Verordening op de heffing en invordering van leges Ooststellingwerf 2025

Geldend van 31-12-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van leges Ooststellingwerf 2025

De raad van de gemeente Ooststellingwerf;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 november 2024

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, 2e lid en 7 van de Paspoortwet;

b e s l u i t:

Vast te stellen de “Verordening op de heffing en invordering van leges Ooststellingwerf 2025”.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • d.

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

  • f.

    APV: de Algemene Plaatselijke Verordening

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document; een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 30 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

    • d.

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 30 dagen na dagtekening van kennisgeving.

  • 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid moeten de leges, indien zij worden geheven voor de afgifte van een stuk of het verstrekken van inlichtingen, worden betaald bij de afgifte van dat stuk of het verstrekken van inlichtingen.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

    • 2.

      paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

    • 3.

      artikel 1.15 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • 4.

      artikel 1.25, onder 1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 5.

      artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1. De “Verordening op de heffing en invordering van leges 2024” wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening op de heffing en invordering van leges Ooststellingwerf 2025”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 17 december 2024.

De griffier,

De voorzitter,

Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening Ooststellingwerf 2025

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking, registratie partnerschap of omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk

2025

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap dan wel het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, indien daarbij gebruik wordt gemaakt van de trouwzaal van het gemeentehuis op:

a.

werkdagen

€ 460,50

b.

zaterdag

€ 570,50

c.

donderdagochtend 9:00 en 9:15 uur

€ 0,00

Artikel 1.2 Huwelijksvoltrekking, registratie partnerschap of omzetten geregistreerd partnerschap in bijzonder huis

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap, dan wel het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek op:

a.

Werkdagen

€ 340,00

b.

zaterdag:

€ 460,50

Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking, registratie partnerschap of omzetten geregistreerd partnerschap in een andere ruime

Het voltrekken van een huwelijk of registratie van een partnerschap , dan wel het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, in een andere ruimte dan onder 1.1 of 1.2 zonder dienstverlening van een bode) op:

a. werkdagen

€ 420,00

b. zaterdag

€ 460,50

Artikel 1.4 Het wijzigen of annuleren huwelijksdatum, datum registratie partnerschap of omzetting geregistreerd partnerschap in huwelijk.

  • a.

    Het tarief bedraagt voor het wijzigen of annuleren van huwelijksdatum, datum registratie partnerschap of omzetting geregistreerd partnerschap in huwelijk

€ 55,00

  • b.

    In gevallen waarbij sprake is van het wijzigen of annuleren huwelijksdatum, datum registratie partnerschap of omzetting geregistreerd partnerschap in huwelijk als gevolg van overmacht bijvoorbeeld door bijvoorbeeld door een overlijden, een ernstige ziekte of een pandemie worden geen leges in rekening gebracht.

Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het aanwijzen van een door het bruidspaar aangewezen bijzonder ambtenaar van de burgerlijke stand voor het voltrekken van een huwelijk of registratie partnerschap dan wel omzetten geregistreerd partnerschap in een huwelijk:

€ 165,00

Artikel 1.6 Beschikbaar stellen getuige door gemeente

Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige:

€ 37,00

Artikel 1.7 Gereserveerd

Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje

Het tarief bedraagt voor:

  • a.

    het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapsboekje:

€ 48,50

  • b.

    Gereserveerd

  • c.

    Gereserveerd

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

(gemeente hanteert het maximum Rijkstarief met afronding naar beneden op € 0,05)

Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

a.

een nationaal paspoort:

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de gemeente volgt dat.

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de gemeente volgt dat.

b.

een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort):

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de gemeente volgt dat.

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de gemeente volgt dat.

c.

een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende

de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de gemeente volgt dat.

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de gemeente volgt dat.

d.

een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen:

Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de gemeente volgt dat.

Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

a.

een Nederlandse identiteitskaart:

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de gemeente volgt dat.

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de gemeente volgt dat.

b.

een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon:

Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de gemeente volgt dat.

Artikel 1.11 Toeslagen

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

a.

voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen:

Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de gemeente volgt dat.

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

(gemeente hanteert het maximum Rijkstarief met afronding naar beneden op € 0,05)

Artikel 1.12 Rijbewijzen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs:

Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de gemeente volgt dat.

Artikel 1.13 Toeslagen

1.

Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt:

a.

bij een spoedlevering vermeerderd met:

b.

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een formulier “Eigen verklaring CBR”

€ 2,00

c.

Het tarief onder 1.13.b wordt verhoogd met het door het Centraal Bureau Rijvaardigheid (CBR) vastgestelde tarief dat de gemeente voor een “Eigen verklaring CBR” is verschuldigd aan het CBR

2

De verhogingen genoemd in het eerste lid zijn in voorkomend geval cumulatief verschuldigd.

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Artikel 1.14 Definities

1.

Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

2.

Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:

€ 8,00

b.

tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare

documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200):

€ 15,50

Artikel 1.16 Gereserveerd

Gereserveerd:

Artikel 1.17 Schriftelijke verstrekking

In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen:

€ 8,00.

Artikel 1.18 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 27,50

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag

voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

3.

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van gegevens na lezing van de BRP langs elektronische weg

€ 70,00

4.

Het tarief bedraagt ter zake van het op verzoek doornemen van één of meer kaartverzamelingen of registers voor ieder daaraan besteed kwartier:

€ 27,50

5.

Bij het tarief voor het afleggen van een optieverklaring en het tarief voor het indienen van een verzoek om naturalisatie geldt het tarief zoals dat is vastgelegd in het Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

Artikel 1.19 Afschriften van bestuursstukken

Openbare bestuursstukken zijn digitaal beschikbaar. Voor deze digitale stukken worden geen leges in rekening gebracht.

Artikel 1.20 Abonnement op bestuursstukken

Openbare bestuursstukken zijn digitaal beschikbaar. Voor deze digitale stukken worden geen leges in rekening gebracht.

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

Artikel 1.21 Plan- of kaartinformatie

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kopie, fysiek of digitaal, van een ruimtelijk plan of deel daarvan, zoals omgevingsvisie, omgevingsplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in artikel 1.22, onderdeel b

a.

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde:

€ 0,22

b.

in formaat A3, per bladzijde:

€ 0,22

c.

in formaat A2 of groter, per bladzijde:

€ 1,90

e.

Bij toezending per post van de in dit hoofdstuk omschreven aanvragen worden de leges verhoogd met de portokosten.

Artikel 1.22 Informatie uit registers

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of een uittreksel:

a.

uit de Basisregistratie Kadaster:

€ 11,00

b.

het tarief onder 1.22 lid a wordt verhoogd met het door de minister vastgestelde tarief dat de gemeente voor een kadastraal uittreksel verschuldigd is aan het kadaster.

c.

het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een overzicht van Gemeentelijke Publiekrechtelijke Beperkingen, een Verklaring van Afwezigheid Publiekrechtelijke Beperkingen en een Vervallen Verklaring Publiekrechtelijke Beperkingen

€ 11,00

d.

van brondocumenten van Gemeentelijke Publiekrechtelijke Beperkingen per pagina

€ 0,22

Artikel 1.23 Gereserveerd

Gereserveerd.

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

Artikel 1.24 Gemeentegarantie

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

tot het instemmen met het wijzigen of omzetten van een door de gemeente gegarandeerde hypothecaire geldlening:

€ 55,00

Artikel 1.25 Overige publiekszaken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag:

Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de gemeente volgt dat

2.

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent een persoon (Uittreksel uit de BRP)

€ 11,00

3.

tot het legaliseren van een handtekening:

€ 11,00

4.

Het waarmerken van registers en andere bescheiden

  • a.

    voor elke daarop te stellen handtekening

€ 11,00

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

Artikel 1.26 Naspeuringen in gemeentearchief

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier of deel daarvan:

€ 27,50

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Artikel 1.27 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Artikel 1.28 Gereserveerd

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

Artikel 1.30 Leegstandwet

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet:

€ 210,--

b.

verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet:

€ 105,--

2.

Als aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.

Artikel 1.31 Wet op de kansspelen

(gemeente hanteert het Rijkstarief uit het Speelautomatenbesluit 2000)

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

a.

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat:

€ 56,50

b.

voor een periode van twaalf maanden voor twee kansspelautomaten:

€ 90,50

c.

voor een kansspelautomaat welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd:

€ 226,50

d.

voor twee kansspelautomaten welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd:

€ 362,50

2.

Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden naar gelang het aantal maanden of gedeelte van een maand.

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning):

€ 210,00

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een loterijvergunning door een vereniging of stichting waarbij blijkens de statuten of handelingen in het

maatschappelijk verkeer sprake is van een niet-commerciële activiteit en/of realisering van een ideële doelstelling zonder winstoogmerk, bedraagt:

€ 0,00

5.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2, eerste lid van de Speelautomatenhallenverordening Ooststellingwerf 2016 (speelautomatenhallenvergunning):

€ 1.320

Artikel 1.32 Telecommunicatiewet

2025

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoelt in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet met een tracélengte kleiner dan 50m1:

€ 275,00

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoelt in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet met een tracélengte groter dan 50m1

€ 275,00

per m1 boven de 50m1 vermeerderd met

€ 0,15

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van toestemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden aan kabels en leidingen anders dan beschreven in de Telecommunicatiewet met een tracélengte kleiner dan 50m1

€ 275,00

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van toestemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden aan kabels en leidingen anders dan beschreven in de Telecommunicatiewet met een tracélengte groter dan 50m1

€ 275,00

per m1 boven de 50m1 vermeerderd met

€ 0,15

Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (Stb. 459):

€ 110,00

b.

tot het verkrijgen van een ontheffing parkeerschijfzone centrum Oosterwolde

€ 55,00

Paragraaf 1.10 Diversen

Artikel 1.34 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

1.

het verstrekken van fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

€ 0,22

2.

het digitaal verstrekken van gegevens die schriftelijk beschikbaar zijn, per gescande

pagina:

a.

in formaat A3 of kleiner:

€ 0,225

b.

in formaat A0:

€ 1,90

Bij toezending per post van de in dit hoofdstuk omschreven aanvragen worden de leges verhoogd met de portokosten

Artikel 1.35 Diverse vergunningen of beschikkingen

Het tarief bedraagt voor elke andere vergunning/ontheffing of niet uitdrukkelijk in deze titel genoemd stuk, per stuk:

€ 210

HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

Artikel 2.1 Definities

2025

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

-

lichte buitenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit, zoals opgenomen in bijlage 2 behorende bij deze tarieventabel, waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan;

-

zware buitenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit, die niet is opgenomen in bijlage 2 behorende bij deze tarieventabel, waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan en die niet valt onder de artikelen 2.6, lid c (Bopa met bouwactiviteit), 2.7, 2.8, 2.9, of 2.10 van deze verordening;

4.

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:

  • onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;

  • onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;

  • onder c bedoelde prijs, de prijs exclusief omzetbelasting.

5.

In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling wordt onder bouwkosten verstaan de normbouwkosten voor de bouwactiviteit, zoals daarin is voorzien in de bij deze tarieventabel behorende Bijlage 1 bij de tarieventabel Legesverordening 2025 gemeente Ooststellingwerf (Richtlijn bouwkosten en legeskosten) en de bij de aanvraag opgegeven bouwkosten meer dan 10% naar beneden afwijken van deze normbouwkosten.

Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

een conceptverzoek te beoordelen of een principeverzoek te behandelen;

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

Artikel 2.3 Bepalen tarief

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer toeslagen bedoeld in paragraaf 2.12.

4

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

Paragraaf 2.2 Voorfase

Artikel 2.4 Conceptverzoek en principeverzoek

Als de aanvraag betrekking heeft op beoordelen van een conceptverzoek dan wel het behandelen van een principeverzoek over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

1.

voor het beoordelen en/of behandelen van

a.

een conceptverzoek:

€ 397

b.

een principeverzoek:

€ 397

2.

De kosten voor het vragen van een advies of instemming van de gemeenteraad worden bij de verzoeker in rekening gebracht. Deze kosten bedragen:

€ 819

3.

Wanneer er geen advies of instemming noodzakelijk is worden de in lid 2 genoemde kosten niet in rekening gebracht.

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de

in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 25.000:

1,95%

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 200

b.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 25.000 tot € 50.000:

1,85%

van de bouwkosten,

c.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 50.000 tot € 200.000:

1,75%

van de bouwkosten,

d.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 200.000 tot € 2.500.000:

1,60%

van de bouwkosten;

e.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 2.500.000:

1,40%

van de bouwkosten, met een maximum van:

€100.000

Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen

van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

1.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 25.000:

1,55%

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 200

2.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 25.000 tot € 50.000:

1,45%

van de bouwkosten,

3.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 50.000 tot € 200.000:

1,35%

van de bouwkosten,

4.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 200.000 tot € 2.500.000:

1%

van de bouwkosten,

5.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 2.500.000:

0,80%

van de bouwkosten, met een maximum van:

€ 50.000

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht worden de in het lid a genoemde tarieven verhoogd met:

50%

met een maximum van:

€ 6.000

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit de in het lid a genoemde tarieven verhoogd met:

50%

met een maximum van:

€ 6.000

Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 282

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 702

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 702

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 14 van de Erfgoedverordening gemeente Ooststellingwerf 2023 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument of het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 330

Gereserveerd

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument of het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 750

Gereserveerd

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument of het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 750

Gereserveerd

2.

Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met, de bedragen als bedoeld in artikel 2.49.

3.

Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening gemeente Ooststellingwerf 2023 is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

  • a.

    als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

  • b.

    als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

4.

In gevallen waarbij sprake is van een activiteit bij een monument die op grond van artikel 2.17 Bbl, 2.29 Bbl of 22.27 en 22.26 Bruidsschat (of Omgevingsplan indien de regels hierin zijn verwerkt) bij een niet monument vergunningsvrij zou zijn, worden voor de technische bouwactiviteit en omgevingsplan activiteit bouwen als bedoeld in artikel 5.1 lid 1 onder a of b, respectievelijk lid 2, sub a Omgevingswet, en genoemd in de artikelen 2.5 en 2.6 van deze tarieventabel, geen leges in rekening gebracht.

Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument of het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 330

b.

Gereserveerd

2.

In gevallen waarbij sprake is van een activiteit bij een monument die op grond van artikel 2.17 Bbl, 2.29 Bbl of 22.27 en 22.26 Bruidsschat (of Omgevingsplan indien de regels hierin zijn verwerkt) bij een niet monument vergunningsvrij zou zijn, worden voor de technische bouwactiviteit en omgevingsplan activiteit bouwen als bedoeld in artikel 5.1 lid 1 onder a of b, respectievelijk lid 2, sub a Omgevingswet, en genoemd in de artikelen 2.5 en 2.6 van deze tarieventabel, geen leges in rekening gebracht.

Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief,

onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 20 van de Erfgoedverordening gemeente Ooststellingwerf 2023 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

€ 330

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 750

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 750

2.

Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.

Artikel 2.11 Gereserveerd

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 1.962

Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

Bij oprichting of verandering of actualisatie (niet ambtshalve) per milieubelastende activiteit:

€ 1.962

b.

bij een verandering of actualisatie van een functioneel ondersteunende activiteit

€ 420

Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, per milieubelastende activiteit:

a.

bij oprichting:

1.

voor zover het de hele milieubelastende activiteit betreft:

€ 5.450

2.

voor zover het niet de hele milieubelastende activiteit betreft:

€ 1.962

b.

bij verandering of actualisatie (niet ambtshalve):

€ 1.962

c.

indien er sprake is van een IPPC installatie, bedraagt het tarief in afwijking van bovenstaande:

€ 7.357

Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, per milieubelastende activiteit:

a.

bij oprichting:

1.

voor zover het de hele milieubelastende activiteit betreft:

€ 5.450

2.

voor zover het niet de hele milieubelastende activiteit betreft:

€ 1.962

b.

bij verandering of actualisatie (niet ambtshalve):

€ 1.962

Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, per milieubelastende activiteit:

a.

bij oprichting:

1.

voor zover het de hele milieubelastende activiteit betreft:

€ 5.450

2.

voor zover het niet de hele milieubelastende activiteit betreft:

€ 1.962

b.

bij verandering of actualisatie (niet ambtshalve) van het houden van landbouwhuisdieren:

€ 1.962

c.

bij een verandering of actualisatie van een functioneel ondersteunende activiteit:

€ 420

d.

Gereserveerd.

Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, per milieubelastende activiteit:

a.

bij oprichting:

1.

voor zover het de hele milieubelastende activiteit betreft:

€ 5.450

2.

voor zover het niet de hele milieubelastende activiteit betreft:

€ 1.962

b.

bij verandering of actualisatie (niet ambtshalve):

€ 1.962

Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, per milieubelastende activiteit:

a.

bij oprichting:

1.

voor zover het de hele milieubelastende activiteit betreft:

€ 5.450

2.

voor zover het niet de hele milieubelastende activiteit betreft:

€ 1.962

b.

bij verandering of actualisatie (niet ambtshalve):

€ 1.962

Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, per milieubelastende activiteit:

a.

bij oprichting:

1.

voor zover het de hele milieubelastende activiteit betreft:

€ 5.450

2.

voor zover het niet de hele milieubelastende activiteit betreft:

€ 1.962

b.

bij verandering of actualisatie (niet ambtshalve):

€ 1.962

Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten

1.

Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

Artikel 2.21 Gereserveerd

Artikel 2.22 Gereserveerd

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

Artikel 2.23 Gereserveerd

Artikel 2.24 Gereserveerd

Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 420

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 840

Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 169

Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 0

Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 169

en als moet worden beoordeeld of de in het tijdelijke deel van het omgevingsplan bedoelde aanlegactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 22.278, tweede lid, van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, verhoogd met:

€ 420

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 589

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 589

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

Artikel 2.29 Gereserveerd

Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4:11van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 105

Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in artikel 4.16 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

als de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame:

€ 98

Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken en/of objecten plaatsen op de weg

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken:

€ 204

Artikel 2.33 Gereserveerd

Artikel 2.34 Andere activiteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

a.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 420

b.

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

1.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 420

2.

voor een lichte buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 840

3.

voor een zware buitenplanse omgevingsplanactiviteit

€ 3084

4.

voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:

€ 420

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften

Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:

a.

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

  • 1.

    het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

  • 2.

    bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

  • 3.

    het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

  • 4.

    het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

per maatwerkvoorschrift:

€ 420

b.

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:

€ 420

Artikel 2.36 Gereserveerd

Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 105

Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel

1.

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

a.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur:

€ 105

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur:

€ 105

c.

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per uur:

€ 105

d.

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur:

€ 105

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde

werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Paragraaf 2.11 Overige tarieven

Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 420

Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 420

Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is:

€ 420

2.

Dit artikel is ook niet van toepassing wanneer een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een verleende omgevingsvergunning, plaatsvindt op verzoek van het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens

Gereserveerd

Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten

De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.

Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:

€ 3084

Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 420

Paragraaf 2.12 Toeslagen

Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

10%

Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 0

b.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 840

c.

als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 420

Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 420

b.

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 420

c.

voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:

€ 420

d.

voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:

€ 420

e.

voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:

€ 420

f.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 420

g.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 420

Artikel 2.50 Advies

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 819

b.

Gereserveerd

c.

Gereserveerd

d.

Gereserveerd

2.

Gereserveerd

Artikel 2.51 Instemming

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

a.

als de gemeenteraad moet besluiten over de instemming:

€ 819

b.

als een ander bestuursorgaan moet besluiten over de instemming:

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Paragraaf 2.13 Vermindering

Artikel 2.52 Vermindering na conceptverzoek of principeverzoek

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, of het verzoek om wijziging van het omgevingsplan zoals omschreven in artikel 2.45, is voorafgegaan door een aanvraag om een conceptverzoek te beoordelen dan wel om een principeverzoek te behandelen als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning of het verzoek om wijziging van het omgevingsplan betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning of het verzoek om wijziging van het omgevingsplan verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:

100%

van de voor het beoordelen van het conceptverzoek of de behandeling van het principeverzoek geheven leges.

2.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning dan wel het verzoek om wijziging van het omgevingsplan gedaan:

a.

voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het conceptverzoek of principeverzoek betrekking had;

b.

in overeenstemming met de uitkomsten van het conceptverzoek of principeverzoek;

en

c.

binnen twaalf maanden na het verzenden van de uitkomst van het conceptverzoek of principeverzoek aan de aanvrager.

3.

De vermindering kan slechts eenmaal toegepast worden.

Artikel 2.53 Vermindering bij meervoudige aanvraag

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op vijf of meer activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van leges voor de milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 2.5 en het legesdeel dat betrekking heeft op de toeslagen genoemd in paragraaf 2.12. De vermindering bedraagt:

a.

bij 5 tot 10 activiteiten:

5%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

b.

bij 10 tot 15 activiteiten:

5%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

c.

bij 15 of meer activiteiten:

5%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges.

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt, met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 2.60 en 2.61:

85%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt, met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 2.60 en 2.61:

85%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt, met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 2.60 en 2.61:

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag:

30%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag:

25%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op verzoek van het bevoegd gezag:

100%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt, met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 2.60 en 2.61:

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen achttien weken na de indiening van de aanvraag:

30%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag:

25%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op verzoek van bevoegd gezag:

100%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt, met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 2.60 en 2.61:

30%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt, met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 2.60 en 2.61:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel toeslagen

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de toeslagen genoemd in paragraaf 2.12.

Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf

Een bedrag minder dan € 115 wordt niet teruggegeven.

HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2

Paragraaf 3.1 Horeca

Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

a.

een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 261

b.

een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 261

Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

a.

een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet:

€ 623

b.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet:

€ 77

c.

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet:

€ 227

d.

een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet:

€ 227

e.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet:

€ 77

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijf

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 3:3 van de Algemene plaatselijke verordening:

a.

voor een escortbedrijf:

€ 1179

b.

voor andere prostitutiebedrijven dan bedoeld in onderdeel a:

€ 1179

c.

voor andere seksbedrijven dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 1179

Artikel 3.4 Wijzigen vergunning seksbedrijf

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een in artikel 3.3 bedoelde vergunning

€ 725

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

Artikel 3.5 Ontheffing winkeltijden

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet:

€ 450

b.

wijziging van een in onderdeel a bedoelde ontheffing:

€ 105

Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt

Artikel 3.6 Organiseren evenement

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), als het betreft:

a.

Klein evenement in de zin van artikel 2.24, lid 3:

€ 0,00

b.

Groot evenement, een evenement met een piekbezoekersaantal van meer dan 5.000 bezoekers of een evenement met verhoogd risicoprofiel o.b.v. classificatie veiligheidsregio.

€ 1727

c.

Overig evenement, zijnde een evenement die niet voldoet aan de criteria voor “Klein” of “Groot”

€ 0,00

d.

Wijzigen evenementenvergunning

€ 0,00

e.

Tijdelijk kamperen bij een evenement

€ 0,00

Artikel 3.7 Organiseren markt

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning:

a.

voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5:23 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 0,00

b.

voor het organiseren van een markt als bedoeld in artikel 4 lid 1 van de Marktverordening gemeente Ooststellingwerf 2010

€ 1367,00

Paragraaf 3.5 Standplaatsen

Artikel 3.8 Gereserveerd

Artikel 3.9 Gereserveerd

Artikel 3.10 Losse standplaatsen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt:

€ 60

Paragraaf 3.6 Gereserveerd

Artikel 3.11 Gereserveerd

Artikel 3.12 Gereserveerd

Artikel 3.13 Gereserveerd

Artikel 3.14 Gereserveerd

Artikel 3.15 Gereserveerd

Artikel 3.16 Gereserveerd

Artikel 3.17 Gereserveerd

Artikel 3.18 Gereserveerd

Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

Artikel 3.19 Niet benoemd besluit op aanvraag

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking,

€ 210

2.

Lid 1 is niet van toepassing op een aanvraag om vergunning als bedoeld in artikel 5:13 van de Algemene plaatselijke verordening Ooststellingwerf 2021. 

Bijlage 1 bij de tarieventabel: Richtlijn bouwkosten 2025 Ooststellingwerf

RICHTLIJN BOUWKOSTEN EN LEGESKOSTEN 2025

overeenkomstig NEN 2699 (excl. BTW) inhoudsberekening volgens NEN 2580

Soort bouwwerk

Omschrijving

Eenheid

Richtprijs 2025

WONINGEN

 
 
 

Geschakelde woningen, projectmatig

 

m3

€ 299

Geschakelde woningen

 

m3

€ 345

Half vrijstaande woningen, projectmatig

 

m3

€ 395

half vrijstaandewoningen

 

m3

€ 440

Vrijstaande woningen

 

m3

€ 455

Systeembouw woningen

 

m3

€ 275

Gestapeld, appartementen

 

m3

€ 510

 
 
 

BIJGEBOUWEN BIJWONINGEN

 
 
 

Uitbreiding

woonruimte

m3

€ 505

Uitbreiding

bergruimte

m3

€ 205

Serre

woonruimte

m2

€ 610

Serre

geen woonruimte

m2

€ 550

Verandering intern

woonruimte

m3

€ 215

Garage / berging

hout

m3

€ 185

Garage / berging

halfsteens plat of kap

m3

€ 205

Garage / berging

spouw plat of kap

m3

€ 245

Kelder

prefab

m3

€ 465

Dakopbouw

breedte

m1

€ 1.875

Carport

open constructie

m2

€ 245

Tuinhuisje

prefab

m2

€ 260

Houten schutting/pergola

per lengte

m1

€ 100

Tuinmuur hout/metselwerk

per lengte

m1

€ 185

 
 
 

AGRARISCHE BOUWWERKEN

 
 
 

Bovengronds

mestsilo

m3

€ 75

Ondergronds

mestsilo

m3

€ 100

Kelder

los/onder gebouw

m3

€ 230

Werktuigenbergingdrie zijden gesloten

staalplaat

m3

€ 25

Werktuigenbergingdrie zijden gesloten

metselwerk

m3

€ 45

Werktuigenbergingvier zijden gesloten

staalplaat

m3

€ 30

Werktuigenbergingvier zijden gesloten

metselwerk

m3

€ 55

Stal voor melkkoeien

groen label

plaats

€ 6.700

Stal voor rundvee

groen label

plaats

€ 935

Stal voor kraamzeugen

groen label

plaats

€ 3.550

Stal voor vleesvarkens

groen label

plaats

€ 660

Stal voor dragende zeugen

groen label

plaats

€ 1495

Stal voor biggen

groen label

plaats

€ 355

Stal voor kippen

groen label

plaats

€ 18

Kassen

enkel glas

m2

€ 45

Kassen

isolerend glas

m2

€ 75

Folietunnel

 

m2

€ 30

Soort bouwwerk

Omschrijving

Eenheid

Richtprijs 2025

KANTOREN

 
 
 

Kantoren nieuwbouw tot4 lagen

 

m3

€ 540

Kantoren nieuwbouw vanaf4 lagen

 

m3

€ 570

Kantoren verbouw

casco gehandhaafd

m3

€ 275

Kantoor bij bedrijfsgebouw

 

m3

€ 245

 
 
 

WINKELGEBOUWEN

 
 
 

Winkelruimte eenlaags

 

m3

€ 285

Winkelruimte gestapeld

 

m3

€ 355

Winkelruimte verbouw

casco gehandhaafd

m3

€ 275

 
 
 

SCHOOLGEBOUWEN

 
 
 

Schoolgebouw

 

m3

€ 395

Semi permanente voorziening

 

m3

€ 285

 
 
 

ZIEKENHUIZEN VERPLEEGHUIZEN

 
 
 

Ziekenhuis

m2/bvo

m2

€ 1520

Zorginstelling

m2/bvo

m2

€ 860

Geestelijke/gehandicapten gezondheidszorg

m2/bvo

m2

€ 710

 
 
 

BEDRIJFSGEBOUWEN

 
 
 

Romneyloods

 

m3

€ 30

Hal plaatstaal damwand

<500m3

m3

€ 95

Hal plaatstaal damwand

>500m3

m3

€ 80

Hal plaatstaal geïsoleerd

<500m3

m3

€ 110

Hal plaatstaal geïsoleerd

>500m3

m3

€ 65

Hal metselwerk geïsoleerd

 

m3

€ 130

Semi permanente unit

 

m3

€ 330

 
 
 

THEATER- BIOSCOOPGEBOUWEN

 
 
 

Theatergebouw

 

m3

€ 590

Bioscoopgebouw

 

m3

€ 510

 
 
 

HOTEL- LOGIESGEBOUWEN

 
 
 

Hotelgebouw

 

m3

€ 545

Logiesgebouw

 

m3

€ 470

Multifunctioneelcentrum

 

m3

€ 470

 
 
 

PARKEERGARAGES

 
 
 

Ondergronds

 

plaats

€ 47.200

Half verdiept met gevel

 

plaats

€ 31.400

Half verdiept zondergevel

 

plaats

€ 23.600

Bovengronds met gevel

 

plaats

€ 19.650

Bovengronds zonder gevel

 

plaats

€ 13.400

 
 
 

SPORT- KLEEDGEBOUWEN

 
 
 

Gym zaal

 

m3

€ 375

Sporthal

 

m3

€ 355

Kleedgebouw (sportvereniging)

 

m3

€ 415

Semi permanente voorziening

 

m3

€ 285

Bijlage 2 bij de tarieventabel:

A. Categorieën lichte buitenplanse omgevingsplan activiteiten:

Voor de toepassing van deze legesverordening worden als lichte buitenplanse omgevingsplanactiviteiten aangemerkt:

  • 1.

    een bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan;

  • 2.

    een gebouw ten behoeve van een infrastructurele of openbare voorziening als bedoeld in artikel 2, onderdeel 18, onder a, van het voormalige Besluit omgevingsrecht dat niet voldoet aan de in dat subonderdeel genoemd eisen, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • a.

      niet hoger dan 5 m, en

    • b.

      de oppervlakte niet meer is dan 50 m²;

  • 3.

    een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of een gedeelte van een dergelijk bouwwerk, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • a.

      niet hoger dan 10 m, en

    • b.

      de oppervlakte niet meer is dan 50 m²;

  • 4.

    een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte aan of op een gebouw, een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw, de uitbreiding van een bouwwerk met een bouwdeel van ondergeschikte aard dan wel voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw;

  • 5.

    een antenne-installatie, mits niet hoger dan 40 m;

  • 6.

    het gebruiken van gronden voor een niet-ingrijpende herinrichting van openbaar gebied;

  • 7.

    het gebruiken van bouwwerken, eventueel in samenhang met bouwactiviteiten die de bebouwde oppervlakte of het bouwvolume niet vergroten, en van bij die bouwwerken aansluitend terrein, met uitzondering van een logiesfunctie voor werknemers of de opvang van asielzoekers of andere categorieën vreemdelingen;

  • 8.

    ander gebruik van gronden of bouwwerken dan bedoeld in de onderdelen 1 tot en met 7, voor een termijn van ten hoogste tien jaar.

B. Uitzonderingen

Er is geen sprake van een lichte buitenplanse omgevingsplan activiteit voor zover het een grote stedenbouwkundige ontwikkeling is of wanneer er redelijkerwijs bezwaren te verwachten zijn naar aanleiding van een aanvraag.