Kadernota Subsidies

Geldend van 01-01-2025 t/m heden

Intitulé

Kadernota Subsidies

Voorwoord

We bieden u hierbij de kadernota subsidies van de gemeente Terneuzen aan. In deze kadernota hebben we het gemeentelijk beleid geactualiseerd om aan te sluiten op de doelstellingen van de gemeente Terneuzen.

In 2023 is het subsidiebeleid geëvalueerd. Op een aantal punten zijn de grondslagen en kaders geactualiseerd. Hierdoor kunnen we als dynamische gemeente beter inspelen op veranderingen in de maatschappij.

Dit nieuwe beleid introduceert de kaders voor het toekennen of afwijzen van subsidies waardoor het proces eenvoudiger en transparanter wordt.

Met dit nieuwe subsidiekader en een geactualiseerd subsidiebeleid streven we maatschappelijke doelstellingen van de gemeente na door middel van een transparant en efficiënt proces.

Het college van burgemeester en wethouders

Hoofdstuk 1: Inleiding

Deze kadernota subsidies geeft een beschrijving van het subsidiebeleid op hoofdlijnen en vormt daarmee ook de grondslag voor de Algemene subsidieverordening 2025.

Uitgangspunten zijn een goed onderbouwd en transparant subsidiebeleid met een objectieve afwegingssystematiek en criteria voor het bepalen van de subsidieverlening. Leidend is het beleid en de te behalen resultaten. Het budget is een belangrijke randvoorwaarde.

Met deze kadernota subsidies leveren wij een belangrijke bijdrage aan de leefbaarheid in onze gemeente. De subsidieverstrekking is namelijk voor ons een belangrijk instrument om de gemeentelijke doelstellingen te realiseren. We stimuleren nieuwe samenwerkingen zowel op Zeeuws niveau als grensoverstijgend.

1.1 Aanleiding

Wij vinden het belangrijk om periodiek te evalueren of het subsidiebeleid nog past binnen de doelstellingen en het beleid van de gemeente. Op basis van artikel 4:24 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) moeten we als gemeente, ten minste één keer in de vijf jaar een verslag publiceren. Dit verslag gaat over de doeltreffendheid en effecten van de subsidie in de praktijk. Tenzij dit bij wettelijk voorschrift anders is bepaald.

In 2023 heeft Deloitte in opdracht van de gemeente Terneuzen een evaluatie gedaan van het subsidiebeleid. Door intern en extern te evalueren, hebben we onderzocht hoe effectief ons beleid is en hoe we dit uitvoeren. Intern hebben we gesprekken gehad met alle belanghebbenden zoals afdelingshoofden, teamleiders en beleidsmedewerkers. Tijdens deze gesprekken stelden we vragen zoals: ‘’wat vind je van het huidige beleid’’ en in het vervolggesprek ‘’hoe wil je het subsidiebeleid de komende vier jaar inzetten?’’ Daarnaast hebben we extern een vragenlijst uitgestuurd naar al onze huidige subsidierelaties met de vragen wat goed gaat en wat beter kan in ons huidig subsidiebeleid. Deloitte stelde een evaluatierapport op. Dat leidde tot de algemene uitgangspunten voor het nieuwe subsidiebeleid. Voor deze uitgangspunten verwijzen we u naar bijlage 1 ‘Algemene uitgangspunten opgesteld door Deloitte’. Wij vinden dat het verstrekken van subsidies namelijk geen automatisme dient te worden. Subsidieverstrekkingen dienen daadwerkelijk bij te dragen aan de gemeentelijke beleidsdoelstellingen. Met deze kadernota houden we rekening vanaf 2025. Dan treedt ook de nieuwe subsidieverordening in werking.

1.2 Wat willen we bereiken?

  • Deze kadernota subsidies geeft de overkoepelende richtlijnen van de gemeente weer. We bepalen hiermee de kaders en doelen die we als gemeente willen bereiken met subsidieverlening. Door deze kadernota bieden we een transparant en actueel beeld van de richtlijnen. Hierdoor wordt subsidieverstrekking makkelijker en efficiënter.

  • Subsidies sluiten aan op de thema’s van het bestuursakkoord.

  • Subsidies sluiten aan op het gemeentelijk beleid.

  • Subsidies mogen niet in strijd zijn met de wet en het Europees recht.

  • Gesubsidieerde activiteiten moeten, waar mogelijk, gericht zijn op inclusie.

1.3 Leeswijzer

De kadernota subsidies is opgebouwd uit vier hoofdstukken. Na dit inleidende hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 beschreven wie uitvoering geeft aan deze kadernota subsidies. In hoofdstuk 3 wordt het wettelijk kader voor subsidies toegelicht.

Vervolgens lichten we in hoofdstuk 4 het subsidiekader toe.

Hoofdstuk 2: Rollen en verantwoordelijkheden

2.1 Gemeenteraad

De gemeenteraad stelt de algemene kaders vast en stelt gelden beschikbaar voor de uitvoering van de kadernota subsidies. In algemene zin controleert de raad het college op de uitvoering van het gemeentebeleid, en dus ook de kadernota subsidies.

2.2 Het college

Het college geeft uitvoering aan de kadernota subsidies enerzijds door het vaststellen van de notitie subsidiegrondslagen en anderzijds als bestuursorgaan dat subsidies formeel verstrekt. De praktische uitvoering is voor een groot deel gemandateerd aan de ambtelijke organisatie en dus ook voor het zorgvuldig beleggen van het proces binnen de ambtelijke organisatie. Ook wordt op die manier het besluitvormingsproces rondom individuele subsidies versneld. Het college blijft echter eindverantwoordelijk voor een goede uitvoering van het subsidieproces en daarmee voor toepassing van de ASV (of specifieke verordening) en toepassing van het merendeel van de in deze nota opgenomen kaders.

Hoofdstuk 3: Wettelijk kader voor subsidies

3.1 Wat is een subsidie?

Een subsidie is volgens artikel 4:21, lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht de aanspraak op financiële middelen. De financiële bijdrage wordt door een bestuursorgaan verstrekt voor bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor geleverde goederen of diensten. Deze definitie geeft vijf karakteristieken van een subsidie:

  • 1.

    Een subsidie is een aanspraak: dat betekent dat een subsidie een recht geeft. De ontvanger van dat recht is niet verplicht om er daadwerkelijk gebruik van te maken. Dat wil ook zeggen dat de subsidieontvanger niet verplicht is om de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt ook daadwerkelijk uit te voeren. Wanneer de gesubsidieerde activiteiten niet of volledig hebben plaatsgevonden volgens de subsidieverlening, wordt de subsidie lager vastgesteld;

  • 2.

    Op financiële middelen: een subsidie is altijd financieel van aard;

  • 3.

    Door een bestuursorgaan verstrekt: in ons geval burgemeester en wethouders van de gemeente Terneuzen;

  • 4.

    Subsidies dienen ter financiële ondersteuning van activiteiten van de aanvrager;

  • 5.

    Anders dan bij betaling aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten: een subsidie is geen opdracht/inkoop ten behoeve van de gemeente zelf.

3.2 Algemene regels op basis van de Algemene wet bestuursrecht

De Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaalt grotendeels het wettelijk kader van het subsidiebeleid. Voor subsidieverstrekking is altijd een wettelijke grondslag nodig. De verordening van de gemeente is het wettelijk voorschrift voor subsidieverstrekking. In de algemene subsidieverordening staan de algemene regels. In de specifieke regels gaat het om specifieke onderwerpen. De subsidieverordening wordt vastgesteld door de gemeenteraad. Een subsidieregeling wordt vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders. Er zijn vier uitzonderingen (op basis van het derde lid artikel 4:23 Awb, derde lid):

  • a.

    de spoedeisende subsidieverstrekking;

  • b.

    de Europese subsidies;

  • c.

    de subsidieverstrekking op grond van een begrotingspost;

  • d.

    de subsidieverstrekking in een incidenteel geval.

Toelichting a. de spoedeisende subsidieverstrekking

Wanneer er een wettelijk voorschrift in voorbereiding is, mag het bestuursorgaan, vooruitlopend op de totstandkoming van dit voorschrift, alvast beginnen met het verlenen van de subsidie. Van deze bevoegdheid, kan gedurende maximaal een jaar gebruik worden gemaakt.

Toelichting b. de Europese subsidies

Voor Europese subsidies geldt dat dat de basis de Europese regelgeving is. Het is dan niet nodig eigen Nederlandse subsidieregels vast te stellen.

Toelichting c. de subsidieverstrekking op grond van een begrotingspost

In bepaalde gevallen kunnen subsidies worden verleend op basis van een budgetpost in de begroting. Dit kan gebeuren als de ontvanger van de subsidie en het maximale bedrag waarvoor de subsidie is toegestaan, zijn opgenomen. Deze informatie kan ook in de toelichting van de begroting worden genoemd. Subsidies die op deze manier worden verleend, zijn vaak langdurig en gaan meestal naar één of slechts enkele ontvangers. Dit soort subsidies staat bekend als 'begrotingssubsidies'.

Toelichting d. de subsidieverstrekking in een incidenteel geval.

In incidentele gevallen kan er een uitzondering worden gemaakt op de regel dat subsidies alleen worden verstrekt op basis van een wet. Dit gebeurt wanneer er geen specifieke regels, verordening of beleid is dat voorziet in het subsidiëren van bepaalde activiteiten. Deze uitzondering in de Awb is bedoeld voor situaties waarin het aantal subsidieontvangers en de periode waarin de subsidie geldig is, beperkt zijn. Dit type subsidie staat bekend als 'incidentele subsidies'.

Hardheidsclausule

Aanvragers kunnen een beroep doen op de hardheidsclausule. Er moet dan wel sprake zijn van gevolgen die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in relatie tot het belang dat met de subsidie wordt gediend. Aanvragers moeten wel motiveren waarom ze een beroep doen op deze clausule.

3.3 Algemene subsidieverordening Terneuzen 2025

In de Algemene subsidieverordening Terneuzen 2025 (ASV) staan de algemene regels voor het verlenen van subsidie. Deze ASV geeft regels voor onder meer de indieningstermijn, de benodigde gegevens die moeten worden ingediend bij de subsidieaanvraag, de weigeringsgronden en regels over de verantwoording van de subsidie. Tegelijk met deze kadernota subsidies wordt een nieuwe ASV vastgesteld. In de nieuwe ASV zijn de (subsidie)kaders zoals geformuleerd in hoofdstuk 3 en 4 van deze kadernota verwerkt.

Voor de verstrekking van subsidies wordt de ASV uitgewerkt in de notitie subsidiegrondslagen. In de notitie subsidiegrondslagen is vastgelegd wie de subsidie kan aanvragen en voor welke activiteiten. De notitie subsidiegrondslagen is terug te vinden op de website van de gemeente en deze wordt vastgesteld door het college. De ASV vormt een wettelijk voorschrift op basis waarvan subsidies kunnen worden verstrekt. Bij de kadernota subsidies is er sprake van een beleidsregel.

3.4 Specifieke subsidieverordeningen

Naast de ASV kunnen ook specifieke subsidieverordeningen door de raad worden vastgesteld. In dat geval gelden de regels van die specifieke verordening en niet die van de ASV

3.5 Europees recht en staatssteun

Naast de bovenstaande nationale regelgeving, zijn ook enkele onderdelen van het Europees recht relevant voor subsidieverstrekking. Specifiek gaat het om de regels over staatssteun.

Staatssteun is het direct dan wel indirect verstrekken van financiële steun aan ondernemingen door overheden. Staatssteun is in principe verboden omdat hiermee de mededinging op de Europese markt kan worden verstoord. De EU wil gelijke concurrentievoorwaarden scheppen voor alle ondernemingen op de interne markt en heeft daarom staatssteunregels opgesteld om eventuele steun door overheden in goede banen te leiden. Deze staatssteunregels zijn neergelegd in de artikelen 107, 108 en 109 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna: VWEU). Er is sprake van staatssteun in de zin van het Europees recht wanneer wordt voldaan aan alle vijf cumulatieve staatssteuncriteria, zoals genoemd in artikel 107, lid 1 van het VWEU:

  • 1.

    de steun wordt verleend aan een onderneming die een economische activiteit verricht;

  • 2.

    de steun wordt door staatsmiddelen bekostigd;

  • 3.

    deze staatsmiddelen verschaffen een economisch voordeel dat niet via normale commerciële weg zou zijn verkregen (non-marktconformiteit);

  • 4.

    de maatregel is selectief: het geldt voor één of enkele ondernemingen, een specifieke sector/regio;

  • 5.

    de maatregel vervalst de mededinging (in potentie) en (dreigt te) leiden tot een ongunstige beïnvloeding van het handelsverkeer in de EU.

Staatssteun mag wel als we voldoen aan bepaalde voorwaarden. Een van die mogelijkheden is het beroep op een vrijstelling. In de nieuwe subsidieverordening houden we rekening met de regelgeving over staatssteun.

3.6 Soorten subsidies

We beperken ons tot twee soorten subsidies, namelijk incidentele en structurele subsidies.

Structurele subsidies

De raad stelt op jaarbasis in de programmabegroting het budget voor structurele subsidies beschikbaar. Structurele subsidies zijn subsidies die verleend worden voor jaarlijks terugkerende activiteiten. Een structurele subsidie kan voor één of meerdere jaren worden verstrekt, met een maximum van vier jaar. Na vier jaar wordt er opnieuw besloten of subsidie op dezelfde wijze wordt verstrekt.

Incidentele subsidies

Incidentele subsidies zijn subsidies die verleend worden voor bijzondere of vernieuwende activiteiten die niet uit de reguliere middelen kunnen worden bekostigd en/of die tussentijds worden ingediend. Deze subsidies worden verstrekt voor de duur van maximaal één jaar.

3.7 Evaluatie subsidiebeleid

Volgens artikel 5 van de ASV dient het subsidiebeleid elke vier jaar te worden geëvalueerd. Los van de formele verplichting vinden wij het belangrijk om periodiek te evalueren.

Hoofdstuk 4: Subsidiekader

4.1 Subsidieproces en afwegingskader

Het subsidieproces kent een aantal fasen:

  • 1.

    Subsidieaanvraag

  • 2.

    Subsidiebeoordeling

  • 3.

    Subsidiebeschikking/-verlening

  • 4.

    Beleidsuitvoering

  • 5.

    Verantwoording

  • 6.

    Subsidievaststelling

Subsidieaanvragen die worden ingediend, beoordelen we op de volgende punten: is de aanvraag tijdig ingediend, is de aanvraag ingediend conform de ASV en is het subsidieplafond al bereikt van het betreffende programma. Daarnaast controleren we de bij de aanvraag behorende stukken en of de aanvraag bijdraagt aan de gemeentelijke doelstellingen.

4.2 Indieningstermijn subsidieaanvraag

Aanvragen moeten jaarlijks vóór 1 juni, voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft, worden ingediend. Een subsidieaanvraag kan alleen na 1 juni in behandeling worden genomen, mits hier voor genoemde datum uitstel voor is aangevraagd met een gegronde reden. Bij subsidieregelingen kunnen we andere indieningstermijnen hanteren.

Bij een incidentele subsidieaanvraag moet de aanvraag minimaal drie maanden voor aanvang van de activiteit worden ingediend.

4.3 Indieningstermijn verantwoording subsidie

Verantwoordingen moeten jaarlijks vóór 1 juni van het volgende jaar worden ingediend.

4.4 Welke activiteiten komen in aanmerking voor subsidie?

We verlenen subsidie voor activiteiten waarvoor de subsidieaanvrager zelf onvoldoende middelen heeft en waarvoor geen andere financiering mogelijk is. Tot de noodzakelijke kosten van de te organiseren activiteiten, kunnen directe maar ook indirecte kosten, zoals loonkosten, worden gerekend. Verder moeten de subsidies die we verstrekken een aanvulling zijn en/of bijdragen aan de gemeentelijke doelstellingen. De instandhouding- en/of de oprichtingskosten van een organisatie subsidiëren we niet. We kunnen ook subsidie verlenen wanneer er geen directe financiële noodzaak is. Het subsidie zien we dan als een stimulans/aanmoediging.

4.5 Vergoedingsplicht bij vermogensvorming

Indien blijkt dat er sprake is van vermogensvorming bij de subsidieontvanger, kunnen we besluiten dat de subsidieontvanger een vergoeding moet betalen aan de gemeente indien:

  • a.

    de ontvanger de goederen die gebruikt voor of bestemd had voor de gesubsidieerde activiteiten vervreemdt, bezwaart of de bestemming ervan wijzigt.

  • b.

    indien de subsidieontvanger de van de gemeente gekregen goederen heeft beschadigd of verloren.

  • c.

    de subsidieontvanger geheel of gedeeltelijk is gestopt met zijn of haar activiteiten.

  • d.

    de gemeente geen subsidie meer beschikbaar stelt.

  • e.

    de instantie is opgehouden te bestaan.

Bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding gaan we uit van:

  • de waarde van de goederen op het moment van de gebeurtenis.

  • de waarde van andere vermogensbestanddelen op het moment van de gebeurtenis.

  • de hoogte van de schadevergoeding, die de ontvanger heeft gekregen.

In geval van onroerende goederen, bepalen we de waarde door een onafhankelijk deskundige.

Zie ook artikel 4.41, lid 2 Awb.

4.6 Lager vaststellen subsidies

Aan de hand van de verantwoording stellen we het subsidie vast. Subsidies kunnen we terugvorderen en/of lager vaststellen als ze niet zijn ingezet waarvoor ze bedoeld zijn. Hiervan kan sprake zijn als:

  • de gesubsidieerde activiteiten niet of geheel hebben plaatsgevonden;

  • de subsidieontvanger niet heeft voldaan aan de verplichtingen verbonden aan het subsidie;

  • de subsidieontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid;

  • subsidieverlening anderszins onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten.

4.7 Subsidieplafond

Een subsidieplafond is het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak maximaal beschikbaar is voor de verstrekking krachtens een bepaald wettelijk voorschrift. (op basis van artikel 4:22 Awb).

Het doel van een subsidieplafond is bedoeld om openeinderegelingen te voorkomen. Dat wordt bereikt doordat artikel 4:25, tweede lid, van de Awb voorschrijft dat een aanvraag om subsidie moet worden afgewezen als het subsidieplafond is bereikt.

De gemeente stelt per beleidsprogramma een subsidieplafond in. Wanneer het beschikbare subsidieplafond met een subsidieaanvraag wordt overschreden, dan keren we het nog resterende bedrag uit. Wanneer het subsidieplafond bereikt is, wijzen we subsidieaanvragen af.

4.8 Wat moet er bij een eerste subsidieaanvraag aangeleverd worden?

Een organisatie met rechtspersoonlijkheid (bijvoorbeeld stichtingen en verenigingen) die voor de eerste keer een subsidie aanvraagt moet de volgende stukken aanleveren:

  • een beschrijving van de activiteiten (activiteitenplan) waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

  • een begroting en een dekkingsplan voor de kosten van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd;

  • een afschrift van de statuten;

  • een overzicht van de samenstelling van het bestuur;

  • een jaarverslag, jaarrekening of balans van het voorgaande jaar.

Indien blijkt dat de verstrekte gegevens onvoldoende zijn om de subsidieaanvraag te beoordelen, geven we de aanvrager een termijn van tenminste twee weken om de ontbrekende gegevens aan te leveren.

4.9 Bibob-beleid (Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur)

De Wet Bibob is een (preventief) bestuursrechtelijk instrument. Daarmee wordt voorkomen dat de overheid criminele activiteiten faciliteert en wordt bovendien de concurrentiepositie van bonafide ondernemers/organisaties beschermd.

Het college past in beginsel de wet toe bij een aanvraag om een subsidie dan wel een reeds verleende subsidie zoals bedoeld in de Algemene subsidieverordening als de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd valt onder één of meer van de in de bijlage 1 genoemde risicocategorieën van het Bibob-beleid Terneuzen. Het college kan dan een Bibob-onderzoek verrichten.

4.10 Aanvraag en verantwoording subsidies

AANVRAAG

De subsidieaanvraag bestaat in de regel uit een activiteitenplan, een begroting

inclusief een dekkingsplan waarvoor de subsidie wordt aangevraagd. In het dekkingsplan staat hoe de kosten van de gesubsidieerde activiteiten gedekt zullen worden met inkomsten. Dit kunnen bijvoorbeeld sponsorinkomsten, aangevraagde subsidies of andere vergoedingen zijn.

  • 1.

    Subsidies tot € 5.000 per jaar

Structurele subsidies tot maximaal € 5.000 per jaar stellen we voor een periode van maximaal vier jaar vast (maximaal € 20.000 per vier jaar). We betalen deze jaarlijks in vier gelijke voorschotten van elk 25% uit. Bij de aanvraag vragen we een beschrijving van de activiteiten (activiteitenplan) waarvoor subsidie wordt aangevraagd. Verder vragen we een meerjarenbegroting waaruit blijkt hoe de kosten worden gedekt.

  • 2.

    Subsidies vanaf € 5.000 per jaar

Voor subsidies vanaf € 5.000 vragen wij aan de subsidieontvanger jaarlijks een activiteitenplan voor te leggen waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

In dit activiteitenplan staat welke activiteiten zullen plaatsvinden voor dat betreffende jaar.

Daarnaast moet een begroting van dat jaar ingediend worden waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft. De begroting bestaat uit een inkomsten- en uitgavenkant vermeld met de wijze waarop de kosten van de activiteiten worden gedekt. (Bijvoorbeeld door financiering, sponsoring en subsidie gemeente)

Deze gegevens kunnen jaarlijks zijn of voor een periode van vier jaar, afhankelijke van incidentele of structurele subsidie.

Als de aanvrager een onderneming is, vragen wij ook een opgave van subsidies, vergoedingen of tegemoetkomingen die in welke vorm dan ook met staatsmiddelen bekostigd zijn. Daarnaast vragen we een verklaring als bedoeld in de verordening tot de-minimissteun. Alsook vragen we de balans met het vrij besteedbaar eigen vermogen op 31 december van het voorgaande jaar. Indien er reservering of voorzieningen zijn opgenomen in de balans, dan dienen deze onderbouwd te zijn.

Bij een subsidieregeling kunnen we afwijken van bovenstaande grensbedragen.

Als de subsidie voor meer dan één jaar wordt aangevraagd, overlegt de aanvrager de benodigde gegevens over het volledige aangevraagde tijdvak.

VERANTWOORDING

De verantwoording bestaat in de regel uit een activiteitenverslag en financieel verslag van de activiteiten van vorig jaar.

  • 1.

    Subsidies tot € 10.000 per jaar

Subsidies tot € 10.000 per jaar stellen we bij de beschikbaarstelling definitief vast. Steekproefsgewijs controleren we na de definitieve vaststelling of activiteiten van de subsidieaanvrager nog plaatsvinden en/of de organisatie nog bestaat. Indien de subsidie in de steekproef valt, dient een inhoudelijk en financieel verslag van de activiteiten van het afgelopen jaar waaruit blijkt welke activiteiten zijn verricht met het subsidiegeld en aan de verplichtingen is voldaan te worden aangeleverd.

  • 2.

    Subsidies vanaf € 10.000 tot € 50.000 per jaar

Voor subsidies vanaf € 10.000 tot € 50.000 per jaar vragen wij aan de subsidieontvanger het jaarlijks overleggen van een activiteiten en financieel verslag van de activiteiten van het afgelopen jaar waaruit blijkt welke activiteiten zijn verricht met het subsidiegeld.

  • 3.

    Subsidies vanaf € 50.000 tot € 100.000 per jaar

Voor subsidies vanaf € 50.000 tot € 100.000 per jaar vragen wij aan de subsidieontvanger het jaarlijks overleggen van een activiteiten en financieel verslag van de activiteiten van het afgelopen jaar waaruit blijkt welke activiteiten zijn verricht met het subsidiegeld. Het financieel verslag moet voorzien zijn van een samenstellingsverklaring. In het activiteitenverslag dient de subsidieontvanger aan te geven welke beleidsdoelen van de gemeente met het subsidie zijn gerealiseerd. Hierin staan de doelen die men heeft gesteld en hoe men die heeft behaald.

  • 4.

    vanaf € 100.000 per jaar

Voor subsidies vanaf € 100.000 per jaar vragen wij aan de subsidieontvanger het jaarlijks overleggen van een activiteiten en financieel verslag van de activiteiten van het afgelopen boekjaar waaruit blijkt welke activiteiten zijn verricht met het subsidiegeld. Het financieel verslag moet voorzien zijn van een controleverklaring. In het activiteitenverslag dient de subsidieontvanger aan te geven welke beleidsdoelen van de gemeente met het subsidie zijn gerealiseerd. Hierin staan de doelen die worden gesteld en hoe men die wil behalen.

Samenvatting tabel verantwoording

Verantwoording

Subsidiestot€ 10.000, bijsteekproef

Subsidiesvan

10.000 tot

50.000

Subsidiesvan50.000 tot € 100.000

Subsidiesvanaf€ 100.000

Activiteitenverslag

Activiteitenverslag

Activiteitenverslag inclusief beleidsdoelen

Activiteitenverslag

inclusief beleidsdoelen

Financieel verslag

Financieel verslag

Financieel verslag inclusief

samenstellingsverklaring

Financieel verslag inclusief

controleverklaring

Integriteit

Integriteit is een belangrijk begrip, ook bij subsidieverstrekking. Hierbij maken wij een onderscheid in de integriteitaspecten voor bestuurders, ambtenaren en subsidieaanvragers.

Bestuurders

  • Het college is verantwoordelijk voor het verstrekken van subsidie en voor het inhoudelijk subsidiebeleid. Het college kan de bevoegdheid om subsidie te verlenen via mandaat neerleggen in de ambtelijke organisatie.

  • De bestuurders handelen zakelijk, objectief en vermijden elke schijn van belangenverstrengeling.

Ambtenaren

  • Rollen en verantwoordelijkheden zijn helder en zijn er duidelijke regels en kaders.

  • Integriteit is een onderdeel van het dagelijks werk. Dit vraagt een klimaat waarin steeds met elkaar kan worden besproken hoe je je werk doet, wat wel en niet kan en hoe we het beter kunnen doen.

  • Voor zover de bevoegdheid subsidie te verstrekken is gemandateerd, worden subsidiebesluiten niet door één persoon genomen.

  • Ambtenaren mogen geen subsidieaanvraag in behandeling nemen van een vereniging/organisatie, op het moment dat zij deel uitmaken van het bestuur van die vereniging/organisatie.

Subsidieaanvragers

  • Gegevens bij de aanvraag van een subsidie of het indienen van een verantwoording worden naar waarheid ingevuld.

4.12 Weigeringsgronden

Behalve de weigeringsgronden op basis van de Awb, staan in de Algemene Subsidieverordening 2025 van de gemeente Terneuzen, de volgende weigeringsgronden:

We kunnen subsidieverlening weigeren als we reden hebben om aan te nemen dat:

  • a.

    de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd niet of onvoldoende gericht is op onze gemeente en haar inwoners dan wel niet of onvoldoende aan de gemeente en haar inwoners ten goede komt.

  • b.

    de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd niet of onvoldoende bijdraagt aan het realiseren van de beleidsdoelstellingen van de gemeente.

  • c.

    de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd geen of onvoldoende meerwaarde heeft voor het bestaande (activiteiten)aanbod in de gemeente.

  • d.

    de aanvrager doelstellingen heeft die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde.

  • e.

    de activiteiten van de aanvrager in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde.

  • f.

    de aanvrager niet heeft aangetoond dat de aangevraagde subsidie nodig is voor het organiseren van de activiteiten. Dat is bijvoorbeeld het geval als de aanvrager ook zonder subsidie voldoende financiële middelen heeft of kan hebben.

  • g.

    de subsidieverstrekking in strijd zou zijn met een wettelijk voorschrift of niet past binnen het beleid van de gemeente.

  • h.

    de subsidieverstrekking niet is toegestaan totdat de Europese Commissie met toepassing van artikel 108, derde lid, van het Verdrag heeft vastgesteld dat de subsidie verenigbaar is met de interne markt.

Onverminderd bovenstaande weigeringsgronden, subsidiëren we volgende activiteiten niet indien:

  • i.

    de activiteit van de aanvrager niet algemeen toegankelijk is voor publiek. Een voorbeeld hiervan is een reünie. De deelnemers vormen namelijk een besloten gezelschap.

  • j.

    de activiteit het inzamelen van geld tot doel heeft.

  • k.

    de activiteit te maken heeft met het uitoefenen van een hobby. Een hobby (liefhebberij) is in het algemeen een ontspannende activiteit die men met enige regelmaat in de vrije tijd uitoefent.

Voorbeelden zijn bijvoorbeeld: yoga, wandelen, tuinieren, lezen en fotografie.

  • l.

    de activiteit een levensbeschouwelijk-religieus en/of politiek karakter heeft. Het gaat hier om (kerkelijke) activiteiten gebaseerd op een bepaalde geloofsovertuiging.

  • m.

    de activiteit betrekking heeft op de uitgave/productie van boeken en/of films. Bij wijze van hoge uitzondering, wanneer deze direct van belang zijn voor de gemeente Terneuzen, kunnen we het toekennen van subsidie overwegen.

In de gevallen die zijn bepaald, kunnen we in een specifieke subsidieregeling aparte weigeringsgronden stellen.

Tot slot komen kosten van consumpties niet voor subsidieverstrekking in aanmerking.

4.13 Digitale aanvraag en verantwoording

Alle subsidieaanvragen en verantwoordingen dient men in via de website van de gemeente. Om te zorgen dat aanvragers veilig en betrouwbaar kunnen inloggen en om te zorgen dat wij voldoende zekerheid hebben over de identiteit van de aanvrager, stellen we het gebruik van een elektronisch identificatiemiddel verplicht. We passen hiermee de regels van de Wet Digitale Overheid toe. Voor aanvragen en verantwoordingen die meer dan € 5.000 per jaar bedragen, stellen we een zwaarder identificatiemiddel (e-herkenning) verplicht, dan aanvragen en verantwoordingen die onder dit bedrag blijven. Voor natuurlijke personen geldt DigiD.

4.14 Inclusie en diversiteit

Het nieuwe subsidiebeleid in 2025 van de gemeente Terneuzen is gericht op het bevorderen van een inclusieve samenleving. Dit is een open samenleving waar iedereen ertoe doet en van waarde is ongeacht verschillen. Subsidieaanvragers worden verzocht om bij het opzetten van hun activiteiten rekening te houden met inclusie. Hoewel dit geen verplichting is, streven we ernaar inclusie en diversiteit te stimuleren en moedigen we iedereen aan om hieraan bij te dragen. De gemeente Terneuzen wil dat iedereen kan deelnemen en bijdragen aan de samenleving. Iedereen moet mee kunnen doen in Terneuzen.

Ondertekening

Bijlage 1 Algemene uitgangspunten opgesteld door Deloitte

  • De gemeente legt het gemeentelijk subsidiebeleid duidelijk vast. Een helder afwegingskader is nodig om gemotiveerd toe of af te wijzen en transparant te zijn.

  • De gemeente stelt objectieve criteria vast om te bepalen welke subsidieaanvragen worden gehonoreerd en hoe hoog de toekenning van de subsidie mag zijn.

  • Het nieuwe subsidiebeleid mag ertoe leiden dat instellingen geen of minder subsidie gaan ontvangen.

  • De bevoegdheid van de Raad beperkt zich tot het stellen van de kaders. Het college gaat over de verdeling van beschikbare budgetten over individuele subsidieontvangers.

  • Budget wordt beschikbaar gesteld voor nieuwe initiatieven. In het afwegingskader wordt uitgewerkt onder welke voorwaarden subsidieaanvragers in aanmerking komen voor subsidie voor nieuwe initiatieven.

  • De gemeente gaat werken met subsidieplafonds. Per beleidsdoel wordt een plafondbedrag vastgesteld en wordt de wijze waarop dit verdeeld wordt bekendgemaakt.

  • Alle subsidies worden geïndexeerd en voor elke subsidie wordt hetzelfde indexpercentage gehanteerd, tenzij dit op grond van specifieke overeenkomsten of wet- en regelgeving niet mogelijk is. Daarnaast worden vaste subsidiegrondslagen die al jaren hetzelfde zijn, waar nodig aangepast.

  • Voor structurele subsidies boven een x-bedrag en onder een bedrag van y kan de gemeente meerjarige subsidieovereenkomsten aangaan.

  • De verantwoordingsplicht staat in verhouding met het subsidiebedrag en de duur van het subsidie. De gemeente gaat in de subsidievoorwaarden een duidelijke gelaagdheid aanbrengen waarbij wat gevraagd wordt aan instellingen aan onderliggende informatie bij aanvragen en vaststellingen afhankelijk is van de hoogte van de subsidie.

  • De grens waarbij het overleggen van een controleverklaring en/of beoordelingsverklaring wordt verlaagd. De verklaring kan enkel afgegeven worden door een Registeraccountant.

  • In het subsidiebeleid wordt opgenomen dat het mogelijk is dat de gemeente naar rato de subsidie lager vaststelt als er minder kosten en/of prestaties zijn gerealiseerd dan op voorhand bij de aanvraag is bepaald. Per individueel geval bepaalt het college of subsidie teruggevorderd wordt.

  • De gemeente maakt met gesubsidieerde instellingen boven een bepaalde omvang prestatieafspraken.

  • De interne beheersing omtrent het behandelen van subsidieaanvragen en vaststellingen wordt aangescherpt.

  • Inclusie moet meer aandacht krijgen in het gemeentelijk subsidiebeleid.

  • Besluiten inzake het afwijzen van subsidies worden onder voorwaarden door- gemandateerd naar het afdelingshoofd, teamleider of subsidiemedewerkers.