Verordening kinderopvang Amsterdam

Geldend van 12-01-2006 t/m heden

Intitulé

Verordening kinderopvang Amsterdam

Inhoud

§ 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    het college: het College van Burgemeester en Wethouders;

  • b.

    de wet: de Wet kinderopvang;

  • c.

    de kinderopvang: de opvang zoals bedoeld in artikel 1, onder b, van de wet.

§ 2 Aanvraag van de tegemoetkoming

Artikel 2 Wie er een tegemoetkoming kan aanvragen.

Een ouder die behoort tot één van de categorieën, vermeld in artikel 22 van de wet, heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang, voorzover deze plaatsvindt in een kindercentrum of met inschakeling van een gastouderbureau, onder de in deze verordening vermelde voorwaarden.

Artikel 3 Te verstrekken gegevens bij de aanvraag

  • 1. Voor het doen van een aanvraag wordt gebruikgemaakt van een door het college vastgesteld formulier.

  • 2. Bij de aanvraag wordt overgelegd een offerte of contract van een kindercentrum of gastouderbureau dat in het in artikel 46 van de wet bedoelde register is opgenomen.

§ 3 Vaststelling van de tegemoetkoming

Artikel 4 Het besluit tot vaststellen van de tegemoetkoming

  • 1. Het college besluit over de aanvraag binnen acht weken na ontvangst daarvan.

  • 2. Het college kan zijn beslissing met ten hoogste vier weken verdagen. Het stelt de ouder hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 5 Weigeringsgronden

  • 1. Het college weigert de tegemoetkoming indien de ouder niet behoort tot een van de categorieën, vermeld in artikel 22 van de wet.

  • 2. Het college weigert de tegemoetkoming indien het kindercentrum of gastouderbureau niet is opgenomen in het in artikel 46 van de wet bedoelde register.

Artikel 6 Ingangsdatum en duur van de tegemoetkoming

  • 1. De tegemoetkoming wordt vastgesteld met ingang van de datum waarop de aanvraag voor de tegemoetkoming is ontvangen.

  • 2. Als op deze datum nog geen kinderopvang plaatsvindt, wordt de tegemoetkoming vastgesteld met ingang van de dag waarop de kinderopvang een aanvang neemt.

  • 3. De tegemoetkoming wordt vastgesteld voor de periode van maximaal een jaar.

Artikel 7 Intrekking van de vaststelling

Vaststelling van de tegemoetkoming wordt ingetrokken, zodra de ouder niet meer behoort tot een van de categorieën, vermeld in artikel 22 van de wet, of als de opvang niet meer plaatsvindt in een geregistreerd kindercentrum of met behulp van een geregistreerd gastouderbureau.

Artikel 8 Omvang van de kinderopvang

  • 1. Het college stelt de tegemoetkoming vast voor het aantal uren kinderopvang dat door de ouder is aangevraagd.

  • 2. In afwijking tot het eerste lid kan het college bij een ouder als bedoeld in artikel 24, eerste lid, onderdeel a, of tweede lid, onderdeel a, van de wet de tegemoetkoming vaststellen voor een aantal uren dat naar zijn oordeel redelijkerwijs noodzakelijk is voor de combinatie van arbeid en zorg.

Artikel 9 Inhoud van de beschikking

Het besluit tot vaststelling van een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang bevat in ieder geval:

  • a.

    de vaststelling tot welke van de gemeentelijke doelgroepen de ouder behoort;

  • b.

    de naam en de geboortedatum van het kind of de kinderen op wie de tegemoetkoming betrekking heeft;

  • c.

    de naam en het adres van het kindercentrum of gastouderbureau waar de kinderopvang plaatsvindt;

  • d.

    de periode en de omvang van de kinderopvang per tijdvak waarvoor de tegemoetkoming wordt vastgesteld;

  • e.

    de wijze waarop het bedrag van de tegemoetkoming wordt bepaald en het bedrag dat op basis hiervan wordt vastgesteld;

  • f.

    de wijze waarop de tegemoetkoming wordt uitbetaald, en g de verplichtingen waaronder de tegemoetkoming wordt vastgesteld.

§ 4 Te hoge of te lage tegemoetkoming

Artikel 10 Betaalbaarstelling van de tegemoetkoming

De tegemoetkoming wordt in maandelijkse termijnen betaalbaar gesteld nadat de ouder het contract met het kindercentrum of het gastouderbureau heeft overgelegd en nadat de kinderopvang een aanvang heeft genomen.

Artikel 11 Terugvordering van de tegemoetkoming

Indien na onderzoek blijkt dat een te hoog bedrag aan tegemoetkoming is uitbetaald, herziet het college het besluit tot vaststelling en vordert het teveel uitbetaalde bedrag terug.

Artikel 12 Verrekening van de tegemoetkoming

Indien na onderzoek blijkt dat de tegemoetkoming op een te laag bedrag is vastgesteld, herziet het college het besluit tot vaststelling en wordt het verschil tussen het bedrag waarop de aanvrager recht heeft en de feitelijk verstrekte tegemoetkoming binnen vier weken alsnog uitbetaald.

§ 5 Slotbepaling

Artikel 13 Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als: Verordening Kinderopvang Amsterdam (VKA).