Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR731288
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR731288/1
Besluit van het College van Waalwijk tot vaststelling van de nadere regeling betreffende de subsidieverstrekking peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Waalwijk 2025.
Geldend van 01-01-2025 t/m heden
Intitulé
Besluit van het College van Waalwijk tot vaststelling van de nadere regeling betreffende de subsidieverstrekking peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Waalwijk 2025.
Het college van de gemeente Waalwijk;
gelet op de Wet kinderopvang, de Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk en de Algemene Subsidieverordening gemeente Waalwijk 2015;
BESLUIT VAST TE STELLEN:
Besluit van het College van Waalwijk tot vaststelling van de nadere regeling betreffende de subsidieverstrekking peuteropvang en voorschoolse educatie 2025 (regeling peuteropvang en voorschoolse educatie 2025).
Artikel 1 Begrippenlijst
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a.
ASV 2015: Algemene Subsidieverordening gemeente Waalwijk 2015
- b.
beroepskracht: medewerker die als beroepskracht werkzaam is en belast is met voorschoolse educatie en die voldoet aan de opleidingseisen en scholingseisen, bedoeld in artikel 1.50b, onderdeel a Wet kinderopvang (art. 1.1 Wet kinderopvang).
- c.
dagopvang: hele/halve dagopvang van kinderen tussen 0 t/m 4 jaar oud bedoeld zodat beide ouders arbeid en zorg kunnen combineren;
- d.
doelgroeppeuter (VE-peuter): een kind volgens de doelgroepomschrijving uit het Waalwijk Taalrijk beleidskader 2025-2028;
- e.
houder/aanbieder: degene aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet 2007 toebehoort en die met die onderneming een kindcentrum exploiteert;
- f.
kindcentrum: of kindercentrum als bedoeld in artikel 1.1 van de wet dat is gevestigd in gemeente Waalwijk en dat is opgenomen in het Landelijk Register Kinderopvang;
- g.
kinderopvangtoeslag: de tegemoetkoming van het Rijk aan ouders bedoeld als gedeeltelijke bijdrage in de kosten voor in het LRK geregistreerde kindcentrum;
- h.
Landelijk Register Kinderopvang (LRK): het landelijk register, als bedoeld in artikel 1.1 van de wet;
- i.
ouderbijdrage: een inkomensafhankelijke bijdrage die ouders moeten betalen voor het afnemen van een peuterplek voor hun kind op basis van de uren die zij afnemen voor peuteropvang en VE;
- j.
ouderbetrokkenheid (partnerschap): activiteiten van ouders gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van hun kind;
- k.
pedagogisch beleidsmedewerker (pbm-er): beroepskracht van een VE kindcentrum die belast is met de totstandkoming en implementatie van pedagogische beleidsvoornemens en/of het coachen van beroepskrachten bij de uitvoering van hun werkzaamheden met als doel verhoging kwaliteit voorschoolse educatie;
- l.
peuteropvang: kortdurende opvang ter voorbereiding op het basisonderwijs voor peuters van 2 tot 4 jaar;
- m.
peuterplek: opvangplek voor een peuter van 2 tot 4 jaar in een kindcentrum;
- n.
reguliere peuter: kind in de leeftijd van 2 tot 4 jaar zonder indicatie van doelgroeppeuter;
- o.
toezichthouder: de toezichthouder als bedoeld in artikel 1.61 van de wet;
- p.
VE-peuter: een (doelgroep) peuter die een VE-indicatie heeft ontvangen en ook gebruik maakt van deze voorziening;
- q.
verzamelinkomen: door de Belastingdienst gehanteerde term voor het jaarinkomen uit box1, box2 en box3 verminderd met de aftrekposten. Het betreft hier het jaarinkomen van het hele gezin;
- r.
Voorschoolse Educatie (VE): voorziening die plaatsvindt in de kinderopvang (kortdurende peuteropvang, hele- halve dagopvang) en is bedoeld voor peuters van 2 tot 4 jaar. Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling (artikel 5 Besluit Basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie). Kindcentra die VE verzorgen moeten voldoen aan de eisen uit dit besluit;
- s.
Voor- en vroegschoolse educatie (VVE): * Voorschoolse educatie is bedoeld voor peuters van 2 tot 4 jaar (art.1 begrip s). * Vroegschoolse educatie vindt plaats in groep 1 en 2 van het basisonderwijs. Er wordt gewerkt met een educatie-programma volgens Artikel 5 Besluit Basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie (Staatsblad 298) waarmee op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling van kleuters wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal- emotionele vaardigheden;
- t.
wet: Wet kinderopvang.
Artikel 2 Doel regeling
Het doel van deze regeling is het bieden van gelijke en optimale ontwikkelkansen voor alle kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar door het ondersteunen, stimuleren en subsidiëren van een kwalitatief hoogwaardig aanbod van peuteropvang en voorschoolse educatie.
Artikel 3 Doelgroep
- 1.
Voor deze subsidieregeling worden de volgende doelgroepen gehanteerd:
- a.
peuters uit de gemeente Waalwijk met VE-indicatie die naar de peuteropvang gaan waarvan de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag;
- b.
peuters uit de gemeente Waalwijk met VE-indicatie die naar de peuteropvang gaan, waarvan de ouders wel recht hebben op kinderopvangtoeslag;
- c.
peuters uit de gemeente Waalwijk zonder VE-indicatie die naar de peuteropvang gaan en waarvan de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag;
- d.
peuters uit de gemeente Waalwijk zonder VE-indicatie die naar de peuteropvang gaan en waarvan de ouders wel recht hebben op kinderopvangtoeslag;
- e.
peuters uit de gemeente Waalwijk met VE-indicatie die naar VE gecertificeerde dagopvang gaan.
- a.
- 2.
De doelgroepen zoals benoemd in artikel 3 lid 1 ontvangen niet zelf de subsidie, de subsidie wordt uitgekeerd aan de houder van een kindcentrum VE die de ouders hebben uitgekozen voor hun kind.
Artikel 4 Subsidiabele activiteiten
- 1.
1. Subsidie wordt verleend aan een kindcentrum dat peuteropvang aanbiedt in de gemeente Waalwijk:
- a.
ten behoeve van een VE-peuter woonachtig in gemeente Waalwijk, voor 16 uur per week verdeeld over 4 of 5 dagdelen per week (16 uur per week*40 schoolweken). Hierbij geldt een maximum van 6 uur per dag en de wettelijk te behalen urennorm van 960 uur voor VE-peuters van 2,5 jaar tot 4 jaar oud;
- b.
ten behoeve van een reguliere peuter woonachtig in gemeente Waalwijk voor tenminste 200 uur per jaar (5 uur per week*40 schoolweken) en maximaal 320 uur per jaar (8 uur per week*40 schoolweken) verdeeld over 2 dagdelen per week.
- a.
- 2.
Subsidie wordt verleend aan een kindcentrum dat dagopvang aanbiedt in de gemeente Waalwijk:
Waar VE wordt geboden aan een VE-peuter in de dagopvang, waarvan de ouders in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag en die omwille van de combinatie arbeid en zorg hun kind naar de dagopvang brengen. Hier moet worden voldaan aan de wettelijke vereiste urennorm volgens artikel 4 lid 1.
- 3.
Subsidie wordt verleend aan een kindcentrum voor de inzet van een Pedagogische beleidsmedewerker (pbm) in VE voor 10 uur per VE-peuter van 2,5 tot 4 jaar tegen een door het college vastgesteld uurtarief. De inzet van een pbm-er dient opgenomen te worden in het pedagogisch beleidsplan van het kindcentrum.
Artikel 5 Hoogte subsidiebedrag
Het college subsidieert:
- 1.
Per uur per bezette peuterplek. Voor de in artikel 4 lid 1 genoemde doelgroepen gelden de volgende maximale subsidiebedragen:
- a.
voor de in artikel 3 lid 1 sub a en b genoemde doelgroep bedraagt de maximale subsidie per bezette peuterplek per jaar: 16 uren per week* € 14,76 per uur*40 schoolweken minus de geldende ouderbijdrage;
- b.
voor de in artikel 3 lid 1 sub c genoemde doelgroep bedraagt de maximale subsidie per bezette peuterplek per jaar: 5 tot maximaal 8 uren per week*€12,16*40 schoolweken minus de geldende ouderbijdrage;
- c.
Voor de in artikel 3 lid 1 sub d genoemde doelgroep bedraagt de maximale subsidie per bezette peuterplek per jaar: 5 tot maximaal 8 uren per week* €1,45*40 schoolweken.
- a.
- 2.
Voor de in artikel 3 lid 1 e genoemde doelgroep subsidieert het college een vast bedrag per VVE-peuter per kalenderjaar aan het VVE kindcentrum. Het subsidiebedrag per VE-peuter bedraagt € 2.592. Dit bedrag is gebaseerd op 640 VVE-uren peuteropvang (16 uur VE per week * 40 schoolweken) * € 4,05 (het verschil tussen het bedrag VVE-peuter per uur van € 14,76 en het bedrag fiscaal maximum kinderopvangtoeslag 2025 van € 10,71). Hierbij geldt een maximum van 6 uur per dag en de wettelijk te behalen urennorm van 960 uur voor peuters van 2,5 jaar tot 4 jaar oud. Deze subsidie kan tijdens maar niet na afloop van het kalenderjaar worden aangevraagd. 3. Deze regeling is een uitwerking van art. 3 van de Subsidieregeling maatschappelijke ontwikkeling 2025 en wordt jaarlijks door het college vastgesteld.
- 3.
De inzet van een pedagogische beleidsmedewerker (pbm-er) in de VE. Het betreft een subsidie van € 500,00 per VE-peuter (2,5-4 jaar) per kalenderjaar en is gebaseerd op de inzet van een pbm voor minimaal 10 uur per VE-peuter (Wet innovatie en kwaliteit kinderopvang)
Artikel 6 Ouderbijdrage
- 1.
Ouders betalen een inkomensafhankelijke bijdrage op basis van de kinderopvangtoeslag tabel van het Rijk:
- a.
ouders met recht op kinderopvangtoeslag betalen voor hun VE-peuter voor de eerste 8 uren per week, door de aanbieder gehanteerde uurtarief. Van de Belastingdienst ontvangen zij een inkomensafhankelijke vergoeding. De overige 8 uren VE zijn voor ouders gratis;
- b.
ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag betalen voor hun VE-peuter voor de eerste 8 uren per week een inkomensafhankelijke bijdrage aan de aanbieder gelijk aan de netto prijs van ouders met recht op kinderopvangtoeslag. De overige 8 uren VE zijn voor ouders gratis;
- c.
ouders met recht op kinderopvangtoeslag betalen voor hun reguliere peuter voor twee dagdelen per week, minimaal 5 tot maximaal 8 uren, door de aanbieder gehanteerde uurtarief. Van de Belastingdienst ontvangen zij een inkomensafhankelijke vergoeding;
- d.
ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag betalen voor hun reguliere peuter voor twee dagdelen per week, minimaal 5 tot maximaal 8 uren, een inkomensafhankelijke bijdrage aan de aanbieder gelijk aan de netto prijs van ouders met recht op kinderopvangtoeslag.
- a.
- 2.
De hoogte van de ouderbijdrage wordt door de houder bepaald op basis van het verzamelinkomen ouders van het voorgaande kalenderjaar.
- 3.
Ouders die geen recht op kinderopvangtoeslag hebben vragen hiervoor de verklaring aan bij de belastingdienst en leveren deze verklaring samen met het gemeentelijk formulier ‘Verklaring geen recht op kinderopvangtoeslag voor peuteropvang’ in bij de houder zodat deze kan vaststellen dat de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag.
Artikel 7 Aanvraag en vaststelling subsidie
- 1.
Op deze regeling is de ASV 2015 van toepassing. Dit betekent dat de aanvraag– en vaststellingsprocedure van de ASV 2015 wordt gevolgd.
- 2.
Subsidie voor peuteropvang kan uitsluitend worden aangevraagd door de houder van een kindcentrum dat is gevestigd in gemeente Waalwijk en dat is geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang.
- 3.
Subsidie voor voorschoolse educatie kan alleen aangevraagd worden door de houder van een kindcentrum dat is gevestigd in gemeente Waalwijk en dat werkt met een programma volgens artikel 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie en dat is geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang met Voorschoolse Educatie.
- 4.
Een aanvraag moet voor 1 juni voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd, worden ingediend op het hiervoor bestemde aanvraagformulier met het onderscheidt in subsidie voor 1. reguliere peuteropvang, 2. VE-peuteropvang, 3. VE-peuters in KO en 4. aantal PasWijzer-peuters.
- 5.
De vaststelling vindt plaats op basis van
- a.
het werkelijke aantal bezette peuterplekken (daaronder wordt verstaan het aantal afgenomen uren per werkelijk bezette peuterplek (regulier en VE), het werkelijk gehanteerde uurtarief zoals in deze regeling is opgenomen, het aantal doelgroep peuters waarvoor (naar rato) het VE-jaarbedrag wordt ontvangen en de totaal in rekening gebrachte ouderbijdragen). Uit de aangeleverde gegevens moet dus blijken hoeveel kinderen in de leeftijd van 2 tot 2,5 en van 2,5 tot 4 jaar per jaar werkelijk peuteropvang en/of voorschoolse educatie heeft afgenomen en voor hoeveel uren. Indien bij vaststelling blijkt dat er sprake is van minder bezette peuterplekken (het aantal afgenomen uren per werkelijke bezette peuterplek regulier en VE) dan wordt het te veel aan verleende subsidie teruggevorderd.
- b.
het gemiddelde van aantal VE-peuters 2,5 tot 4 jaar op teldatum 1 januari 2025, 1 juli 2025 en 31 december 2025. Dit is voor de vaststelling van de subsidie Pedagogische beleidsmedewerker.
- a.
Artikel 8 Weigeringsgronden
- 1.
In aanvulling op de weigeringsgronden uit de ASV kan het college subsidieverlening weigeren, lager vaststellen of reeds verleende subsidie terugvorderen indien door gemeente en/of de toezichthouder één of meer overtredingen zijn geconstateerd van de belangrijkste voorwaarden voor de wettelijke basiskwaliteit van kindcentra:
- a.
voldoende gekwalificeerd personeel;
- b.
goed pedagogisch klimaat;
- c.
veilige situatie;
- d.
gezonde omgeving;
- e.
goede accommodatie.
- a.
Artikel 9 Aanvullende verplichtingen
- 1.
Naast de verplichtingen op grond van de ASV 2015, zijn aan de subsidie verplichtingen verbonden dat de subsidieontvanger voldoet aan alle voorschriften voor de basiskwaliteit van kindercentra, gesteld bij of krachtens de wet.
- 2.
In aanvulling op de verplichtingen als genoemd in het eerste lid, zijn aan de subsidie voor het aanbieden van peuteropvang, bedoeld in artikel 3 lid 1 sub c en d, verplichtingen verbonden dat de aanbieder werkt op vve-niveau. Hieronder wordt verstaan:
- a.
aanbieder werkt met een programma volgens artikel 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie dat is gericht op het gestructureerd en samenhangend stimuleren van de ontwikkeling op het gebied van taal, rekenen, sociaal-emotionele en motorische vaardigheden;
- b.
aanbieder werkt aantoonbaar samen met basisscholen, gericht op het realiseren van een doorgaande leer- en ontwikkelingslijn; dit blijkt uit afstemming van activiteiten en afspraken over zorg voor kinderen, overdracht, ouderbetrokkenheid en dragen iedere peuter over naar het basisonderwijs via het gemeentelijk overdrachtsformulier;
- c.
aanbieder is deelnemer aan door de gemeente geïnitieerde overleggen;
- d.
aanbieder werkt mee aan de resultaatafspraken VVE en Waalwijk Taalrijk en levert gegevens aan voor de monitor.
- a.
- 3.
In aanvulling op de verplichtingen als genoemd in artikel 9 het eerste en tweede lid, zijn aan de subsidie voor het aanbieden van voorschoolse educatie, bedoeld in artikel 3 lid 1 sub a en b, de volgende verplichtingen verbonden:
- a.
een VE-peuter van 2 tot 2,5 jaar gaat 8 uur naar een peuteropvang met een VVE-aanbod verdeeld over minimaal 2 dagdelen per week;
- b.
een VE-peuter van 2,5 tot 4 jaar gaat 16 uur naar een peuteropvang met een VVE-aanbod, verdeeld over 4 of 5 dagdelen per week. Hierbij geldt een maximum van 6 uur per dag en de wettelijk te behalen urennorm van 960 uur voor peuters van 2,5 tot 4 jaar.
- c.
iedere VE-peuter wordt warm overgedragen via gemeentelijk overdrachtsformulier naar het basisonderwijs en iedere (VE)zorg-peuter wordt warm overgedragen in een gesprek met ouder, beroepskracht kindcentrum, medewerker basisschool en jeugdverpleegkundige;
- d.
VE wordt uitgevoerd in gemengde groepen met maximaal 50% VE-peuters per groep. Alleen met schriftelijke toestemming kan hier van worden afgeweken;
- e.
aanbieder VE heeft doorgaande lijn VVE-afspraken gemaakt met scholen waar een substantieel aantal peuters heengaan;
- f.
aanbieder is deelnemer aan door de gemeente geïnitieerde overleggen, neemt deel aan relevante overleggen over zorg VE-peuters;
- g.
aanbieder werkt mee aan de resultaatafspraken VVE en Waalwijk Taalrijk en levert gegevens aan voor de (landelijke) monitor.
- a.
Artikel 10 Inwerkingtreding en overgangsrecht
- 1.
Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2025 met gelijktijdige intrekking van de regeling peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Waalwijk 2024 vastgesteld op 16 januari 2024.
Artikel 11 Citeertitel
Deze regeling kan worden aangehaald als 'regeling peuteropvang en voorschoolse educatie 2025’.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van de gemeente Waalwijk, dd. 10 december 2024.
Het college van Waalwijk,
de secretaris, de burgemeester,
Michel Tromp, Sacha C.A.M. Ausems
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl