Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR731428
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR731428/1
Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2025
Geldend van 24-12-2024 t/m heden
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2025de raad van de gemeente Zwolle;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van xx-xx-2024;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2025.
(Verordening Marktgelden 2025)
Artikel 1 Belastbaar feit
Onder de naam marktgelden worden rechten geheven ter zake van het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten, bestaande uit het ter beschikking stellen van een standplaats voor het uitoefenen van de markthandel en daarmee verband houdende handelingen en/of het gebruik van verstrekte diensten.
Artikel 2 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
markt: de warenmarkt, die op de daartoe aangewezen plaats, dag en tijd wordt gehouden of een door de gemeente ingestelde en beheerde markt;
- b.
standplaats: de op en voor de duur van de markt door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ruimte voor het uitoefenen van de markthandel;
- c.
standwerkersplaats: een verkoopplaats die per marktdag wordt uitgegeven om daarop te standwerken.
Artikel 3 Belastingplicht
Het recht wordt geheven van degene aan wie de in artikel 1 bedoelde standplaats is toegewezen, dan wel van degene die de in artikel 1 bedoelde standplaats inneemt en/of diensten afneemt.
Artikel 4 Tarieven
De marktgelden worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 5 Wijze van heffing
De marktgelden worden geheven bij wege van een aanslag of bij wijze van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder wordt begrepen een bon, nota of andere schriftuur.
Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
-
1. Marktgeld geheven bij wijze van abonnement is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar.
-
2. Marktgeld niet geheven bij wijze van abonnement is verschuldigd op het tijdstip dat de standplaats wordt ingenomen dan wel de dienst wordt verleend.
-
3. Indien in de loop van het belastingjaar wordt overgegaan tot heffing bij abonnement is marktgeld verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na aanvang van heffing bij wijze van abonnement, nog kalendermaanden overblijven.
-
4. Indien in de loop van het belastingjaar wordt overgegaan tot beëindiging van heffing bij abonnement, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na het einde van heffing bij abonnement, nog kalendermaanden overblijven.
Artikel 7 Tijdstippen van verschuldigdheid en betaling
-
1. Het marktgeld geheven bij wege van aanslag is verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar, of, indien de belastingplicht op een later tijdstip aanvangt, op dat tijdstip. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het marktgeld worden betaald binnen één maand na dagtekening van het aanslagbiljet.
-
2. Het marktgeld niet geheven bij wege van aanslag is verschuldigd ten tijde van het innemen van de standplaats en moet worden betaald op het tijdstip waarop de kennisgeving als bedoeld in artikel 5 wordt uitgereikt.
-
3. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het marktgeld, ingeval de kennisgeving wordt toegezonden, worden betaald binnen één maand na de dagtekening van de kennisgeving.
-
4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Het bepaalde in artikel 26 van de Invorderingswet 1990 inzake verlening van kwijtschelding vindt geen toepassing op de invordering van marktgelden.
Artikel 10 Nadere regelgeving
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de marktgelden.
Artikel 11 Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel
-
1. De “Verordening Marktgelden 2024” van 18-12-2023, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
-
3. In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.
-
4. De datum van ingang van heffing is 1 januari 2025.
-
5. Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam “Verordening Marktgelden 2025”.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 16 december 2024.
De voorzitter,
De griffier,
Tarieventabel behorende bij de Verordening Marktgelden 2025
|
||
A. |
||
|
||
|
€ 41,15 |
|
B. |
||
|
||
|
€ 50,35 |
|
C. |
||
|
||
|
€ 50,20 |
|
|
€ 1,10 |
|
|
€ 1,60 |
|
|
||
|
€ 56,75 |
|
|
€ 1,30 |
|
|
€ 1,95 |
|
D. |
||
|
||
|
€ 37,15 |
|
E. |
||
|
||
|
||
A. |
||
Markten waar geen individuele bemetering aanwezig is: |
||
Het marktgeld voor het ter beschikking stellen of voor het leveren van elektriciteit in watts per kalenderjaar: |
||
vermogen per dag / dagdeel |
||
Zwolle-Zuid/ |
Vrijdag |
Zaterdag |
Stadshagen |
Boerenmarkt/ Petuniaplein |
|
vermogen 0 < 500 watt € 29,65 |
€ 45,90 |
€ 76,30 |
vermogen 500 < 1000 watt € 51,15 |
€ 65,90 |
€ 111,75 |
vermogen 1000 < 1500 watt € 76,30 |
€ 101,25 |
€ 168,70 |
vermogen 1500 < 2500 watt € 127,30 |
€ 168,70 |
€ 281,75 |
vermogen 2500 en meer watt € 192,25 |
€ 255,85 |
€ 408,70 |
vermogen 380 V tot 12 Kw € 552,05 |
€ 552,05 |
€ 776,70 |
Vermogen 380 V tot 12 Kw kan alleen worden geleverd voor de minimale levertijd van één jaar; de aansluitingskosten worden voor 50% in rekening gebracht bij de gebruiker. Het maximum opgenomen vermogen dient de basis te zijn voor de jaarberekening van het verbruikstarief per vermogen in watts per dag c.q. dagdeel. |
||
Elektra markten met individuele bemetering, per Kw |
€ 0,384 |
|
Elektra evenementen, per Kw |
€ 0,384 |
|
Elektra commerciële standplaatsen, per jaar (per dagdeel dat de standplaats is vergund): |
||
vermogen 0 < 500 watt |
€ 45,90 |
|
vermogen 500 < 1000 watt |
€ 65,90 |
|
vermogen 1000 < 1500 watt |
€ 101,25 |
|
vermogen 1500 < 2500 watt |
€ 168,70 |
|
vermogen 2500 en meer watt |
€ 255,85 |
|
vermogen 380 V tot 12 Kw |
€ 552,05 |
|
Uitrijtarief nutsvoorzieningen |
€ 71,80 |
Behorend bij raadsbesluit van 16 december 2024.
De griffier,
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl