Omgevingswetprogramma Cultuur en Erfgoed 2025-2028 provincie Utrecht

Geldend van 27-12-2024 t/m heden

Voorwoord

Het fundament van een gebouw zorgt voor stevigheid en stabiliteit. Maar dat fundament heeft wel onderhoud nodig, zodat het stevig blijft en niet verzakt. Op deze manier kijk ik naar het uitgangspunt van dit nieuwe beleidsprogramma voor de cultuur- en erfgoedsector. We willen behouden en versterken wat er de afgelopen jaren in gang is gezet. Dus blijven we investeren in het fundament van de sector, zoals onze monumenten, festivals, bibliotheken, cultuureducatie en het Provinciaal Archeologisch Depot. Dit geeft ruimte om onze inzet te verbreden naar ons immaterieel erfgoed, maritiem erfgoed, molens, archeologie, cultuurparticipatie en talentontwikkeling.

Tijdens de coronacrisis dreigde het fundament van onze cultuur- en erfgoedsector het te begeven. De scheuren in het beton waren niet meer dicht te smeren en de sector dreigde bijna letterlijk om te vallen. Dus niets doen was geen optie. Samen met de sector en onze partners hebben we gekeken wat er nodig was om ervoor te zorgen dat ze deze onzekere periode konden doorstaan. Het provinciale steun- en herstelpakket was geboren. En ik wil hier nogmaals een groot compliment geven aan iedereen die zich hiervoor heeft ingezet en keihard heeft gewerkt om het tot een goed einde te brengen. De sector heeft veel flexibiliteit, creativiteit en passie getoond!

Hoe gek het misschien ook klinkt, deze periode heeft ook goede dingen opgeleverd, zoals de versnelling van de digitalisering. En ook dat cultuur- en erfgoedinstellingen, gemeenten, fondsen, Rijk en provincie veel dichter tot elkaar zijn gekomen. Dit heeft onze samenwerking echt verstevigd en wat mij betreft houden we dit vast. Zo kunnen we de Cultuurregio zijn die we willen zijn en dat voelt goed!

De titel van dit nieuwe beleidsprogramma verwoordt waar het in onze cultuur- en erfgoedsector om draait; verbinding, inspiratie, toekomstbestendig en voor iedereen. De komende jaren wil ik deze woorden verder invulling geven. Dat kan ik niet alleen, daar heb ik u voor nodig! Zo willen we uitvoering gaan geven aan het Verdrag van Faro, waarbij het onder andere gaat over het openstaan voor ieders kijk op erfgoed. Hierdoor kunnen we meer mensen bij ons erfgoed betrekken en ontstaan er dialogen en verbindingen.

We gaan ook aan de slag om de ‘Fair Practice Code’ verder uit te werken. Deze gedragscode zorgt ervoor dat de randvoorwaarden voor werkenden in de cultuur- en erfgoedsector worden verbeterd. Verder breiden we cultuureducatie verder uit naar het voortgezet en speciaal onderwijs. We koesteren onze twee UNESCO werelderfgoederen en de talrijke rijksmonumenten in onze provincie. Onze inzet op de rijksmonumenten is verhoogd om zo de restauratie-achterstanden in te lopen.

Om dit alles te kunnen bereiken zullen we de uitdagingen die op ons pad komen, moeten aanpakken. Dat vraagt moed, creativiteit, doorzettingsvermogen, vertrouwen en samenwerking. Maar gezien wat we de afgelopen jaren met elkaar hebben bereikt, zie ik de toekomst van de cultuur- en erfgoedsector in de provincie Utrecht met vertrouwen tegemoet. Wat mij betreft ligt er een stevig fundament waar we verder op kunnen bouwen.

En u mag best weten; daar ben ik ongelofelijk trots op!

afbeelding binnen de regeling

Rob van Muilekom
Gedeputeerde Cultuur en Erfgoed

Samenvatting

Het bijzondere cultuur- en erfgoedaanbod in onze provincie kleurt ons dagelijks leven. Het maakt ons blij, wakkert onze interesse aan, zet aan het denken, prikkelt de verbeelding en zorgt dat we ons hier thuis voelen. Haast als vanzelfsprekend vult het onze wereld. Denk aan het uitgestrekte groene veenweidelandschap met middeleeuwse verkaveling, het UNESCO Werelderfgoed Hollandse Waterlinies met robuuste forten of aan de Utrechtse Heuvelrug met lommerrijke buitenplaatsen waar je heerlijk kan fietsen en wandelen. Of aan de vele gerenommeerde festivals, de grote aanwas aan talentvolle creatieve makers en de mooie educatieprojecten op scholen.

Onze ambitie
Een aantrekkelijke leefomgeving draagt bij aan het welzijn van mensen. Daarom zetten we ons als provincie in voor het behouden, benutten en beleven van erfgoed en een sterke en toegankelijke Utrechtse cultuursector. Want juist cultuur en erfgoed dragen bij aan het creëren van een fijne plek om te wonen en werken, aan de vorming van identiteit en een gevoel van verbondenheid. Daarmee maken we de provincie Utrecht aantrekkelijk als vestigingsplaats voor bedrijven en als bestemming voor toeristen. Zo zorgen we er met elkaar voor dat de regio Utrecht de meest competitieve, gezonde en inspirerende regio van Europa blijft. We zetten in op de volgende doelen:

  • In elke gemeente is een robuuste bibliotheekvoorziening en de Utrechtse bibliotheken werken beter samen waardoor zij meer inwoners bereiken.

  • De culturele infrastructuur is sterker door pluriformer en kwalitatief hoogwaardiger aanbod en diverser publiek.

  • Meer kinderen en volwassenen beoefenen en ervaren cultuur, zowel door cultuureducatie op school als cultuurparticipatie in de vrije tijd.

  • Erfgoed en archeologie zijn duurzamer behouden en beheerd.

  • Kwaliteit van de leefomgeving is sterker geworden door de kansen van ruimtelijk erfgoed te benutten.

  • Erfgoed is bekender en beleefbaarder gemaakt bij een groot en divers publiek.

  • UNESCO Werelderfgoederen Hollandse Waterlinies en Neder-Germaanse Limes zijn beter bekend, beleefbaar en zijn beter ingezet om de ruimtelijke kwaliteit te versterken.

Trends en ontwikkelingen
Bij het bereiken van die doelen hebben we ook te maken met trends en ontwikkelingen in de samenleving. Klimaatverandering, de energietransitie, druk op ruimte en natuur en het belang van brede welvaart hebben allemaal gevolgen voor cultuur en erfgoed. Net als het gevoel van een groter wordende groep mensen dat ze niet mee kunnen doen in onze maatschappij, gevoelens van financiële onzekerheid en de toenemende ongelijkheid in de samenleving. In dit beleidsprogramma voor de cultuur- en erfgoedsector houden we rekening met deze en andere trends en ontwikkelingen.

Rol van de provincie
Het behouden, benutten en beleven van erfgoed en het versterken van de culturele infrastructuur kan alleen als gemeenten, de provincie, het Rijk en de cultuur- en erfgoedsector goed samenwerken, samenhangend investeren en vernieuwen. Als provincie zijn we afwisselend opdrachtgever, subsidiegever, bevoegd gezag of partner. Deze rollen komen weer voort uit wettelijke taken, bestuurlijke afspraken of provinciaal beleid.

Wat we gaan doen
We werken hard om het gevarieerde cultuur- en erfgoedaanbod in onze provincie te behouden en te ontwikkelen. Zodat bijvoorbeeld elk kind een theatervoorstelling kan zien en iedereen gebruik kan blijven maken van de bibliotheek. Zodat we kunnen blijven slenteren door oude binnensteden, eeuwenoude kastelen kunnen bezoeken en het Romeinse Limespad kunnen lopen. In ons beleidsprogramma gaan we in op wat dit concreet betekent voor cultuur en erfgoed in onze provincie.

Cultuur
We willen dat iedereen kennis kan maken met cultuur, mee kan doen aan culturele activiteiten en zijn of haar talenten kan ontwikkelen. Daarom willen we een vitale en toegankelijke Utrechtse cultuursector in stand houden en versterken. Dit doen we door bij te dragen aan een voldoende, divers en toegankelijk aanbod om cultuur te beoefenen, beleven en ervaren. Daarnaast zetten we in op cultuureducatie en cultuurparticipatie. We doen dat voor de volgende onderdelen:

  • Cultuurregio Utrecht

  • Bibliotheken

  • Culturele festivals

  • Makers

  • Vitale cultuursector

  • Cultuureducatie

  • Cultuurparticipatie

Erfgoed
Inwoners en bezoekers genieten van de rijkdom aan erfgoed in onze provincie. Mooie buitenplaatsen, het UNESCO Werelderfgoed Hollandse Waterlinies of bijvoorbeeld de archeologische vindplaats Dorestad verbinden ons met de omgeving en het verleden. We zetten ons in voor een duurzame instandhouding van al dit mooie erfgoed. Een brede en meerstemmige betrokkenheid bij erfgoed is wat we nastreven. Iedereen moet mee kunnen doen. Ruimtelijke opgaven rond woningbouw, de energietransitie en mobiliteit maken ons erfgoed echter ook kwetsbaar. Het leidt soms tot lastige keuzes. Erfgoed speelt een belangrijke rol als een verbindende kracht tussen deze verschillende opgaven en als drager van de identiteit van een gebied. In dit programma ligt de focus dan ook op een omgevings- en mensgericht erfgoedbeleid. We richten ons hierbij op:

  • Gebouwd erfgoed

  • Archeologie

  • Ruimtelijk erfgoed

  • Streek- en kasteelmusea

  • Erfgoedparticipatie

  • UNESCO Werelderfgoed

Onze ambitie

Een aantrekkelijke leefomgeving draagt bij aan het welzijn van mensen. Daarom zetten we ons als provincie in voor het behouden, beleven en benutten van erfgoed en een sterke en toegankelijke Utrechtse cultuursector. Want juist cultuur en erfgoed dragen bij aan het creëren van een fijne plek om te wonen en werken, aan de vorming van identiteit en een gevoel van verbondenheid. Daarmee maken we de provincie Utrecht aantrekkelijk als vestigingsplaats voor bedrijven en als bestemming voor toeristen. Zo zorgen we er met elkaar voor dat de regio Utrecht de meest competitieve, gezonde en inspirerende regio van Europa blijft.

We zetten in op de volgende doelen:

  • In elke gemeente is een robuuste bibliotheekvoorziening en de Utrechtse bibliotheken werken beter samen waardoor zij meer inwoners bereiken.

  • Samen met gemeenten en partners is de culturele infrastructuur sterker door een pluriformer en hoogwaardig aanbod dat een diverser publiek aanspreekt en trekt.

  • Meer kinderen en volwassenen beoefenen en ervaren cultuur, zowel door cultuureducatie op school als cultuurparticipatie in de vrije tijd.

  • Erfgoed en archeologie zijn duurzamer behouden en beheerd.

  • Kwaliteit van de leefomgeving is sterker geworden door de kansen van ruimtelijk erfgoed te benutten.

  • Erfgoed is bekender en beleefbaarder gemaakt bij een groot en divers publiek.

  • UNESCO Werelderfgoederen Hollandse Waterlinies en Neder-Germaanse Limes zijn beter bekend, beleefbaar en zijn beter ingezet om de ruimtelijke kwaliteit te versterken.

Grote uitdagingen
Tegelijkertijd staan we met elkaar ook voor enkele grote uitdagingen: de landbouw- en energietransitie, klimaatadaptie en de woningbouwopgave. Dit maakt dat het nog urgenter wordt om goed op de kwaliteit van de leefomgeving te letten. Alleen zo kunnen we ook voor toekomstige generaties de leefbaarheid van de provincie garanderen. Cultuur en erfgoed spelen daarin een belangrijke rol. Erfgoed versterkt de ruimtelijke kwaliteit. Cultuur en erfgoed dragen bij aan het welzijn van mensen en de sociale samenhang in gemeenschappen. Met ons provinciale cultuur- en erfgoedbeleid geven we uitvoering aan de doelen in de provinciale Omgevingsvisie. We richten ons op het leveren van een bijdrage aan een prettige, leefbare omgeving, waarin we ons erfgoed behouden, benutten en beleefbaar maken. En de culturele infrastructuur versterken we met als doel iedereen de kans te geven mee te doen. De doelen en ambities uit de Omgevingsvisie zijn vertaald naar concreet beleid in dit Omgevingswet- programma Cultuur en Erfgoed. In de Nadere Kaderstelling Cultuur- en Erfgoedprogramma 2025-2028 zijn de aanvullende kaders en randvoorwaarden ten opzichte van de Omgevingsvisie vastgelegd.

» Download de Nadere Kaderstelling Cultuur- en Erfgoedprogramma 2025-2028 (pdf)
» Ga naar de Omgevingsvisie van de Provincie Utrecht

Hoofdstuk 1 Het belang van cultuur en erfgoed

Het bijzondere cultuur- en erfgoedaanbod in onze provincie kleurt ons dagelijks leven. Het maakt ons blij, wakkert onze interesse aan, zet aan het denken, prikkelt de verbeelding en zorgt dat we ons hier thuis voelen. Haast als vanzelfsprekend vult het onze wereld. Denk aan het uitgestrekte groene veenweidelandschap met middeleeuwse verkaveling, het UNESCO Wereld- erfgoed Hollandse Waterlinies met robuuste forten of aan de Utrechtse Heuvelrug met lommerrijke buiten- plaatsen waar je heerlijk kan fietsen en wandelen. Of aan de vele gerenommeerde festivals, de grote aanwas aan talentvolle creatieve makers en de mooie educatieprojecten op scholen. We geven hier 4 redenen waarom cultuur en erfgoed onmisbaar zijn voor een aantrekkelijke leefomgeving:

1. Verbondenheid en identiteit. Cultuur en erfgoed vergroten het gevoel van verbondenheid en dragen bij aan het vormen van een eigen identiteit. Zo vertelt erfgoed ons over onze gezamenlijke geschiedenis en het verbindt ons met vorige en volgende generaties, maar maakt ook elk gebied uniek. Erfgoed kan materieel zijn – denk aan de werfkelders in Utrecht of archeologische opgravingen als militaire resten – maar ook immaterieel in gebruiken en tradities van het bloemencorso in Leersum en de Pasar Malam in Leerdam tot de Sint-Maartenoptocht in Utrecht.

2. Erbij horen en je thuis voelen. Cultuur en erfgoed zijn belangrijke ingrediënten voor een aantrekkelijke fysieke en sociale leefomgeving. Dit heeft een positieve invloed op het welzijn en de gezondheid van mensen. Ze versterken het gemeenschapsgevoel, geven mensen het gevoel dat ze erbij horen en zich thuis voelen. Beleving en beoefening van cultuur dragen bij aan mentale en fysieke gezondheid en daarmee aan de veerkracht van het individu en de samenleving als geheel. Het heeft een positief effect op ons welzijn en kan bijdragen aan het oplossen van maatschappelijke problemen zoals het bestrijden van eenzaamheid of het versterken van de leefbaarheid in steden en dorpen. Cultuur bevordert de sociale cohesie en draagt bij aan de ontwikkeling van mensen.

3. Verruimt je blik. Erfgoed laat zien waar we vandaan komen en verbindt ons met het verleden. Cultuur verwondert, verrast, vermaakt, boeit en zet aan tot reflectie. Beide geven mensen handvatten om zichzelf, de ander en de wereld om zich heen te begrijpen. Cultuuruitingen geven op deze manier betekenis aan de manier waarop we met elkaar samenleven. Verbeeldingskracht en het vermogen om anders te kunnen kijken, kunnen van waarde zijn bij het oplossen van maatschappelijke vraagstukken.

4. Grote economische waarde. Laten we niet vergeten dat de sector de economie een grote impuls geeft. Bedrijven vestigen zich graag in een aantrekkelijke leefomgeving met veel erfgoed en cultuur. De cultuur- en erfgoedsector zelf biedt ook veel werkgelegenheid: in de provincie Utrecht is dat 4,3 procent van het totaal. En daar komen de positieve effecten op de omzet en werkgelegenheid van aanpalende sectoren als horeca, beveiliging, infrastructuur en techniek nog bij. Daarnaast oefenen ons erfgoed en culturele voorzieningen een grote aantrekkingskracht uit op binnenlandse en buitenlandse toeristen. Ook draagt de aanwezigheid van culturele voorzieningen bij aan het investerings- en vestigingsklimaat.

We werken hard om het gevarieerde cultuur- en erfgoed- aanbod in onze provincie te behouden en te ontwikkelen. Zodat iedereen terecht kan in een bibliotheek in de buurt en met de klas naar een museum kan. Zodat we kunnen blijven slenteren door oude binnensteden, eeuwenoude kastelen kunnen bezoeken en het Romeinse Limespad kunnen lopen.

Hoofdstuk 2 Trends en ontwikkelingen

Klimaatverandering, de energietransitie, druk op ruimte en natuur en het belang van brede welvaart hebben ook gevolgen voor cultuur en erfgoed. Net als het gevoel van een groter wordende groep mensen dat ze niet mee kunnen doen in onze maatschappij. We schetsen de trends en ontwikkelingen met de grootste gevolgen voor ons cultuur- en erfgoedbeleid hieronder.

Grote ruimtelijke opgaven
De landbouwtransitie, energietransitie, woningbouw- opgave en klimaatadaptatie vragen om grote ingrepen in onze leefomgeving. In het relatief kleine en dichtbevolkte Utrecht vergroten ze echter ook de druk op de beperkte ruimte. Dat levert spanningen op, maar ook kansen. Zo kunnen bij grote ruimtelijke ingrepen juist cultuur en erfgoed ingezet worden om de kwaliteit van de leefomgeving te behouden en versterken.

Verwachte bevolkingsgroei
De provincie Utrecht is een groeiende regio. Over dertig jaar wonen er naar verwachting 1,7 miljoen mensen in de provincie. Een kwart meer dan nu1. Al deze mensen moeten een plek krijgen en zich thuis voelen in een prettige omgeving. Daarnaast neemt de vraag naar toegankelijke culturele voorzieningen en beleefbaar erfgoed er ook door toe.

1. Onderzoek Twijnstra Gudde - Groeisprong Utrecht 2040

Corona en nieuwe crises
De coronatijd ligt alweer even achter ons, maar laat nog steeds diepe sporen na in de cultuur- en erfgoed- sector. Hoewel de sector zich staande heeft weten te houden tijdens de crisis, ging dat ten koste van de reserves en zijn er veel vrijwilligers afgehaakt. De sector vond inventieve manieren om het publiek toch te laten genieten van het culturele aanbod. Maar ondanks die veerkracht werd de sector gelijk na corona geconfronteerd met kostenstijgingen en de hoge inflatie. De instellingen worstelen met hoge energiekosten en een deel van het publiek haakt af door de stijgende ticketprijzen, met minder ‘gedurfd’ aanbod als gevolg.

Vooral de kleinere instellingen trekken minder publiek en minder vrijwilligers, wat de kloof tussen grote en kleine instellingen vergroot. Toch had de coronacrisis ook positieve kanten. Zo is er een toenemende behoefte aan buiten recreëren. Steeds meer mensen weten daardoor erfgoedlocaties als buitenplaatsen en het groene waterliniegebied te vinden en waarderen. Daarnaast heeft de gezamenlijke inspanning om de sector te ondersteunen tijdens de coronacrisis geleid tot een sterkere samenwerking tussen de drie overheden, maar zeker ook met de cultuursector en de fondsen.

Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt
Ook de cultuur- en erfgoedsector voelt de schaarste en personeelstekorten op de arbeidsmarkt. Met name als het gaat om het vinden van personeel voor technische functies en in de horeca. Voorlopig blijft dit nog voort- duren. Veel personeel is in coronatijd overgestapt naar andere sectoren en keert – voorlopig – niet terug. Daarbij helpt het niet dat de honorering in de sector achterblijft, waardoor het aantrekkelijker is om elders aan de slag te gaan. Inmiddels is de schaarste zo opgelopen dat sommige instellingen programmering annuleren. Voor jonge makers geldt juist het omgekeerde en is er gebrek aan werk doordat instellingen minder risicovol programmeren waardoor er minder ruimte is voor starters.

Gebrek aan capaciteit en deskundigheid bij gemeenten
Net als de cultuur- en erfgoedsector worstelen ook gemeenten met grote personeelstekorten. Bij bijna alle gemeenten is de formatie en het beschikbare budget voor cultuur en erfgoed niet toereikend. Zo blijkt uit de Monitor Erfgoedbeleid Utrechtse Gemeenten (MEBUG) van het Steunpunt Archeologie en Monumenten Utrecht dat de kennis en capaciteit van gemeenten voor de uitvoering van hun wettelijke taken op het gebied van erfgoed bij veel gemeenten ernstig tekortschiet. Dat leidt tot afkalving of afwezigheid van inhoudelijke kennis en expertise en tot problemen bij onder andere vergunningverlening, toezicht en handhaving. Ook op het gebied van cultuur is de capaciteit bij gemeenten vaak beperkt.

Financiële onzekerheid
Het Rijk bezuinigt vanaf 2026 sterk op de middelen voor gemeenten én provincies. Dat geeft onzekerheid bij alle bij cultuur en erfgoed betrokken partijen. De onzekerheid wordt versterkt door keuzes die een nieuw kabinet gaat maken. Omdat niet in de wet is vast- gelegd dat gemeenten en provincies verplichte taken hebben ten aanzien van cultuur – met uitzondering van bibliotheken – zijn deze budgetten extra gevoelig voor bezuinigingen. Door transities in het sociaal domein – zoals de jeugdzorg – hebben gemeenten er bovendien taken bijgekregen. Omdat deze transities op zichzelf gepaard gingen met bezuinigingen, legt dit een grote financiële druk op de gemeenten. Dit zorgt voor gedwongen bezuinigingen op andere beleidsvelden, waaronder cultuur.

Digitalisering
Sinds corona heeft de digitalisering van het cultuur- en erfgoedaanbod een behoorlijke vlucht genomen: van het bereiken van nieuwe doelgroepen met gedigitaliseerde collecties tot het livestreamen van voorstellingen. Hoewel deze trend een verrijking is voor de sector, heeft een digitale beleving een andere waarde dan een fysieke beleving. Ook wordt vaker gewerkt met social media, marketingdata en nieuwe technologische toepassingen zoals artificial intelligence. De keerzijde van digitalisering is dat het juist voor kleine(re) en veelal door vrijwilligers gerunde organisaties ingewikkeld is om aangehaakt te blijven. Zij hebben beperkte capaciteit en middelen om digitale innovaties te implementeren en benutten.

Diverse samenleving en toenemende ongelijkheid
De bevolkingssamenstelling van de provincie Utrecht is de afgelopen decennia aanzienlijk veranderd. Zo is de samenleving steeds gevarieerder geworden in achtergrond, leeftijd, opleidingsniveau, godsdienst, genderidentiteit en seksuele voorkeur. Daarom is het belangrijk dat we als sector onze blik blijven verbreden. Daarnaast leidt toenemende ongelijkheid tot groeiende polarisatie. Cultuur en erfgoed kunnen hier positief aan bijdragen door te zorgen voor meer verbinding en sociale cohesie. Ook de verhouding tussen oud en jong in Nederland verandert enorm de komende jaren. Zo zijn er straks steeds meer 65-plussers en neemt het aandeel werkenden af.

Hoofdstuk 3 Rol van de provincie

Het behouden, benutten en beleefbaar maken van erfgoed en het versterken van de culturele infrastructuur kan alleen als gemeenten, de provincie, het Rijk en de cultuur- en erfgoedsector goed samenwerken, samenhangend investeren en vernieuwen. Op deze manier is ieders inzet effectiever. Elke partij heeft hierin een eigen rol en verantwoordelijkheid:

  • Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het in stand houden van en de toegankelijkheid tot lokale culturele voorzieningen zoals theaters, bibliotheken en kunstencentra. Gemeenten zijn bepalend voor de uitvoering en het behoud van ons erfgoed. Dat doen zij door hun erfgoed- beleid, door rekening te houden met erfgoed in ruimtelijk beleid en hun rol als bevoegd gezag bij de vergunning- verlening voor het wijzigen van rijksmonumenten.

  • Het Rijk zorgt voor een landelijke infrastructuur door culturele instellingen met een landelijk belang te ondersteunen en extra te investeren op specifieke sectoren zoals cultuureducatie en talentontwikkeling. Het Rijk stelt wettelijke kaders op met betrekking tot bescherming van ons erfgoed en welke verantwoordelijkheden provincies en gemeenten hebben. Daarnaast stimuleert het Rijk de zorg voor het cultureel erfgoed, bijvoorbeeld door subsidies en leningen.

  • Als provincie voeren we wettelijke taken uit en scheppen we de juiste condities en randvoorwaarden op regionaal niveau, zodat we – samen met het Rijk en aanvullend op gemeenten – zorgen dat op lokaal niveau ambities worden waargemaakt. We slaan een brug tussen het landelijke en het (boven)lokale perspectief door landelijk beleid te vertalen naar de lokale context en door samen met Utrechtse gemeenten op te trekken in de samenwerking en afstemming met het Rijk. We nemen ook een actieve rol in door te participeren, te stimuleren en regisseren. Zo participeren we bijvoorbeeld in de grote transitieopgaven om ruimtelijke erfgoedkwaliteiten te borgen. En matchen we conform de bestuurlijke afspraken met het IPO het rijksbudget voor de restauratie van rijksbeschermde monumenten, uitgezonderd woonhuizen. We stimuleren door onder andere initiatieven die de bekendheid en het beleven van erfgoed vergroten financieel te ondersteunen en we nemen de regie als het gaat om het starten en versterken van samenwerkingsverbanden. Bijvoorbeeld tussen culturele instellingen.

Uit het bovenstaande volgt dat we als provincie op het gebied van cultuur en erfgoed afwisselend opdracht- gever, subsidiegever, bevoegd gezag of partner zijn. Deze rollen komen weer voort uit wettelijke taken, bestuurlijke afspraken of provinciaal beleid. We lichten hieronder toe wat onze wettelijke taken zijn, hoe die zich verhouden tot ons beleid en wat dat betekent voor de uitvoering van het beleid.

Wettelijke taken
We hebben wettelijke taken die vooral bedoeld zijn om erfgoed te behouden en de toegang tot bibliotheken te garanderen:

  • We beoordelen ontwikkelingen van en wijzigingen aan omgevingsplannen op basis van de provinciale Omgevingsverordening en Omgevingsvisie.

