Peilbesluit Polder van Nootdorp, peilgebieden 1 en 31, wandelbos Laakweg

Ondertekening

Bijlage 1 Peilenkaart

• •

  Peilenkaart polder van Nootdorp, peilgebied 1 en 31 Wandelbos Laakweg

  

Toelichting op het peilbesluit polder van Nootdorp peilgebied 1 en 31 wandelbos Laakweg

1Inleiding

Het beheergebied van Delfland heeft een oppervlakte van ongeveer 40.000 hectare en bestaat uit circa 75 polders met circa 700 peilgebieden. Voor elk peilgebied is een waterpeil vastgelegd in een peilbesluit. Voor een deel het wandelgebied Laakweg bij Nootdorp (0,9 hectare groot) wijzigt dit vastgestelde peil vanwege een zogenaamde peilbesluit met ruimtelijke ontwikkeling. Dat houdt in dat een waterpeil wordt vastgelegd voor een gebied waarbij het dat waterpeil is aangepast als gevolg van een ruimtelijke ontwikkeling. De waterhuishoudkundige aanpassingen bij deze ruimtelijke ontwikkeling zijn uitgevoerd. Delfland heeft voor deze waterhuishoudkundige aanpassingen een vergunning verleend en heeft de uitgevoerde situatie gecontroleerd. Delfland wil het peilbesluit actualiseren aan de nieuwe situatie.

1.1Omschrijving situatie

In 2021 is een wandelbos aangelegd ten zuiden van Nootdorp. Het bos sluit aan bij een groter recreatiegebied: ‘de Balij’. In 2020 heeft Delfland vergunning verleend (nummer 2019-021159/D2020-01-000064) voor het uitvoeren van werken waarbij de waterhuishouding is gewijzigd. De watergang, die in dit peilgebied loopt, is aanzienlijk verbreed maar ook ingekort. Hierdoor is een deel van het peilgebied onderdeel geworden van peilgebied 1. In het peilbesluit van 2014 is het peil van dit peilgebied niet nauwkeurig vastgelegd. Doordat de begrenzing en het peil van peilgebied 31 en een deel van peilgebied 1 niet up-to-date zijn, dient het peilbesluit geactualiseerd te worden.

1.2Werkwijze

Als eerste is onderzocht welke (waterhuishoudkundige) wijzigingen hebben plaatsgevonden, welke werken vergund zijn en of de vergunde werkzaamheden volgens vergunning zijn uitgevoerd. Daarnaast is relevante achtergrondinformatie verzameld. Deze informatie is beschreven in de aanleiding van hoofdstuk 1 en de gebiedsbeschrijving van hoofdstuk 2.

Daarna is in hoofdstuk 3 het peil afgewogen aan de hand van de functies en belangen. Dit leidt tot een onderbouwde peilkeuze. Bij de peilenkeuze hoort een peilenkaart om de begrenzing van het peilgebied aan te geven. Deze peilenkaart is als bijlage aan de toelichting toegevoegd.

2Gebiedsbeschrijving

In de nota Peilbeheer worden de volgende functies genoemd: archeologie, glastuinbouw, grasland, bouwland en vollegrond teelt, natuur, recreatie en groene ruimte, stedelijk gebied en vaarwegbeheer. In dit hoofdstuk wordt onderzocht welke van deze functies in het gebied voorkomen. Naast deze functies wordt onderzocht welke waterhuishoudkundige en overige belangen voorkomen: bodemdaling, waterkeringen, watergangen en kunstwerken en overige waterhuishoudkundige belangen zoals oeverbescherming, waterkwaliteit en ecologie, risico op wateroverlast, risico op watertekort of droogte en objecten aan het water (duikers, beschoeiingen, bruggen, steigers). Om de waterhuishoudkundige belangen goed te kunnen meenemen in de peilafweging is de werking van het watersysteem beschreven.

2.1Gebied

Peilgebied 31 (0,9 ha groot) ligt op korte afstand van de zuidelijke rand van Nootdorp en loopt evenwijdig aan de rondweg Hofweg. Het peilgebied bestaat voornamelijk uit één brede watergang. Aan de westzijde bevindt zich een oude schuur. Aan noordzijde van de watergang bevindt zich een landbouwperceel (grasland), aan de zuidzijde bevindt zich het natuur- en recreatiegebied (bestaande uit gras). De bodem bestaat uit zeeklei. In dit peilgebied is een hoge kans op het voorkomen van archeologische resten in de bodem.

Het oostelijke deel wat door de ruimtelijke ontwikkeling gedempt is, bestaat uit recreatieterrein en grenst aan een particulier terrein met bebouwing. De bebouwing is in 2004 gebouwd en goed gefundeerd.

2.2Watersysteem

2.2.1Vorig peilbesluit

Voor peilgebied 31 is in 2014 peilbesluit polder van Nootdorp vastgesteld. De peilen voor het peilgebied 31 zijn vastgesteld met een maximumpeil van NAP -3,71 m en een minimumpeil van NAP -4,77 m. Dit is weergegeven in Figuur 1.

Peilgebied 31 is een zogenaamde spuisloot van de polder van Nootdorp. Spuisloten vormen een waterstelsel waarmee de polder van water wordt voorzien. Het stelsel spuisloten bestaat uit langgerekte peilgebieden. Het inlaatpunt begint bij ‘Aan het Verlaat’ bij Delft. Hoe verder de spuisloot van dit inlaatpunt verwijderd is, hoe lager de peilen worden. Binnen peilgebied 31 liepen de peilen ook af, bovenstrooms was het peil hoger dan benedenstrooms. Daarom is er voor de spuisloten, zoals peilgebied 31, in het peilbesluit van 2014 een minimum- en maximumpeil vastgesteld.

Figuur 1: Gedeelte van de peilenkaart van het peilbesluit van de polder van Nootdorp uit 2014

2.2.2Waterhuishoudkundige belangen

Het gebied bestaat uit een brede secundaire watergang van ongeveer 7 meter breed. Voor een groot deel van de breedte bestaat uit een plas-drasberm. Deze is aangemerkt als Natuurlijke Ecologische Zone. Het profiel van deze Natuurlijke Ecologische Zone is ontworpen met het huidige peil van NAP -4,29 m als uitgangspunt en is dus het optimale peil hiervoor.

2.2.3Watersysteem in de praktijk

De praktijksituatie is weergegeven in Figuur 2. Na de aanpassingen in het kader van de aanleg van het wandelbos heeft het gebied een vast praktijkpeil van NAP -4,29 m gekregen. Daarmee is het waterpeil preciezer bekend dan in het vorige peilbesluit. Het gebied heeft een drooglegging van 30 tot 80 cm. Ter plekke van de bebouwing is de drooglegging groter; zo’n 100 cm.

Het oostelijke deel van peilgebied 31 is gedempt. Dit deel hoort nu bij peilgebied 1 van de polder van Nootdorp met een zomerpeil van NAP -4,90 m en een winterpeil van NAP -5,00 m. Het heeft nu een drooglegging van 80 tot 120 cm. Het peil wat hier was, is niet bekend. Maar dit was wel het laagste deel van het peilgebied en zal het vermoedelijk een peil tussen NAP -4,29 en NAP -4,77 m gehad hebben.

In het westen wordt het peilgebied van water voorzien door een handmatige inlaat. In het oosten wordt het overtollige water afgelaten door een stuwende duiker.

In het peilgebied is geen peilschaal aanwezig, het waterpeil is eenmalig ingemeten. Het water wordt op peil gehouden door een kleine stuwende duiker.

Figuur 2 – Kaart met de praktijksituatie van de waterhuishouding

Wijzigingen in het watersysteem

In het kader van de aanleg van het wandelbos is de waterhuishouding van het gebied veranderd. In peilgebied 31 is de watergang verbreed en (aan de oostzijde) ingekort. De afvoer van de watergang loopt via twee al bestaande duikers naar een primaire watergang nabij het Spoorpad. Het oostelijke deel van peilgebied 31 is gedempt. Dat gebied watert nu af op het lagere polderpeil met een zomerpeil van -4,90 en een winterpeil van NAP -5,00 m.

2.2.4Waterkwaliteit en ecologie

De waterkwaliteit en ecologie van het gebied worden beschreven aan de hand van de Ecologische Sleutelfactoren (lit. 4).

Ecologische Sleutelfactor 1- Productiviteit van het water

• •

  De watergang ligt naast een weiland. Vanaf deze zijde kunnen er meststoffen in de watergang komen. Ook via het inlaatwater kunnen nutriënten worden aangevoerd. De andere zijde is recreatie/natuurgebied. Vanaf die zijde zijn er geen bronnen met nutriënten.

• •

  Kwelwater in de omgeving kan nutriënten en zout bevatten. Echter in de watergangen met een hoger peil, zoals in peilgebied 31 wordt geen kwel verwacht omdat de kwel waarschijnlijk in watergangen met het laagste peil (peilgebied 1) terecht komt. De peilwijziging zal daar naar schatting weinig invloed op hebben.

Ecologische Sleutelfactoren 4 - habitat-geschiktheid en 5- verspreiding

• •

  Voor de Natte Ecologische Zone zou een natuurlijker peilverloop beter zijn dan het vaste peil. Daarnaast zijn er geen diepe plekken voor vis aanwezig en heeft het gebied een beperkte omvang als leefgebied voor vis.

Na uitvoering van werkzaamheden is het peil veranderd. Deze peilverandering heeft naar verwachting geen effect gehad op de waterkwaliteit en ecologie van het peilgebied.

3Peilafweging

In dit hoofdstuk wordt afgewogen welk waterpeil het beste is voor de voorkomende gebiedsfuncties en (waterhuishoudkundige) belangen. Daarbij wordt gekeken hoe negatieve effecten zo klein mogelijk kunnen blijven.

3.1Peilafweging

Na de herinrichting van het gebied is peilgebied 31 kleiner geworden. De drooglegging bedraagt 30 tot 80 cm en past goed bij de gebiedsfuncties recreatieterrein en grasland. De drooglegging van ca 100 cm nabij de bebouwing in het westelijk deel voldoet voor die functie. Het profiel van de Natte Ecologische Zone langs de watergang is aangelegd met het huidige peil van NAP -4,29 m als uitgangspunt en is dus het optimale peil hiervoor. Deze Natte Ecologische Zone heeft waarschijnlijk een positief effect op de waterkwaliteit maar de peilwijziging heeft naar verwachting geen effect op de waterkwaliteit en ecologie. Het vorige peilbesluit gaf een marge aan waarbinnen het peil kon bewegen. Dit is onnauwkeurig en voor het peilbeheer onwenselijk.

Bij de herinrichting is in het oostelijke deel van het peilgebied een deel van de watergang gedempt. Dit gebied (0,2 ha) bevat geen oppervlaktewater maar watert wel af op peilgebied 1 en maakt dus nu deel uit van dat peilgebied. De drooglegging van 0,80 m tot 1,20 m voldoet goed voor de functies op deze strook grond. In het kader van de werkzaamheden van dempen en graven van nieuwe waterpartijen is in dit deel en in het resterende deel van peilgebied 31 een vergunning verleend waarbij getoetst is op de impact op archeologie.

De huidige waterpeilen van peilgebied 1 en 31 zijn gewenst want deze waterpeilen sluiten aan bij de nieuwe gebiedsfunctie recreatie en vormt geen probleem voor de bestaande gebiedsfuncties. Daarnaast past het peil het beste bij de nieuwe inrichting.

3.2Peilkeuze

Gezien de bovenstaande afweging wordt gekozen om het oostelijke deel onderdeel te laten zijn van peilgebied 1 met een zomerpeil van NAP -4,90 m en een winterpeil van NAP -5,00 m. Het schouwpeil wordt NAP -5,00 m. De overgang van het zomerpeil naar het winterpeil zal plaatsvinden in de loop van de maanden september en oktober en de overgang van het winterpeil naar het zomerpeil in de loop van de maanden maart tot en met mei. Het precieze tijdstip is afhankelijk van het weer en van het verloop van de grondwaterstanden in het peilgebied.

Voor peilgebied 31 wordt gekozen voor een vast peil van NAP -4,29 m. Het schouwpeil wordt NAP -4,29 m.

Ten opzichte van het vorige peilbesluit wordt het peil in peilgebied 31 tussen 0,58 m lager en 0,48 m hoger. In het gedempte deel van peilgebied 1 wordt het peil tussen 0,13 en 1,29 m lager. De werkelijke peilverandering is niet vast te stellen aangezien het vorige peilbesluit niet nauwkeurig was vastgesteld.

Het vorige peilbesluit polder van Nootdorp voor peilgebied 31 wordt ingetrokken, dit is het gebied waarvoor de nieuwe peilen worden vastgesteld.

3.3Maatregelen

Voor het vaststellen van het peil zijn de geen maatregelen nodig.

Literatuur

• •

  Hoogheemraadschap van Delfland, 2014 Peilbesluit polder van Nootdorp

• •

  Hoogheemraadschap van Delfland, juli 2017, Beleidsnota peilbeheer

• •

  Hoogheemraadschap van Delfland, 22 januari 2020, Watervergunning 2019-021159/D2020-01-000064

• •

  Ecologische Sleutelfactoren, begrip van het watersysteem als basis voor beslissingen, 6 juni 2014, rapportnummer 2014-19.

Woordenlijst

• •

  Drooglegging: Het hoogteverschil tussen het waterpeil in een watergang en de gemiddelde hoogte van het naastgelegen perceel.

• •

  Peil: Door waterschap in peilbesluit vastgelegde waterpeil dat in een bepaald gebied moet worden gehandhaafd.

• •

  Peilbeheer: Vaststelling en handhaving van het waterpeil in oppervlaktewateren.

• •

  Peilbesluit: Besluit van het Algemeen Bestuur van een waterschap, waarin de te handhaven peilen van de oppervlaktewateren ten opzichte van het NAP, de ligging van de peilgebieden en plaats van de peilschalen zijn aangegeven. Aan de gemaakte keuze ligt een integrale afweging van belangen en beleid ten grondslag.

• •

  Peilgebied: Waterstaatkundige eenheid waarbinnen eenzelfde peil wordt gehandhaafd met behulp van gemaal, stuw of inlaat.

• •

  Praktijkpeil: Waterstand die werkelijk in een watergang aanwezig is, afgelezen van de peilschaal.

• •

  Schouwpeil: In het peilbesluit vastgesteld peil dat het referentieniveau vertegenwoordigt voor het voeren van schouw, dagelijks peilbeheer, afhandelen van vergunningen en het uitvoeren van onderhoud aan watergangen.

• •

  Vast peil: Het peilbeheer is gedurende het hele jaar gericht op een constant peil met zo min mogelijk fluctuatie.