Verordening Burgerinitiatief Schiedam 2025

1. Initiatiefgerechtigd zijn ingezetenen van de gemeente Schiedam van zestien jaar en ouder die, met uitzondering van de leeftijd, voldoen aan de vereisten voor het stemrecht voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad.

2. Voor de beoordeling door de raadsgriffie of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, is de toestand op de dag van indiening van het verzoek bepalend.

1. Een burgerinitiatief wordt in behandeling genomen indien door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend.

2. Ongeldig is een verzoek dat:

• a.

  een onderwerp als bedoeld in artikel 4 bevat;

• b.

  niet voldoet aan de voorwaarden gesteld in artikel 5;

• c.

  niet door een initiatiefgerechtigde, zoals beschreven in artikel 2, lid 1, is gedaan.

1. Een burgerinitiatief kan geen betrekking hebben op:

• a.

  een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van een gemeentelijk bestuursorgaan;

• b.

  een vraag over het gemeentelijk beleid;

• c.

  een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;

• d.

  een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur;

• e.

  een onderwerp waarover tijdens de raadsperiode waarin de indiening van het verzoek plaatsvindt door de raad een besluit is genomen;

• f.

  onderwerpen waarover de raad in diezelfde raadsperiode al een burgerinitiatief heeft behandeld of afgewezen;

• g.

  een uitsluitend individueel belang;

• h.

  een voorstel dat expliciet nadeel of schade oplevert voor specifieke bewonersgroepen.

2. Een burgerinitiatief over een onderwerp of voorstel dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad, maar wel valt onder de bevoegdheid van het gemeentebestuur, zal door de raad, eventueel vergezeld van zijn advies, worden doorgezonden naar het college of, indien het de bevoegdheid van de burgemeester betreft, naar de burgemeester.

3. Het college of de burgemeester zal een onderwerp of voorstel als bedoeld in het tweede lid van dit artikel behandelen als ware het een burgerinitiatief.

1. Het verzoek om een burgerinitiatief op de agenda van de gemeenteraad te plaatsen wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de raad via de raadsgriffie. De raadsgriffie begeleidt de initiatiefnemer gedurende de verdere procedure.2.

Het verzoek bevat ten minste:

• a.

  een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatief;

• b.

  een toelichting op het burgerinitiatief;

• c.

  de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening(en) van de initiatiefnemer;

• d.

  een lijst met de voornamen, achternamen, geboortedata, adressen en handtekeningen van 100 initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.

2. Voor indiening van het verzoek wordt gebruikgemaakt van het bij deze verordening gevoegde modelformulier.

3. Digitale handtekeningen zijn toegestaan.

1. De voorzitter bevestigt de ontvangst van het verzoek schriftelijk aan de initiatiefnemer.

2. De voorzitter brengt het initiatief onverwijld ter kennis van de raad en het college.

3. Indien de raad het verzoek afwijst wegens strijd met artikel 4, eerste lid 1, sub a, kan de raad het voorstel doorzenden aan het bevoegde bestuursorgaan.

4. Indien het burgerinitiatief niet voldoet aan de eisen bedoeld in lid 4 stelt de raad de initiatiefnemer gedurende een termijn van ten hoogste twee weken in de gelegenheid om de vastgestelde gebreken te herstellen.

5. Als naar het oordeel van de raad het initiatief, ook na verstrijken van de in lid 4 bedoelde hersteltermijn, niet voldoet aan de in artikel 3, 4 en 5 gestelde eisen, wordt het verzoek om het burgerinitiatief voor de raadsvergadering te agenderen, afgewezen. De afwijzing wordt onverwijld ter kennis gebracht van de initiatiefnemer en het college.

6. Indien de initiatiefnemer geen gehoor geeft aan de uitnodiging als bedoeld in artikel 7, lid 2, wordt het burgerinitiatief aangehouden. Indien indiener aan een tweede uitnodiging als bedoeld in artikel 7, lid 3, eveneens geen gehoor geeft, wordt het burgerinitiatief van de agenda gehaald.

7. De raad beslist in de eerstvolgende vergadering na de datum van indiening van het verzoek of het burgerinitiatief op de agenda van de raad wordt geplaatst.

8.

9. Indien de raad het verzoek honoreert, zendt hij het burgerinitiatief ter voorbereiding van de besluitvorming door aan de daartoe aangewezen Raadsinformatieavond en Politieke Avond.

1. Het burgerinitiatief wordt eerst behandeld op de Raadsinformatieavond en daarna op de Politieke Avond.

2. De griffie nodigt de initiatiefnemer schriftelijk uit voor de Raadsinformatieavond en de Politieke Avond waarvoor het burgerinitiatief is geagendeerd. De initiatiefnemer heeft tijdens deze vergaderingen de gelegenheid om het burgerinitiatief mondeling nader toe te lichten.

3. Indien de initiatiefnemer geen gehoor geeft aan de uitnodiging als bedoeld in lid 2, wordt het initiatief niet behandeld en stuurt de voorzitter van de commissie een tweede uitnodiging aan de initiatiefnemer.

4. Indien de behandeling van het burgerinitiatief op de Politieke Avond daartoe aanleiding geeft, wordt de initiatiefnemer in de gelegenheid gesteld om het voorstel voorafgaand aan de raadsbehandeling aan te passen. Tijdens de raadsvergadering kan de initiatiefnemer wanneer het agendapunt aan bod komt deze aanpassing van een mondelinge toelichting voorzien.

5. De raad heeft het recht om een gewijzigd voorstel terug te verwijzen naar de Politieke Avond voor nadere bespreking.

1. De raad stelt de initiatiefnemer binnen twee weken na de raadsvergadering waarin het besluit over het burgerinitiatief is genomen, op de hoogte van dit besluit. Indien de raad geheel of gedeeltelijk afwijkt van de inhoud van het burgerinitiatief, worden de redenen daarvoor vermeld.

2. Indien de raad geheel of gedeeltelijk instemt met het burgerinitiatief, deelt het college binnen twee weken na de raadsvergadering aan de initiatiefnemer mee wanneer de uitvoering van het raadsbesluit zal starten en bij welke medewerker van gemeente Schiedam de initiatiefnemer nadere inlichtingen kan verkrijgen.

3. Zo spoedig mogelijk na de besluitvorming door de raad over het burgerinitiatief, wordt dit besluit openbaar gemaakt door een kennisgeving van het besluit of de zakelijke inhoud ervan in een officieel blad, een dagblad, nieuwsblad, huis-aan-huisblad, en op de internetsite van de gemeente Schiedam.

1. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening Burgerinitiatief Schiedam 2025’.

2. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

3. De Verordening burgerinitiatief gemeente Schiedam 2002 wordt hiermee ingetrokken.