Peilbesluit Schieveen peilgebied 46 t.h.v. de A13

Ondertekening

Bijlage 1 Peilenkaart

• •

  Peilenkaart Schieveen, peilgebied 46

  

Toelichting op het peilbesluit Schieveen, peilgebied 46 ter hoogte van de A13

1Inleiding

Het beheergebied van Delfland heeft een oppervlakte van ongeveer 40.000 hectare en bestaat uit circa 75 polders met circa 700 peilgebieden. Voor elk peilgebied is een waterpeil vastgelegd in een peilbesluit. Deze toelichting is opgesteld voor een wijziging van een deel van peilgebied 4 van de polder Schieveen.

1.1Omschrijving situatie

Door werkzaamheden aan de snelweg A13 in 2022 zijn de watergangen in het deel van peilgebied 4 ten westen van de A13, ter hoogte van de West-Abtspolderseweg, niet meer aangesloten op de watergangen ten oosten van de snelweg. Hierdoor is een nieuw gebied met een ander waterpeil ontstaan (peilgebied 46). Daarom wordt het peilbesluit geactualiseerd.

Voor de werkzaamheden aan de A13 is in 2021 een vergunning afgegeven (nummer 2021-012635).

1.2Werkwijze

Voor dit peilbesluit is de werking van het watersysteem onderzocht. Daarna is onderzocht of er ten aanzien van het waterpeil knelpunten zijn voor de belangen in het gebied.

Vervolgens is onderzocht welk peil het beste past voor het gebied. Dit is beschreven in hoofdstuk 3.

Bij deze toelichting op het peilbesluit hoort een peilenkaart om de begrenzing van het peilgebied aan te geven. Deze peilenkaart is als bijlage toegevoegd.

2Gebiedsbeschrijving

2.1Gebied

Het betreft een deel van peilgebied 4 ten westen van de A13, ter hoogte van de West-Abtspolderseweg.

Het is hoofdzakelijk grasland met een natuurfunctie. Dit deel is in beheer bij Natuurmonumenten. Er is een weg en enkele bebouwing aanwezig. Het wordt begrensd door een polderkade. Het is onbekend of de bodem zakkingsgevoelig is.

2.2 Watersysteem

2.2.1Vorig peilbesluit

Peilgebied 4 maakt deel uit van de polder Schieveen. In 2011 is het peilbesluit Schieveen vastgesteld. Het peil voor peilgebied 4 is vastgesteld op een zomerpeil van NAP -5,48 m en winterpeil van NAP -5,61 m. Dit is weergegeven in figuur 1. Het betreffende deel van peilgebied 4 ligt in de gele cirkel van figuur 1.

Figuur 1: Gedeelte van de peilenkaart van peilbesluit Schieveen met peilgebied 4

2.2.2Watersysteem in de praktijk

De praktijksituatie is weergegeven in figuur 2. Door werkzaamheden aan de A13 in 2021 is gebied 46 (deel van voormalig peilgebied 4) niet meer aangesloten op de rest van peilgebied 4 en heeft het in plaats van een zomerpeil van NAP -5,48 m en een winterpeil van NAP -5,61 m een praktijkpeil van NAP -5,40 m gekregen. De waterstanden zijn in 2021 en 2022 bijgehouden d.m.v. een tijdelijk automatisch meetpunt (Figuur 3). Vanaf oktober 2023 worden waterstanden gemeten bij peilschaal WP217 9 28 in het peilgebied (Figuur 4). Uit de metingen blijkt dat het praktijkpeil rond NAP -5,40 m beweegt.

In de zuidelijke punt van het gebied kan water worden ingelaten vanuit peilgebied 1 via inlaatleiding 21704526. Via twee stuwen en duikers wordt water afgelaten naar peilgebied 45. Deze kunstwerken zijn in 2021 aangelegd (vergunningnummer 2021-012635). Peilgebied 6 ligt aan de westzijde van peilgebied 46 en watert via een duiker af op peilgebied 46.

Figuur 2 Kaart met de praktijksituatie van de waterhuishouding

Figuur 3 Waterstanden 2021 en 2022 weergegeven in waterstanden t.o.v. het nulpunt NAP -5,61 m

Figuur 4 waterstanden bij peilschaal WP 217 928

2.2.3Waterkwaliteit en ecologie

De waterkwaliteit en ecologie van het gebied worden beschreven aan de hand van de Ecologische Sleutelfactoren (lit. 4).

Ecologische Sleutelfactor 1- Productiviteit van het water

Er zijn twee waterkwaliteitsmeetpunten in de buurt (OW217-000 en OW217-016) van de peilgebied 46 geven het volgende aan:

• •

  Stikstofgehalte, voldoet niet aan de norm er is een overschrijding van 1 tot 2 maal de norm

• •

  Fosfaat, voldoet niet aan de norm. De norm wordt 2 tot 5 keer overschreden

In het gebied zijn de waterdieptes gering waardoor er sprake kan zijn snelle opwarming en een slechte waterkwaliteit in de zomer.

Ecologische Sleutelfactoren 4 – habitat-geschiktheid en 5- verspreiding

Het peilgebied maakte eerst deel uit van een groter peilgebied. Het gebied was echter via een lange smalle duiker verbonden met het deel aan de oostzijde van de A13. Migratie van vis tussen beide delen was in die situatie waarschijnlijk verwaarloosbaar. Nu is door de werkzaamheden aan de snelweg deze verbinding verdwenen en is migratie naar de andere zijde van de polder onmogelijk. In het peilgebied komen geen diepe wateren voor (dieper dan 80 cm). Er zijn dus geen geschikte overwinteringsplekken voor vis aanwezig.

In het natuurgebied komen enkele flauwe oevers voor. De ontwikkeling van oevervegetatie zou gebaat zijn bij fluctuerende waterstanden.

3Peilafweging

3.1Peilafweging

Deze peilafweging heeft betrekking op peilgebied 46 (NAP -5,40 m), wat vroeger bij peilgebied 4 (NAP -5,48 m en winterpeil NAP -5,61 m) hoorde.

Het hogere praktijkpeil heeft mogelijk een positief effect op het tegengaan van zettingen. Het noordelijk deel van de polder is in het verleden waarschijnlijk opgehoogd en heeft voldoende drooglegging (meer dan 250 cm) voor de aanwezige bebouwing en infrastructuur. Het zuidelijk deel, grasland met natuurfunctie, heeft een kleine drooglegging van 20 tot 60 cm. Beheerder Natuurmonumenten geeft aan het huidige praktijkpeil van NAP - 5,40 m te willen voortzetten t.b.v. de aanwezige natuur. Er zijn verder geen klachten bekend over het praktijkpeil.

De nieuwe situatie, waarbij een nieuw peilgebied is ontstaan met een hoger peil, heeft waarschijnlijk weinig veranderingen in waterkwaliteit en ecologie veroorzaakt doordat:

• -

  de eventuele bronnen die het water voedingsrijk kunnen maken, zijn niet veranderd

• -

  het peilgebied miste in de vroegere situatie al belangrijke habitatkenmerken voor een optimaal leefgebied en migratiemogelijkheden voor vis. Dit is niet verandert.

• -

  het type peilbeheer, namelijk een vast peil is niet verandert. Voor de ontwikkeling van oeverwaterplanten is dit niet optimaal.

3.2Peilkeuze

Gezien bovenstaande peilafweging wordt gekozen het praktijkpeil te continueren. Dit voormalige deel van peilgebied 4 wordt vastgelegd als peilgebied 46 met een vast peil van

NAP -5,40 m. Ten opzichte van het vorige peilbesluit is het peil 8 cm in de zomer en 21 cm in de winter hoger geworden. Het schouwpeil wordt NAP -5,40 m.

Het vorige peilbesluit Schieveen wordt ingetrokken voor het deel van peilgebied 4 wat is aangegeven op de peilkaart nummer PBS2024SCH 46.

3.3Maatregelen

Voor het vaststellen van het peil zijn geen maatregelen nodig.

Literatuur

• •

  Hoogheemraadschap van Delfland, 2011, Peilbesluit Schieveen

• •

  Hoogheemraadschap van Delfland, juli 2017, Beleidsnota peilbeheer

• •

  Ecologische Sleutelfactoren, begrip van het watersysteem als basis voor beslissingen, 6 juni 2014, rapportnummer 2014-19.

Woordenlijst

• •

  Drooglegging: Het hoogteverschil tussen het waterpeil in een watergang en de gemiddelde hoogte van het naastgelegen perceel.

• •

  Peil: Door waterschap in peilbesluit vastgelegde waterpeil dat in een bepaald gebied moet worden gehandhaafd.

• •

  Peilbeheer: Vaststelling en handhaving van het waterpeil in oppervlaktewateren.

• •

  Peilbesluit: Besluit van het Algemeen Bestuur van een waterschap, waarin de te handhaven peilen van de oppervlaktewateren ten opzichte van het NAP, de ligging van de peilgebieden en plaats van de peilschalen zijn aangegeven. Aan de gemaakte keuze ligt een integrale afweging van belangen en beleid ten grondslag.

• •

  Peilgebied: Waterstaatkundige eenheid waarbinnen eenzelfde peil wordt gehandhaafd met behulp van gemaal, stuw of inlaat.

• •

  Peilverlaging: Neerwaartse bijstelling van het waterpeil ten opzichte van het voorgaande peilbesluit verder dan peilaanpassing.

• •

  Praktijkpeil: Waterstand die werkelijk in een watergang aanwezig is, afgelezen van de peilschaal.

• •

  Schouwpeil: In het peilbesluit vastgesteld peil dat het referentieniveau vertegenwoordigt voor het voeren van schouw, dagelijks peilbeheer, afhandelen van vergunningen en het uitvoeren van onderhoud aan watergangen.

• •

  Vast peil: Het peilbeheer is gedurende het hele jaar gericht op een constant peil met zo min mogelijk fluctuatie.