Verordening Bestuurlijke boete overlast openbare ruimte Stichtse Vecht 2024

Geldend van 01-01-2025 t/m heden

Intitulé

Verordening Bestuurlijke boete overlast openbare ruimte Stichtse Vecht 2024

De raad van de gemeente Stichtse Vecht,

gelet op:

  • -

    artikel 147 van de Gemeentewet;

  • -

    artikel 149 van de Gemeentewet;

  • -

    artikel 154b van de Gemeentewet;

  • -

    het Besluit bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte;

  • -

    het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 juli 2024;

  • -

    de bespreking in de commissie Fysiek Domein van 10 september 2024;

B e s l u i t :

  • 1.

    De Verordening Bestuurlijke boete overlast openbare ruimte Stichtse Vecht 2024 vast te stellen.

Verordening Bestuurlijke boete overlast openbare ruimte Stichtse Vecht 2024

Artikel 1 Boetebepaling

Een bestuurlijke boete kan worden opgelegd aan een natuurlijke persoon of rechtspersoon voor overtreding van voorschriften als bedoeld in:

  • a.

    artikel 154b, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet;

  • b.

    de voorschriften bedoeld in de artikelen 2.6, 2.9, 2.29, 2.31, 2.42, 2.43, 2.47, 2.48, 2.49, 2.50, 2.52, 2.57, 2.58, 2.59, 2.59a, 2.62, 2.73, 2,74a, 3.13b, 4.8, 5.13 en 5.15 van de Algemene plaatselijke verordening (2024) voor de gemeente Stichtse Vecht;

  • c.

    de voorschriften bedoeld in de artikelen 2.1, 2.9, 2.16, 2.23, 2.26, 2.27, 3.4, 3.5, 3.9, 4.2 en 5.1 van de Verordening fysieke leefomgeving (2023) van de gemeente Stichtse Vecht, en

  • d.

    de voorschriften bedoeld in de artikelen 4, 6, 12, 14, 15 en 17 van de Afvalstoffenverordening gemeente Stichtse Vecht 2017.

Artikel 2 Geen boetebepaling

Geen bestuurlijke boete kan worden opgelegd voor overtreding van voorschriften als bedoeld in artikel 154b, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet, voor zover die voorschriften betrekking hebben op:

  • a.

    samenscholingen en ongeregeldheden;

  • b.

    betogingen op openbare plaatsen;

  • c.

    vechten op straat;

  • d.

    het meevoeren van inbrekerswerktuigen of van voorwerpen die er kennelijk toe zijn uitgerust om het plegen van winkeldiefstallen te vergemakkelijken;

  • e.

    het meevoeren van steekwapens;

  • f.

    het bedrijfsmatig geven van gelegenheid tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling;

  • g.

    bedelen;

  • h.

    bestrijding van heling van goederen;

  • i.

    hinderlijk drankgebruik;

  • j.

    het gebruik van verdovende middelen, met uitzondering van cannabis;

  • k.

    drugshandel op straat.

Artikel 3 Boetehoogte

  • 1. Bij overtreding van een voorschrift, genoemd in bijlagen A, B en C van dit besluit, is de hoogte van de bestuurlijke boete gelijk aan het bedrag dat in bijlagen is opgenomen bij het desbetreffende voorschrift.

  • 2. De boetebedragen genoemd in de bijlage worden verdubbeld indien de bestuurlijke boete wordt opgelegd aan rechtspersonen.

Artikel 4 Overgangsrecht

Het recht zoals dat gold op het tijdstip onmiddellijk voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening blijft van toepassing ten aanzien van overtredingen die zijn begaan voor dat tijdstip.

Artikel 5 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking per 1 januari 2025.

Artikel 6 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte Stichtse Vecht 2024.

Ondertekening

1 oktober 2024

Griffier

B. Espeldoorn-Bloemendal

Voorzitter

drs. A.J.H.T.H. Reinders

Bijlage A – Voorschriften uit de Algemene plaatselijke verordening (2024) en de Verordening fysieke leefomgeving (2023)

Feitcode Bboor

Omschrijving

Artikel APV (2024) of VFL (2023)

Boetebedrag in euro’s

Vanaf 12 jaar

Vanaf 16 jaar

Rechtspersoon

A1.

Zonder vergunning/ontheffing op door het college of de burgemeester aangewezen openbare plaatsen gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen onder publiek verspreiden dan wel openlijk aanbieden

2.6 APV

80

160

320

A3.

Zonder vergunning/ontheffing als straatartiest, straatfotograaf, tekenaar, filmoperateur of gids ten behoeve van publiek optreden op door het college of de burgemeester aangewezen openbare plaatsen, waar dit niet is toegestaan

2.9 APV

110

220

440

A4.

De weg of een weggedeelte anders gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan, waardoor:

2.1 VFL

– aan de weg schade wordt toegebracht of kan worden toegebracht

140

280

560

– de bruikbaarheid van de weg wordt belemmerd of kan worden belemmerd

140

280

560

– het beheer of onderhoud van de weg wordt belemmerd of kan worden belemmerd

140

280

560

A5.

Zonder vergunning/ontheffing of anders dan de daarin gestelde voorwaarden de weg of een weggedeelte gebruiken anders dan overeenkomstig de publieke functie daarvan (bijv. terrasverbod, reclameborden)

2.1 VFL

140

280

560

A6.

Zich met een winkelwagentje op of aan de weg bevinden op meer dan de toegestane afstand van het bedrijf dat het winkelwagentje ter beschikking heeft gesteld

2.23 VFL

55

110

220

A7.

Als houder van een openbare inrichting na sluitingstijd zonder ontheffing/vergunning

2.29 APV

– die inrichting voor bezoekers geopend hebben

160

320

640

– in die inrichting bezoekers laten verblijven

160

320

640

A8.

Zich als bezoeker in een openbare inrichting bevinden

2.31 APV

– na sluitingstijd

55

110

220

– gedurende de tijd dat de inrichting gesloten dient te zijn

55

110

220

A9.

Een openbare plaats of dat gedeelte van een onroerende zaak dat vanaf die plaats zichtbaar is bekrassen of bekladden

2.42 APV

80

160

320

A10.

Op een openbare plaats of dat gedeelte van een onroerende zaak dat vanaf die plaats zichtbaar is zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende een aanplakbiljet of ander geschrift, afbeelding of aanduiding dan wel met enigerlei stof enige afbeelding, letter, cijfer of teken aanplakken of op andere wijze aanbrengen

2.42 APV

80

160

320

A11.

Aanplakborden gebruiken voor het aanbrengen van handelsreclame

2.42 APV

80

160

320

A12.

Als houder van een schriftelijke toestemming niet voldoen aan de verplichting om op eerste vordering van een opsporingsambtenaar de schriftelijke toestemming van de rechthebbende op een openbare plaats/dat gedeelte van een onroerende zaak ter inzage af te geven

2.42 APV

55

110

220

A13.

Op de weg of openbaar water enig aanplakbiljet, aanplakdoek, kalk, teer, kleur- of verfstof of verfgereedschap vervoeren of bij zich hebben

2.43 APV

80

160

320

A14.

Op een openbare plaats klimmen of zich bevinden op een beeld, monument, overkapping, constructie, openbare toiletgelegenheid, voertuig, hek, heining of andere afsluiting, verkeersmeubilair of daarvoor niet bestemd straatmeubilair

2.47 APV

55

110

220

A15.

Op een openbare plaats zich ophouden op een wijze die voor andere gebruikers of omwonenden onnodig overlast of hinder veroorzaakt

2.47 APV

80

160

320

A16.

Zonder redelijk doel zich in een portiek of poort ophouden of in, op of tegen een raamkozijn of een drempel van een gebouw zitten of liggen

2.49 APV

55

110

220

A17.

Zonder redelijk doel zich anders dan als bewoner of gebruiker van flatgebouwen, appartementsgebouwen en soortgelijke meergezinshuizen of van publiek toegankelijke gebouwen bevinden in een voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimte van dat gebouw

2.49 APV

55

110

220

A18.

(In of op) een portaal, telefooncel, wachtlokaal voor openbaar vervoer, parkeergarage, rijwielstalling of een andere voor het publiek toegankelijke ruimte

2.50 APV

– zich zonder redelijk doel en op een voor anderen hinderlijke wijze ophouden

80

160

320

– verontreinigen

80

160

320

– voor een ander doel gebruiken dan waarvoor die ruimte bestemd is

55

110

220

A19.

Als persoon die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt op een openbare plaats die deel uitmaakt van een door het college of de burgemeester aangewezen gebied alcoholhoudende drank bij zich hebben

2.48 APV

55

110

220

A20.

Als persoon die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt op een openbare plaats die deel uitmaakt van een door het college of de burgemeester aangewezen gebied aangebroken flessen, blikjes e.d. met alcoholhoudende drank bij zich hebben

2.48 APV

55

110

220

A21.

Op uren en/of plaatsen die door het college of de burgemeester zijn aangewezen zich met een fiets of bromfiets bevinden op een door het college of de burgemeester aangewezen terrein waar een markt, kermis, uitvoering, bijeenkomst of plechtigheid wordt gehouden, welke publiek trekt en kenbaar is aan de bezoekers van dit terrein

2.52 APV

27,50

55

110

A22.

Als eigenaar of houder van een hond, deze laten verblijven of laten lopen op

2.57 APV

– een openbare plaats gelegen binnen de bebouwde kom zonder dat de hond is aangelijnd

55

110

220

– een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak, speelweide of op een andere door het college of de burgemeester aangewezen plaats

80

160

320

– een weg zonder dat de hond is voorzien van een halsband die of een ander identificatiemerk dat de eigenaar of houder van de hond duidelijk doet kennen

55

110

220

– een weg zonder een deugdelijk middel dat is bestemd voor het verwijderen van uitwerpselen bij zich te dragen en/of dit middel niet op eerste vordering tonen aan de met het toezicht belaste ambtenaar

55

110

220

– een door het college of de burgemeester aangewezen plaats buiten de bebouwde kom zonder dat de hond is aangelijnd

55

110

220

A23.

Als degene die zich met een hond op een openbare plaats begeeft, niet voldoen aan de verplichting ervoor te zorgen dat de uitwerpselen van die hond onmiddellijk worden verwijderd van die openbare plaats

2.58 APV

80

160

320

A24.

Als eigenaar of houder van een hond deze laten verblijven of laten lopen op een openbare plaats of op een terrein van een ander

2.59 APV

- terwijl na aanzegging van de burgemeester deze hond niet kort is aangelijnd

140

280

560

– terwijl na aanzegging van de burgemeester deze hond niet kort is aangelijnd en gemuilkorfd

140

280

560

– zonder dat deze hond is voorzien van een afleesbare microchip met uniek identificatienummer dat in verband met het gedrag van de hond is verstrekt

140

280

560

A25.

Als degene die buiten een inrichting de zorg heeft voor een dier, niet voorkomen dat dit dier voor de omgeving (geluid)hinder veroorzaakt

3.4 VFL

80

160

320

A26.

Als rechthebbende op herkauwende dieren, eenhoevige dieren of varkens die zich bevinden in een weiland of op een terrein dat niet van de weg is afgescheiden door een deugdelijke veekering, niet voldoen aan de verplichting om zodanige maatregelen te treffen dat dit vee die weg niet kan bereiken

2.62 APV

80

160

320

A27.

Consumentenvuurwerk gebruiken op een door het college of de burgemeester in het belang van het voorkomen van gevaar, schade of overlast aangewezen plaats waar dit gebruik verboden is

2.73, lid 1 APV

130

260

520

A28.

Op een openbare plaats consumentenvuurwerk gebruiken terwijl dat gevaar, schade of overlast kan veroorzaken

2.73, lid 2 APV

130

260

520

A29.

Binnen de bebouwde kom op een openbare plaats zijn natuurlijke behoefte doen buiten daarvoor bestemde plaatsen

4.8 APV

80

160

320

A30.

Zonder ontheffing/vergunning buiten een daartoe bestemd kampeerterrein kampeermiddelen plaatsen of geplaatst houden ten behoeve van recreatief nachtverblijf

4.2 VFL

80

160

320

A32.

Met of voor een vaartuig een ligplaats innemen, hebben of beschikbaar stellen op een door het college of de burgemeester aangewezen gedeelte van een openbaar water waar dit niet is toegestaan

5.1, lid 1 VFL

a. voor gezagvoerders/schippers

55

110

220

b. voor een ieder

55

110

220

A35.

Zonder ontheffing/vergunning rijden of zich bevinden met een motorvoertuig/(brom)fiets of een paard binnen een voor publiek toegankelijk natuurgebied, park, plantsoen of voor recreatief gebruik beschikbare terreinen

2.26 VFL

a. voor bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen

80

160

320

b. voor bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen

80

160

320

c. voor bromfietsers en snorfietsers

55

110

220

d. voor fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor

30

60

120

e. voor overige weggebruikers

30

60

120

A40.

Op of aan de weg, op een andere openbare plaats of in een voor publiek toegankelijk gebouw, al dan niet binnen een door het college of de burgemeester aangewezen gebied, softdrugs gebruiken

2.74a APV

55

110

220

A41.

Zich ophouden op of aan de weg of op, aan of in een andere vanaf de weg zichtbare plaats, niet zijnde een seksinrichting waarvoor een vergunning is verleend, met het kennelijke doel prostitutie of het verrichten van seksuele handelingen in het kader van prostitutie

3.13b APV

140

280

560

A42.

Zonder vergunning/ontheffing van het college of de burgemeester een openbare inzameling van geld of goederen houden of daartoe een intekenlijst aanbieden

5.13 APV

80

160

320

A44.

Venten op door het college of de burgemeester aangewezen (verboden) dagen of uren

5.15 APV

80

160

320

A45.

Zonder vergunning/ontheffing van het college of de burgemeester op of aan de weg of openbaar water dan wel op een andere voor het publiek toegankelijke en in de open lucht gelegen plaats een standplaats innemen of hebben teneinde in de uitoefening van de handel goederen te koop aan te bieden, te verkopen of af te leveren, dan wel diensten aan te bieden

2.9 VFL

80

160

320

A46.

Een voertuig dat rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud en in een kennelijk verwaarloosde toestand verkeert op de weg parkeren

2.16 VFL

225

450

900

Bijlage B – Milieu

Feitcode Bboor

Omschrijving

Artikel Verordening fysieke leefomgeving (2023)

Boetebedrag in euro’s

Vanaf 12 jaar

Vanaf 16 jaar

Rechtspersoon

B1.

Zonder ontheffing/vergunning als particulier buiten een inrichting toestellen of geluidsapparaten in werking hebben of handelingen verrichten, waardoor voor een omwonende of voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt

3.5

80

160

320

B2.

In/op bossen, heide, veengronden, duingebieden dan wel binnen een afstand van dertig meter daarvan:

2.27

– roken gedurende een door het college of de burgemeester aangewezen periode

80

160

320

– in de open lucht brandende dan wel smeulende voorwerpen wegwerpen/laten vallen of liggen

160

320

640

B3.

In de open lucht vuur aanleggen, stoken of hebben

3.9

160

320

640

Bijlage C – Voorschriften uit de Afvalstoffenverordening gemeente Stichtse Vecht 2017

Feitcode Bboor

Omschrijving

Artikel

Afvalstoffen-verordening (2017)

Boetebedrag in euro’s

Vanaf 12 jaar

Vanaf 16 jaar

Rechtspersoon

C1.

Het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen

4

80

160

320

C2.

Het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

6

55

110

220

C3.

Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen

12

55

110

220

C4.

Buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een locatie waarop een milieubelastende activiteit die is aangewezen in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving wordt verricht een afvalstof, een stof of voorwerp in de bodem brengen, storten, houden, achterlaten of anderszins plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu

14

225

450

900

C5.

Het achterlaten van straatafval in de openbare ruimte

15

80

160

320

C6.

Het doorzoeken of verspreiden van afvalstoffen of inzamelmiddelen die ter inzameling gereed staan

15

80

160

320

C7.

Het achterlaten van zwerfafval bij vervoeren, laden of lossen van afvalstoffen

17

80

160

320

C10.

Het door de verspreider opruimen van weggeworpen reclamebiljetten of ander promotiemateriaal

15

80

160

320

Toelichting

Algemeen

Op basis van artikel 154 van de Gemeentewet kan de gemeente met een bestuurlijke boete optreden tegen veel voorkomende en overlast veroorzakende, lichte overtredingen, welke zijn vastgelegd in onze verordeningen. Beboeting gebeurt via een bestuurlijke strafbeschikking (BSB) of via een bestuurlijke boete.

Op dit moment kunnen diverse overtredingen uit onze verordeningen alleen strafrechtelijk worden beboet door onze buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s). Dit gebeurt op basis van een strafbeschikking. Handhaving via een strafbeschikking kent enkele beperkingen, vooral bij niet-heterdaad situaties.

Om te kunnen werken met de bestuurlijke boete moet de Verordening Bestuurlijke boete overlast openbare ruimte (BBOOR) worden vastgesteld. Na vaststelling kan een bestuurlijke boete worden opgelegd voor overtredingen op het gebied van zwerfafval, overlast in de openbare ruimte en enkele milieuovertredingen. Deze overtredingen hebben betrekking op voorschriften uit de Algemene plaatselijke verordening Stichtse Vecht 2024 (APV), de Verordening fysieke leefomgeving Stichtse Vecht 2023 (VFL) en de Afvalstoffenverordening gemeente Stichtse Vecht 2017. De bestuurlijke boete is een bestraffende sanctie en vormt een aanvulling op onze handhavingsinstrumenten, welke zijn gericht op herstelsancties (last onder dwangsom, bestuursdwang).

De systematiek achter de bestuurlijke boete is gebaseerd op het Besluit bestuurlijke boete overlast openbare ruimte (BBOOR). In dit besluit zijn veel voorkomende overtredingen opgenomen die strafbaar zijn gesteld met een bestuurlijke boete, voortkomend uit de Gemeentewet. Hierin is ook de hoogte van de boetebedragen vastgelegd. Deze tarieven moeten vallen binnen het algemene wettelijke maximum (€ 410 voor natuurlijke personen en € 2250 voor rechtspersonen, per overtreding). De boetebedragen zijn gelijkgesteld aan de boetebedragen onder het strafrecht, zodat er sprake is van rechtsgelijkheid. Daarnaast worden de boetebedragen jaarlijks geïndexeerd onder het Besluit BBOOR, zodat de hoogte van de bestuurlijke boetes gelijk blijft lopen met het strafrecht. De meest recente indexatie heeft plaatsgevonden in maart 2024 en is verwerkt in deze verordening.

Bevoegdheid gemeenteraad

De bevoegdheid van de raad om de hoogte van boetebedragen vast te stellen is op een aantal manieren door de wetgever beperkt.

Voor een aantal overtredingen geldt een negatieve lijst (artikel 2 van het Besluit BBOOR). Hier kan geen bestuurlijke boete voor worden opgelegd. Dit geldt met name voor gevaar zettende feiten, feiten die waarschijnlijk een strafrechtelijk gevolg kennen en feiten die raken aan de grondrechten, zoals samenscholing en ongeregeldheden, betogingen op openbare plaatsen, vechten op straat en drugshandel op straat. Voor deze feiten is uitsluitend strafrechtelijke handhaving mogelijk (strafbeschikking, OM-afdoening of strafvervolging).

Voor zover de overlastfeiten niet bij het Besluit BBOOR is bepaald en niet op de negatieve lijst voorkomen, kan de gemeenteraad zelf de hoogte van de bestuurlijke boete in de desbetreffende verordening vaststellen. Ook hier gelden de wettelijke maxima.

Omdat handhaving met behulp van een bestuurlijke boete een complex, nieuw onderwerp is voor onze gemeente en omdat de implementatie hiervan omvangrijk is, heeft het college op dit moment enkel de door het Besluit BBOOR omschreven overlastfeiten en boetebedragen opgenomen in de verordening. Uw raad heeft zelf de mogelijkheid om andere boetecategorieën en de hoogte van de boete vast te stellen, zolang deze niet al reeds zijn opgenomen in het Besluit BBOOR en niet onder de negatieve lijst (artikel 2 Besluit BBOOR) vallen. Hierbij kunt u denken aan het strafbaar stellen van verboden uit de Verordening warenmarkten gemeente Stichtse Vecht 2013. Bij de strafbaarheidstelling moet worden gelet op de proportionaliteit en het algemene wettelijk maximum. De hoogte daarvan is voor natuurlijke personen € 410,- en voor rechtspersonen € 2250 per overtreding.

Verschil tussen bestuurlijke boete en bestuurlijke strafbeschikking

De bestuurlijke boete en de bestuurlijke strafbeschikking kennen overeenkomsten, maar ook een aantal verschillen.

1. Algemene verschillen

De bestuurlijke strafbeschikking is gebaseerd op het strafrecht. De boa legt een bestuurlijke strafbeschikking op, waarna de boete door het CJIB (Centraal Justitieel Incasso Bureau) wordt verwerkt en naar de overtreder wordt verstuurd. Inning van de boete, verzet en beroep wordt door het CJIB afgehandeld, de gemeente heeft hierbij geen tussenkomst. Een overtreder kan binnen twee weken in verzet gaan tegen de boete bij de Officier van Justitie. Hierna volgt het normale strafrecht. De ‘opbrengsten’ die voortkomen uit de opgelegde boetes worden daarmee direct overgeheveld naar het Rijk.

De bestuurlijke boete is gebaseerd op het bestuursrecht. Tegen een bestuurlijke boete is bezwaar en beroep mogelijk en kent een wettelijke termijn van zes weken. Bezwaar wordt door de bezwarencommissie beoordeeld. Beroep wordt afgehandeld door een bestuursrechter. De verdere afhandeling, het innen van de boete en het in behandeling nemen van bezwaar en beroep worden door onze gemeente zelf uitgevoerd en bekostigd.

Op het gebied van bewijslast verschillen de bestuurlijke boete en de bestuurlijke strafbeschikking van elkaar. Onder het bestuursrecht moet het college aannemelijk maken dat de overtreder een bepaalde overtreding heeft begaan, in plaats van dat er sprake is van negatieve bewijslast onder het strafrecht. Dit maakt handhaving van overtredingen in niet-heterdaad situaties eenvoudiger. Aannemelijk maken betekent dat er een sterk vermoeden en bewijs moet zijn over wie de dader is van een bepaald feit. Als er aannemelijk is gemaakt dat iemand een overtreding heeft begaan, is het aan de persoon in kwestie om met tegenbewijs en argumenten te komen. Hiervoor kan de overtreder een zienswijze indienen.

3. Rechtsbescherming

Tot slot zijn er twee belangrijke verschillen tussen de bestuurlijke boete en de BSB op het gebied van rechtsbescherming. Allereerst is er onder de bestuurlijke boete nog de mogelijkheid tot een pro-formabezwaarschrift. Hierin geeft de betrokkene aan in bezwaar te gaan maar later inhoudelijk in te gaan op dit bezwaar, dit geeft de betrokkene meer tijd om de zaak toe te lichten. Een bestuurlijke boete wordt pas geïnd wanneer de boete definitief is.

Het tweede verschil is dat een overtreder in het bestuursrecht geen strafblad krijgt voor kleine overtredingen. Dit gebeurt onder het strafrecht wel wanneer de boete meer dan €100,- bedraagt.

Artikelsgewijs

Artikel 1 Boetebepaling

Dit artikel stelt de boetebepaling vast. In dit artikel zijn de verschillende voorschriften en artikelen uit de Algemene plaatselijke verordening Stichtse Vecht 2024, de Verordening fysieke leefomgeving Stichtse vecht 2023 en de Afvalstoffenverordening gemeente Stichtse Vecht 2017 opgenomen. Deze artikelen zijn vergeleken en gelijkgesteld aan de omschreven feitcodes en omschrijvingen uit het Besluit BBOOR.

Voorwaarde voor de boetebepaling is dat de desbetreffende gedraging tevens krachtens artikel 154 Gemeentewet strafbaar is gesteld en dat de gedraging niet voorkomt op de negatieve lijst, als bedoeld in artikel 2 van het Besluit BBOOR.

Artikel 2 Geen boetebepaling

Artikel 2 vormt de negatieve lijst, zoals vastgesteld in artikel 2 van het Besluit BBOOR. Dit geldt met name voor gevaar zettende feiten, feiten die waarschijnlijk een strafrechtelijk gevolg kennen en feiten die raken aan de grondrechten, zoals samenscholing en ongeregeldheden, betogingen op openbare plaatsen, vechten op straat en drugshandel op straat. Voor deze feiten is uitsluitend strafrechtelijke handhaving mogelijk (strafbeschikking, OM-afdoening of strafvervolging).

Artikel 3 Boetehoogte

Dit artikel verwijst naar de bijlagen A, B en C van de Verordening Bestuurlijke boete overlast openbare ruimte Stichtse Vecht 2024. In de bijlagen staan de precieze overlast gevende feiten en bijbehorende boetebedragen omschreven. De verschillende boetecategorieën en de hoogte van de bestuurlijke boete zijn bepaald door en overeenkomstig met het Besluit BBOOR. De boetebedragen worden jaarlijks geïndexeerd.

De bestuurlijke boete kan worden opgelegd aan natuurlijke personen en aan rechtspersonen. Op grond van het besluit BBOOR kunnen de boetebedragen die gelden voor een natuurlijk persoon worden verhoogd als de overtreding wordt begaan door een rechtspersoon. Voor rechtspersonen is het boetetarief verdubbeld, ten opzichte van natuurlijke personen. De bestuurlijke boete kan per gedraging niet hoger zijn dan het wettelijk maximum.

Voor zover voor een voorschrift de boetecategorie en de hoogte van de boete niet bij het Besluit BBOOR zijn bepaald, stelt de gemeenteraad deze vast in de verordening. De bestuurlijke boete kan per gedraging niet hoger zijn dan het wettelijk maximum.

Artikel 4 Overgangsrecht

Artikel 4 regelt het overgangsrecht voor overtredingen die zijn begaan voor de inwerkingtreding van deze verordening. Omdat er een overgang plaatsvindt van het strafrecht naar het bestuursrecht, verandert de grondslag waarop een overtreding wordt beboet. Een overtreding die wordt begaan vóór inwerkingtreding van deze verordening, zal alsnog onder het strafrecht worden afgehandeld. Na inwerkingtreding zullen overtredingen via een bestuurlijke boete (op basis van het bestuursrecht) worden bestraft.