Verordening marktgeld Voorst 2025

Geldend van 01-01-2025 t/m heden

Intitulé

Verordening marktgeld Voorst 2025

DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOORST;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 november 2024, nummer 589151;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en invordering van marktgeld Voorst 2025.

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam 'marktgeld' wordt een recht geheven voor het innemen van een standplaats, als bedoeld in artikel 1, onder b, van de Marktverordening gemeente Voorst 2008, voor het onderscheidenlijk uitstallen, aanbieden, voorradig hebben en/of verkopen van goederen, op voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met die standplaats.

Artikel 2 Belastingplicht

Belastingplichtig is de persoon aan wie een standplaats is toegewezen.

Artikel 3 Maatstaf van heffing

  • 1.

    Het marktgeld wordt geheven naar het aantal strekkende meters van de standplaats dan wel als vast bedrag voor dienstverlening in verband met die standplaats.

  • 2.

    Voor de berekening van het marktgeld wordt een gedeelte van een eenheid, genoemd in artikel 4, als een volle eenheid aangemerkt.

  • 3.

    De ruimte die wordt ingenomen voor de opslag van een reservevoorraad, al dan niet op voertuigen, tafels en dergelijke geplaatst, wordt geacht deel uit te maken van de standplaats.

  • 4.

    Het aantal strekkende meters van de standplaats wordt gemeten, daar waar die het grootst is.

Artikel 4 Belastingtarief

  • 1.

    Het marktgeld bedraagt € 2,44 per dag per strekkende meter met een minimum van € 9,74 per standplaats.

  • 2.

    Het marktgeld bedraagt voor gebruikmaking van diensten voor reclame- en promotieactiviteiten per kwartaal onderscheidenlijk per week voor een standplaats op de weekmarkt in Twello:

    aantal meters

    tarief per kwartaal

    tarief per week

    a.

    voor een standplaats van 4 m

    43,45

    € 

    3,34;

    b.

    voor een standplaats van 5 m

    45,20

    3,48;

    c.

    voor een standplaats van 8 m

    47,79

    3,68;

    d.

    voor een standplaats van 10 m

    53,87

    4,15;

    e.

    voor een standplaats van 12 m

    59,97

    4,62;

    f.

    voor een standplaats van 14 m

    61,70

    4,75;

    g.

    voor een standplaats van 16 m

    75,60

    5,82;

    h.

    voor een standplaats van 24 m of groter

    119,05

    9,16.

Artikel 5 Abonnement, teruggaaf

  • 1.

    Het marktgeld voor een vaste standplaats kan bij wege van abonnement voor een kalenderkwartaal worden voldaan. Het verschuldigde marktgeld bedraagt bij een kalenderkwartaalabonnement 95% van het voor de betreffende standplaats verschuldigde marktgeld over dertien weken.

  • 2.

    Als een standplaats, waarvoor het marktgeld per abonnement is betaald, door overmacht gedurende ten minste drie weken aaneensluitend niet gebruikt is, wordt, op aanvraag teruggaaf van het marktgeld verleend, in de zin dat dan over de dagen die de standplaats wel is ingenomen het marktgeld verschuldigd is naar het dagtarief als bedoeld in artikel 4.

Artikel 6 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak bij een abonnement is gelijk aan een kalenderkwartaal.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1.

    Het marktgeld wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het bepaalde in het eerste lid, wordt het marktgeld ten aanzien van het innemen van een toegewezen dagplaats of standwerkersplaats als bedoeld in artikel 1 van de Marktverordening 2008, geheven bij mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota of andere schriftuur.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld

Het marktgeld is verschuldigd:

  • a.

    zonder abonnement: bij aanvang van de dienstverlening of bij aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen;

  • b.

    met abonnement: bij het begin van het belastingtijdvak, of zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet het recht als bedoeld in artikel 7, tweede lid, worden betaald op het moment van het doen van de kennisgeving als de kennisgeving mondeling wordt gedaan en binnen 1 maand na de dagtekening van de kennisgeving als de kennisgeving schriftelijk wordt gedaan.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 10 Overgangsrecht

De Verordening marktgeld 2024 van 18 december 2023, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2025, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

  • 2.

    De datum van de ingang van de heffing is 1 januari 2025.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de Verordening marktgeld Voorst 2025.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 16 december 2024.

Ita Joosten, griffier

Paula Jorritsma-Verkade, burgemeester

Toelichting Verordening marktgeld Voorst 2025

Hieronder zijn de wijzigingen ten opzichte van de verordening 2024 opgenomen. De uitsluitend technisch/redactionele wijzigingen zijn niet allemaal benoemd. Dat betreffen geen inhoudelijke wijzigingen.

Artikel 1 Belastbaar feit

Hier is een verwijzing opgenomen naar de Marktverordening voor wat betreft het begrip standplaats. Daarmee is duidelijk dat eventuele andere losse standplaatsen (buiten de markt om) er niet onder vallen.

Artikel 2 Belastingplicht

Dit artikel is eenvoudiger geformuleerd, waarbij is aangesloten bij de praktijk.

Artikel 4 Belastingtarief

Het hoogste tarief gold voor een standplaats van maximaal 24 meter. Er is echter een standplaats die nog groter is. De verordening voorzag niet in een tarief daarvoor. Dit is opgelost door de toevoeging 24 meter of groter op te nemen.

Artikel 11 Nadere regels

Dit artikel is geschrapt. Deze bepaling komt niet meer voor in de VNG-modellen. Het schrappen ervan leidt niet tot een inhoudelijke wijziging van de bevoegdheden.