  • Bij het afgeven van ontgrondingsvergunningen toetsen we op aanwezige cultuurhistorische waarden, zoals archeologische vindplaatsen.

  • Gemeenten moeten ons vanuit de Erfgoedwet om advies vragen bij wijzigingen aan rijksmonumenten buiten de bebouwde kom.

  • Het in stand houden van een provinciaal archeologisch depot is een wettelijke taak.

  • Vanuit onze rol als interbestuurlijk toezichthouder houden we – onder andere met betrekking tot bibliotheken en erfgoedbeleid – toezicht op de uitvoering van wettelijke taken door gemeenten, waterschappen en van gemeenschappelijke regelingen.

  • We hebben vanuit de Bibliotheekwet een wettelijke taak – en vanaf 2026 de wettelijke plicht – voor de distributie van materialen door middel van inter- bibliothecair leenverkeer en voor de innovaties bij de lokale bibliotheek.

  • We zijn samen met het Rijk en gemeenten verantwoordelijk voor het netwerk van openbare bibliotheekvoorzieningen.

  • De provincie heeft een wettelijke taak ervoor te zorgen dat de kernkwaliteiten van de bovengemeentelijke structuren van de Neder-Germaanse Limes en de Hollandse Waterlinies als UNESCO Werelderfgoed niet worden aangetast.

Toelichting
Werken onder de Omgevingswet
Er spelen in ons land grote, complexe opgaven die een beroep doen op onze schaarse ruimte. Denk aan opgaven rond klimaat, energie, water en bodem en de transitie van het landelijk gebied. Deze opgaven vragen om een gebiedsgerichte en integrale manier van werken. Daarom komen binnen de Omgevingswet veel beleidsdomeinen, activiteiten en onderwerpen samen. Dat betekent dat bij grotere ruimtelijke ontwikkelingen en projecten de samenhang tussen verschillende onderwerpen wordt bekeken en verschillende perspectieven en belangen worden afgewogen. Binnen de Omgevingsvisie van de provincie Utrecht zijn zeven samenhangende beleidsthema’s beschreven, waarvan het thema “Levend landschap, cultuur en erfgoed” er een van is. In de Bijlage Integrale aanpak in het kader van de Omgevingsvisie beschrijven we hoe ons Cultuur- en Erfgoedprogramma aansluit bij de andere thema’s uit de Omgevingsvisie.

Toelichting
Communicatiestrategie
We kunnen alleen zorgen dat cultuur en erfgoed wordt meegenomen bij grote ruimtelijke en maatschappelijke opgaven als het nut en de noodzaak daarvan bij iedereen bekend zijn. Daarom vormt communicatie een cruciaal onderdeel van het Cultuur- en Erfgoedprogramma. Heldere communicatie zorgt voor betrokkenheid, draagvlak, enthousiasme en kennis over cultuur en erfgoed. Het gaat hierbij om zowel communicatie met interne doelgroepen als om communicatie met externe doelgroepen.
We dragen daarbij consequent de boodschap uit dat cultuur en erfgoed bijdragen aan de prettige, gezonde leefomgeving in de provincie Utrecht.

Beleid
Naast onze wettelijke taken hebben we ook een eigen cultuur- en erfgoedbeleid. We richten ons hierin op het leveren van een bijdrage aan een prettige, leefbare omgeving, waarin we ons erfgoed behouden, benutten en beleefbaar maken. En de culturele infrastructuur versterken met als doel iedereen de kans te geven mee te doen. In de Omgevingsvisie staan onze doelen en ambities met betrekking tot cultuur en erfgoed beschreven. Aanvullend hierop zijn er in het coalitieakkoord ook ambities geformuleerd voor de komende collegeperiode. Die doelen en ambities zijn vertaald naar concreet beleid in dit Omgevingswetprogramma Cultuur en Erfgoed. In de Nadere Kaderstelling zijn de aanvullende kaders en randvoorwaarden ten opzichte van de Omgevingsvisie vastgelegd.

» Omgevingsvisie Provincie Utrecht
» Nadere Kaderstelling Cultuur- en Erfgoedprogramma 2025-2028
» Coalitieakkoord 2023 -2027 | Aan de slag voor Utrecht

Uitvoering en monitoring
Een aantal organisaties geeft mede uitvoering aan de provinciale beleidsdoelen en draagt daarmee bij aan de provinciale ambities. Deze organisaties verlenen wij op dit moment al dan niet meerjarig een exploitatiesubsidie. In een aantal gevallen gaat dit via een subsidieregeling, zoals bij de festivals en de molens. In andere gevallen wijzen wij organisaties aan om een aanvraag in te dienen en noemen wij deze organisaties partnerorganisaties. We doen dat vanwege de specifieke expertise van de organisatie en om de continuïteit in beleid en uitvoering te kunnen waarborgen. Het gaat op dit moment om de volgende organisaties:

  • Kunst Centraal (cultuureducatie)

  • Bibliotheek ServiceCentrum (bibliotheken)

  • ZIMIHC (cultuurparticipatie)

  • Jeugdfonds Sport en Cultuur (cultuurparticipatie)

  • De Kunstbende (cultuurparticipatie)Makershuizen KOSMIK, Het Huis en de Coöperatie (talentontwikkeling)

  • Landschap Erfgoed Utrecht (bekend en beleefbaar maken erfgoed)

  • Monumentenwacht Utrecht (behoud en beheer erfgoed)

  • Utrechts Landschap (behoud en beheer erfgoed)

  • Steunpunt Archeologie en Monumenten Utrecht (ondersteuning gemeentelijk erfgoedbeleid)

De inzet van deze organisaties wordt bij de inhoudelijke onderwerpen verder toegelicht. In de ‘Leidraad Exploitatiesubsidies’ leggen we uit hoe we met deze organisaties samenwerken en hoe verantwoording en evaluatie plaatsvinden. Daarnaast leggen we in de beschikkingen vast op welke manier deze organisaties bijdragen aan onze doelen en prestatie-indicatoren. We blijven de samenwerking constant monitoren en evalueren. Afhankelijk hiervan kunnen afspraken met de partnerorganisaties tijdens de beleidsperiode worden aangepast. Subsidies kunnen in dat geval al dan niet gedeeltelijk worden afgebouwd als de beschikkingsperiode is verstreken. Afhankelijk van het doel, omvang en looptijd van de subsidie wordt de leidraad volledig of gedeeltelijk toegepast.

De provincie heeft een speciale, directe rol als het gaat om de werelderfgoederen de Neder-Germaanse Limes en de Hollandse Waterlinies. Als zogenaamde Siteholder (beheerder) is de provincie verantwoordelijk voor de bescherming en het uitdragen van deze werelderfgoederen. De interbestuurlijke afspraken over de Siteholders zijn vastgelegd in de gemeenschappelijke regelingen.

Monitoring van het Cultuur- en erfgoedprogramma vindt continu plaats, bijvoorbeeld door middel van gesprekken met gesubsidieerde instellingen en verantwoording op prestatie-indicatoren. Ook voeren we gedurende de looptijd van het programma een tussenevaluatie uit, waarmee we inzichtelijk maken welke resultaten we geboekt hebben op onze beleidsdoelen en of beleid tussentijds moet worden herijkt. De belangrijkste monitorings- en evaluatieresultaten zijn openbaar toegankelijk.

Het verzamelen van data zoals in de monitor Omgevingsvisie, Monitor Cultuur & Erfgoed en de Erfgoedmonitor helpen ons ook bij de monitoring van ons beleid. Data zijn ook belangrijk om de cultuur- en erfgoedsector te versterken. Het kan voor kleinere instellingen echter moeilijk zijn om data te verzamelen, terwijl zij met behulp van data wel beter inzicht kunnen krijgen in hun publieksbereik en beter kunnen anticiperen op ontwikkelingen. Daarom werken we in de komende periode een strategie uit voor het inzetten van data als instrument voor de sector en voor het monitoren van ons eigen beleid.

Hoofdstuk 4 Cultuur

Inleiding

Het deelnemen aan, beleven of maken van kunst en cultuur laat mensen tot bloei komen. Het geeft betekenis aan wie we zijn en hoe we samenleven. We willen dat iedereen kennis kan maken met cultuur, mee kan doen aan culturele activiteiten en zijn of haar talenten kan ontwikkelen. Het is daarom onze ambitie om een vitale en toegankelijke Utrechtse cultuursector in stand te houden en te versterken. Dit doen we op twee manieren:

  • Voldoende, divers en toegankelijk aanbod. Ten eerste dragen wij eraan bij dat er voldoende, divers en toegankelijk aanbod is om cultuur te beoefenen, beleven en ervaren. We richten ons daarbij op bibliotheken, festivals en makers. Maar we zetten ook sectorbreed in op het stimuleren van innovatie, kennisdeling, netwerkvorming en het aanbieden van opleidingstrajecten. Zo maken we de sector wendbaar, weerbaar en zo veel mogelijk zelfredzaam.

  • Cultuureducatie en cultuurparticipatie. Ten tweede zetten we in op cultuureducatie en cultuurparticipatie. Zo dragen we eraan bij dat zoveel mogelijk mensen mee kunnen doen met ons brede culturele aanbod en zoveel mogelijk kinderen kennis kunnen maken met cultuur en erfgoed.

Wij werken vanuit onze rol aanvullend op en in afstemming met gemeenten en het Rijk. Om deze samenwerking en afstemming goed vorm te geven en kansen voldoende te benutten, faciliteren we het netwerk van alle gemeenten en de provincie binnen de Cultuurregio Utrecht. In de volgende paragrafen zetten we uiteen hoe onze inzet er op deze onderdelen uitziet.

4.1 Cultuurregio Utrecht

Om onze ambities waar te kunnen maken, werken we in regionaal verband samen. Dat doen we via de Cultuurregio Utrecht. De Cultuurregio Utrecht is een gelijkwaardig samenwerkingsverband tussen alle gemeenten en de provincie. Binnen de Cultuurregio Utrecht wordt cultuur- en erfgoedbeleid afgestemd. Daarnaast wordt er samengewerkt aan een vitale en toegankelijke cultuur- en erfgoedsector. We zijn zo beter in staat ontwikkelingen in de regio op elkaar te laten aansluiten en deze onder de aandacht te brengen van het Rijk. Daarnaast werken gemeenten ook onderling samen in projecten of door kennis te delen en oplossingen te zoeken voor gezamenlijke vraagstukken. Sinds 2020 wordt er bijvoorbeeld binnen de Cultuurregio samengewerkt aan een project om meer fysieke ruimte voor makers in de provincie mogelijk te maken. In de komende beleidsperiode brengen we de omvangvan de culturele voorzieningen in beeld en bekijken we samen met de gemeenten wat er nodig is om deze mee te kunnen laten groeien met de bevolkingsgroei.

Onafhankelijke regisseur
Als provincie maken we deel uit van dit samenwerkingsverband en faciliteren we vanuit onze bovenregionale rol het netwerk van gemeenten door bijvoorbeeld een onafhankelijke regisseur aan te stellen. Deze regisseur heeft als taak onze gezamenlijke belangen bij het Rijk te vertegenwoordigen en te bevorderen en haalt actief vraagstukken op bij gemeenten. Daarnaast organiseren we samen met gemeenten verschillende ambtelijke en bestuurlijke bijeenkomsten over ontwikkelingen en kansen voor de regio en versturen we een nieuwsbrief.

Intensievere samenwerking met het Rijk
In de komende beleidsperiode onderzoeken we de mogelijkheden voor een nog intensievere samenwerking met het Rijk. Daarbij richten we ons op de ambitie van het Rijk om met ons en de 18 andere cultuurregio’s in Nederland samen te werken, voornamelijk op het vlak van talentontwikkeling en het toegankelijker maken van het cultuuraanbod. Tot slot gaan we ons huidige cultuurprofiel ‘Eeuwig Jong’ actualiseren.

4.2 Bibliotheken

De bibliotheek is een belangrijke plek voor alle inwoners van Utrecht. Van elke leeftijd, sociale klasse, inkomen of achtergrond. De bibliotheek is er niet alleen voor het lenen en lezen van boeken. Het is ook een plek waar inwoners samenkomen, elkaar ontmoeten en zich kunnen ontwikkelen. Waar iedereen terecht kan voor een taalcursus of een cursus digitale vaardigheden in het (digi)Taalhuis. Waar je bij het Informatiepunt Digitale Overheid (IDO) geholpen wordt met vragen over digitale (overheids) informatie, zoals huurtoeslag, werk en belastingen. Een leeromgeving waar kinderen en jongeren uit kwetsbare thuissituaties terecht kunnen voor taal- en talentontwikkeling.

Een sterk verbindende maatschappelijke kracht
De provincie Utrecht telt 9 bibliotheekorganisaties, met bijna 80 vestigingen, servicepunten en afhaalpunten verspreid over de steden en dorpen. Bibliotheken zijn van groot belang voor de leefbaarheid van kleine kernen in onze provincie. Ook vormen bibliotheken door de samenwerking met andere organisaties – zoals wijkcentra, het UWV, het onderwijs, zorgverleners en welzijnsinstellingen – een sterk verbindende maatschappelijke kracht. Daarom bevindt steeds meer bibliotheekaanbod zich ook buiten de muren van de vestiging en binnen de sociale leefwereld van inwoners via Informatiepunten Digitale Overheid (IDO) op locatie, (voor)leesactiviteiten op plekken waar ouders met kinderen komen en een toenemend aantal Bibliotheken op School en Boekstartlocaties.

