Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR731536
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR731536/1
Verordening toeristenbelasting Voorst 2025
Geldend van 01-01-2025 t/m heden
Intitulé
Verordening toeristenbelasting Voorst 2025DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOORST;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 november 2024, nummer 577140;
gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;
B E S L U I T:
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting Voorst 2025.
Artikel 1 Begripsomschrijving
Deze verordening verstaat onder:
- a.
hotel, ontbijthotel, vliegtuighotel: een accommodatie met slaapplaatsen voor logiesverstrekking voor personen of gezinnen, tegen boeking per nacht, waar afzonderlijke maaltijden, kleine etenswaren en dranken kunnen worden verstrekt aan gasten, en die:
- 1.
niet behoort bij of onderdeel uitmaakt van een woning;
- 2.
wel behoort bij of onderdeel uitmaakt van een woning en over ten minste 12 slaapplaatsen beschikt;
- 1.
- b.
kampeermiddel: tent, tentwagen, kampeerauto, caravan, stacaravan dan wel enig ander onderkomen of ander voertuig of gewezen voertuig of een gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde waarvoor een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, onderdeel a, Omgevingswet is vereist; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
- c.
kampeerterrein: terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en volgens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen;
- d.
stacaravan: een kampeermiddel in de vorm van een caravan of soortgelijk onderkomen op wielen dat, mede gelet op afmetingen, kennelijk niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen, ook over grote afstanden als een aanhangsel van een auto, te worden voortbewogen;
- e.
vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt van een kampeerterrein en dat ter beschikking wordt gesteld voor de plaatsing van eenzelfde kampeermiddel, gebruikt door dezelfde perso(o)n(en), gedurende een periode zoals aangegeven in artikel 6;
- f.
volgtijdige standplaats: een terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt van een kampeerterrein en dat ter beschikking wordt gesteld voor volgtijdige plaatsing van verschillende kampeermiddelen.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente Voorst tegen een vergoeding in welke vorm dan ook, door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.
Artikel 3 Belastingplicht
- 1.
Belastingplichtig is de persoon die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2.
- 2.
De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op de persoon die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.
- 3.
Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is de persoon belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.
Artikel 4 Vrijstellingen
De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:
- a.
van de persoon die verblijft in een instelling als bedoeld in artikel 4 van de Wet Toetreding zorgaanbieders;
- b.
van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voorzover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers;
- c.
van de persoon die tijdelijk in de gemeente verblijft als deelnemer aan een zogenaamde schoolwerkweek, dan wel aan een zogenaamd landgoedwerkkamp.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
- 1.
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten dat zij verblijf houden.
- 2.
In afwijking van het eerste lid kan, op een bij de aangifte gedaan verzoek van de belastingplichtige, de belasting voor het houden van verblijf op een vaste of volgtijdige standplaats naar forfaitaire bedragen per standplaats worden geheven als er sprake is van een periode, zoals bepaald in artikel 6.
Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing
- 1.
Bij de forfaitaire berekening voor kampeermiddelen op vaste of volgtijdige standplaatsen wordt per standplaats in de periode van 1 maart tot en met 1 oktober:
- a.
het aantal overnachtende personen gesteld op 2,7;
- b.
het aantal nachten gesteld op 60.
- a.
- 2.
Bij de forfaitaire berekening voor kampeermiddelen op vaste of volgtijdige standplaatsen wordt per standplaats in de periode van 1 januari tot en met 31 december:
- a.
het aantal overnachtende personen gesteld op 2,4;
- b.
het aantal nachten gesteld op 80.
- a.
Artikel 7 Belastingtarief
- 1.
Het tarief bedraagt per persoon per overnachting in een hotel, ontbijthotel, vliegtuighotel € 2,12.
- 2.
Het tarief bedraagt per persoon per overnachting in een kampeermiddel € 1,02.
- 3.
Het tarief bedraagt per persoon per overnachting voor overige overnachtingen € 1,44.
Artikel 8 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 9 Wijze van heffing
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 10 Aangifte
- 1.
In afwijking van artikel 237, eerste lid, van de Gemeentewet geschiedt het uitnodigen tot het doen van aangifte door het uitreiken of toezenden van een aangiftebrief waaruit blijkt dat de wijze van het doen van aangifte, een omschrijving van de gevraagde gegevens of bescheiden en de termijn waarbinnen aangifte moet worden gedaan.
- 2.
In afwijking van artikel 237, tweede lid, van de Gemeentewet wordt aangifte gedaan door het op de in de aangiftebrief aangegeven wijze, inleveren of toezenden van de gevraagde gegevens of documenten.
- 3.
De aangiftebrief kan langs elektronische weg verzonden worden.
Artikel 11 Aanslaggrens
Een belastingaanslag wordt niet opgelegd als er minder dan tien overnachtingen zijn geweest in het belastingjaar.
Artikel 12 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
- 2.
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, als het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50,-, maar minder dan € 10.000,-, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in drie gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is verwerkt en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
- 3.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 13 Aanmeldingsplicht
De belastingplichtige, bedoeld in artikel 3, eerste lid, moet voordat hij voor de eerste maal gelegenheid tot overnachten verschaft, dat schriftelijk melden aan gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 232, vierde lid, onderdeel a, van de Gemeentewet (hierna: de heffingsambtenaar).
Artikel 14 Registratieplicht
- 1.
Ieder die gelegenheid biedt tot het houden van nachtverblijf in de zin van de verordening, is verplicht een verblijfhoudende te registreren in een daarvoor bestemd en door of vanwege de heffingsambtenaar verstrekt nachtverblijfregister.
- 2.
De heffingsambtenaar stelt nachtverblijfregisters kosteloos beschikbaar.
- 3.
De heffingsambtenaar kan nadere voorschriften geven over de inrichting en het gebruik van de nachtverblijfregisters.
- 4.
De verplichting, bedoeld in het eerste lid, vervalt als de belastingplichtige een soortgelijk, en door de heffingsambtenaar geaccepteerd, nachtverblijfregister voert.
Artikel 15 Overgangsrecht
De Verordening toeristenbelasting Voorst 2024, van 18 december 2023, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2025, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 16 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2025.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.
Artikel 17 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening toeristenbelasting Voorst 2025.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 16 december 2024.
Ita Joosten, griffier
Paula Jorritsma-Verkade, burgemeester
Toelichting Verordening toeristenbelasting 2025
In deze toelichting worden de wijzigingen ten opzichte van de verordening 2024 benoemd.
Artikel 1 Definities
In de definitie van kampeermiddel is in de opsomming stacaravan toegevoegd. Daardoor hoeft in de rest van de verordening niet meer verwezen te worden naar kampeermiddel of stacaravan. Dit betreft een redactionele vereenvoudiging, maar geen inhoudelijke wijziging.
De definities van standplaatsen en kampeerterrein zijn hier opgenomen in plaats van voorheen in artikel 6.
Artikel 2 Belastbaar feit
De redactie is geharmoniseerd volgens VNG-model en in overeenstemming met andere verordeningen toeristenbelasting binnen Tribuutverband. Dat houdt in dat twee keer het woord 'Voorst' geschrapt is, omdat het overbodig is.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
In een nieuw tweede lid is de heffingsmaatstaf bij standplaatsen opgenomen. Die stond voorheen in artikel 6.
Artikel 7 Belastingtarief
De volgorde van de tarieven is veranderd, waardoor niet twee keer 'in afwijking van' hoeft te worden gebruikt in de formulering. Dat betreft een redactionele vereenvoudiging, maar geen inhoudelijke wijziging.
Artikel 10 Aanslaggrens
Er stond een vast minimumbedrag van € 10. Dit is een doelmatigheidsbepaling. In overeenstemming met de andere gemeenten binnen Tribuut verband is dit geharmoniseerd naar 10 overnachtingen. In de praktijk maakt dat geen verschil omdat er nauwelijks/geen situaties zijn die hiervoor in aanmerking komen. Het is eenvoudiger uitvoerbaar. Het minimumaantal overnachtingen blijft dan altijd gelijk, ongeacht de tarieven (en de stijgingen daarvan).
Artikel 11 Termijnen van betaling
Er is een nieuw tweede lid toegevoegd, waarin de mogelijkheid is ogenomen voor betaling via automatische incasso in 3 termijnen. Dit is gedaan in verband met harmonisatie van deze bepalingen in Tribuutverband. Het geeft ondernemers iets meer tijd om de aanslag te betalen, als ze dat via automatische incasso doen.
Artikel 13 Aanmeldplicht
De zinsnede 'na het in werking treden van deze verordening' is geschrapt. Dat voorkomt dat alle - ook de al bekende - ondernemers zich jaarlijks zouden moeten aanmelden. Nu is alleen een aanmelding verplicht als een ondernemer voor de eerste keer start met het bieden van overnachtingen.
Artikel 14 Nachtverblijfregister
De redactie is gewijzigd en in overeenstemming gebracht met andere Tribuutgemeenten met deze bepaling. De bepaling biedt nu wat meer ruimte voor de heffingsambtenaar om het register in te richten. In de praktijk betekent dit nauwelijks een wijziging. De meeste ondernemers hebben hun eigen administratie die volstaat om het aantal overnachtingen te kunnen achterhalen.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl