Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR731313
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR731313/1
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2025
Geldend van 24-12-2024 t/m heden
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2025De raad van de gemeente Oisterwijk,
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 12 november 2024
afdeling Bedrijfsvoering
gelet op artikel 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;
b e s l u i t :
de verordening op de heffing en de invordering van leges 2025 vast te stellen.
Artikel 1 Definities
Deze verordening verstaat onder:
- a.
dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- c.
maand: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- d.
jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- e.
kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 Belastbaar feit
-
1. Onder de naam "leges" worden rechten geheven voor:
- a.
Het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen een dienst of het nemen van een besluit;
- b.
het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
- c.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
- a.
-
2. Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
Diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;
- b.
diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van heffing van leges of kosteloos moeten worden verleend.
- c.
Een aanvraag omgevingsvergunning betrekking hebbende op het plaatsen/aanleg van een warmtepomp, met dien verstande dat enkel de bouwkosten voor het plaatsen/aanleg van een warmtepomp buiten beschouwing worden gelaten ter zake van het vast te stellen legesbedrag.
- d.
Een aanvraag omgevingsvergunning betrekking hebben op het plaatsen van zonnepanelen, met dien verstande dat enkel de bouwkosten voor het plaatsen van de eerste 30 zonnepanelen met een maximaal totaaloppervlakte van 60 m2 buiten beschouwing worden gelaten ter zake van het vast te stellen legesbedrag.
- e.
Een aanvraag voor een standplaatsvergunning voor het innemen van een standplaats voor het plaatsen van een mobiele onderzoeks-unit, die wordt gebruikt voor het doen van bevolkingsonderzoek als bedoeld in artikel 1, onder c, van de Wet op het bevolkingsonderzoek of daarmee gelijk te stellen onderzoek, wat uitsluitend in het belang van de volksgezondheid wordt uitgevoerd.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
- a.
-
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
Paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);
- 2.
Paragraaf 1.3 (rijbewijzen);
- 3.
Artikel 1.17 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);
- 4.
Artikel 1.25 onder a (verklaring omtrent het gedrag);
- 5.
Artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);
- 1.
Een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Artikel 12 Overgangsrecht
-
1. De ‘Verordening op de heffing en de invordering van Leges 2024’, vastgesteld bij raadsbesluit van 14 december 2023 en laatstelijk gewijzigd bij collegebesluit van 19 december 2023 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan;
-
2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 13 Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.
-
2. De datum van ingang van heffing is 1 januari 2025.
Artikel 14 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als “Legesverordening 2025”.
Ondertekening
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Oisterwijk op 12 december 2024.
De griffier,
Aletta van der Veen,
de voorzitter,
Hans Janssen.
Leges tarieventabel 2025 behorende bij de Legesverordening 2025
Indeling tarieventabel |
|
|
|
Hoofdstuk 1 |
Algemene dienstverlening |
Paragraaf 1.1 |
Burgerlijke stand |
Paragraaf 1.2 |
Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart |
Paragraaf 1.3 |
Rijbewijzen |
Paragraaf 1.4 |
Verstrekkingen krijgen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens |
Paragraaf 1.5 |
Bestuursstukken |
Paragraaf 1.6 |
Vastgoedinformatie |
Paragraaf 1.7 |
Overige publiekszaken |
Paragraaf 1.8 |
Gemeentearchief |
Paragraaf 1.9 |
Bijzondere wetten |
Paragraaf 1.10 |
Diversen |
|
|
Hoofdstuk 2 |
Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet |
Paragraaf 2.1 |
Algemene bepalingen |
Paragraaf 2.2 |
Voorfase |
Paragraaf 2.3 |
Activiteiten met betrekking tot bouwwerken |
Paragraaf 2.4 |
Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed |
Paragraaf 2.5 |
Milieubelastende activiteiten |
Paragraaf 2.6 |
Lozingsactiviteiten |
Paragraaf 2.7 |
Aanleg activiteiten |
Paragraaf 2.8 |
Overige activiteiten |
Paragraaf 2.9 |
Maatwerkvoorschriften |
Paragraaf 2.10 |
Gelijkwaardigheid |
Paragraaf 2.11 |
Overige tarieven |
Paragraaf 2.12 |
Modaliteiten |
Paragraaf 2.13 |
Vermindering |
Paragraaf 2.14 |
Teruggaaf |
|
|
Hoofdstuk 3 |
Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn en niet vallend onder hoofdstuk 3 |
Paragraaf 3.1 |
Horeca |
Paragraaf 3.2 |
Seksbedrijven |
Paragraaf 3.3 |
Winkeltijdenwet |
Paragraaf 3.4 |
Organiseren evenement of markt |
Paragraaf 3.5 |
Standplaatsen |
Paragraaf 3.6 |
Gereserveerd: Huisvestigingswet 2014 |
Paragraaf 3.7 |
In dit hoofdstuk niet benoemd besluit |
Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand |
2025 |
|
Artikel 1.1 |
Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap danwel omzetting |
|
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap dan wel het omzetten van een registratie van een partnerschap in een huwelijk: |
|
a. |
op maandag tot en met vrijdag in het raadhuis of een bijzonder huis tijdens kantoortijden |
€ 405,20 |
b. |
op vrijdag in het raadhuis of een bijzonder huis na kantoortijden |
€ 654,65 |
c. |
op zaterdag in het raadhuis of een bijzonder huis tijdens kantoortijden |
€ 498,65 |
d. |
op zaterdag in het raadhuis of een bijzonder huis na kantoortijden |
€ 748,20 |
e. |
op zondag of algemene erkende feestdagen in het raadshuis of een bijzonder huis tijdens kantoortijden |
€ 561,10 |
f. |
op zondag of algemene erkende feestdagen in het raadhuis of een bijzonder huis na kantoortijden |
€ 810,50 |
g. |
op een externe locatie op maandag tot en met vrijdag tijdens kantoortijden |
€ 501,00 |
h. |
op een externe locatie op maandag tot en met vrijdag na kantoortijden |
€ 750,40 |
i. |
op een externe locatie op zaterdag tijdens kantoortijden |
€ 573,00 |
j. |
op een externe locatie op zaterdag na kantoortijden |
€ 822,40 |
k. |
op een externe locatie op zondag of algemene erkende feestdagen tijdens kantoortijden |
€ 703,55 |
l. |
op een externe locatie op zondag of algemene erkende feestdagen na kantoortijden |
€ 953,05 |
m. |
op een eenmalige nog aan te wijzen externe locatie op maandag tot en met vrijdag tijdens kantoortijden |
€ 623,50 |
n. |
op een eenmalige nog aan te wijzen externe locatie op maandag tot en met vrijdag na kantoortijden |
€ 872,90 |
o. |
op een eenmalige nog aan te wijzen externe locatie op zaterdag tijdens kantoortijden |
€ 685,80 |
p. |
op een eenmalige nog aan te wijzen externe locatie op zaterdag na kantoortijden |
€ 935,20 |
q. |
op een eenmalige nog aan te wijzen externe locatie op zondag of algemeen erkende feestdagen tijdens kantoortijden |
€ 810,50 |
r. |
op een eenmalige nog aan te wijzen externe locatie op zondag of algemeen erkende feestdagen na kantoortijden |
€ 1.060,00 |
s. |
op dinsdag in het gemeentekantoor om 09.00 uur en 09.30 uur |
kosteloos |
t. |
op vrijdag in kamer 6 in het raadhuis om 10.00 uur en 11.00 uur (beperkte ceremonie) |
€ 249,35 |
Artikel 1.2 |
Gereserveerd: Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk |
|
Artikel 1.3 |
Gereserveerd: Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis |
|
Artikel 1.4 |
Gereserveerd: Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis |
|
Artikel 1.5 |
Gereserveerd: Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag |
|
Artikel 1.6 |
Beschikbaar stellen getuige door gemeente |
|
|
Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige: |
€ 49,75 |
Artikel 1.7 |
Annuleren of wijzigen datum |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren of te wijzigen: |
€ 43,45 |
Artikel 1.8 |
Trouwboekje of partnerschapsboekje |
|
|
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van: |
|
a. |
een trouwboekje of partnerschapsboekje: |
€ 27,30 |
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart |
2025 |
|
Artikel 1.9 |
Paspoorten of andere reisdocumenten |
|
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van: |
|
a. |
een nationaal paspoort: |
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 86,85 |
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 65,70 |
b. |
een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort): |
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 86,85 |
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 65,70 |
c. |
een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 86,85 |
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 65,70 |
d. |
een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen: |
€ 65,70 |
Artikel 1.10 |
Nederlandse identiteitskaart |
|
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van: |
|
a. |
een Nederlandse identiteitskaart: |
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 78,50 |
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 42,35 |
b. |
een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon: |
€ 38,25 |
Artikel 1.11 |
Modaliteiten |
|
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag |
|
a. |
voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen: |
€ 59,10 |
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen |
2025 |
|
Artikel 1.12 |
Rijbewijzen |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs: |
€ 52,10 |
Artikel 1.13 |
Modaliteiten |
|
1. |
Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt: |
|
a. |
bij een spoedlevering vermeerderd met: |
€ 39,65 |
2. |
Voor het verstrekken van een formulier voor het aanvragen van een verklaring van geschiktheid als bedoeld in artikel 98 van het Reglement Rijbewijzen (gezondheidsverklaring) is van toepassing het ten tijde van de aanvraag geldende tarief zoals dat door het CBR is vastgesteld onder goedkeuring van de minister van Infrastructuur en Milieu. |
€ 41,00 |
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens |
2025 |
|
Artikel 1.14 |
Definities |
|
1. |
Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. |
|
2. |
Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen. |
|
Artikel 1.15 |
Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
a. |
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking: |
€ 9,55 |
b. |
tot het digitaal verstrekken van gegevens, per verstrekking |
€ 8,55 |
c. |
tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200): |
€ 9,55 |
d. |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag |
|
1. |
voor een selectie uit de basisregistratie personen |
€ 246,70 |
2. |
voor het afgeven van een persoonslijst |
€ 16,60 |
3. |
voor het afgeven van een persoonslijst (digitale aanvraag) |
€ 14,60 |
Artikel 1.16 |
Verstrekking van aangehaakte gegevens |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
a. |
tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking |
€ 9,55 |
b. |
tot het digitaal verstrekken van gegevens, per verstrekking |
€ 8,55 |
Artikel 1.17 |
Schriftelijke verstrekking |
|
|
In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen: |
€ 7,50 |
Artikel 1.18 |
Op aanvraag doornemen basisregistratie personen |
|
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier: |
€ 23,60 |
Paragraaf 1.5 Bestuursstukken |
2025 |
|
Artikel 1.19 |
Afschriften van bestuursstukken |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
a. |
een exemplaar van de gemeentebegroting |
€ 62,95 |
b. |
een exemplaar van de gemeenterekening |
€ 62,95 |
c. |
een exemplaar van de PPN |
€ 31,25 |
d. |
een exemplaar van een afdelingswerkplan |
€ 62,95 |
e. |
een exemplaar van de Algemeen Plaatselijke Verordening |
€ 26,10 |
Artikel 1.20 |
Gereserveerd: Abonnement op bestuursstukken |
Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie |
2025 |
|
Artikel 1.21 |
Plan- of kaartinformatie |
|
|
Het tarief bedraagt ter zake van de directe levering van een kadastraal product |
€ 16,60 |
a. |
Het tarief bedraagt ter zake van het verlenen van inzage van de kadastrale gegevens per inzage |
€ 16,00 |
b. |
Het tarief bedraagt ter zake van het vervaardigen van een plot-tekening per daaraan besteed uur |
€ 95,30 |
c. |
Het tarief bedraagt ter zake van het uitleveren van digitale gegevens van de gemeentelijke basiskaart per daaraan besteed uur |
€ 95,30 |
Artikel 1.22 |
Informatie uit registers |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of een uittreksel uit: |
|
a. |
de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object: |
€ 16,60 |
b. |
een inschrijving in het rijksmonumentenregister die aan de gemeente verzonden is, als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet: |
€ 16,60 |
Artikel 1.23 |
Gereserveerd: Informatie uit adressenbestanden |
Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken |
2025 |
|
Artikel 1.24 |
Gereserveerd: Gemeentegarantie |
|
Artikel 1.25 |
Overige publiekszaken |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
a. |
tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag: |
€ 41,35 |
b. |
tot het legaliseren van een handtekening: |
€ 9,55 |
c. |
van een bewijs van in leven zijn |
€ 9,55 |
d. |
van een bewijs van Nederlanderschap |
€ 9,55 |
e. |
Het tarief bedraagt voor een optie voor de Nederlandse nationaliteit of een aanvraag tot naturalisatie, zoals deze zijn opgenomen in het Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002, dan wel recentelijk is gewijzigd. |
|
f. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een digitale aanvraag: van een bewijs van Nederlanderschap |
€ 8,55 |
Paragraaf 1.8 Gemeentearchief |
2025 |
|
Artikel 1.26 |
Naspeuringen in gemeentearchief |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier: |
€ 23,60 |
Artikel 1.27 |
Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Artikel 1.28 |
Gereserveerd: Uitlenen archiefbescheiden |
Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten |
2025 |
|
Artikel 1.29 |
Gereserveerd: Huisvestingswet 2014 |
|
Artikel 1.30 |
Leegstandwet |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
a. |
een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet: |
€ 143,00 |
b. |
verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet: |
€ 143,00 |
2. |
Als aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend. |
|
Artikel 1.31 |
Wet op de kansspelen |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: |
|
a. |
voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat: |
€ 56,50 |
b. |
voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat: |
€ 56,50 |
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat: |
€ 34,00 |
c. |
voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of langer |
€ 226,50 |
d. |
voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of langer, voor de eerste kansspelautomaat: |
€ 226,50 |
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat: |
€ 136,00 |
2. |
Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden. |
|
3. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning): |
€ 50,55 |
Artikel 1.32 |
Telecommunicatiewet |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van een instemmingsbesluit, als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden: |
|
a. |
indien het betreft tracés tot 250m¹ |
€ 316,35 |
b. |
indien het betreft tracés vanaf 250 m1 tot 1500 m¹ |
€ 412,20 |
c. |
indien het betreft tracés vanaf 1500 m1 tot 5000 m¹ |
€ 532,00 |
d. |
indien het betreft tracés vanaf 5000 m¹ en meer, per m¹ tracé |
€ 0,11 |
2. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden voor tracés tot 25m¹ |
€ 146,60 |
3. |
Indien met betrekking tot een aanvraag overleg moet plaatsvinden tussen de gemeente, andere beheerders van openbare grond en de netbeheerder van het netwerk en/of andere netbeheerders of belanghebbenden, wordt het in lid 1 genoemde bedrag per overleg verhoogd met |
€ 319,45 |
Artikel 1.33 |
Wegenverkeerswetgeving |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
a. |
een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990: |
€ 50,40 |
b. |
een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen: |
€ 64,20 |
c. |
verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) zonder medisch advies, met dien verstande dat geen leges verschuldigd zijn indien minder dan vijf jaar voor de aanvraag een GPK van hetzelfde type (bestuurder dan wel passagier) voor een periode korter dan vijf jaar is toegekend aan aanvrager, hiervoor leges zijn geheven, en nadien geen aanvraag voor een GPK van de aanvrager is geweigerd: |
€ 79,75 |
d. |
tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) met medisch advies, met dien verstande dat geen leges verschuldigd zijn indien minder dan vijf jaar voor de aanvraag een GPK van hetzelfde type (bestuurder dan wel passagier) voor een periode korter dan vijf jaar is toegekend aan aanvrager, hiervoor leges zijn geheven, en nadien geen aanvraag voor een GPK van de aanvrager is geweigerd |
€ 169,50 |
e. |
In het geval dat een gehandicaptenparkeerkaart is verloren of gestolen, wordt 40% van het tarief zoals opgenomen in onderdeel 1.33 sub c in rekening gebracht met dien verstande dat de geldigheidsduur niet wordt aangepast en zodoende overeenstemt met de eerder afgegeven gehandicaptenparkeerkaart. |
€ 31,90 |
f. |
voor de aanleg en tevens de verwijdering van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats |
€ 376,85 |
g. |
tot vervanging van het onderbord bij een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats ingeval van wijziging van het kenteken |
€ 111,30 |
Paragraaf 1.10 Diversen |
2025 |
|
Artikel 1.34 |
Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
a. |
gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina: |
€ 4,50 |
b. |
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
€ 6,80 |
c. |
afschriften, doorslagen, fotokopieën van stukken, digitale documenten of scans alsmede faxberichten, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
€ 0,95 |
d. |
kaarten, plattegronden en tekeningen, alsmede kopieën of lichtdrukken daarvan en dergelijke, voor zover zij niet met name genoemd zijn in deze verordening, per kaart met een formaat van: |
|
|
A4, voor de 1e kopie |
€ 4,40 |
|
A4, voor elke volgende kopie die direct daarna wordt gemaakt |
€ 0,30 |
|
A3, voor de 1e kopie |
€ 6,65 |
|
A3, voor elke volgende kopie die direct daarna wordt gemaakt |
€ 0,35 |
|
A2 |
€ 16,75 |
|
A1 |
€ 20,65 |
|
A0 |
€ 24,45 |
e. |
een huisnummerkaart van de bebouwde kom |
€ 24,45 |
2. |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een verzoek tot het verstrekken van informatie aan makelaars, notarissen en beoefenaren van een vergelijkbaar beroep, betreffende de aanwezigheid van op een pand rustende aanschrijving betreffende ter plaatse bekende bodemgesteldheid, per verzoek |
€ 66,80 |
Artikel 1.35 |
Diverse vergunningen of beschikkingen |
|
Het tarief bedraagt |
||
a. |
voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing van het verbod om voor de omgeving geluidhinder te veroorzaken, ingevolge artikel 4:5 van de Algemene Plaatselijke Verordening. |
€ 70,80 |
Artikel 1.36 |
Kinderopvang |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot: |
|
a. |
het in exploitatie nemen van een kindercentrum als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid van de Wet kinderopvang, waarvoor een onderzoek door de GGD benodigd is |
€ 1.969,15 |
b. |
het in exploitatie nemen van een gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid van de Wet kinderopvang, waarvoor een onderzoek door de GGD benodigd is |
€ 1.737,95 |
c. |
het bieden van een voorziening voor gastouderopvang (door gastouders) als bedoeld in artikel 1.45, tweede lid van de Wet kinderopvang, waarvoor een onderzoek door de GGD benodigd is |
€ 812,85 |
d. |
het bieden van een voorziening voor gastouderopvang indien een reeds geregistreerde voorziening voor gastouderopvang op een ander adres op gaat vangen en sprake is van een verkort inspectiebezoek |
€ 697,20 |
2. |
Indien de in 1.36 lid 1 sub a tot en met 1.36 lid 1 sub d bedoelde aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van twee weken na het in behandeling nemen ervan, bedraagt de teruggaaf van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges |
75% |
3. |
Indien de in 1.36 lid 1 sub a tot en met 1.36 lid 1 sub d bedoelde aanvraag op grond van artikel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht buiten verdere behandeling wordt gesteld bedraagt de teruggaaf van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges |
75% |
Hoofdstuk 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen |
2025 |
|
Artikel 2.1 |
Definities |
|
1. |
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
2. |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
3. |
In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:
|
|
4. |
In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling worden de bouwkosten berekend aan de hand van de bedragen exclusief BTW van het Bouwkostenoverzicht 2024 , zoals opgenomen in de bijlage bij deze tarieventabel. Voor zover deze ‘ROEB-lijst’ niet voorziet in een passende hoofcategorie (vetgedrukt in de lijst) wordt onder bouwkosten verstaan: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012;Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk. In dit laatste geval zullen de overgelegde gegevens getoetst worden aan hun wettelijke kaders. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, exclusief de omzetbelasting. |
|
Artikel 2.2 |
Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven |
|
|
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
a. |
omgevingsoverleg; |
|
b. |
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit; |
|
c. |
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet; |
|
d. |
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet; |
|
e. |
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning; |
|
f. |
intrekking van een omgevingsvergunning; |
|
g. |
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d; |
|
h. |
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g. |
|
Artikel 2.3 |
Bepalen tarief |
|
1. |
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk. |
|
2. |
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. |
|
3. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12. |
|
4. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13. |
|
5. |
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
|
6. |
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
Paragraaf 2.2 Voorfase |
2025 |
|
Artikel 2.4 |
Verkenningsfase |
|
1. |
Verken uw idee (principeverzoek) |
|
Voor het in behandeling nemen van het verzoek (verken uw idee) bestaande uit een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, al dan niet met inbegrip van de intaketafel, bedraagt het tarief: |
€ 311,75 |
|
2. |
Conceptverzoek |
|
Voor het in behandeling nemen van het conceptverzoek bestaande uit een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, al dan niet met inbegrip van de intaketafel, bedraagt het tarief: |
€ 1.039,15 |
|
3. |
Interne omgevingstafel |
|
Indien het initiatief door gaat naar de interne omgevingstafel bedraagt het tarief per interne omgevingstafel: |
€ 675,45 |
|
4. |
Regionale omgevingstafel |
|
Indien het initiatief door gaat naar de regionale omgevingstafel bedraagt het tarief per regionale omgevingstafel: |
€1.039,15 |
|
5. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk, als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, wordt (indien in het kader van een overleg een andere in dit hoofdstuk opgenomen dienst dient te worden uitgevoerd) het tarief voor het verzoek vermeerderd met de leges zoals vermeld in deze tarieventabel voor die betreffende dienst of diensten. |
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken |
2025 |
|
Artikel 2.5 |
Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
indien de bouwkosten minder bedragen dan € 40.000,- |
1,30% |
|
van die bouwkosten, met een minimum van |
€ 207,80 |
b. |
Indien de bouwkosten € 40.000,- tot € 200.000,- bedragen: |
€ 519,55 |
|
vermeerderd met: |
0,94% |
|
van het bedrag waarmee die bouwkosten € 40.000,- te boven gaan. |
|
c. |
Indien de bouwkosten € 200.000,- tot € 500.000,- bedragen: |
€ 2.015,95 |
|
vermeerderd met: |
0,84% |
|
van het bedrag waarmee die bouwkosten € 200.000,- te boven gaan. |
|
d. |
Indien de bouwkosten € 500.000,-of meer bedragen: |
€ 4.541,15 |
|
vermeerderd met: |
0,47% |
|
van het bedrag waarmee die bouwkosten € 500.000,- te boven gaan |
|
Artikel 2.6 |
Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
1. |
voor een omgevingsplanactiviteit waarbij sprake is van een bouwactiviteit |
|
a. |
indien de bouwkosten minder bedragen dan € 40.000,- |
3,91% |
|
van die bouwkosten, met een minimum van |
€ 207,80 |
b. |
Indien de bouwkosten € 40.000,- tot € 200.000,- bedragen: |
€ 1.562,90 |
|
vermeerderd met: |
2,81% |
|
van het bedrag waarmee die bouwkosten € 40.000,- te boven gaan. |
|
c. |
Indien de bouwkosten € 200.000,- tot € 500.000,- bedragen: |
€ 6.052,15 |
|
vermeerderd met: |
2,53% |
|
van het bedrag waarmee die bouwkosten € 200.000,- te boven gaan. |
|
d. |
Indien de bouwkosten € 500.000,-of meer bedragen: |
€ 13.627,75 |
|
vermeerderd met: |
1,39% |
|
van het bedrag waarmee die bouwkosten € 500.000,- te boven gaan |
|
2. |
Indien de leges die voortvloeien uit de artikelen 2.5 en 2.6 lid 1 tezamen meer zijn dan € 125.000,00 dan wordt geen hoger bedrag voor de betreffende activiteiten geheven dan: |
|
3. |
voor een omgevingsplanactiviteit waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit: |
€ 649,75 |
a. |
voor een omgevingsplanactiviteit waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit en het gebruik wordt gewijzigd naar hospitaverhuur |
kosteloos |
4. |
De tarieven genoemd onder lid 1 worden in voorkomende gevallen verhoogd als volgt: |
|
a. |
als sprake is van toepassing van de wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht, zoals bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, verhoogd met: |
€ 433,15 |
5. |
Onverminderd de voorgaande onderdelen van dit artikel wordt indien sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit het tarief verhoogd met: |
|
a. |
indien de aanvraag is voorafgegaan door een omgevingsoverleg zoals bedoeld in artikel 2.4: |
|
1. |
voor activiteiten die overeenkomen met de gevallen zoals deze zijn opgenomen en opgesomd in bijlage A: |
€ 8.122,75 |
2. |
voor overige activiteiten die niet overeenkomen met de gevallen zoals genoemd onder lid 5 sub a 1: |
€ 649,75 |
b. |
Indien de aanvraag niet is voorafgegaan door een omgevingsoverleg zoals bedoeld in artikel 2.4 worden de tarieven genoemd in het voorgaande lid vermeerderd met: |
€ 433,15 |
c. |
Indien het een omgevingsplanactiviteit betreft waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit en het gebruik wordt gewijzigd naar hospitaverhuur |
kosteloos |
Artikel 2.7 |
Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor een omgevingsplanactiviteit dan wel een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 241,90 |
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed (gereserveerd) |
2025 |
|
Artikel 2.8 |
Omgevingsplanactiviteit: monumenten (gereserveerd) |
|
Artikel 2.9 |
Rijksmonumentenactiviteit (gereserveerd) |
|
Artikel 2.10 |
Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht (gereserveerd) |
|
Artikel 2.11 |
Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed (gereserveerd) |
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten |
2025 |
|
Artikel 2.12 |
Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit |
|
a. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in het omgevingsplan of paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 2.693,00 |
b. |
tenzij het gaat om de activiteit voor het installeren van een gesloten bodemsysteem, dan is een tarief verschuldigd van: |
€ 4.039,50 |
Artikel 2.13 |
Overige milieubelastende activiteiten (afdeling 3.2 tot en met 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 4.039,50 |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: |
€ 7.405,75 |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: |
€ 10.098,75 |
Artikel 2.14 tot en met 2.20 |
Gereserveerd |
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten |
2025 |
|
Artikel 2.21 |
Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 817,20 |
Artikel 2.22 |
Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 817,20 |
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten |
2025 |
|
Artikel 2.23 |
Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven (gereserveerd) |
|
Artikel 2.24 |
Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde (gereserveerd) |
|
Artikel 2.25 |
Omgevingsplanactiviteit: geluid weg (gereserveerd) |
|
Artikel 2.26 |
Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 152,85 |
Artikel 2.27 |
Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit (gereserveerd) |
|
Artikel 2.28 |
Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor een omgevingsplanactiviteit, dan wel een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 362,85 |
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten |
2025 |
|
Artikel 2.29 |
Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie (gereserveerd) |
|
Artikel 2.30 |
Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, per boom: |
€ 37,60 |
|
Met een maximum van |
€ 752,00 |
Artikel 2.31 |
Omgevingsplanactiviteit: reclame (gereserveerd) |
|
Artikel 2.32 |
Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken,: |
€ 124,25 |
b. |
als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen: |
€ 124,25 |
Artikel 2.33 |
Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen (gereserveerd) |
|
Artikel 2.34 |
Andere activiteiten |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit: |
|
a. |
betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 159,95 |
b. |
betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
1. |
voor een omgevingsplanactiviteit, dan wel een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 159,95 |
2. |
voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit: |
€ 159,95 |
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften |
2025 |
|
Artikel 2.35 |
Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten (gereserveerd) |
|
Artikel 2.36 |
Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten |
|
1. |
Bij een aanvraag om maatwerkvoorschrift(-en) of een vergunningvoorschrift krachtens artikel 4.5 van de Omgevingswet bedraagt het tarief bij |
|
a. |
één maatwerkvoorschrift: |
€ 2.693,00 |
b. |
twee of meer maatwerkvoorschriften, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid, de som van het tarief onder a en per extra maatwerkvoorschrift: |
€ 1.346,50 |
c. |
maatwerkvoorschrift om afvalwater afkomstig van niet-industriële voedselbereiding te lozen zonder vetafscheider en slibvangput |
€ 150,00 |
d. |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van maatwerkvoorschriften of vergunningvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 Omgevingswet: |
€ 2.693,00 |
Artikel 2.37 |
Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten (gereserveerd) |
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid |
2025 |
|
Artikel 2.38 |
Gelijkwaardige maatregel |
|
1. |
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op: |
|
a. |
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief: |
€ 2.693,00 |
Paragraaf 2.11 Overige tarieven |
2025 |
|
Artikel 2.39 |
Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een activiteit gestelde termijn |
€ 433,15 |
Artikel 2.40 |
Wijzigen omgevingsvergunning |
|
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft, |
|
|
Tenzij naar de omstandigheden beoordeeld, sprake is van een geringe wijziging in het project, dan bedraagt het tarief: |
€ 416,05 |
Artikel 2.41 |
Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning niet zijnde een milieubelastende activiteit: |
€ 433,15 |
2. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit: |
€ 2.692,50 |
Artikel 2.42 |
Intrekken omgevingsvergunning (gereserveerd) |
|
Artikel 2.43 |
Beoordeling aanvullende gegevens (gereserveerd) |
|
Artikel 2.44 |
Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
|
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of van het nemen van een ander besluit. |
|
Artikel 2.45 |
Wijzigen van het omgevingsplan |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan: |
€ 9.747,30 |
Artikel 2.46a |
Aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig |
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag als bedoeld in artikel 2.2 onder a oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bedraagt het tarief: |
€ 155,00 |
Artikel 2.46b |
Het verstrekken van inlichtingen op het gebied van milieu |
|
|
Het tarief bedraagt op verzoek van de aanvraag voor verstrekken van informatie uit het Milieu informatie systeem of het bodeminformatie systeem, per verstrekking |
€ 55,20 |
Artikel 2.46c |
Niet genoemd besluit op aanvraag |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan: |
€ 143,80 |
Paragraaf 2.12 Modaliteiten |
2025 |
|
Artikel 2.47 |
Achteraf ingediende aanvraag |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, of indien de activiteit is aangevangen of gereedgekomen nadat de aanvraag omgevingsvergunning is ingediend maar deze nog niet is verleend, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met: |
10% |
|
met een maximumbedrag van |
€ 684,45 |
Artikel 2.48 |
Uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit: |
|
a. |
als sprake is van een milieubelastende activiteit: |
€ 3.365,60 |
b. |
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 1.624,55 |
c. |
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b: |
€ 1.624,55 |
Artikel 2.49 |
Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld: |
|
a. |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport: |
€ 159,95 |
b. |
voor de interne beoordeling van een archeologisch bodemrapport: |
€ 159,95 |
c. |
Voor de beoordeling van het deelaspect Brabantse Zorgvuldigheidscore Veehouderij (BZV) voor de achtergrondwaarden geur en fijn stof (Vr 2014). |
|
1. Voor de eerste beoordeling |
€ 1.451,50 |
|
2. Voor een tweede beoordeling na aanvulling van de Vr 2014/BZV |
€ 663,25 |
|
d. |
voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting: |
€ 663,25 |
e. |
voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk: |
€ 663,25 |
f. |
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport: |
€ 663,25 |
g. |
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER): |
€ 8.077,50 |
h. |
voor een gezondheidstoets die door de GGD wordt uitgevoerd in het kader van de volksgezondheid |
€ 1.897,20 |
i. |
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport: |
€ 663,25 |
2. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een archeologisch bodemrapport moet worden beoordeeld door een externe adviseur in het geval van: |
|
a. |
een beoordeling van een archeologisch bureau- of booronderzoek: |
€ 545,00 |
b. |
een beoordeling van een gecombineerde bureau- en booronderzoek: |
€ 654,00 |
c. |
een beoordeling van een evaluatierapport: |
€ 545,00 |
d. |
een beoordeling van een proefsleuvenonderzoek wordt uitgevoerd: |
€ 763,00 |
e. |
een beoordeling van een onderzoeksrapport opgraving/begeleiding: |
€ 763,00 |
f. |
een beoordeling van een Programma van Eisen of richtlijnen: |
€ 654,00 |
Artikel 2.50 |
Advies |
|
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet: |
|
a. |
voor een advies van de gemeenteraad: |
€ 866,40 |
b. |
voor een tweede of navolgende advies van de gemeentelijke adviescommissie dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, danwel het aspect monumenten, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet: |
€ 207,20 |
c. |
voor het uitgebrachte advies van de agrarische adviescommissie met inbegrip van de beoordeling |
€ 890,00 |
d. |
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Artikel 2.51 |
Instemming |
|
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: |
|
|
het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn. |
|
2. |
Het bedrag bedoeld in het eerste lid, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
Paragraaf 2.13 Vermindering |
2025 |
|
Artikel 2.52 |
Vermindering na verkenningsfase (paragraaf 2.2) |
|
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een conceptverzoek als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt: |
100% |
|
van de voor het conceptverzoek geheven leges, uitsluitend die leges zoals opgenomen in artikel 2.4 lid 2. |
|
2. |
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 2.53 |
Vermindering bij meervoudige aanvraag (gereserveerd) |
Paragraaf 2.14 Teruggaaf |
2025 |
|
Artikel 2.54 |
Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig (gereserveerd) |
|
Artikel 2.55 |
Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten |
|
|
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt: |
50% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
|
Artikel 2.56 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure |
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen 6 weken na de indiening van de aanvraag: |
50% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf 6 weken na de indiening van de aanvraag: |
25% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
Artikel 2.57 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen 13 weken na de indiening van de aanvraag: |
50% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf 13 weken na de indiening van de aanvraag: |
25% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
Artikel 2.58 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten (gereserveerd) |
|
Artikel 2.59 |
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten (gereserveerd) |
|
Artikel 2.60 |
Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten |
|
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. |
|
Artikel 2.61 |
Minimumbedrag voor teruggaaf |
|
|
Een bedrag minder dan € 75 wordt niet teruggegeven. |
Hoofdstuk 3 Dienstverlening vallend onder de dienstenrichtlijn en niet vallend onder hoofdstuk 2
Paragraaf 3.1 Horeca |
2025 |
|
Artikel 3.1 |
Exploitatie openbare inrichting |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
a. |
een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 of artikel 2:28f van de Algemene plaatselijke verordening: |
€ 230,55 |
b. |
een aanvraag tot het wijzigen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening |
€ 115,20 |
c. |
een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29, vijfde lid, van de Algemene plaatselijke verordening: |
€ 105,85 |
d. |
een aanvraag tot vrijstelling van het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:28 lid 11 van de Algemene plaatselijke verordening |
€ 115,20 |
Artikel 3.2 |
Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
a. |
een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet: |
€ 230,55 |
b. |
een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet: |
€ 105,85 |
c. |
een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet: |
€ 105,85 |
d. |
een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet: |
€ 105,85 |
e. |
een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet: |
€ 105,85 |
Paragraaf 3.2 Seksbedrijven |
2025 |
|
Artikel 3.3 |
Vergunning seksbedrijf |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 3:4 van de Algemene plaatselijke verordening: |
||
a. |
seksinrichting of escortbedrijf |
€ 230,55 |
Artikel 3.4 |
Wijzigen vergunning seksbedrijf |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een in artikel 3:3 sub a bedoelde vergunning: |
€ 115,20 |
Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet |
2025 |
|
Artikel 3.5 |
Ontheffing winkeltijden |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
||
a. |
een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet: |
€ 61,60 |
b. |
wijziging van een in onderdeel a bedoelde ontheffing: |
€ 61,60 |
Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt |
2025 |
|
Artikel 3.6 |
Organiseren evenement |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), als het betreft: |
|
a. |
een regulier evenement (A-evenement) |
kosteloos |
b. |
een evenement met een verhoogd risico (B-evenement) |
€ 645,60 |
c. |
een risico evenement (C-evenement) |
€ 11.502,10 |
Artikel 3.7 |
Gereserveerd: Organiseren markt |
Paragraaf 3.5 Standplaatsen |
2025 |
|
Artikel 3.8 |
Gereserveerd: Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen op markt |
|
Artikel 3.9 |
Gereserveerd: Overige administratieve dienstverlening markt |
|
Artikel 3.10 |
Losse standplaatsen |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening: |
|
a. |
een jaar |
€ 146,35 |
b. |
een maand |
€ 73,20 |
c. |
een week |
€ 48,15 |
d. |
een dag |
€ 31,60 |
Paragraaf 3.6 Gereserveerd: Huisvestigingswet 2014 |
2025 |
|
Artikel 3.11 |
Gereserveerd: Vergunning onttrekken woonruimte |
|
Artikel 3.12 |
Gereserveerd: Vergunning samenvoegen woonruimte |
|
Artikel 3.13 |
Gereserveerd: Vergunning omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte |
|
Artikel 3.14 |
Gereserveerd: Vergunning verbouwen woonruimte tot meer woonruimten |
|
Artikel 3.15 |
Gereserveerd: Splitsvergunning |
|
Artikel 3.16 |
Gereserveerd: Toeristische verhuur |
|
Artikel 3.17 |
Gereserveerd: Verhuurvergunning opkoopbescherming |
|
Artikel 3.18 |
Gereserveerd: Verhuurvergunning woon- of verblijfsruimte |
Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit |
2025 |
|
Artikel 3.19 |
Niet benoemd besluit op aanvraag |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking: |
€ 119,10 |
De tarieventabel 2025 behoort bij raadsbesluit van 12 december 2024.
De griffier,
Aletta van der Veen,
de voorzitter,
Hans Janssen.
ROEB-lijst 2025
Overzicht bouwkosten ten behoeve van berekening leges
De vermelde prijzen gelden per eenheid zoals vermeld |
excl. BTW (euro) |
eenheid |
1. WONINGEN |
||
1.1 Rijtjeswoningen |
281,00 |
per m3 |
1.2 Halfvrijstaande woningen |
340,00 |
per m3 |
1.3 Vrijstaande woningen / appartementen |
379,00 |
per m3 |
1.4 Bungalows |
405,00 |
per m3 |
1.5 Woonwagens (nieuw en verplaatst) |
255,00 |
per m3 |
1.6 (Tijdelijke) woonunit |
255,00 |
per m3 |
1.7 Recreatiewoning |
255,00 |
per m3 |
2. WONINGUITBREIDINGEN EN VERBOUWINGEN |
||
2.1 Uitbreiding woonruimte / dakopbouw |
386,00 |
per m3 |
2.2 Uitbreiding bergruimte / garage |
170,00 |
per m3 |
2.3 Kelder |
353,00 |
per m3 |
2.4 Serre |
764,00 |
per m2 |
2.5 Verandering woonruimte (inpandig) |
177,00 |
per m3 |
2.6 Dakkapel |
1.463,00 |
per ml |
2.7 Gevelwijziging |
791,00 |
per m2 |
2.8 Nieuw dak |
157,00 |
per m2 |
3. BIJGEBOUWEN |
||
3.1 Berging/garage met plat dak |
177,00 |
per m3 |
3.2 Berging/garage met kapconstructie |
164,00 |
per m3 |
3.3 Carport / Overkapping |
209,00 |
per m2 |
3.4 Tuinhuisje (prefab) |
196,00 |
per m2 |
3.5 Zwembad |
262,00 |
per m3 |
4. TUIN en STRAATMEUBILAIR |
||
4.1 Houten schutting/pergola |
92,00 |
per ml |
4.2 Gemetselde tuinmuur |
164,00 |
per ml |
4.3 Schotelantenne |
1.319,00 |
per st. |
4.4 Hout + metselwerk tuinmuur |
125,00 |
per ml |
4.5 Gaashekwerk |
66,00 |
per ml |
5. BEDRIJFSHALLEN |
||
- Gemetselde wandconstructie: |
||
geldt voor gehele pand (geen opsplitsing) |
||
5.1 Bedrijfshal hoogte tot en met 3m |
131,00 |
per m3 |
5.2 Bedrijfshal hoogte tussen 3 en 6 m |
79,00 |
per m3 |
5.3 Tussenvloer in de hal extra |
177,00 |
per m2 |
5.4 Bedrijfskantoor in de hal |
268,00 |
per m3 |
- Systeembouw: |
||
geldt voor gehele pand (geen opsplitsing) |
||
5.5 Hal hoogte tot en met 6m |
79,00 |
per m3 |
5.6 Hal hoogte tussen 6 tot en met 9 m |
66,00 |
per m3 |
5.7 Hal hoger dan 9 m, opp. Kleiner dan 5.000 m2 |
59,00 |
per m3 |
5.8 Hal hoger dan 9 m, opp. Tussen 5.000 en 10.000 m2 |
59,00 |
per m3 |
5.9 Hal hoger dan 9 m, opp. Tussen 10.000 en 20.000 m2 |
43,00 |
per m3 |
5.10 Hal hoger dan 9 m, opp. Groter dan 20.000 m2 |
43,00 |
per m3 |
5.11 Tussenvloer in de hal extra |
112,00 |
per m2 |
5.12 Kantoorvloer in de hal extra |
170,00 |
per m2 |
5.13 Open loods |
170,00 |
per m2 |
5.14 Semi-Permanente unit |
268,00 |
per m3 |
5.15 Romneyloods |
37,00 |
per m3 |
6. OVERIGE GEBOUWEN |
||
6.1 Kantoor |
379,00 |
per m3 |
6.2 Showroom |
223,00 |
per m3 |
6.3 Winkel |
379,00 |
per m3 |
6.4 Bouwmarkt |
170,00 |
per m3 |
6.5 Horeca |
347,00 |
per m3 |
6.6 Sporthal |
340,00 |
per m3 |
6.7 Kleedgebouwen |
314,00 |
per m3 |
6.8 Scholen / kinderdagverblijven |
301,00 |
per m3 |
6.9 Noodscholen |
249,00 |
per m3 |
6.10 Zorgfunctie (kleinschalig) |
451,00 |
per m3 |
6.11 Interne wijzigingen overige gebouwen |
131,00 |
per m3 |
6.12 Gevelwijzigingen overige gebouwen |
797,00 |
per m2 |
7. TUINBOUWKAS |
||
7.1 Verwarmde kas |
59,00 |
per m2 |
7.2 Onverwarmde kas |
40,00 |
per m2 |
8. VARKENSSTAL |
||
8.1 Stal fokzeugen en biggen (traditioneel metselwerk) |
523,00 |
per m2 |
8.2 Stal voor vleesvarkens ( traditioneel metselwerk) |
484,00 |
per m2 |
8.3 Stal voor fokzeugen (groepshuisvesting op stro) |
340,00 |
per m2 |
* Voor systeembouw zoals beton en staalwanden geldt een tariefreductie van |
60,00 |
per m2 |
9. KOEIENSTAL |
||
9.1 Stal voor vleeskalveren (traditioneel metselwerk) |
471,00 |
per m2 |
9.2 Grupstal (traditioneel metselwerk) |
379,00 |
per m2 |
9.3 Ligboxenstal (traditioneel metselwerk) |
405,00 |
per m2 |
* Voor systeembouw zoals beton en staalwanden geldt een tariefreductie van |
60,00 |
per m2 |
9.4 Gedeelte voor melkinrichting, installatie en tank |
804,00 |
per m2 |
10. KIPPENSTAL |
||
10.1 Vleeskuikens (traditioneel metselwerk) |
392,00 |
per m2 |
10.2 Legkippen (traditioneel metselwerk |
418,00 |
per m2 |
* Voor systeembouw zoals beton en staalwanden geldt een tariefreductie van |
60,00 |
per m2 |
10.3 Extra kosten legbatterijen/mestverwijdering |
125,00 |
per m2 |
11. PAARDENSTAL |
||
11.1 Paardenstal (traditioneel metselwerk) |
791,00 |
per m2 |
11.2 Manege (rijhal) (traditioneel metselwerk) |
386,00 |
per m2 |
* Voor systeembouw zoals beton en staalwanden geldt een tariefreductie van |
60,00 |
per m2 |
12. OVERIGE ARGRARISCHE BEDRIJFSGEBOUWEN |
||
12.1 Opslagloods agrarische (spouwmuur traditioneel) |
281,00 |
per m2 |
12.2 Opslagloods (houten gevels) |
151,00 |
per m2 |
12.3 Opslagloods (beton gevels) |
151,00 |
per m2 |
12.4 Prefab werktuigen/opslagloods (stalen gevels) |
125,00 |
per m2 |
12.5 Prefab veldschuur open (stalen gevels) |
72,00 |
per m2 |
12.6 Aardappelloods (incl. kelderventilatie + inrichting) |
431,00 |
per m2 |
12.7 Champignonkwekerij (incl. basisinrichting) |
778,00 |
per m2 |
12.8 Nertsen |
190,00 |
per m1 |
13. MEST SILO / KELDER |
||
13.1 Bovengronds van staal en/of hout systeembouw |
51,00 |
per m3 |
13.2 Mest kelder (losse kelder) |
177,00 |
per m2 |
13.3 Sleufsilo |
320,00 |
per m1 |
14. (PARKEER)KELDER |
||
14.1 Gedeeltelijk boven- of ondergronds |
229,00 |
per m3 |
14.2 Geheel ondergronds |
307,00 |
per m3 |
14.3 Geheel bovengronds |
144,00 |
per m3 |
14.4 (Parkeer)kelder onder gebouw |
151,00 |
per m3 |
Bijlage A
Bindend advies en verplichte participatie
Lijst van gevallen waarbij de gemeenteraad gebruik maakt van het bindend adviesrecht bij aanvragen om een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit gemeente Oisterwijk
No. Categorie van gevallen |
|
1. Wonen |
|
1.1 |
Het bouwen van twintig of meer gestapelde woningen binnen de bebouwde kom. |
1.2 |
Het bouwen van twaalf of meer grondgebonden woningen binnen de bebouwde kom. |
1.3 |
Indien een aanvraag betrekking heeft op de bebouwde kom en deels bestaat uit gestapelde woningen en deels grondgebonden woningen wordt bindend advies gevraagd indien de aanvraag voorziet in:
|
1.4 |
Het bouwen van drie of meer woningen buiten de bebouwde kom tenzij de locatie is opgenomen in de visie bebouwingsconcentraties 2013 of in de visie op het buitengebied. |
1.5 |
Het bouwen van tien of meer woningen in het overgangsgebied. |
1.6 |
In afwijking van het hierboven genoemde: Woningbouwlocaties zoals benoemd in het kompas voor majeure projecten als onderdeel van het raadsakkoord 2021 ‘gezamenlijk perspectief, over grenzen heen’. |
2. Agrarische bedrijven |
|
2.1 |
Alle aanvragen voor locaties gelegen binnen 250 meter van de bebouwde kom of een Natura 2000 gebied (zie bijlage 1), waarbij een toename plaatsvindt van het aantal dierplaatsen en/of de emissies toenemen ten opzichte van de bestaande vergunde situatie. |
3. Bedrijvigheid, maatschappelijke voorzieningen, sport en(verblijfs)recreatie |
|
3.1 |
Het oprichten, veranderen of uitbreiden van bedrijven in een zwaardere milieucategorie dan het omgevingsplan toestaat. |
3.2 |
Het bouwen of uitbreiden van een gebouw voor maatschappelijke voorzieningen van/naar meer dan 2000 m2. |
3.3 |
Een wijziging van gebruik van gronden en/of bouwwerken naar maatschappelijke voorzieningen, naar meer dan 2000 m2. |
3.4 |
Wijziging van gebruik van gronden naar (verblijfs)recreatieve en sportdoeleinden naar meer dan 2000 m2. |
3.5 |
In afwijking van het hierboven genoemde: locaties die betrekking hebben op bedrijvigheid, maatschappelijke voorzieningen, sport en (verblijfsrecreatie) en zijn benoemd in het Kompas voor majeure projecten als onderdeel van het raadsakkoord 2021 ‘gezamenlijk perspectief, over grenzen heen’. |
4. Duurzaamheid |
|
4.1 |
Voorzieningen voor de opwek van (duurzame) energie, zoals windturbines, zonnevelden (groter dan 2 ha) en biomassacentrales |
5. Overig |
|
5.1 |
Het realiseren van een antenne-installatie hoger dan 40 m. |
5.2 |
Het uitbreiden of oprichten van bebouwing binnen de bestemming natuur. |
Lijst van gevallen waarbij de gemeenteraad participatie verplicht heeft gesteld voordat een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit kan worden ingediend.
No. Categorie van gevallen |
|
1. Wonen |
|
1.1 |
Het bouwen van een of meer woningen |
1.2 |
De huisvesting van arbeidsmigranten |
1.3 |
Het realiseren van een bijzondere woonvorm. Hieronder moet worden verstaan een woonvorm die niet op één lijn te stellen is met een huishouden, omdat er geen sprake is van een onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling van de groep en omdat de bewoners zijn aangewezen op noodzakelijke en aanwezige permanente begeleiding en/of therapie ter plaatse of in de directe omgeving. |
1.4 |
Het realiseren van kamerverhuur. Hieronder wordt verstaan het bedrijfsmatig (nacht)verblijf aanbieden, waarbij het kenmerk is dat de kamerverhuurder ter plaatse hoofdverblijf heeft. |
2. |
Agrarische bedrijven |
2.1 |
Het uitbreiden van de bestaande oppervlakte van dierenverblijven. |
3. Bedrijvigheid, maatschappelijke voorzieningen en horeca, sport en recreatie |
|
3.1 |
Het oprichten, veranderen of uitbreiden van bedrijven in een zwaardere milieucategorie dan het omgevingsplan toestaat. |
3.2 |
Het bouwen of uitbreiden van een gebouw voor maatschappelijke voorzieningen van/naar meer dan 2000 m2. |
3.3 |
Een wijziging van gebruik van gronden en/of bouwwerken naar maatschappelijke voorzieningen, naar meer dan 2000 m2. |
3.4 |
Wijziging van gebruik van gronden naar (verblijfs)recreatieve en sportdoeleinden naar meer dan 2000 m2. |
3.5 |
Het realiseren van een horecagelegenheid behorende tot categorie 3 horeca als bedoeld in de staat van horeca activiteiten. |
3.6 |
Het veranderen van het soort recreatieverblijf indien het gaat om meer dan 10 recreatieverblijven. |
3.7 |
In afwijking van het hierboven genoemde: locaties die betrekking hebben op bedrijvigheid, maatschappelijke voorzieningen en horeca, sport en recreatie en zijn benoemd in het Kompas voor majeure projecten als onderdeel van het raadsakkoord ‘gezamenlijk perspectief’. |
4. |
Duurzaamheid |
4.1 |
Het realiseren van een of meer windturbines of biomassacentrales. |
4.2 |
Het realiseren van zonnevelden buiten een bouwvlak. |
4.3 |
Overige vormen van grootschalige opwek van energie (groter dan 2 ha). |
5. Overig |
|
5.1 |
Het realiseren van een antenne-installatie hoger dan 40 m. |
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Oisterwijk op 12 december 2024.
De griffier,
Aletta van der Veen,
de voorzitter,
Hans Janssen.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl