Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR731336
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR731336/1
Verordening op de heffing en de invordering van Binnenhavengeld gemeente Oldambt 2025
Geldend van 01-01-2025 t/m heden
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van Binnenhavengeld gemeente Oldambt 2025De raad van de gemeente Oldambt;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 november 2024;
gelet op artikelen 216 en 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;
vast te stellen de:
VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN BINNENHAVENGELD 2025,
luidende als volgt:
B E S L U I T:
Artikel 1: Begripsomschrijvingen
- a.
haven:
-
de voor de openbare dienst bestemde wateren en voor de openbare dienst bestemde
-
werken of inrichtingen in de gemeente;
- b.
vaartuig:
-
elk drijvend lichaam dat blijkens zijn constructie is bestemd of wordt gebruikt voor het
-
vervoer te water of voor het dragen van voorwerpen die al dan niet met het drijvende lichaam een geheel uitmaken;
- c.
binnenschip:
-
een vaartuig dat hoofdzakelijk is bestemd of wordt gebruikt voor de vaart op de binnenwateren;
- d.
pleziervaartuig:
-
een binnenschip dat hoofdzakelijk is bestemd of wordt gebruikt voor de recreatie;
- e.
passagiersschip:
-
een binnenschip dat hoofdzakelijk is bestemd of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig
-
vervoer van personen;
- f.
zeilend bedrijfsvaartuig:
-
een binnenschip dat met behulp van zeilen voortgestuwd wordt en dat hoofdzakelijk is bestemd of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van personen;
- g.
vrachtschip:
-
een binnenschip dat hoofdzakelijk is bestemd of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van goederen;
- h.
vissersschip:
-
een binnenschip dat hoofdzakelijk bedrijfsmatig is bestemd of wordt gebruikt voor het vangen van vis of andere levende rijkdommen van de wateren;
- i.
sleepboot:
-
een binnenschip dat hoofdzakelijk is bestemd of wordt gebruikt voor het slepen of duwen van andere vaartuigen;
- j.
woonschip:
-
elk al dan niet historisch vaartuig dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als, of te oordelen naar zijn constructie of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is tot, dag- en/of nachtverblijf van één of meer personen;
- k.
lading:
-
alle door een binnenschip geloste en ingenomen goederen en verpakkingsmateriaal,
-
containers en trailers, doch zonder daarbij in aanmerking te nemen ballast, brandstof,
-
proviand en andere voor eigen gebruik bestemde scheepsbenodigdheden, de handbagage van opvarenden voor zover deze met de opvarenden op hetzelfde schip vervoerd wordt en schadelijke stoffen als bedoeld in art. 1 van de Wet voorkoming verontreiniging door die schepen (Staatsblad 1983, nr. 683);
- l.
laadvermogen:
-
het in tonnen uitgedrukte laadvermogen, zoals dat blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;
- m.
oppervlakte:
-
het product van de lengte over alles en de grootste breedte, zoals blijkt uit de bij het
-
vaartuig behorende meetbrief;
- n.
lengte:
-
de lengte over alles, zoals blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;
- o.
termijn:
-
een in de tarieventabel genoemd tijdvak waarin het gebruik van de haven plaatsheeft;
- p.
ton:
-
een massa van 1.000 kilogram.
- q.
tabel:
-
de als bijlage opgenomen en de van deze verordening deel uitmakende tarieventabel.
- r.
ligplaats:
-
een gedeelte van het openbaar water, bestemd of geschikt om door een woonschip met bijbehorende voorzieningen te worden ingenomen;
- s.
bijbehorende voorzieningen:
-
zaken zonder welke het gebruik van het schip als woning niet goed mogelijk is, zoals een bijboot, steiger en een loopplank.
- t.
beroepsscheepvaart: hieronder vallen de vaartuigen genoemd onder e., f., g. en h.
Artikel 2: Belastbaar feit
Onder de naam binnenhavengeld worden rechten geheven ter zake van het gebruik van de haven, overeenkomstig de bestemming daarvan, met een binnenschip en ter zake van hetgenot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten in verband met dat gebruik.
Artikel 3: Belastingplicht
Belastingplichtig is de eigenaar van het binnenschip, de reder, schipper, de kapitein, degene aan wie het binnenschip in gebruik is gegeven, dan wel degene die als vertegenwoordiger voor een van de genoemde partijen optreedt.
Artikel 4: Vrijstellingen
Binnenhavengeld wordt niet geheven ter zake van:
het gebruik van de haven met een binnenschip, uitsluitend voor het in de haven dokken, het op of aan een erkende scheepsreparatie-inrichting herstellen, het voor de eerste maal vaarklaar maken, het slopen, het wisselen van bemanning, het stellen van kompassen,het ontschepen van zieken of doden, mits:
het gebruik niet langer duurt dan voor een en ander noodzakelijk is en de termijn
van 4 weken niet te boven gaat en vooraf en onmiddellijk na afloop van de werkzaamheden hiervan aan de ambtenaar, belast met de heffing of de invordering van belastingen ingevolge artikel 231, tweede lid, onderdelen b en c, van de Gemeentewet, schriftelijk kennis is gegeven onder overlegging van een door de beheerder van de betrokken scheepsreparatie-inrichting afgegeven bevestigende schriftelijke verklaring.
Artikel 5: Maatstaf van heffing
Het binnenhavengeld wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 6: Tarief
- 1.
Het binnenhavengeld wordt geheven naar de in de tabel genoemde tarieven met inachtneming van de daarbij opgenomen bepalingen.
- 2.
Voor de toepassing van de tarieven:
- a.
geldt als laadvermogen van een binnenschip het aantal tonnen;
- b.
wordt de oppervlakte van een binnenschip gesteld op het product van de lengte over alles en de grootste breedte;
- c.
wordt een gedeelte van een eenheid van laadvermogen of oppervlakte niet in aanmerking genomen;
- d.
wordt de termijn steeds op de kortste van de in de tabel voor het betreffende soort binnenschip genoemde termijnen gesteld, tenzij voor een langere termijn aangifte is gedaan.
- e.
lengte schip. Voor de berekening worden de lengtes onder de 50 cm. afgerond naar beneden en boven de 50 cm naar boven en
- f.
maximaal tarief: Voor schepen langer dan 15 meter wordt het tarief voor schepen met een lengte van 15 meter toegepast.
- 3.
Indien geen meetbrief wordt overgelegd, wordt de inhoud van het binnenschip ambtshalve bepaald.
Artikel 7: Wijze van heffing
Het binnenhavengeld wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte of door middel van een aanslagbiljet of een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door mondelinge mededeling, toezending of uitreiking van het aanslagbiljet of van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 8: Verschuldigdheid
- 1.
Het binnenhavengeld is verschuldigd zodra het gebruik van de haven, dan wel het genot van de verstrekte diensten in verband met dat gebruik, aanvangt.
- 2.
Het binnenhavengeld dient binnen twee weken na het tijdstip, bedoeld in het eerste lid, voldaan te worden en bij mondelinge mededeling dient het binnenhavengeld ter stond voldaan te worden.
Artikel 9: Termijnen
- 1.
Indien met een binnenschip binnen de termijn, waarover voldoening op aangifte heeft plaatsgevonden, meer dan eenmaal gebruik van de haven wordt gemaakt, geldt als tijdstip, bedoeld in artikel 8, eerste lid, de eerste maal dat gebruik wordt gemaakt van de haven.
- 2.
Indien het gebruik van de haven met een binnenschip wordt voortgezet nadat de termijn, waarover voldoening op aangifte heeft plaatsgevonden, is verstreken, vangt een nieuwe termijn aan.
- 3.
Het tweede lid is niet van toepassing indien het gebruik van de haven wordt beëindigd voor 12 uur 's middags, volgend op de laatste dag van de termijn.
- 4.
In afwijking van het tweede lid, kan een termijn van een week worden verlengd tot een termijn van 2 weken, indien het verzoek daartoe en de betaling binnen twee weken na het tijdstip, bedoeld in artikel 8, eerste lid, plaatsvindt.
- 5.
In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen zoals bedoeld in Tarieventabel onder c, die worden opgelegd in het kalenderjaar waarop zij betrekking hebben, worden betaald in drie termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na dagtekening van het aanslagbiljet, de tweede termijn vervalt één maand na de eerste termijn en de laatste termijn vervalt één maand na de tweede termijn, doch uiterlijk op de laatste dag van de derde maand volgend op demaand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
- 6.
In afwijking in zoverre van het vijfde lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50,=, doch minder is dan € 2.600,=, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien termijnen.
- 7.
De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de leden 5 en 6 gestelde termijnen.
Artikel 10: Nadere regels
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het binnenhavengeld.
Artikel 11: Kwijtschelding
Bij de invordering van binnenhavengeld wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 12 Overgangsrecht
De 'Verordening Binnenhavengeld Oldambt 2024’ van 13 december 2023 en de daarbij behorende tarieventabel, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 13 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de vierde dag na die van bekendmaking.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.
Artikel 14 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening Binnenhavengeld Oldambt 2025'.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Oldambt,
d.d. 18 december 2024.
De griffier, De voorzitter,
Jelte van der Meer Cora-Yfke Sikkema
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl