BESLUIT NOTA RESERVES, VOORZIENINGEN EN WEERSTANDSVERMOGEN

Geldend van 01-01-2025 t/m heden

Intitulé

BESLUIT NOTA RESERVES, VOORZIENINGEN EN WEERSTANDSVERMOGEN

Het algemeen bestuur van Waterschap Brabantse Delta;

gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur over de Nota Reserves, voorzieningen en weerstandsvermogen van 12 november 2024, nummer 797282;

gelet op artikel 14; de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie van waterschap Brabantse Delta.;

B E S L U I T :

Vast te stellen de nota Reserves, voorzieningen en weerstandsvermogen.

Artikel 1 Overgangsbepaling

Het besluit Reserves- en voorzieningenbeleid 2020, vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van 25 november 2020, wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van kracht blijft ten aanzien van de begrotingsjaren tot en met 2024.

Artikel 2 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van begrotingsjaar 2025.

Artikel 3 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit nota Reserves, voorzieningen en weerstandsvermogen.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 18 december 2024,

De dijkgraaf

drs. C.J.G.M. de Vet

De secretaris-directeur

dr. A.F.M. Meuleman

Nota Reserves, voorzieningen en weerstandsvermogen

  • 1.

    Inleiding

Op grond van artikel 108 Waterschapswet stelt het algemeen bestuur bij verordening de uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie vast. In de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie (artikel 108) Waterschap Brabantse Delta is in artikel 14 het volgende opgenomen:

Het beleid omtrent het weerstandsvermogen, risicomanagement1 , reserves en voorzieningen wordt vastgelegd in de nota Reserves en voorzieningen. De nota Reserves en voorzieningen wordt ten minste eenmaal per vier jaar geactualiseerd en aan het algemeen bestuur ter vaststelling aangeboden.

In de vergadering van het algemeen bestuur van 25 november 2020 is de nota Reserves- en Voorzieningen voor het laatst vastgesteld.

  • 2.

    Reserves en voorzieningen algemeen

Reserves

Reserves maken deel uit van het eigen vermogen van het waterschap. Aan alle mutaties in de reserves dient een besluit van het algemeen bestuur ten grondslag te liggen. Toevoegingen of onttrekkingen vinden plaats via de resultaatbestemming van de jaarrekening, maar het algemeen bestuur kan ook tussentijds een besluit nemen over reservevorming of mutaties daarin. Voor alle reserves geldt dat het rechtstreeks toevoegen of onttrekken van middelen niet is toegestaan.

Artikel 4.49 lid 1 van het waterschapsbesluit geeft aan dat het eigen vermogen van het waterschap bestaat uit de reserves en het gerealiseerde resultaat van de jaarrekening. Dit resultaat wordt in de jaarrekening opgenomen als afzonderlijk onderdeel van het eigen vermogen.

Artikel 4.50 van het Waterschapsbesluit schrijft voor dat in de balans van de jaarrekening reserves worden onderscheiden naar:

Algemene reserves

Algemene reserves hebben geen specifieke bestemming en fungeren als het weerstandsvermogen van het waterschap. De reserves worden per wettelijke taak aangehouden om financiële tegenvallers op te kunnen vangen. Voor de waterschappen zijn er geen algemene normen en regels die iets zeggen over de omvang van de algemene reserves. De waterschapsbesturen zijn autonoom in het bepalen van het eigen beleid in relatie tot de hoogte van de reserves.

Bestemmingsreserves voor tariefegalisatie

De bestemmingsreserves voor tariefegalisatie dienen om ongewenste jaarlijkse schommelingen in de belastingtarieven op te vangen.

Overige bestemmingsreserves

Dit zijn reserves waaraan het algemeen bestuur een bepaalde bestemming heeft gegeven.

Voorzieningen

Voorzieningen maken deel uit van het vreemd vermogen van het waterschap. Het instellen van een voorziening kan een verplichting zijn als gevolg van het toepassen van de verslaggevingsregels. Het instellen van voorzieningen voor het egaliseren van kosten is een bevoegdheid van het algemeen bestuur. Aan de hoogte van een voorziening moet altijd een onderbouwing ten grondslag liggen.

Voorzieningen worden gevormd ten laste van de exploitatie. Uitgaven die ten laste van de voorziening komen, worden rechtstreeks van de voorziening afgeboekt en lopen niet via de exploitatie. Blijkt een voorziening op balansdatum te hoog dan wordt het overschot ten gunste van de exploitatie geboekt. Het waterschap streeft ernaar het aantal voorzieningen zo gering mogelijk te houden.

Artikel 4.51 van het Waterschapsbesluit geeft aan dat voorzieningen worden gevormd wegens:

Verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten.

Op de balansdatum bestaande risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten.

Kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren.

  • 3.

    Reserves en voorzieningen waterschap Brabantse Delta

Jaarlijks kunnen er reserves of voorzieningen worden gevormd of opgeheven. Dit vindt plaats door een besluit van het algemeen bestuur bij de begroting, jaarrekening of tussentijds. De reserves en voorzieningen die bij het waterschap in gebruik zijn voor begrotingsjaar 2025 zijn toegelicht in bijlage 1. In de jaarlijkse begroting en jaarrekening van het waterschap wordt uitgebreid ingegaan op de stand en het verloop van de reserves en de voorzieningen.

  • 4.

    Rente bijschrijving reserves en voorzieningen

Er wordt geen rente aan de reserves en voorzieningen toegerekend.

  • 5.

    Onvoorzien

Op grond van artikel 99 lid 2 van de Waterschapswet bevat de begroting mede een bedrag voor onvoorziene uitgaven. Het staat het waterschap vrij de hoogte van het bedrag voor de begroting te bepalen. Het bedrag kan ingezet worden voor uitgaven waarvan de aard en omvang nog niet zijn in te schatten. Conform de “Mandatering verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Waterschap Brabantse Delta” kan het dagelijks bestuur besluiten om een overschrijding van geautoriseerde netto-kosten te dekken uit het bedrag voor onvoorzien uit de begroting.

  • 6.

    Weerstandscapaciteit

De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover het waterschap beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken (artikel 4.1 Waterschapsbesluit). De waterschappen zijn vrij zelf te bepalen welke reserves tot de weerstandscapaciteit gerekend worden. Bij waterschap Brabantse Delta omvat de weerstandscapaciteit de algemene reserves, de bestemmingsreserves tariefegalisatie en de bestemmingsreserves duurzaam financieel beleid. Het verloop van de weerstandscapaciteit wordt in meerjarig perspectief in beeld gebracht bij de begroting.

  • 7.

    Weerstandsvermogen

Het weerstandsvermogen geeft aan hoe robuust de financiële positie van het waterschap is. Dit is van belang wanneer er zich een financiële tegenvaller voordoet. Een goed weerstandsvermogen kan voorkomen dat elke financiële tegenvaller direct leidt tot hogere lasten. Het is aan de waterschappen zelf een beleidslijn te formuleren over het in de organisatie noodzakelijk geachte weerstandsvermogen in relatie tot de risico’s.

Voor het beoordelen van de robuustheid van de financiële positie is inzicht nodig in de omvang en n de achtergronden van de risico’s en de aanwezige weerstandscapaciteit. Reguliere risico’s – risico’s die zich regelmatig voordoen en die veelal vrij goed meetbaar zijn – zijn niet relevant voor het weerstandsvermogen. Hiervoor kunnen immers verzekeringen worden afgesloten of voorzieningen worden gevormd. De risico’s die relevant zijn voor het weerstandsvermogen, zijn de risico’s die niet anderszins zijn te ondervangen.

Het is van belang dat inzicht bestaat in de risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd of verzekeringen zijn afgesloten. Er vindt daarom jaarlijks een risicoanalyse plaats om de risico’s te bepalen. Hierbij worden de risico’s uitgesplitst naar de wettelijke taken watersysteembeheer en zuiveringsbeheer, omdat ze grotendeels direct samenhangen met de taken, waar weer de reserves aan gekoppeld zijn.

Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover het waterschap beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken, en alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. In een formulevorm kan dit als volgt worden weergegeven.

afbeelding binnen de regeling

Het weerstandsvermogen van waterschap Brabantse Delta wordt vergeleken met een door de Universiteit Twente ontwikkeld beoordelingsmodel. Daarbij wordt op basis van onderzoek een waardering aan de omvang van het weerstandsvermogen gegeven en wordt de volgende beoordeling gehanteerd.

afbeelding binnen de regeling

Bovenstaande beoordeling wordt veel toegepast bij beoordeling van waterschappen, gemeenten en provincies. Ook waterschap Brabantse Delta heeft vanaf de studie van 2009 deze systematiek overgenomen. Daarbij is tot nu toe voor gekozen uit te gaan voor een ‘voldoende’ weerstandsvermogen. Bij een weerstandsvermogen tussen de 1 en 1,4 is het waterschap in staat om het overgrote deel van de niet begrote tegenvallers met financiële gevolgen op te vangen. Uit vergelijking met andere waterschappen blijkt dat ook velen van hen een buffer hanteert die behoort tot de klasse ‘voldoende’.

Waterschap Brabantse Delta gaat uit van een standaard weerstandsvermogen van het gemiddelde van klasse C, zijnde 1,2. Dit betekent dat de weerstandscapaciteit een factor 1,2 hoger zou moeten zijn dan de omvang van de risicoportefeuille.

Met betrekking tot het weerstandsvermogen is het volgende afgesproken;

  • 1.

    De bandbreedte ‘voldoende’ (weerstandsvermogen tussen de 1 en 1,4) hanteren met als streefwaarde 1,2;

  • 2.

    De algemene reserves worden aangehouden op de streefwaarde (weerstandsvermogen van 1,2). Indien de algemene reserves hoger zijn dan de streefwaarde, wordt het hogere deel overgeheveld naar de tariefegalisatiereserve.

  • 3.

    Indien de totale weerstandscapaciteit lager is dan 1 (matig, onvoldoende) dient de weerstandscapaciteit in één keer te worden aangevuld tot het minimale niveau van 1. Voor het overige deel (tussen 1 en 1,2) vindt bij gunstige rekeningresultaten zo spoedig mogelijk aanvulling plaats in de planperiode van de meerjarenraming.

  • 4.

    Jaarlijks dient een risicoanalyse plaats te vinden waarbij de risico’s worden geactualiseerd en aangevuld, waarbij wordt gekeken naar kans en impact en de verwachte ontwikkeling over de jaren.

Het verloop van het weerstandsvermogen wordt in meerjarig perspectief in beeld gebracht bij de jaarlijkse begroting.

Bijlage 1: Reserves en voorzieningen waterschap Brabantse Delta

De reserves en voorzieningen die in gebruik zijn voor begrotingsjaar 2025 worden hieronder toegelicht.

Algemene reserves

Tot de algemene reserves worden bij het waterschap ook gerekend de reserve Werkloosheidsuitkeringen personeel en Werkloosheidsuitkeringen bestuur.

Algemene reserves

De algemene reserves die voor de taken Watersysteembeheer en Zuiveringsbeheer worden aangehouden en fungeren als weerstandsvermogen van het waterschap.

Reserves Werkloosheidsuitkeringen personeel

De reserves Werkloosheidsuitkeringen personeel zijn in het verleden gevormd uit de inhouding van pseudo WW-premies op de salarissen van de werknemers. Werkgevers in de overheidssector zijn verplicht eigenrisicodrager voor de Werkloosheidswet (WW). Als eigenrisicodrager betaalt het waterschap de kosten van de WW-uitkering als werknemers werkloos worden. Vanuit deze reserve worden tekorten in de voorziening Werkloosheidsuitkeringen personeel aangevuld. Het bedrag wordt gelijkelijk verdeeld over de taken watersysteembeheer en zuiveringsbeheer.

Reserves Werkloosheidsuitkeringen bestuur

De leden van het dagelijks bestuur hebben op basis van de ‘Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers’ (Appa) recht op een werkloosheidsuitkering (Appa-uitkering). Vanuit deze reserve worden tekorten in de voorziening Werkloosheidsuitkeringen bestuur aangevuld. Het bedrag wordt gelijkelijk verdeeld over de taken watersysteembeheer en zuiveringsbeheer.

Bestemmingsreserves tariefegalisatie

De tariefegalisatiereserves zijn bedoeld om grote schommelingen in de belastingtarieven op te vangen en een gelijkmatige tariefontwikkeling te bewerkstellingen. Volgens artikel 99, lid 3 van de Waterschapswet dient de begroting in evenwicht te zijn. Hiervan kan worden afgeweken indien aannemelijk is dat het evenwicht in de begroting in de eerstvolgende jaren tot stand zal zijn gebracht. Het uitgangspunt is dat alle structurele en tijdelijke uitgaven van ons waterschap gedekt

worden door de jaarlijkse inkomsten en dat de egalisatiereserves binnen de meerjarenraming worden afgebouwd naar nul.

Voor de taken watersysteembeheer en zuiveringsbeheer zijn aparte egalisatiereserves gevormd. Voeding van de tariefegalisatiereserves vindt plaats door toevoeging van positieve jaarrekeningresultaten. Deze resultaten worden per wettelijke taak berekend.

Overige bestemmingsreserves

Bestemmingsreserves Duurzaam financieel beleid (DFB)

Het waterschap heeft beleid ontwikkeld ter verbetering van de schuldpositie. Maatregelen leiden in eerste instantie tot een stijging van de lasten. Om deze extra lasten op te kunnen vangen zonder grote tariefstijgingen, is bij de Kadernota 2017-2026 besloten om financiële meevallers toe te voegen aan de bestemmingsreserves DFB. In de vorige bestuursperiode is de afspraak gemaakt dat financiële meevallers voortaan gelijkelijk worden verdeeld over extra ambities/taakuitvoering en duurzaam financieel beleid. Voor de taken watersysteembeheer en zuiveringsbeheer zijn aparte reserves gevormd en worden toevoegingen en onttrekkingen per taak berekend.

Bestemmingsreserve cloudsoftware

Vanaf de Begroting 2023 zijn de kosten van cloudsoftware overgeheveld van de investeringen naar de exploitatie. Dit op basis van de wettelijke verplichting vanuit de Regeling beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen (BBVW) en de aanvullende notitie materiële vaste activa (MVA) van de commissie BBV (Besluit begroting en verantwoording). In de eerste jaren zijn er een aantal cloudsoftware projecten met hoge kosten begroot. Bij de jaarrekening 2023 is ervoor gekozen een bestemmingsreserve in te stellen om de kosten, en daarmee de belastingtarieven, te egaliseren. Bij de uitvoering zijn er veel afhankelijkheden die van invloed kunnen zijn op de (financiële) planning. Met een bestemmingsreserve kunnen de kosten gelijkmatiger verdeeld worden.

Voorzieningen

Voorziening Werkloosheidsuitkeringen personeel

Werkgevers in de overheidssector zijn verplicht eigenrisicodrager voor de Werkloosheidswet (WW). Als eigenrisicodrager betaalt het waterschap de kosten van de WW-uitkering als werknemers werkloos worden. Het vormen van een voorziening is hierdoor noodzakelijk. Vanuit deze voorziening worden de reeds ingegane werkloosheidsuitkeringen van voormalig personeel betaald. Jaarlijks bij de jaarrekening en begroting wordt beoordeeld of de voorziening nog toereikend is om de aanspraken op uitkeringen te kunnen nakomen. Is dit niet het geval dan zal de voorziening op de gewenste hoogte worden gebracht. Eventuele tekorten in de voorziening worden aangevuld vanuit de reserves Werkloosheidsuitkeringen personeel.

Voorziening Werkloosheidsuitkeringen bestuur

Verplichtingen van reeds ingegane werkloosheidsuitkeringen aan voormalige leden van het dagelijks bestuur worden in de voorziening Werkloosheidsuitkeringen bestuur opgenomen. Jaarlijks bij de jaarrekening en begroting wordt beoordeeld of de voorziening nog toereikend is om de aanspraken op uitkeringen te kunnen nakomen. Eventuele tekorten in de voorziening worden aangevuld vanuit de reserve Werkloosheidsuitkeringen bestuur.

Voorziening Pensioenen bestuur

Op grond van de ‘Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers’ (Appa) hebben voormalige leden van het dagelijks bestuur en hun nabestaanden recht op pensioen. Een deel van de pensioenverplichtingen is ondergebracht bij een externe pensioenverzekeraar. Voor het andere deel is de voorziening gevormd, berekend op basis van erkende actuariële grondslagen. Aan een extern gecertificeerd bureau wordt jaarlijks een opdracht verstrekt om de hoogte van de benodigde voorziening te bepalen. Het gaat om langlopende verplichtingen en de voorziening wordt bepaald op basis van de contante waarde. Eventuele voeding of vrijval van de voorziening gaat ten laste of ten gunste van de exploitatie.

Voorziening Zandfilter

Met een derde partij is een overeenkomst voor onderhoud van een zandfilter afgesloten. Jaarlijks wordt een bedrag voor onderhoud aan waterschap Brabantse Delta betaald. Dit bedrag wordt toegevoegd aan de voorziening. De kosten van het (groot) onderhoud worden uit de voorziening onttrokken.


Noot
1

In deze nota Reserves, voorzieningen en weerstandsvermogen is – conform wetgeving - beleid opgenomen met betrekking tot financiële risico’s en bepaling van het weerstandsvermogen Voor de integrale visie op risicomanagement wordt verwezen naar het document “Visie op Risicomanagement” uit 2021. Een update van deze visie volgt in 2025.