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR731538
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR731538/1
Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen Voorst
Geldend van 01-01-2025 t/m heden
Intitulé
Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen VoorstDE RAAD VAN DE GEMEENTE VOORST;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 november 2024, nummer 582727;
gelet op artikel 255 van de Gemeentewet, de Regeling kwijtschelding belastingen medeoverheden, artikel 26 van de Invorderingswet 1990 en de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990;
B E S L U I T:
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen.
Artikel 1 Uitgesloten van kwijtschelding
De gemeente verleent geen kwijtschelding voor belastingaanslagen leges, lijkbezorgingsrechten, marktgelden, onroerende-zaakbelastingen niet-woning, reclamebelasting, reinigingsrechten, rioolheffing niet-woning en toeristenbelasting.
Artikel 2 Beperking kwijtschelding
- 1.
Voor het variabele deel van de belastingaanslagen afvalstoffenheffing verleent de gemeente ten hoogste kwijtschelding voor:
- a.
12 sets van 25 stuks Voorster afvalzakken van 12,5 liter;
- b.
6 sets van 25 stuks Voorster afvalzakken van 25 liter;
- c.
3 sets van 25 stuks Voorster afvalzakken van 50 liter;
- d.
een combinatie van de sets, genoemd in de onderdelen a, b en c, tot een totaal maximaal volume van 3.750 liter;
- e.
126 ontgrendelingen van de kleine inworpopening (30 liter) van een (ondergrondse) container voor restafval;
- f.
63 ontgrendelingen van de grote inworpopening (60 liter) van een (ondergrondse) container voor restafval;
- g.
een combinatie van ontgrendelingen, genoemd in de onderdelen e en f, tot een totaal maximaal volume van 3.750 liter.
- a.
- 2.
Voor belastingaanslagen afvalstoffenheffing verleent de gemeente geen kwijtschelding voor:
- a.
het beschikbaar stellen en ledigen van iedere extra grijze container met een grijze deksel, boven het aantal van 1 grijze container met een grijze deksel;
- b.
het beschikbaar stellen van iedere extra grijze container met een groene deksel, boven het aantal van 1 grijze container met een groene deksel.
- a.
Artikel 3 Berekeningswijze kosten van bestaan
- 1.
Bij de kwijtschelding wordt in afwijking van artikel 16, eerste en tweede lid, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 het percentage voor de berekening van de kosten van bestaan gesteld op 100 procent.
- 2.
Onverminderd het bepaalde in het eerste lid wordt overeenkomstig artikel 3 van de Regeling kwijtschelding belastingen medeoverheden voor de vaststelling van de kosten van bestaan van pensioengerechtigden in plaats van de bijstandsnorm het netto-ouderdomspensioen gehanteerd.
Artikel 4 Netto kosten kinderopvang
Als uitgaven als bedoeld in artikel 15, eerste lid van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 worden mede in aanmerking genomen de in artikel 28, derde lid, van genoemde regeling bedoelde netto kosten van kinderopvang.
Artikel 5 Extra toegestane financiële middelen
In afwijking van artikel 12, tweede lid, onderdeel d, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 wordt het totale bedrag aan financiële middelen, bedoeld in dat onderdeel, verhoogd met het toepasselijke maximumbedrag als bedoeld in artikel 4 van de Regeling kwijtschelding belastingen medeoverheden.
Artikel 6 Kwijtschelding aan ondernemers
Met inachtneming van het overigens in dit besluit bepaalde, wordt een verzoek om kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en heffingen die geen verband houden met de uitoefening van het bedrijf of beroep, van een natuurlijk persoon die een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefent, behandeld volgens de bepalingen van hoofdstuk II, afdelingen 1, 2 en 5 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.
Artikel 7 Overgangsrecht
De Regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen, van 19 februari 2014, kenmerk Z-13-04054_2013-48319, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2025.
Artikel 8 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2025.
Artikel 9 Citeertitel
Dit besluit wordt aangehaald als: Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen Voorst.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 16 december 2024
de raad
Ita Joosten, griffier
Paula Jorritsma-Verkade, burgemeester
Toelichting Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen Voorst
Artikel 1 Uitgesloten van kwijtschelding
Het verlenen van kwijtschelding is geen verplichting maar een bevoegdheid. De wet zegt namelijk dat gehele of gedeeltelijke kwijtschelding kan worden verleend aan een belastingplichtige die zijn belastingaanslag of een deel daarvan niet anders dan met buitengewoon bezwaar kan betalen. De raad bepaalt of en zo ja, van welke belasting kwijtschelding wordt verleend.
Het bestaande beleid om alleen kwijtschelding te verlenen voor de afvalstoffenheffing, de rioolheffing voor woningen en de onroerende-zaakbelastingen voor woningen wordt voortgezet.
Artikel 2 Beperking kwijtschelding
Bij de afvalstoffenheffing geldt bovendien een beperking in de kwijtscheldingsmogelijkheid. Dit hangt samen met het afvalbeleid, dat erop is gericht dat bewoners hun afval zoveel mogelijk scheiden en beperken. Daar is een financiële prikkel aan gekoppeld in de vorm van diftar, het systeem van de afvalstoffenheffing waarmee de heffing afhangt van de hoeveelheid aangeboden afval. Als volledige kwijtschelding mogelijk zou zijn voor de afvalstoffenheffing, ontbreekt de prikkel voor die groep belastingschuldigen die gebruik maken van ondergrondse containers en Voorster afvalzakken om hun afval te scheiden en te beperken. Met de gekozen beperking is beoogd een evenwicht te bieden tussen het verlenen van kwijtschelding en het stimuleren van het beperken van afval Daarbij is de raad zich ervan bewust dat dit voor individuele situaties uiteen loopt. Zo zal een eenpersoonshuishouden per persoon meer afval kunnen aanbieden binnen de kwijtscheldingsmogelijkheden dan een huishouden met meer personen. Vanwege de uitvoerbaarheid van de verordening is gekozen voor een uniform aantal malen dat de verzamelcontainer kan worden geopend en een uniform aantal Voorstel afvalzakken dat kan worden aangeboden.
Circulus haalt het restafval elke vier weken op. Dat betekent dat een container maximaal 13 keer per jaar kan worden geleegd. Uitgaande van de grootste container van 240 liter, betekent dit een aanbod van 3.120 liter. Voor die hoeveelheid is dus maximaal kwijtschelding mogelijk als iemand zijn afval per container aanbiedt. De kwijtscheldingsregeling voor aanbod via de Voorster afvalzak was veel ruimer, namelijk 5.000 liter. Het aanbieden van afval via een afvalzak zal minder efficiënt zijn, omdat de zak sneller wordt dichtgeknoopt om stank te voorkomen. In het verleden werd hiervoor ruim 60% gerekend (5.000/3.120). Een rechtvaardiging voor dit grote onderscheid is niet gemotiveerd in het voorgaande besluit. Een opslag van 20% vanwege inefficiëntie van de afvalzakken lijkt redelijk. Daarbij speelt mee dat huishoudens in hoogbouw en aanleunwoningen gemiddeld kleiner zijn dan huishoudens bij andere grondgebonden woningen en het redelijk is om te veronderstellen dat het afvalaanbod daar ook lager ligt. Daarom zijn de maximum aantallen kwijt te schelden Voorster afvalzakken zodanig aangepast dat in totaal maximaal 3.750 liter afval onder de kwijtschelding valt. Hierbij is ook acht geslagen op de verhouding tussen het tarief per liter voor ondergrondse containers en het tarief per liter voor minicontainers. Die verhouding is ongeveer 1:1,27. Daarbij speelt echter niet uitsluitend inefficiënte een rol, maar ook het stimuleren van het gebruik van ondergrondse containers ten opzichte van minicontainers.
Vanwege de proef met de ondergrondse container zal de kwijscheldingsverordening ook hierin moeten voorzien. Daarbij wordt op (vrijwel) dezelfde wijze uitgegaan van inefficiëntie van de afvalzakken ten opzichte van de container. Voor de 30 liter opening vallen maximaal 126 aanbiedingen onder de kwijtschelding en voor de de 60 liter opening maximaal 63 aanbiedingen. Dit correspondeert in beide gevallen met maximaal 3.780 liter. Omdat het uitsluitend om hele aantallen aanbiedingen kan gaan, is het niet mogelijk om exact hetzelfde aantal liters onder de kwijtschelding te brengen als bij de Voorster afvalzak. Het verschil van 30 liter op jaarbasis is echter minimaal.
Artikel 3 Berekeningswijze kosten van bestaan
De Uitvoeringsregeling stelt de kosten van bestaan op 90% van de bijstandsnorm. Op grond van artikel 255, vierde lid, van de Gemeentewet hebben gemeenten echter de mogelijkheid om dit percentage hoger vast te stellen. Aan een hoger percentage zijn echter wel grenzen gesteld. Gemeenten mogen het percentage voor de kosten van bestaan vaststellen op maximaal 100% van de bijstandsnorm. De gemeente Voorst hanteert een norm van 100%, net als alle andere gemeenten in Nederland.
Voor pensioengerechtigden bedoeld in artikel 7a van de Algemene Ouderdomswet kan de raad bepalen dat bij de berekening van de kosten van bestaan in plaats van de bijstandsnorm het netto-ouderdomspensioen in aanmerking wordt genomen. Het tweede lid voorziet daarin. Hierbij geldt hetzelfde percentage als in het eerste lid. Deze maatregel voorkomt dat pensioengerechtigden minder aanspraak kunnen maken op kwijtschelding van gemeentelijke belastingen.
Gemeente Voorst voert een zo ruimhartig mogelijk kwijtscheldingsbeleid, zodat van deze mogelijkheid gebruik wordt gemaakt. Hiermee wordt het huidige beleid voortgezet.
Artikel 4 Netto kosten kinderopvang
Eigen bijdrage kinderopvang
Gemeenten mogen bij het verlenen van kwijtschelding rekening houden met de kosten van kinderopvang. Op grond van artikel 28, derde lid, van de Uitvoeringsregeling kan de gemeente - als de raad daartoe besluit - bij het bepalen van het netto-besteedbare inkomen voor de kwijtschelding rekening houden met de netto-kosten van kinderopvang. De netto-kosten worden dan aangemerkt als uitgaven als bedoeld in artikel 15 van de Uitvoeringsregeling.
Netto-kosten
Het gaat om de kosten die huishoudens voor kinderopvang moeten maken, na aftrek van ontvangen kinderopvangtoeslag. Als het huishouden een tegemoetkoming in de te betalen kosten van kinderopvang van de gemeente dan wel van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) ontvangt, gaat het om de kosten van kinderopvang na aftrek van deze tegemoetkomingen.
Voor de berekening van de kosten van kinderopvang mag maximaal worden gerekend met de maximum-uurprijs zoals vermeld in artikel 4, eerste lid, van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang. De maximale uurprijzen worden jaarlijks geïndexeerd.
Gemeente Voorst voert een zo ruimhartig mogelijk kwijtscheldingsbeleid, zodat van deze mogelijkheid gebruik wordt gemaakt. Hiermee wordt het huidige beleid voortgezet.
Artikel 5 Extra toegestane financiële middelen
In artikel 12, tweede lid, onderdeel d, van de Uitvoeringsregeling is geregeld welk bedrag aan financiële middelen bij het verlenen van kwijtschelding niet tot de bezittingen wordt gerekend.
In afwijking van artikel 12, tweede lid, onderdeel d, van de Uitvoeringsregeling kan de raad besluiten dat het bedrag aan financiële middelen dat niet wordt meegeteld bij de berekening van het vermogen, op een hoger bedrag wordt vastgesteld. De maximale verhoging is afhankelijk van de leefsituatie van de belastingschuldige:
- 1.
voor echtgenoten bedraagt de maximale verhoging € 2.000,
- 2.
voor een alleenstaande bedraagt de verhoging 75 procent van de verhoging die voor echtgenoten is gekozen, en
- 3.
voor een alleenstaande ouder bedraagt de verhoging 90 procent van de verhoging die voor echtgenoten is gekozen.
Als gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid om het totale bedrag aan financiële middelen te verhogen, geldt die verhoging voor alle belastingschuldigen met dien verstande dat de verhoging per leefsituatie verschilt. Gemeente Voorst voert een zo ruimhartig mogelijk kwijtscheldingsbeleid, zodat van deze mogelijkheid gebruik wordt gemaakt. Hiermee wordt het huidige beleid voortgezet.
Artikel 6 Kwijtschelding aan ondernemers
Privé belastingschulden
Natuurlijke personen die een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefenen kunnen in aanmerking komen voor kwijtschelding van hun privé belastingschulden. Voorwaarde is dat de raad de kwijtschelding voor deze groep heeft opengesteld. In de praktijk gaat het om rioolheffing en afvalstoffenheffing.
De voorwaarden waaronder kwijtschelding aan een ondernemer wordt verleend, zijn gelijk aan de voorwaarden die voor natuurlijke personen/niet-ondernemers gelden. Dat wil zeggen dat van dezelfde betalingscapaciteit en van hetzelfde vermogen wordt uitgegaan.
Op het moment dat een ondernemer om kwijtschelding verzoekt, is het netto besteedbare inkomen doorgaans nog niet in te schatten. De gemeente zou dit kunnen oplossen door de belanghebbende van wie zij vermoedt dat hij voor kwijtschelding in aanmerking komt, te vragen te zijner tijd een inkomensverklaring van de Belastingdienst over de betrokken periode te overleggen aan de hand waarvan dan definitief op het kwijtscheldingsverzoek kan worden beslist. In de tijd die ligt tussen indiening en beslissing kan de gemeente uitstel van betaling verlenen. In de praktijk kan er ruime tijd zijn gelegen tussen het moment waarop een ondernemer om kwijtschelding verzoekt en het moment waarop het netto besteedbare is in te schatten.
Belastingschuldigen die hun onderneming in een rechtspersoon (B.V. of N.V.) hebben ondergebracht, zijn in loondienst van hun onderneming. Zij oefenen dus geen bedrijf of zelfstandig beroep uit. Als de vermogens- en inkomenstoets dat toelaten, kunnen ook deze belastingschuldigen als natuurlijk persoon/niet-ondernemer in aanmerking komen voor kwijtschelding van hun privé belastingschulden.
Zakelijke belastingschulden
Voor zakelijke belastingschulden komen ondernemers uitsluitend voor kwijtschelding in aanmerking als de kwijtschelding wordt verleend in het kader van een akkoord met alle schuldeisers en er geen redelijke mogelijkheid aanwezig is om een derde aansprakelijk te stellen. Deze omstandigheid zal zich over het algemeen alleen voordoen bij een schuldsanering in het kader van uitstel van betaling bij een (naderend) faillissement. Daarom kan als hoofdregel gelden dat ondernemers voor zakelijke belastingschulden niet in aanmerking komen voor kwijtschelding. Als reden hiervoor wordt wel aangedragen dat kwijtschelding voor ondernemers als een verkapte overheidssubsidie kan worden gezien die de concurrentiepositie verstoort.
Artikel 7 Overgangsrecht
Omdat deze verordening de oude Regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen vervangt, wordt de oude regeling uitdrukkelijk ingetrokken met ingang van 1 januari 2025. Er is niet voorzien in overgangsrecht. Dat is niet nodig omdat de inhoudelijke wijziging alleen ziet op de kwijtschelding bij de Voorster afvalzakken en de ondergrondse container. De kwijtschelding van de Voorster afvalzak gebeurt in de praktijk direct bij het uitreiken van die zakken, dus in het belastingjaar zelf. Er is dus geen overloop over het jaareinde heen. De kwijtschelding voor het aanbieden van afval via een ondergrondse container gaat in 2025 in, omdat op dat moment ook pas de mogelijkheid bestaat om het afval op die manier aan te bieden.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl