Peilbesluit polder Berkel, peilgebied 45

Ondertekening

Bijlage 1 Peilenkaart

• •

  Peilenkaart peilbesluit polder Berkel, peilgebied 45 nabij gedeelte Kleihoogtpad

  

Toelichting op het peilbesluit polder Berkel peilgebied 45 gedeelte Kleihoogtpad

1Inleiding

Het beheergebied van Delfland heeft een oppervlakte van ongeveer 40.000 hectare en bestaat uit circa 75 polders met circa 700 peilgebieden. Voor elk peilgebied is een waterpeil vastgelegd in een peilbesluit. Voor een deel van het peilgebied 45 van polder Berkel nabij het Kleihoogtpad (0,6 hectare groot) wijzigt dit vastgestelde peil vanwege een zogenaamde peilbesluit met ruimtelijke ontwikkeling. Dat houdt in dat een waterpeil wordt vastgelegd voor een gebied waarbij het dat waterpeil is aangepast als gevolg van een ruimtelijke ontwikkeling. De waterhuishoudkundige aanpassingen bij deze ruimtelijke ontwikkeling zijn uitgevoerd. Delfland heeft voor deze waterhuishoudkundige aanpassingen een vergunning verleend en heeft de uitgevoerde situatie gecontroleerd. Delfland wil het peilbesluit actualiseren aan de nieuwe situatie.

1.1Omschrijving situatie

De locatie met een peilwijziging ligt tussen Pijnacker en Zoetermeer aan het Kleihoogtpad.

De locatie bestaat uit één perceel en is gelegen tussen de binnenboezem van polder Berkel en de Droogmaking in de Oude Polder van Pijnacker (onderdeel van de Groenzoom).

Omdat de waterkering op deze locatie niet voldeed heeft Delfland in 2017 een kadeverbeteringsproject uitgevoerd (projectnummer 2017-000855). Vóór het kadeverbeteringsproject bevond de waterkering zich aan de westzijde van het perceel. De watergang aan de oostzijde van het perceel stond via een duiker onder de voormalige waterkering in open verbinding met de binnenboezem van polder Berkel. Deze onwenselijke situatie is in de nieuwe situatie opgeheven door het verleggen van de kade naar de oostzijde.

Doordat het huidige waterpeil in peilgebied 45 afwijkt van het peilbesluit dient het peilbesluit geactualiseerd te worden.

1.2Werkwijze

Als eerste is onderzocht welke (waterhuishoudkundige) wijzigingen hebben plaatsgevonden, welke werken vergund zijn en gecontroleerd of de vergunde werkzaamheden volgens vergunning zijn uitgevoerd. Daarna is de achtergrondinformatie voor dit peilbesluit verzameld en opgenomen in de gebiedsbeschrijving (hoofdstuk 2). Vervolgens is op basis van de gebiedsgegevens en het beleid een peilafweging en een onderbouwing voor de peilkeuze gemaakt. De peilenkaart is als bijlage aan de toelichting toegevoegd.

2Gebiedsbeschrijving

2.1Gebied

Het gebied bestaat uit één grasperceel. De bodem bestaat uit zeekleigrond en is niet zettingsgevoelig.

2.2Watersysteem

2.2.1Vorig peilbesluit

Het peil van peilgebied 16 in de Oude polder van Pijnacker is vastgesteld in 2011 in peilbesluit Oude polder van Pijnacker. Hierbij is voor peilgebied 16 een flexibel peil met een bovengrens van NAP -5,00 en een ondergrens van NAP -5,30 m vastgesteld. Dit is weergegeven in Figuur 1.

Figuur 1: Gedeelte van de peilenkaart van peilbesluit Oude polder van Pijnacker uit 2011 - in de roze cirkel bevindt zich de locatie van dit peilbesluit

2.2.2Waterhuishoudkundige belangen

Het gebied heeft één kleine watergang van ca 150 meter. Er is een regionale waterkering aanwezig aan de oostzijde van het perceel. Deze twee objecten zijn afgebeeld op Figuur 2.

2.2.3Watersysteem in de praktijk

De praktijksituatie is weergegeven in Figuur 2. Naar aanleiding van de ruimtelijke ontwikkeling is het watersysteem van dit gebied niet verandert. Het gebied heeft een praktijkpeil van NAP -2,66 m. Daarmee is het waterpeil structureel 2,34 m tot 2,64 m hoger dan is vastgelegd in het peilbesluit van de Oude polder van Pijnacker van 2011.

Het gebied heeft één kleine watergang die afwatert op de binnenboezem van polder Berkel (peilgebied 45 van de polder Berkel) en op hetzelfde peil staat: NAP -2,66 m. Hoewel deze watergang bij een veel lager peilgebied was ingedeeld, heeft het nooit op dat peil gestaan. Door de waterkering te verleggen is de bescherming van de droogmaking in de Oude polder van Pijnacker en de afwatering van het gebiedje logischer.

Figuur 2 praktijksituatie van de waterhuishouding van peilgebied 45 nabij Kleihoogtpad – oranje lijn = de regionale waterkering, de groene lijn = overige waterkering, deze lijnen zijn ook peilgebiedsgrenzen, rode lijn = overige peilgebiedsgrens

Op het perceel varieert de maaiveldhoogte van ongeveer NAP -2,2 tot -1,8 m. Het maaiveld ligt daarom ca 45 tot 85 cm boven het waterpeil van de binnenboezem van Berkel wat voldoende is voor deze gebiedsfunctie.

Figuur 3 meetreeks gemeten waterpeilen peilgebied 45 van de meetpunten OW000474 (groen), WP202 9 60 (blauw) en WP213 9 08 (rood)

De waterstanden in de binnenboezem variëren voor een groot del van de tijd tussen 10 cm hoger tot 15 cm lager dan het peil van NAP -2,66. Grotere peilschommelingen kunnen ook voorkomen. De peilschommelingen worden mede veroorzaakt door windopzet. De binnenboezem wordt circa 10 km verder bemalen door het poldergemaal van polder Berkel. Op dat punt kan ook water worden ingelaten om eventuele watertekorten aan te vullen. Al te grote peilstijgingen kunnen worden verminderd door de inzet van het nabijgelegen ‘Bergingsgebied Voorafsche polder’.

2.2.4Waterkwaliteit en ecologie

De waterkwaliteit en ecologie van het gebied worden beschreven aan de hand van de Ecologische Sleutelfactoren (lit. 4).

Ecologische Sleutelfactor 1- Productiviteit van het water

De waterdiepte is goed (circa 70 cm). Hierdoor warmt het water in de zomer niet snel op.

In de nabijheid van het gebied is een waterkwaliteitsmeetpunt (nr OW202-317). Op dat meetpunt wordt een gemiddeld fosfaatgehalte gemeten wat iets hoger ligt dan de norm. Het stikstofgehalte daarentegen is 2,5 keer hoger dan de norm.

Ecologische Sleutelfactoren 4 – habitat-geschiktheid en 5- verspreiding

Dit kleine gebied maakt deel uit van het grote peilgebied van de binnenboezem van Berkel. Hierdoor is dit gebied is ook toegankelijk voor vis, waarbij vis gebruik kan maken van zowel diepe als ondiepe zones in dit peilgebied. Bovendien is de binnenboezem van Berkel door een vispassage in het poldergemaal voor migrerende vis verbonden met de boezem.

3Peilafweging

3.1Peilafweging

Deze peilafweging heeft betrekking op het gedeelte van de binnenboezem van polder Berkel, peilgebied 45 wat door de ruimtelijke ontwikkeling is gewijzigd.

De huidige situatie is gewenst want na het verleggen van de waterkering in 2017 hoort het gebied bij de binnenboezem van polder Berkel. Het peil van het gebied was al voor het waterkeringsproject op het peil van de binnenboezem. Het huidige peil past bij de gebiedsfunctie van grasland en levert geen knelpunten op. Het waterpeil in de watergang heeft nooit op het peil van het peilbesluit van 2011 gestaan omdat dat veel te laag is voor dit terrein. Doordat in de praktijk de waterhuishouding en het peil van het gebied niet veranderen zal, zal ook de waterkwaliteit en ecologie niet veranderen.

3.2Peilkeuze

Gezien de bovenstaande afweging wordt gekozen voor een vast peil van NAP -2,66 m. Hiermee gaat dit gebied deel uitmaken van het bestaande peilgebied van de binnenboezem van polder Berkel. Het schouwpeil wordt NAP -2,66 m. Ten opzichte van het vorige peilbesluit wordt het peil 2,34 m tot 2,64 m hoger.

Peilgebied 16 van het vorige peilbesluit de Oude polder van Pijnacker wordt ingetrokken voor het deel van peilgebied peilgebied 45 van polder Berkel wat is aangegeven op de peilkaart nummer PBS2024BIB 45.

3.3Maatregelen

Voor het vaststellen van het peil zijn geen maatregelen nodig.

Literatuur

• •

  Hoogheemraadschap van Delfland, 2011, peilbesluit Oude polder van Pijnacker

• •

  Hoogheemraadschap van Delfland, juli 2017, Beleidsnota peilbeheer

• •

  Ecologische Sleutelfactoren, begrip van het watersysteem als basis voor beslissingen, 6 juni 2014, rapportnummer 2014-19

• •

  Watervergunning 2017-000855

Woordenlijst

• •

  Drooglegging: Het hoogteverschil tussen het waterpeil in een watergang en de gemiddelde hoogte van het naastgelegen perceel.

• •

  Flexibel peil: Peilbeheer waarbij het oppervlaktewaterpeil gedurende het gehele jaar kan fluctueren tussen een in het peilbesluit vastgestelde onder- en bovengrens. De fluctuatie wordt uitsluitend bepaald door natuurlijke omstandigheden, behalve bij overschrijding van de onder- en bovengrens. Zodra het peil de ondergrens onderschrijdt, wordt water uit de omgeving aangevoerd. Wanneer het peil de bovengrens overschrijdt, wordt het overtollige water afgevoerd.

• •

  Peil: Door waterschap in peilbesluit vastgelegde waterpeil dat in een bepaald gebied moet worden gehandhaafd.

• •

  Peilbeheer: Vaststelling en handhaving van het waterpeil in oppervlaktewateren.

• •

  Peilbesluit: Besluit van het Algemeen Bestuur van een waterschap, waarin de te handhaven peilen van de oppervlaktewateren ten opzichte van het NAP, de ligging van de peilgebieden en plaats van de peilschalen zijn aangegeven. Aan de gemaakte keuze ligt een integrale afweging van belangen en beleid ten grondslag.

• •

  Peilgebied: Waterstaatkundige eenheid waarbinnen eenzelfde peil wordt gehandhaafd met behulp van gemaal, stuw of inlaat.

• •

  Praktijkpeil: Waterstand die werkelijk in een watergang aanwezig is, afgelezen van de peilschaal.

• •

  Schouwpeil: In het peilbesluit vastgesteld peil dat het referentieniveau vertegenwoordigt voor het voeren van schouw, dagelijks peilbeheer, afhandelen van vergunningen en het uitvoeren van onderhoud aan watergangen.

• •

  Vast peil: Het peilbeheer is gedurende het hele jaar gericht op een constant peil met zo min mogelijk fluctuatie.