Verbeteren van basisvaardigheden
De bibliotheek heeft een belangrijke rol bij het verbeteren van basisvaardigheden. Bibliotheken werken daarom in gemeentelijke netwerken aan de Gemeentelijke Gezinsaanpak Geletterdheid. Onder andere via taalhuizen, taalpunten en gratis online cursussen. Verder wordt er door meerdere bibliotheekorganisaties samengewerkt op verschillende vlakken, zoals de inzet van personeel. Zo zijn bibliotheken flexibeler en slagvaardiger en kunnen ze beter inspelen op maatschappelijke vraagstukken.

Een samenleving waarin iedereen mee kan doen
Kortom, de bibliotheek is een laagdrempelige en waardevrije basisvoorziening voor en van alle inwoners en levert een grote bijdrage aan maatschappelijke opgaven. De bibliotheek werkt daarbij samen met maatschappelijke partners, bijvoorbeeld in het sociaal domein. De impact van het netwerk groeit als bibliotheken robuust en volwaardig zijn. Maar hier liggen ook de uitdagingen: het bibliotheeknetwerk is kwetsbaar, onder andere doordat de financiën bij gemeenten onder druk staan. Investeren in de bibliotheek is investeren in een samenleving waarin iedereen mee kan doen. Daar gaan wij voor.

Toelichting
Bibliotheekwet en bibliotheekconvenant
Openbare bibliotheken hebben een aantal functies en verplichtingen die volgen uit de Bibliotheekwet. Zo vervullen bibliotheken de volgende 5 functies:
• Kennis en informatie ter beschikking stellen
• Mogelijkheden bieden voor ontwikkeling en educatie
• Lezen en leesplezier bevorderen
• Ontmoetingen en debatten organiseren
• Iedereen laten kennismaken met kunst en cultuur

Daarnaast volgt uit het het bibliotheekconvenant dat bibliotheken zich richten op de volgende 3 maatschappelijke opgaven:
• Geletterde samenleving | bevorderen geletterdheid en leesplezier
• Participatie in informatiesamenleving | digitale inclusie en digitaal burgerschap
• Leven lang ontwikkelen | basisvaardigheden en blijvende inzetbaarheid

Provincies hebben vanuit de Bibliotheekwet de taak – en vanaf 2026 de wettelijke plicht – om te zorgen voor het interbibliothecair leenverkeer – logistiek en collectie – en de ontwikkeling van innovaties bij de lokale bibliotheken. Daarnaast zijn we samen met het Rijk en gemeenten verantwoordelijk voor het netwerk van openbare bibliotheekvoorzieningen. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de fysieke bibliotheek. Ook gemeenten krijgen hiervoor vanaf 2026 een zorgplicht.

› Wat we willen bereiken

Wij blijven ons inzetten voor een sterk en toegankelijk Utrechts bibliotheeknetwerk. We zijn daarin een belangrijke schakel tussen de gemeenten en het Rijk. We ondersteunen en faciliteren het functioneren van het bibliotheeknetwerk – logistiek en ICT – en de doorontwikkeling en vernieuwing van de maatschappelijke-educatieve bibliotheekfunctie. Als provincie zien we graag dat bibliotheken voor nog meer impact zorgen door voor iedere inwoner relevant, dichtbij en toegankelijk te zijn, door samen met anderen te werken aan het verbeteren van basisvaardigheden en in te zetten op participatie van inwoners. Concreet zijn onze doelen:

  • Een robuuste bibliotheekvoorziening in elke gemeente waar zoveel mogelijk inwoners gebruik van kunnen maken.

  • Utrechtse bibliotheken functioneren als één netwerk dat met elkaar samenwerkt in de verdere transitie naar de maatschappelijke bibliotheek.

› Wat we nu doen

Wij zetten onze partnerorganisatie – het Bibliotheek Service Centrum (BiSC) – in om het bereik en gebruik en daarmee de maatschappelijke impact van de bibliotheek te vergroten. BiSC werkt voor alle openbare bibliotheken in de provincie Utrecht en voert de wettelijke taak van de provincie uit. BiSC verzorgt de logistiek van de gezamenlijke collectie en ondersteunt bibliotheken op het gebied van educatie, innovatie, ICT-beheer, en organisatieontwikkeling. Dit helpt bibliotheken bij de doorontwikkeling en vernieuwing van de bibliotheekfunctie en bij het uitvoeren van de drie maatschappelijke opgaven uit het landelijke bibliotheekconvenant.

› Wat we gaan doen

Wij geven bibliotheken de mogelijkheid om hun maatschappelijke, culturele en educatieve functie verder te ontwikkelen en verankeren. Wij blijven BiSC ondersteunen om dit te realiseren. Onze wettelijke taak is hierbij het uitgangspunt, net als de drie maat- schappelijke opgaven uit het bibliotheekconvenant. Een sterk bibliotheeknetwerk waar de basis op orde is, is een voorwaarde voor het doorgroeien naar de functie van maatschappelijke bibliotheek. Met BiSC als netwerkondersteuner faciliteren we als provincie processen, projecten en experimenten die bibliotheken samen uitvoeren.

  • Verbeteren basisvaardigheden. Als provincie stimuleren we de rol die bibliotheken hebben bij het verbeteren van basisvaardigheden, waaronder het verminderen van laaggeletterdheid. De nadruk ligt hierbij op het bereiken van inwoners met Nederlands als eerste taal (NT1’ers). Naast de inzet vanuit het bibliotheekbeleid zijn in het Coalitieakkoord 2023-2027 bij de Sociale Agenda extra middelen voor het verbeteren van basisvaardigheden beschikbaar gekomen. We werken hierin nauw samen met bibliotheken, BiSC, de Utrecht Talent Alliantie en het programma Vitale Wijken. Ook zal hierbij de samenwerking met de Actieagenda Vitale Samenleving worden gezocht.

Voorbeeld
Stimuleren van actief burgerschap
Steeds meer inwoners voelen zich niet in staat of uitgenodigd om actief mee te denken, praten en doen in de samenleving. Dat kan komen door moeite met het verwerken van veel of complexe informatie, gebrek aan vertrouwen of perspectief of gebrek aan een sociaal netwerk. Bibliotheken stimuleren inwoners zich te ontwikkelen tot een ‘actief burger’ en mee te doen met het vormgeven van de samenleving. Dat doen ze door het faciliteren van ontmoeting, dialoog en participatie, het delen van betrouwbare kennis en informatie over kwesties als de energietransitie en verkiezingen en door te zorgen voor gemeenschapsgevoel en sociale verbinding. Ook kunnen bibliotheken overheden helpen bij participatietrajecten.

  • Vernieuwing bibliotheeksysteem. Op dit moment subsidieert de provincie deels het automatiseringssysteem van de lokale bibliotheken. Dat doen we om ervoor te zorgen dat de basis bij de bibliotheken op orde is. Het contract met de huidige software- leverancier loopt echter af. BiSC organiseert samen met andere provinciale instellingen de Europese aanbesteding voor een nieuw bibliotheeksysteem. Het huidige systeem is gericht op de klassieke bibliotheektaken zoals het uitlenen van boeken. We willen in Nederland toe naar een standaard basissysteem dat eenvoudig te koppelen is met andere informatiesystemen. Bibliotheken kunnen zo beter inspelen op de behoeften van bezoekers. In de komende periode onderzoeken we met de bibliotheken en BiSC hoe het nieuwe bibliotheeksysteem bijdraagt aan de innovatie en doorontwikkeling van de maatschappelijke bibliotheek. En of – en in welke vorm – onze bijdrage voor automatisering gehandhaafd blijft of dat deze middelen geleidelijk voor andere bibliotheekinnovaties kunnen worden ingezet.

  • Utrechtse ontwikkelagenda. De komende periode willen we de samenwerking tussen BiSC en de Utrechtse bibliotheken bekrachtigen in een Utrechtse ontwikkelagenda. De transitie naar de maatschappelijke bibliotheek vraagt om nauwere samenwerking, kennisdeling, innovatieve concepten, impactonderzoek en een vernieuwde bedrijfsvoering. BiSC coördineert het proces om samen met de Utrechtse bibliotheken de belangrijkste thema’s en speerpunten in de ontwikkelagenda op te nemen. Ook de inzet van de provinciale subsidie voor innovatie en ontwikkeling wordt in deze agenda uitgewerkt.

  • Invullen zorgplicht. Met de wijziging van de Bibliotheekwet komt er ook een zorgplicht voor gemeenten en provincies: gemeenten zijn verantwoordelijk voor de fysieke bibliotheek en provincies voor de ondersteuning van het netwerk. Vanuit onze rol als interbestuurlijk toezichthouder gaan we met gemeenten in gesprek over het invullen van de zorgplicht.

  • Beter bereiken van kleine dorpen en kernen. Bibliotheken zijn wijdverbreid in de regio. Ook op plekken waar geen bibliotheekvoorzieningen zijn, worden activiteiten georganiseerd. Toch is het belangrijk om te onderzoeken op welke manier inwoners van kleine dorpen en kernen nog beter bereikt kunnen worden. In 2024 zullen we dit verder uitwerken. Ook zal hierbij de samenwerking met de Actieagenda Vitale Samenleving worden gezocht.

› Hoe we dat doen

We subsidiëren partnerorganisatie BiSC. BiSC werkt voor alle openbare bibliotheken in de provincie Utrecht en voert de wettelijke taak van de provincie uit. Daarnaast is er vanuit de Sociale Agenda budget beschikbaar voor het verbeteren van basisvaardigheden. BiSC en de bibliotheken spelen hierbij een belangrijke rol.

Voorbeeld
Digitale overheid
We zien dat een deel van de samenleving onvoldoende toegang heeft tot (digitale) informatie en nauwelijks beschikt over vaardigheden om deze informatie goed te verwerken. Omdat inwoners steeds meer zaken digitaal moeten regelen levert dat problemen op. Denk aan het doen van belastingaangifte, een afspraak maken bij de gemeente of huurtoeslag aanvragen. Veel mensen weten niet hoe dit moet of vinden het moeilijk. Elke bibliotheek heeft een Informatiepunt Digitale Overheid en biedt cursussen aan voor het ontwikkelen van digitale vaardigheden om burgers op weg te helpen met de digitale overheid.

Voorbeeld
Laaggeletterdheid
Nederland telt circa 2,5 miljoen mensen van 16 jaar en ouder die niet goed kunnen lezen, schrijven en/of gebruikmaken van digitale technologie en informatie. In Utrecht komt dit neer op 7% van de bevolking. Het gaat hier om mensen die Nederlands als moedertaal hebben en in Nederland zijn geboren (NT1’ers) en mensen die een andere taal als moedertaal hebben en niet in Nederland zijn geboren (NT2’ers). Het effect van laaggeletterdheid is groot doordat mensen niet helemaal kunnen meekomen in de samenleving. Het wordt bovendien van generatie op generatie overgedragen. Iemand die laaggeletterd is, heeft grotere kans op schooluitval, werkloosheid, gezondheidsproblemen en financiële problemen. Daarom is één van de speerpunten van de bibliotheken en de samenwerkingspartners om te helpen bij het verminderen van (digitale) laaggeletterdheid.

Verder lezen
» Bekijk het Bibliotheekconvenant op debibliotheken.nl
» Lees meer over de Bibliotheekwet op debibliotheken.nl
» Lees meer over BiSC Utrecht op biscutrecht.nl

4.3 Culturele festivals

Er is in onze provincie een veelzijdig en kwalitatief hoogwaardig aanbod aan culturele festivals op het gebied van theater, muziek, dans, film en street art, variërend van kleinere regionale festivals tot grootschalige festivals met internationale aantrekkingskracht. Culturele festivals met een artistieke missie leveren een belangrijke bijdrage aan de diversiteit van het cultuuraanbod in de provincie, zowel in steden als Utrecht en Amersfoort als in de kleinere gemeenten. Daarnaast zijn deze festivals een belangrijk onderdeel van de culturele infrastructuur die ervoor zorgt dat kunstdisciplines en makers zich kunnen ontwikkelen. Zij voeren educatieve programma’s uit en realiseren kennis- en netwerkbijeenkomsten voor professionals uit het betreffende vakgebied. Daarom blijven we deze festivals ondersteunen.

Nieuwe niches in de festivalsector
We zien daarnaast dat er zowel op landelijk als provinciaal niveau nieuwe niches in de festivalsector zijn ontstaan. Een aantal van deze festivals met een artistiek concept beweegt zich ook in niet geïnstitutionaliseerde netwerken. Het gaat dan bijvoorbeeld om festivalorganisaties in de elektronische en street art culture scene. Zij vertegenwoordigen voor een flink deel nieuwe en daarmee diverse publieksgroepen en makers. Ook zien we dat er meer multidisciplinaire festivals worden georganiseerd.

Kwetsbaarheden
De afgelopen jaren heeft de coronacrisis een aantal kwetsbaarheden binnen de festivalsector blootgelegd. Zo zijn kleine organisaties sterk afhankelijk van projectfinanciering en is de continuering van een festival in gevaar als die financiering wegvalt. Daarnaast zijn de ontwikkelingen rondom eerlijke betaling – Fair Pay – en forse kostenstijgingen actuele thema’s. Dat betekent dat bij gelijkblijvende budgetten de continuering van veel festivals niet gegarandeerd is.

› Wat we willen bereiken

We willen dat het veelzijdige en kwalitatief hoogwaardige aanbod van culturele festivals met een artistieke missie in onze provincie (zoveel mogelijk) behouden blijft omdat zij een belangrijk en laagdrempelig onderdeel zijn van onze culturele infrastructuur voor zowel makers als publiek. Daarbij willen we de komende periode festivals ondersteunen bij de implementatie van de gedragscodes Fair Practice en Diversiteit en Inclusie, en bij de ontwikkeling van hun organisatie door te experimenteren en te innoveren. Op deze manier willen we festivals ondersteunen om bovenstaande uitdagingen zoveel mogelijk het hoofd te bieden. Tegelijkertijd vinden we het van belang dat de kwaliteit van de festivals wordt gewaarborgd. Concreet is ons doel: door culturele festivals met een artistieke missie te ondersteunen bijdragen aan een veelzijdig en kwalitatief hoogwaardig cultuuraanbod dat aansluit bij diverse publieksgroepen en de ontwikkeling van makers.

› Wat we nu doen

Veel festivals in de provincie worden internationaal erkend, andere zijn meer landelijk of juist heel lokaal gericht. Hoewel de meeste festivals plaatsvinden in de steden Utrecht en Amersfoort, is zowel kwali- tatief als kwantitatief het aanbod in de hele regio toegenomen. Daarnaast is samenwerking en kennisdeling op zowel artistiek als organisatorisch vlak de afgelopen jaren onder de vlag van het Utrechts Festival Overleg (UFO) sterk gegroeid. We zien dat festivals onderling de samenwerking hebben versterkt, maar ook de samenwerking opzoeken met andere culturele instellingen, bijvoorbeeld op het gebied van talentontwikkeling. Ook vindt er de afgelopen jaren steeds meer kruisbestuiving plaats tussen festivals en ons rijke, cultuurhistorische aanbod. Festivals in kerken en forten zijn hier een mooi voorbeeld van.

› Wat we gaan doen

We zetten de komende periode in op de volgende activiteiten:

  • Voortzetten festivalbeleid. In de stad Utrecht zetten we in op het behouden en waar mogelijk versterken van de kwaliteit van festivals die artistiek en zakelijk gezien van (inter)nationaal (top)niveau zijn. Amersfoort heeft zich de afgelopen periode ook cultureel sterk ontwikkeld. We willen dit de komende periode in kwalitatieve en kwantitatieve zin verder stimuleren. In de regio is een aantal festivals in hun niche regionaal en soms zelfs nationaal aansprekend. Daarom zetten we onze inzet voor regionale culturele festivals met een artistieke missie voort. Bij de uitvoering van dit festivalbeleid houden we rekening met het feit dat de festivalorganisaties in de regio over het algemeen (nog) geen of een zeer kleine betaalde kernorganisatie hebben. Datzelfde geldt voor een deel van de festivalorganisaties uit Amersfoort.

  • Implementatie gedragscodes. We stimuleren ook bij festivals de implementatie van sectorbrede gedrags- codes. Meer hierover lees je terug in paragraaf 4.5 Vitale cultuursector.

  • Inzet Cultureel Doelgroepenmodel. We stimuleren de inzet van het Cultureel Doelgroepenmodel dat helpt om het publieksbereik te vergroten. Meer hierover lees je terug in paragraaf 4.5 Vitale cultuursector.

  • Continueren Utrechts Festival Overleg (UFO). We continueren de ondersteuning van het Utrechts Festival Overleg (UFO), waar inmiddels zo’n vijfendertig festivals uit stad en regio bij zijn aangesloten. Dankzij het UFO is de samenwerking tussen de festivals structureel verbeterd, is het kennisniveau binnen de sector substantieel hoger geworden en wordt er bijvoorbeeld rondom publieksbereik ctief akennis gedeeld. Via dit netwerk vragen we aandacht voor de eerder genoemde codes, publieksbereik en onderzoek en ontwikkeling.

  • Verankeren van innovatie en vernieuwing in organisaties. De coronacrisis heeft aangetoond waarom het vermogen weerbaar en wendbaar te zijn noodzakelijk is voor de sector. Festivals bleken hier als geen ander toe in staat. Experimenteren en innoveren – bijvoorbeeld rondom digitalisering – heeft gezorgd voor vernieuwende presentatievormen en artistieke concepten. Ook in de toekomst willen we de sector in staat stellen snel te kunnen anticiperen op trends en ontwikkelingen. Daarom stimuleren we innovatie en vernieuwing in (opkomende) festivalorganisaties. Dat doen we door culturele festivals bij de subsidieaanvraag te laten omschrijven hoe ze zich willen vernieuwen op de thema’s publieksbereik, talentontwikkeling, organisatie- en artistieke ontwikkeling.

  • Stimuleren en faciliteren van collectieve monitoring. We roepen de festivals op om onderzoek, beleidsvorming en uitvoering op het gebied van publieksbereik, marketing en promotie in UFO- verband op elkaar af te stemmen om zo tot een collectieve monitoring te komen. Als provincie houden we toezicht op dit proces en begeleiden en faciliteren we het waar mogelijk. We maken resultaats- en inspanningsafspraken met individuele festivalorganisaties en in collectief verband.

  • Stimuleren van divers aanbod. In de ondersteuning van festivals streven we naar een divers aanbod waarin ook ruimte is voor de nieuwe niches, bijvoorbeeld vanuit de elektronische en de street art culture scene.

› Hoe we dat doen

In de periode 2025-2028 ondersteunen we festivals met een subsidieregeling met één aanvraagprocedure waarbij de subsidies voor vier jaar worden verleend. Een onafhankelijke adviescommissie beoordeelt de aanvragen en brengt daarover advies uit aan Gedeputeerde Staten. Ten behoeve van kennisdeling en netwerkvorming dragen we jaarlijks via een opdracht bij aan de coördinatie van UFO1.

1. Wij financieren ook de Stichting Bevrijdingsfestival Utrecht. Het kerndoel van dit festival en haar activiteiten is het stilstaan bij en vieren van onze nationale vrijheid. Deze doelstelling valt buiten ons Cultuur- en Erfgoedprogramma en daarom is het festival niet in het programma opgenomen.

Verder lezen
» Lees meer over festivals op provincie-utrecht.nl

4.4 Makers

In de regio Utrecht zijn veel professionele kunstenaars en creatieven (makers) werkzaam of in opleiding. Kunstvakopleidingen en onderwijsinstellingen zorgen voor een continue toestroom van talent. Deze kunstenaars en creatieven zijn essentieel voor een divers en kwalitatief hoogwaardig cultureel aanbod in onze provincie.

Uitdagingen voor makers
Voor makers in de culturele sector is het vaak moeilijk om als professional te starten, zich te blijven ontwikkelen en een positie te verwerven in de sector. Zo zijn er nog steeds te weinig speelplekken voor zowel jonge talenten als iets meer gevorderde professionele makers. Het is bovendien moeilijk om binnen te komen bij grotere instellingen. Ook valt op dat makers regelmatig stagneren na hun eerste succes, omdat een vaste basis ontbreekt waarbinnen ze zich kunnen blijven ontwikkelen. Dit leidt tot stagnatie in de doorstroming en voeding van het cultureel aanbod, waardoor de kwaliteit van de culturele sector in gevaar komt.

Het belang van makershuizen
De zogenaamde makershuizen vormen de verbinding tussen opleidingen, producerende en presenterende instellingen. Zij ontwikkelen, begeleiden, monitoren en evalueren methodische talentontwikkelingsprogramma’s. We zetten daarom in op de ondersteuning van makershuizen, maar kiezen daarbij een onderscheidende rol ten opzichte van andere overheden en fondsen. We scheppen goede randvoorwaarden en richten ons op het versterken en initiëren van bovenlokale structuren en samenwerkingsverbanden, kennis- en netwerkvorming en op ondersteunend onderzoek binnen de disciplines muziek, dans, theater en beeldcultuur. We zien geen rol bij het pure produceren, programmeren of presenteren, want die rol is weggelegd voor de gemeente en het Rijk. Wij kiezen juist voor een meer intermediaire en randvoorwaardelijke rol. We stemmen binnen de Cultuurregio Utrecht af met de betrokken gemeenten en met name de gemeenten Utrecht en Amersfoort.

› Wat we willen bereiken

Op dit moment ontbreekt het makershuizen aan structurele ondersteuning. Daar komt bij dat makers, makershuizen en speelplekken nog onvoldoende samenwerken, waardoor kansen en mogelijkheden onvoldoende worden benut. Dit leidt ertoe dat het makersklimaat dreigt te verschralen. Daarom willen we de samenwerking tussen makers, makershuizen en speelplekken versterken om zo een duurzaam en stabiel makersklimaat te creëren. Tegelijkertijd zien we dat het aanbod van talent ook buiten de steden Utrecht en Amersfoort groeit. Het is belangrijk dat ook deze talenten gebruik kunnen maken van de beschikbare ontwikkelmogelijkheden. We vinden het dan ook van belang dat het makersklimaat regionaal wordt verbreed. Zo zoeken we bovendien de samenhang met ons beleid dat zich richt op de regionale infrastructuur van theaters en podia en ons festivalbeleid.

Met het verbeteren van het makersklimaat positioneren we ons ook op landelijk niveau. Een kwalitatieve infrastructuur voor makers is een voorwaarde om programmatische samenwerking – inclusief co-financiering – met het Rijk aan te kunnen gaan. Het versterkt bovendien de zichtbaarheid van regionale makers. Met deze inzet verzilveren we de investeringen die in de periode 2021- 2024 zijn gedaan. Concreet is ons doel voor de komende periode: het versterken van de samenwerking tussen makershuizen, speelplekken en opleidingen zodat makers – uit de hele provincie – zich blijvend kunnen ontwikkelen, de aansluiting vinden op de arbeidsmarkt en zo bijdragen aan een divers en kwalitatief aanbod in de Utrechtse cultuursector.

› Wat we nu doen

Door middel van de ondersteuning aan makershuizen dragen we bij aan de ontwikkeling en doorstroom van makers. Hierdoor wordt de positie van zowel jonge makers als makers die al een aantal stappen hebben gezet versterkt. Makershuizen spelen de rol van de ‘spin in het web’ tussen opleidingen, podia en festivals. Zij begeleiden makers in hun artistieke ontwikkeling en bereiden hen voor om in de (semi-)commerciële markt te opereren. De afgelopen periode hebben we de regionale en landelijke samenwerking op het gebied van talentontwikkeling geïnitieerd en gestimuleerd.

  • We zijn een regionaal samenwerkingsverband gestart op het gebied van talentontwikkeling voor muziek.

  • We hebben bijgedragen aan (regionale) kennis- en netwerkontwikkeling op het gebied van talent- ontwikkeling voor dans en theater

  • We hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van een kennis- en netwerkorganisatie voor makers in de beeldcultuur.

  • Met het coronasteunpakket zijn in totaal zo’n 300 (jonge) makers ondersteund in productie en presentatie.

  • We hebben kennis over en netwerkvorming binnen street art culture gestimuleerd, wat heeft geleid tot de oprichting van het platform VUUUR en twee hiphophuizen in Utrecht en Amersfoort.

› Wat we gaan doen

We ondersteunen vier makershuizen op het gebied van dans, theater, muziek en beeldcultuur, namelijk De Coöperatie (muziek), Het Huis Utrecht (dans en theater), KOSMIK (muziek) en Studio Camera (beeldcultuur). Zij zijn eindverantwoordelijk voor het opzetten en uitvoeren van kennis- en netwerkbijeenkomsten, verzorgen de marketing van het samenwerkingsverband binnen hun discipline en zijn aanspreekpunt voor subsidieverstrekkers en (rijks) fondsen. Hiermee bieden we de genoemde instellingen continuïteit en stellen hen in de gelegenheid een structurele hoge kwaliteit te bieden waardoor het Utrechtse makerklimaat kwalitatief en kwantitatief kan mee kan groeien met de groei van de regio.

› Hoe we dat doen

We subsidiëren vier makershuizen: De Coöperatie, Het Huis Utrecht, KOSMIK en Studio Camera.

4.5 Vitale cultuursector

De provincie Utrecht heeft een grote verscheidenheid aan culturele voorzieningen, zoals theaters, podia, musea, makershuizen en kunstencentra. De coronacrisis heeft in de afgelopen periode een stevige impact op de sector gehad. Kwetsbaarheden die al bestonden, zijn door de crisis zichtbaarder geworden. Denk aan kostenstijgingen, de energieprijzen en de krapte op de arbeidsmarkt. We willen daarom bijdragen aan een sterke, gezonde en veerkrachtige sector die in staat is om de verschillende uitdagingen effectief aan te pakken en een positieve bijdrage te leveren aan de samenleving.

Sectorbrede inzet
Dat doen we door ons sectorbreed in te zetten voor een vitale, toegankelijke en diverse cultuur- en erfgoedsector en niet alleen op de specifieke onderdelen waar de sector uit bestaat. Want de verschillende onderdelen kunnen niet zonder elkaar bestaan. Zo kan een podium niet zonder makers. We werken hierbij aanvullend op de inzet van gemeenten en zetten in op regionale samenwerking, netwerkvorming, onderzoek, kennisdeling en profes- sionele ontwikkeling. We dragen niet direct bij aan de exploitatie van culturele voorzieningen, omdat het de rol van gemeenten is deze in stand te houden.

› Wat we willen bereiken

Door breed in te zetten op een vitale, toegankelijke en diverse cultuur- en erfgoedsector willen we instellingen helpen om de eerder genoemde uitdagingen het hoofd te kunnen bieden. Op deze manier willen we de sector als geheel wendbaar, weerbaar en zoveel mogelijk zelfredzaam maken waarbij sprake is van een gezonde financieringsmix.

› Wat we nu doen

We zetten in op het faciliteren van samenwerking, kennisdeling, opleidingen en het stimuleren van innovaties. Hierin trekken we samen op met erfgoed. Concreet gaat het om de onderstaande interventies.

Via het Cultureel Doelgroepenmodel wordt op basis van postcodes publieksdata verzameld die inzicht geeft in gedrag, wensen en behoeften van het huidige publiek en potentiële doelgroepen. Dit model is door de Cultuurregio Utrecht vanaf 2023 beschikbaar gesteld als pilot voor musea, theaters, culturele festivals en andere cultuur- en erfgoedorganisaties. Het model vormt een centrale onderzoeksmethodiek die zowel overkoepelend als op instellingsniveau kan helpen om zo veel mogelijk publieksgroepen te bereiken.

De afgelopen jaren hebben we het programma Leiderschap in Cultuur (LinC) ondersteund. Dit is een e enjarig opleidingsprogramma voor professionals uit de cultuur- en erfgoedsector, die werkzaam zijn binnen de provincie Utrecht en willen groeien in hun leiderschap. Het programma draagt bij aan de kwaliteit van de ‘zakelijke professionals’ in de sector en versterkt het kennisnetwerk in de sector op het gebied van management. Daarnaast wordt het arbeidsmarktklimaat van de Utrechtse culturele sector er aantrekkelijker door.

Toelichting
Gedragscodes
De drie gedragscodes van de cultuur- en erfgoedsector richten zich op specifieke aspecten die cruciaal zijn voor duurzaamheid, ethiek en maatschappelijke waarde binnen organisaties en de sector als geheel. We lichten ze hier toe:

Governance Code Cultuur. De Governance Code Cultuur geeft richtlijnen voor goed, verantwoord en transparant bestuur van en door cultuur- en erfgoedinstellingen en het toezicht daarop.
Fair Practice Code. De Fair Practice Code is bedoeld om een eerlijke, duurzame en transparante bedrijfsvoering te bevorderen, waarin rekening wordt gehouden met elkaars belangen. Het is hierbij belangrijk dat iedereen zich bewust is van zijn rol, verantwoordelijkheid neemt en solidair is met andere werkenden in de sector. Fair Pay is een belangrijk onderdeel van de Fair Practice code. Iedereen moet onder eerlijke omstandigheden kunnen werken tegen een redelijke vergoeding. De Fair Practice Code neemt ook de andere twee codes in acht.
Code Diversiteit en Inclusie. De Code Diversiteit en Inclusie heeft als doel de cultuur- en erfgoedsector meer inclusief te maken. Met de code maken we ruimte voor nieuwe verhalen en werken we aan een gelijkwaardige sector voor iedereen.

Het Cultuur Innovatiefonds Provincie Utrecht (CIPU) is een samenwerking die tijdens de coronacrisis is ontstaan tussen overheden en private fondsen om de cultuur- en erfgoedsector te ondersteunen. Door inzichten van het CIPU is onder andere gebleken hoe belangrijk innovatie en vernieuwing zijn bij het omgaan met – onverwachte – uitdagingen. Met hulp van het CIPU zijn waardevolle projecten uitgevoerd, bijvoorbeeld met betrekking tot digitalisering en publieksbereik en interdisciplinaire samenwerking. De afgelopen periode hebben we de eerste stappen gezet in het versterken van de onderlinge samenwerking tussen musea op het gebied van beeldende kunst.

Er zijn investeringsbijdragen geleverd aan een aantal regionale musea om de randvoorwaarden voor een kwalitatief hoogwaardig aanbod mogelijk te maken en het publieksbereik te vergroten. Ook heeft uitwisseling plaatsgevonden tussen bijvoorbeeld musea in de stad en de regio om kennis te delen, zoals over collectiebeheer.

› Wat we gaan doen

  • Versterken culturele voorzieningen. We zetten de ondersteuning aan culturele voor- zieningen zoals theaters, podia, musea en kunstencentra voort en versterken deze waar mogelijk. Denk bijvoorbeeld aan onderlinge samenwerking op het gebied van marketing, educatie, digitalisering en andere actuele vraagstukken zoals op het gebied van arbeidsmarkt en zelfredzaamheid. Hierbij sluiten we aan bij de behoeften van de sector en wordt afgestemd of samengewerkt met de partners binnen de Cultuurregio Utrecht. Daarnaast zetten we ook in op een aantal concrete projecten die bijdragen aan het cultureel ondernemerschap van organisaties. Een aantal projecten is een voortzetting van de inzet in de afgelopen periode.

  • Museumbeleid. Het streek- en kasteelmuseumbeleid wordt geëvalueerd. Meer daarover lees je in het hoofdstuk Erfgoed. In deze evaluatie wordt ook de onderzoeksvraag meegenomen of het streek- museumnetwerk uitgebreid kan worden met andere regionale musea, zoals thematische en kunstmusea. Zo willen we onderzoeken hoe ook deze musea het netwerk kunnen benutten door het delen van kennis en ervaring. Ook verkennen we hoe we de samenwerking tussen musea onderling het beste kunnen ondersteunen en aanjagen. Een andere onderzoeksvraag die we willen beantwoorden is of en welke rol de grote musea zoals het Centraal Museum en het Nationaal Militair Museum kunnen hebben binnen het netwerk voor de kleinere musea.

  • Implementatie gedragscodes. We zetten in op de implementatie van de verschillende sectorbrede gedragscodes voor een diverse en inclusieve cultuur- en erfgoedsector met eerlijke arbeidsvoorwaarden en transparante governance. Dat doen we door bij de subsidieaanvraag van organisaties die een meerjarige exploitatiesubsidie ontvangen om een plan te vragen waarin zij uitleggen hoe zij de Governance Code Cultuur, de Code Diversiteit en Inclusie en de Fair Practice Code toepassen. In dit plan moeten zij hun visie, een stappenplan en specifieke doelstellingen op de drie gedragscodes presenteren. De afspraken hierover leggen we vast in de subsidie- beschikking. Daarnaast stimuleren we andere organisaties, die geen meerjarige exploitatiesubsidie ontvangen, de codes toe te passen door onder andere een inspanningsverplichting daarvoor in onze subsidieregelingen op te nemen. We realiseren ons dat met name de toepassing van Fair Pay - het principe van eerlijke beloning - een uitdaging vormt. Het toepassen hiervan zet de exploitatie van organisaties nog meer onder druk. We starten daarom in 2024 met een verkenning hoe we de beschikbare middelen uit het coalitieakkoord zo effectief mogelijk kunnen inzetten.

  • Voortzetten pilot Cultureel Doelgroepenmodel. De pilot van het Cultureel Doelgroepenmodel loopt door tot en met 2025. Aan de hand van de resultaten wordt gekeken op welke manier blijvend kan worden ingezet op dit model. Ook wordt de mogelijkheid onderzocht om de data uit het Cultureel Doelgroepenmodel te integreren met bestaande monitoringssystemen zoals de Utrecht Barometer of de Monitor cultuur en erfgoed.

  • Voortzetten Leiderschap in Cultuur (LinC). We gaan door met de ondersteuning van LinC en onderzoeken hoe we de opleiding kunnen verbreden met een module voor innovatie en vernieuwing. Dit gebeurt in samenhang met de borging van het gedachtegoed van het Cultureel Innovatiefonds Provincie Utrecht (CIPU).

  • Stimuleren van innovatie en vernieuwing in de sector. Het CIPU loopt vanuit lopende afspraken door tot en met 2025 met een begeleidingsprogramma en met projectbijdragen, daarna loopt deze samenwerking af. We zetten er daarom de komende periode op in om de kennis en geleerde lessen van het CIPU te delen en borgen binnen de eigen organisatie, bij andere overheden, fondsen en de culturele sector. Zo gaan we binnen de Cultuurregio Utrecht kennisdelen over innovatiebeleid en onderzoeken hoe we innovatie en vernieuwing in de sector vanaf 2026 het beste kunnen stimuleren.

› Hoe we dat doen

  • Voor het museumbeleid wordt in het tweede kwartaal van 2025 op basis van de evaluatie van het streek- en kasteelmuseabeleid een nieuw voorstel gepresenteerd voor de uitbreiding naar musea en tentoonstellingsruimten op het gebied van beeldende kunst, inclusief de bijbehorende middelen en instrumenten.

  • Er wordt in 2024 een onderzoek uitgezet hoe de provincie de cultuur- en erfgoedsector kan helpen met de implementatie van de gedragscodes en wat er nog nodig is op het gebied van opleiding en kennisdeling.

  • Voor het Cultureel Doelgroepen Model en LINC wordt een opdracht verstrekt.

  • De inzet ten behoeve van het CIPU wordt met bestaande financiële middelen uitgevoerd. De bijdrage aan het CIPU is door de provincie gefinancierd vanuit het corona steunpakket. Deze middelen zijn al besteed, maar de uitvoering van het programma loopt door tot en met 2025. De uitvoering van het CIPU is extern belegd bij het Elise Mathilde Fonds. Het CIPU wordt gezamenlijk gefinancierd door de provincie, de gemeente Utrecht, gemeente Amersfoort en zes regionale fondsen.

Verder lezen
» Download Beter in verbinding | Museumbeleid provincie Utrecht 2021-2025 (pdf)
» Lees meer over het Cultureel doelgroepen model
» Ga naar de website van het Cultuur Innovatiefonds
» Ga naar de website van Leiderschap in Cultuur
» Meer informatie over de drie gedragscodes van de cultuursector

4.6 Cultuureducatie

Cultuur- en erfgoededucatie is belangrijk voor de vorming van toekomstige generaties. Het draagt bij aan de ontwikkeling van culturele basisvaardigheden als creativiteit, weerbaarheid, mediawijs- heid, overbruggen van verschillen, kritisch burgerschap, samenwerken en reflecteren. Culturele basisvaardigheden zijn nodig om deel te kunnen nemen aan de maatschappij. Een kind kan zich beter ontwikkelen als het in staat is verbindingen aan te gaan met de ander en met de omgeving. Door erfgoededucatie leren kinderen betekenis te geven aan hun directe omgeving. We beschouwen cultuur- en erfgoededucatie daarom als een basisvoorziening waar we als provincie aan bijdragen. Cultuur- en erfgoededucatie legt bovendien een belangrijke basis voor talentontwikkeling en is een goede manier om het culturele kapitaal van Utrecht ten goede te laten komen aan zoveel mogelijk inwoners.

Een keten in het cultuuronderwijs
Schoolbesturen, culturele instellingen, gemeenten, provincies en het Rijk vormen samen een keten in het cultuuronderwijs. Afstemming in de keten is essentieel, omdat ontwikkelingen op landelijk, regionaal en lokaal niveau invloed op elkaar hebben. Veel scholen geven aan ondersteuning van deskundige partijen te kunnen gebruiken bij het aanbieden van cultuureducatie. Samen met scholen en gemeenten scheppen we de juiste condities om dit in de hele provincie mogelijk te maken.

› Wat we willen bereiken

Ons doel is dat alle kinderen van 4 tot 18 jaar kwalitatief goed cultuur- en erfgoedonderwijs krijgen en met zo veel mogelijk kunst- en erfgoeddisciplines in aanraking komen gericht op hun belevingswereld. Van muziek, dans, theater, media, literatuur, erfgoed tot beeldende kunst en filmeducatie. We vinden het belangrijk dat kinderen een genuanceerde en open blik op cultuur en erfgoed kunnen ontwikkelen. Hierbij is het van belang dat kinderen ook nieuwe kunstvormen leren kennen, omdat dit bijdraagt aan een inclusieve samenleving.

› Wat we nu doen

We richten ons op kinderen in het primair onderwijs en voortgezet onderwijs. En we doen mee aan het programma Cultuureducatie met Kwaliteit. Dankzij de inzet van de afgelopen jaren zien veel scholen het belang van cultuur- en erfgoededucatie in en zijn zij in staat om dat vorm en inhoud te geven, ondanks uitdagingen in het onderwijs zoals de coronacrisis en personeelstekort.

Een keten in het cultuuronderwijs
Schoolbesturen, culturele instellingen, gemeenten, provincies en het Rijk vormen samen een keten in het cultuuronderwijs. Afstemming in de keten is essentieel, omdat ontwikkelingen op landelijk, regionaal en lokaal niveau invloed op elkaar hebben. Veel scholen geven aan ondersteuning van deskundige partijen te kunnen gebruiken bij het aanbieden van cultuureducatie. Samen met scholen en gemeenten scheppen we de juiste condities om dit in de hele provincie mogelijk te maken.

› Wat we willen bereiken

Ons doel is dat alle kinderen van 4 tot 18 jaar kwalitatief goed cultuur- en erfgoedonderwijs krijgen en met zo veel mogelijk kunst- en erfgoeddisciplines in aanraking komen gericht op hun belevingswereld. Van muziek, dans, theater, media, literatuur, erfgoed tot beeldende kunst en filmeducatie. We vinden het belangrijk dat kinderen een genuanceerde en open blik op cultuur en erfgoed kunnen ontwikkelen. Hierbij is het van belang dat kinderen ook nieuwe kunstvormen leren kennen, omdat dit bijdraagt aan een inclusieve samenleving.

› Wat we nu doen

We richten ons op kinderen in het primair onderwijs en voortgezet onderwijs. En we doen mee aan het programma Cultuureducatie met Kwaliteit. Dankzij de inzet van de afgelopen jaren zien veel scholen het belang van cultuur- en erfgoededucatie in en zijn zij in staat om dat vorm en inhoud te geven, ondanks uitdagingen in het onderwijs zoals de coronacrisis en personeelstekort.

Primair onderwijs
Voor het primair onderwijs staat er een stevige infrastructuur waarbij onze partnerorganisaties Kunst Centraal en Landschap Erfgoed Utrecht – in samenwerking met hun partners – activiteiten aanbieden op de scholen. Kunst Centraal realiseert twee structurele, meerjarige programma’s in de provincie Utrecht in het primair onderwijs: het Kunstmenu en het Cultuurprogramma. Landschap Erfgoed Utrecht is hierbij de vaste partner.

  • Kunstmenu. Het Kunstmenu laat kinderen in de loop van de 8 jaar dat ze op de basisschool zitten professionele kunst beleven. Kinderen maken kennis met het hele palet van kunstdisciplines: theater en dans, literatuur en beeldende kunst, film, muziek en mediakunst.

  • Cultuurprogramma. Het Cultuurprogramma laat leerlingen hun lokale culturele omgeving ervaren en leert hen daar betekenis aan te geven. Binnen het programma staan kinderen zelf – en de manier waarop zij betekenis geven aan cultuur en erfgoed – centraal. Een voorbeeld van dit zogeheten “Faro denken” is het programma Erfgoedwijzer met de klas. Ook aan de UNESCO werelderfgoederen wordt aandacht besteed. Deze programma’s worden gefinancierd door scholen, gemeenten en provincie. Daarnaast biedt Kunst Centraal samen met Landschap Erfgoed Utrecht en de uitvoeringsorganisaties in gemeenten deskundigheidsbevordering aan voor docenten en scholen en adviseert zij gemeenten. We richten ons op alle gemeenten binnen de provincie Utrecht, met uitzondering van de steden Utrecht en Amersfoort. Zij hebben als grotere gemeenten hun eigen beleid en uitvoeringsorganisatie. Kunst Centraal bereikt zo’n 90 procent van de basisscholen in haar werkgebied.

Voortgezet onderwijs
De afgelopen vier jaar is er gestart met het aanbieden en verankeren van cultuur- en erfgoededucatie in het voortgezet onderwijs. Dankzij deze inzet hebben steeds meer scholen een gedragen visie op cultuuronderwijs die aansluit bij het curriculum. De rol van Kunst Centraal is anders dan bij het primair onderwijs. Scholen binnen het voortgezzet onderwijs verschillen meer van elkaar en het verschilt per gemeente of er een instelling is met aanbod voor het voortgezet onderwijs. Daarom is meer maatwerk nodig. Kunst Centraal biedt informatie over het cultuuraanbod in de regio, legt contacten met cultuuraanbieders, bevordert kennisdeling en zorgt voor uitwisseling tussen scholen en lokale instellingen. Ook denken zij waar nodig mee over nieuwe werkwijzen om het aanbod goed te laten aansluiten op leerlingen en zetten ze zich in om ‘best practices’ beschikbaar te maken voor scholen in alle gemeenten. In het voortgezet onderwijs ligt de nadruk in het programma niet op het organiseren van activiteiten op scholen zelf, maar vooral op hulp bij de inbedding van het cultuuronderwijs in de school. Kunst Centraal is werkzaam in alle Utrechtse gemeenten, maar werkt aanvullend op de inzet van gemeenten of lokale culturele instellingen die al actief zijn op scholen in het voortgezet onderwijs. Sinds 2020 bereikt Kunst Centraal 71 scholen (70%) in het voortgezet onderwijs.

Speciaal onderwijs en praktijkonderwijs
Het speciaal basisonderwijs, voortgezet speciaal onderwijs en praktijkonderwijs worden bediend door Kunst Centraal. Hierbij is wel merkbaar dat het organiseren van cultuur- en erfgoededucatie voor deze onderwijstypen meer maatwerk en extra inzet en begeleiding vraagt.

Cultuureducatie met Kwaliteit
Cultuureducatie met Kwaliteit is een verdiepingsprogramma voor basis- en voortgezet onderwijs. Het heeft als doel om kunst en cultuur een vast onderdeel van het lesprogramma te maken, door leraren en scholen te begeleiden kunst- en cultuurvakken te professionaliseren en de samenhang in het onderwijsprogramma te vergroten. Het is een matchingsprogramma vanuit het Rijk. Dat betekent dat het Rijk de bijdrage van de provincie en de deelnemende gemeenten verdubbelt (matcht). Kunst Centraal is penvoerder voor de provincie Utrecht. Op dit moment voert Kunst Centraal dit programma samen met Landschap Erfgoed Utrecht en lokale instellingen uit negen gemeenten uit in de hele provincie. Met uitzondering van de steden Amersfoort en Utrecht. Zij wijzen vanwege hun inwoneraantal een eigen penvoerder aan die binnen de gemeente het programma uitvoert.

› Wat we gaan doen
We blijven inzetten op het basis- en voortgezet onderwijs en verkennen onze rol in het mbo. We hebben extra aandacht voor leerlingen in het speciaal basisonderwijs, voortgezet speciaal onderwijs, vmbo, praktijkonderwijs en scholen die veel leerlingen hebben met een risico op onderwijsachterstand. We willen scholen van deze onderwijstypen beter in staat stellen om kwalitatief goede cultuur- en erfgoededucatie aan te bieden die aansluit op de belevingswereld van hun leerlingen. Daarnaast spelen we in op de bevolkingsgroei en de toenemende vraag van scholen om cultuur en erfgoed in de directe omgeving van de kinderen een plek te geven. We stemmen af met het Rijk en gemeenten en maken afspraken over de gezamenlijke inzet op cultuur- en erfgoededucatie.

Primair onderwijs
We zetten ons beleid voort om alle kinderen in het primair onderwijs kwalitatief goede cultuureducatie aan te bieden. Hiervoor gaan we door met de huidige inzet waarbij Kunst Centraal en Landschap Erfgoed Utrecht in samenwerking met hun partners activiteiten organiseren op scholen, deskundigheidsbevordering aanbieden aan docenten en scholen en gemeenten adviseren.

Voortgezet Onderwijs
We zetten ons beleid voort om cultuur- en erfgoededucatie te verankeren in het onderwijsprogramma van VO-scholen en richten ons op:

  • Inspireren en informeren. Het inspireren en informeren van scholen en culturele instellingen over regelingen, programma’s, ontwikkelingen en goede voorbeelden.

  • Deskundigheid bevorderen. Deskundigheid bevorderen door scholen te adviseren bij de ontwikkeling van een cultuurvisie en te ondersteunen bij (financiële) aanvragen, door het ontwikkelen en aanbieden van trainingen en instrumenten voor docenten en schoolleiders.

  • Scholen faciliteren. Kunst Centraal verkent in 2024 hoe zij scholen het beste kunnen ondersteunen bij het organiseren van cultuur- en erfgoededucatie. Bijvoorbeeld door het ontwikkelen van een wegwijzer met aanbod of het meedenken over de invulling van projectweken.

Cultuureducatie met Kwaliteit
De komende beleidsperiode doen we weer mee met Cultuureducatie met Kwaliteit. In 2025 gaat het programma een nieuwe en naar verwachting laatste periode in van vier jaar. In deze periode zal extra worden ingezet op de borging van dit programma in het onderwijsbeleid vanuit het Rijk. Op dit moment is er in negen gemeenten een culturele instelling die een programma biedt voor het onderwijs. Het is de bedoeling dat ook de komende vier jaar de kosten van deze programma’s worden gematcht. In de gemeenten waar geen culturele instelling is met een programma voor het onderwijs, verzorgt Kunst Centraal het programma op de scholen die mee willen doen. Dat betekent dat de provincie de bijdrage voor deze scholen verdubbelt (matcht).

› Hoe we dat doen

  • Subsidiëring Kunst Centraal en Landschap Erfgoed Utrecht.
    We subsidiëren partnerorganisaties Kunst Centraal en Landschap Erfgoed Utrecht. Deze organisaties zijn actief in de hele provincie, met uitzondering van het primair onderwijs in de steden Utrecht en Amersfoort. De provincie werkt aanvullend op de inzet van gemeenten en lokale culturele instellingen.

  • Filmhub-Midden. Wij dragen bij aan de Filmhub Midden waarmee een extra impuls wordt gegeven aan filmeducatie op scholen in het primair onderwijs en voortgezet onderwijs. Bijvoorbeeld door docenten op te leiden over hoe je lessen geeft over het gebruik van nieuwe media of door programma’s hierover aan te bieden. De filmhub wordt voor 80 procent gefinancierd door het Rijk en voor 20 procent aangevuld door de gemeenten Utrecht, Amersfoort, Zeist, de provincie Flevoland en de provincie Utrecht.

Verder lezen
» Bekijk de Erfgoedwijzer met de klas
» Ga naar de website van Kunst Centraal
» Ga naar de website van Landschap Erfgoed Utrecht
» Ga naar de website van Filmhub Midden
» Lees het onderzoek van Oberon over de verankering van cultuuronderwijs in het voortgezet onderwijs.

4.7 Cultuurparticipatie

Beleving en beoefening van cultuur kunnen bijdragen aan de mentale en fysieke gezondheid van mensen en daarmee aan de veerkracht van het individu en de samenleving als geheel. Maar deelname aan cultuur is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Financiële, sociale en geografische redenen kunnen hiervoor een belemmering vormen. Deelname aan cultuur verschilt per gemeente en in de grote steden zelfs per wijk. Culturele verenigingen hebben het moeilijk om aansluiting te vinden bij nieuwe ontwikkelingen. Ze worstelen met het vinden van nieuwe leden en met het betrekken van nieuwe groepen. Anders georganiseerde culturele initiatieven weten de weg niet goed te vinden naar fysieke en financiële mogelijkheden om zich te ontwikkelen. De coronacrisis heeft deze problemen versneld omdat alles stil viel.

Inzet op cultuurparticipatie verschilt
Om cultuur te kunnen beoefenen is het belangrijk dat er een infrastructuur is van verenigingen, culturele initiatieven en collectieven waar mensen zich bij kunnen aansluiten. Gemeenten zijn primair verantwoordelijk voor het lokale aanbod van culturele activiteiten. In meer dan de helft van de gemeenten is er een cultuurmakelaar aanwezig die lokaal nieuwe initiatieven en samenwerkingen stimuleert en zorgt voor kennisdeling. Maar de inzet op cultuurparticipatie is per gemeente verschillend, waardoor de kennis en financiële middelen die landelijk en in de provincie beschikbaar zijn, nog niet overal in de provincie landen. Daarbij worstelen veel gemeenten, cultuurmakelaars, initiatieven en verenigingen met dezelfde vraagstukken. De provincie kan vanuit haar bovenlokale rol bijdragen aan het oplossen van deze vraagstukken door coördinatie, het organiseren van bovenlokale samenwerking, advies en kennisuitwisseling.

› Wat we willen bereike n

We willen gelijke kansen creëren om cultuur te beleven, beoefenen en ervaren, ongeacht waar je woont of wat je achtergrond is. Om dit te bereiken is een toegankelijk cultuuraanbod nodig dat aansluit bij verschillende bevolkingsgroepen. Concreet is ons doel: culturele ondersteuners, lokale (amateur)instellingen, sociaal domein en culturele initiatieven met elkaar verbinden, zodat het aanbod diverser en toegankelijker wordt en meer inwoners cultuur kunnen beleven, beoefenen en ervaren.

› Wat we nu doen

Onze partnerorganisatie ZIMIHC heeft onder de noemer ZIMIHC Connect de afgelopen periode de volgende activiteiten uitgevoerd:

  • Het faciliteren van een netwerk van cultuurmakelaars in gemeenten om kennis uit te wisselen, gezamenlijke vraagstukken aan te pakken en nieuwe werkwijzen te ontwikkelen. Via deze cultuurmakelaars wordt de kennis over bijvoorbeeld het betrekken van nieuwe groepen of het benutten van (financiële) mogelijkheden beter in de provincie gedeeld.

  • Vanuit het coronasteunpakket is de afgelopen periode een extra impuls gegeven aan het amateurleven gericht op deskundigheidsbevordering. Zo zijn verenigingen direct ondersteund door ZIMIHC bij bijvoorbeeld ledenwerving en samenwerken. Dit heeft nog beter aan het licht gebracht waar het amateurleven mee worstelt en op welke manier zij het best ondersteund kunnen worden.

  • Daarnaast ondersteunen wij het Jeugdfonds Sport en Cultuur om door samenwerking met scholen en culturele instellingen meer kinderen te bereiken die om financiële redenen niet aan sport of cultuur kunnen deelnemen. De aangesloten gemeenten bekostigen de daadwerkelijke deelname van de kinderen.

  • Ook ondersteunen wij de stichting Kunstbende. Zij acteren op het snijvlak van cultuurparticipatie en de eerste stap van talentontwikkeling. Cultuurtalenten vanuit de hele provincie kunnen deelnemen aan een landelijke wedstrijd. Hierbij vervult de Kunstbende een belangrijke rol in het scouten en coachen van beginnend (amateur)talent uit de regio, onder andere via programma’s op scholen. Daarnaast bouwen zij een netwerk op waar talenten zich ook op de langere termijn aan kunnen optrekken.

Wat we gaan doen

We zetten onze bestaande inzet op cultuurparticipatie voort en intensiveren deze. Vanuit ZIMIHC Connect richten we ons op de ondersteuning van lokale organisaties, verenigingen, stichtingen, culturele initiatieven en makerscollectieven die zich bezighouden met cultuurbeoefening. Hierbij gaat het in de komende periode concreet om de volgende inzet:

  • Het verbinden van lokale cultuurmakelaars, coaches en consulenten in een netwerk en het starten van nieuwe samenwerkingen in gedeeld eigenaarschap.

  • Initiatieven voor cultuurbeoefening (ontwikkel) ruimte bieden en ondersteunen met kennis, netwerk en inzicht in financieringsmogelijkheden.

  • Stimuleren van regionale spreiding van cultureel aanbod in de provincie.

  • Brug slaan tussen landelijke kennis en financierings- mogelijkheden vanuit rijkscultuurfondsen en lokale organisaties en initiatieven.

  • Lokale organisatoren ondersteunen bij het verbreden en versterken van bestaand aanbod en het vergroten van de zichtbaarheid bij zowel bij nieuwe als bestaande doelgroepen.

  • Nieuwe samenwerkingen, experimenten en interventies aanjagen, bijvoorbeeld met het sociaal domein.

  • De inzet op het Jeugdfonds Sport en Cultuur en de Kunstbende zetten we voort.

  • We onderzoeken welke tekorten er zijn bij aanbieders voor actieve cultuurbeoefening in kleine kernen – tot 10.000 inwoners – en op welke wijze de provincie dit kan ondersteunen.

› Hoe we dat doen

  • We subsidiëren onze partnerorganisatie ZIMIHC.

  • We subsidiëren het Jeugdfonds Sport en Cultuur.

  • We subsidiëren stichting Kunstbende.

  • We zetten ons bestuurlijk in voor het sluiten van het Nationaal Akkoord Cultuurbeoefening dat vanuit het Rijk wordt geïnitieerd.

  • Vanuit de Sociale Agenda wordt ingezet op het vergroten van toegankelijkheid van onder andere cultuur. Samen met de Sociale Agenda verkennen we of het Jeugdfonds Sport en Cultuur en het Volwassenenfonds hier een rol in kunnen spelen. Wij onderzoeken of dit past binnen de doelstellingen van de Actieagenda Vitale Samenleving.

  • Mogelijk blijkt vanuit het onderzoek – in 2024 – dat de provincie een passende ondersteunende rol kan vervullen bij actieve cultuurbeoefening in kleine kernen. We wachten op de uitkomsten van dit onderzoek en zoeken hierbij ook de aansluiting bij de Actieagenda Vitale Samenleving.

Verder lezen
» Ga naar de website van ZIMIHC Connect
» Ga naar de website van het Jeugdfonds Sport en Cultuur
» Ga naar de website de Kunstbende
» Lees het discussiestuk Cultuurparticipatie voor iedereen

Hoofdstuk 5 Erfgoed

Inleiding

Inwoners en bezoekers genieten van de rijkdom aan erfgoed in onze provincie. Mooie buitenplaatsen, het UNESCO Werelderfgoed Hollandse Waterlinies of bijvoorbeeld de archeologische vindplaats Dorestad verbinden ons met de omgeving en het verleden. Het maakt dat we ons hier thuis voelen. Dat is ook wat we nastreven: een breed en meerstemmig publiek moet zich betrokken voelen bij het erfgoed en het erfgoed en haar verhalen willen doorgeven. Iedereen moet mee kunnen doen. Ruimtelijke opgaven rond woningbouw, de energietransitie en mobiliteit maken ons erfgoed echter ook kwetsbaar. Het leidt soms tot lastige keuzes. Want hoe kunnen we onze beperkte ruimte zo goed mogelijk benutten? Erfgoed speelt hierin een belangrijke rol. Als een verbindende kracht tussen verschillende opgaven en als drager van de identiteit van een gebied. Daarom zetten wij ons in voor het behouden, benutten en beleven van ons erfgoed. In dit programma ligt de focus dan ook op een omgevings- en mensgericht erfgoedbeleid.

We realiseren onze erfgoedambities op verschillende manieren. Aan de ene kant hebben we een regulerende rol vanuit onze wettelijke taken. Bijvoorbeeld bij het toezicht op de uitvoering van de Erfgoedwet en de Omgevingswet. Maar we hebben ook een veel actievere rol door te participeren, stimuleren en realiseren:

  • Participeren. We participeren bijvoorbeeld bij grote ruimtelijke opgaven, om erfgoedkwaliteiten te borgen. En we matchen conform de bestuurlijke afspraken met het IPO het rijksbudget voor de restauratie van rijksbeschermde monumenten, uitgezonderd woonhuizen.

  • Stimuleren. We stimuleren door bijvoorbeeld initiatieven financieel te ondersteunen die de bekendheid en het beleven van erfgoed bevorderen.

  • Realiseren. We realiseren als het bijvoorbeeld gaat om het starten en versterken van samenwerkings- verbanden in een gebiedsontwikkeling waar erfgoed bij betrokken is.

afbeelding binnen de regeling

De provincie heeft een directe rol als uitvoerder met betrekking tot de werelderfgoederen de Neder- Germaanse Limes en de Hollandse Waterlinies. Als siteholder is de provincie verantwoordelijk voor de bescherming en het uitdragen van deze werelderfgoederen. In dit beleidsprogramma is de provinciale opgave van het UNESCO Werelderfgoed Hollandse Waterlinies integraal opgenomen. De expertise en ervaring vanuit het voormalige Programma Hollandse Waterlinies zijn al ingezet voor het UNESCO Werelderfgoed Neder-Germaanse Limes. De komende periode breiden we de voordelen van deze samenwerking verder uit naar andere cultuurhistorische linies zoals de Oude Hollandse Waterlinie en Grebbelinie.

Toelichting
Het Verdrag van Faro
De vraag waarom en voor wie je erfgoed bewaart en hoe je daar de maatschappij bij betrekt, is net zo belangrijk als het daadwerkelijk behouden en restaureren van erfgoed zelf. Daarom is in 2005 het verdrag ‘De waarde van cultureel erfgoed voor de samenleving’ opgesteld door de Raad van Europa. In de praktijk wordt dit het Verdrag van Faro genoemd, naar de stad in het zuiden van Portugal waar het verdrag tot stand kwam. Volgens dit verdrag staan mensen zelf en hun beleving van erfgoed centraal bij het behouden ervan en ligt de nadruk dus niet alleen op de technische kanten van het beheer. Het is immers de mens die betekenis aan het erfgoed geeft.

Iedereen is verbonden met erfgoed en dus is het belangrijk dat iedereen kan mee bepalen wat erfgoed is en hoe ermee wordt omgegaan. Juist cultureel erfgoed rechtvaardigt de grootst mogelijke democratische participatie. Nederland heeft in 2024 het Verdrag van Faro ondertekend. Daarom werken we in de geest van dit verdrag bij de zorg en omgang met ons erfgoed. Dat betekent onder andere dat we erfgoed niet zien als iets dat op zichzelf staat, maar als iets dat onlosmakelijk verbonden is met het functioneren van onze samenleving en daar dienstbaar aan kan zijn.

5.1 Gebouwd erfgoed

De lange bewoningsgeschiedenis van Utrecht toont zich in de ruim 5.800 rijksmonumenten die de provincie rijk is. Daar zijn we trots op en daar zorgen we met z’n allen goed voor. Monumenten hebben niet alleen waarde, ze creëren ook waarde. Ze leveren een belangrijke bijdrage aan een prettige leefomgeving, zorgen ervoor dat bewoners zich hier thuis voelen en bezoekers hier graag komen. Rijksmonumenten vormen een belangrijk deel van het culturele kapitaal van onze provincie. Wij verlenen daarom met het Fonds Erfgoedparels steun aan restauraties van (groene) rijksmonumenten.* We geven bijzondere aandacht aan religieus erfgoed en maritiem erfgoed. Dat doen we ook door extra ondersteuning te organiseren, bijvoorbeeld door de inzet van het Erfgoed Expert Team bij complexe vraagstukken rond herbestemming en verduurzaming.

Wat we willen bereiken
Hier gaan we ons de komende periode voor inzetten:

  • We zetten in op het restaureren van het (rijks) monumentaal erfgoed zodat dit blijft bijdragen aan het vertellen van het Verhaal van Utrecht.

  • We stimuleren het toepassen van energiebesparende maatregelen bij restauraties van rijksmonumenten.

  • We onderzoeken hoe we met de restauratie van (groen) erfgoed een bijdrage kunnen leveren aan het tegengaan van klimaatverandering en het aanpassen van erfgoed aan de gevolgen van klimaatveranderingen.

  • We zetten in op (her)bestemming van rijksmonumenten tot gebouwen met een maatschappelijke functie.

afbeelding binnen de regeling

Rijksmonumenten per gemeente in de provincie Utrecht. Bron: RCE, Nationaal Georegister. De genoemde aantallen kunnen iets afwijken van de aantallen in het Rijksmonumentenregister.

› Wat we nu doen
De afgelopen periode stond in het teken van het in stand houden en versterken van ons gebouwde erfgoed:

  • Uit de vierjaarlijkse rapportage van de Utrechtse Erfgoedmonitor blijkt dat de subsidies uit het Fonds Erfgoedparels effectief zijn geweest voor de kleine tot middelgrote restauraties van rijksmonumenten* in de provincie. Toch is het benodigde bedrag voor grotere restauraties eind 2022 bijna verdubbeld. Dit komt met name door een aantal grote iconische monumenten met een forse restauratieopgave van boven de 1 miljoen euro, zoals de wal- en kluismuren in de stad Utrecht of de restauratie van Kasteel Nyenrode en het O.L.V. Ter Eem klooster.

  • Dankzij de Utrechtse Erfgoedmonitor is een goed beeld ontstaan van de staat van onderhoud van de rijksmonumenten in de provincie Utrecht. Dit helpt om afgewogen keuzes te maken over de inzet van middelen.

  • We dragen bij aan de verduurzaming van gebouwd erfgoed* door het toekennen van een hoger subsidiepercentage uit het Fonds Erfgoedparels bij het toepassen van energiebesparende maatregelen. Hiervoor bieden we energiescans aan voorafgaand aan de restauratieprojecten. Daarnaast besteden we bijzondere aandacht aan het verduurzamen van religieus erfgoed met het project Verduurzamen monumentale kerkgebouwen.

  • De provincie Utrecht heeft de afgelopen jaren verschillende onderzoeken laten uitvoeren naar het Utrechtse maritiem erfgoed. Op basis van de uitkomsten is het beleid vervolgens verder uitgewerkt en uitgevoerd. Speerpunten hierbij zijn het versterken van de onderlinge samenwerking, zodat een gezamenlijke agenda en ambitie kunnen worden geformuleerd, zorgen dat kennis over het maritiem erfgoed wordt doorgegeven en ontwikkeld, het beter bekend maken van het maritiem erfgoed en het erfgoed – waar mogelijk – meenemen in provinciaal beleid. We doen dit in nauwe samenwerking met de betrokken gemeenschap bij dit erfgoed, die met ons meedenkt om tot oplossingen en nieuwe initiatieven te komen.

  • We houden nauw contact met de eigenaren van gebedshuizen in de provincie over het religieus erfgoed en staan via het Steunpunt Archeologie en Monumenten Utrecht (STAMU) ook in contact met alle gemeenten. Via het STAMU ondersteunen we gemeenten bij het ontwikkelen van kerkenvisies. Een kerkenvisie is een strategische visie op de toekomst van meerdere kerkgebouwen binnen een gemeente of regio. Religieus en funerair erfgoed zijn opgenomen in de Cultuurhistorische Atlas (CHAT) en daar voor iedereen in te zien. De provincie Utrecht vergoedt energiescans voor het stimuleren van de verduurzaming van religieus erfgoed. Dit is inmiddels ondergebracht bij het Ontzorgingsprogramma Maatschappelijk Vastgoed.

* Woonhuizen vallen niet onder deze regeling.

Toelichting
Het Verhaal van Utrecht
Het Utrechtse erfgoed vertelt en toont de ontwikkelingsgeschiedenis van onze provincie. Het zijn de zichtbare en onzichtbare sporen van het verleden die ook van betekenis zijn in het heden. Talloze verhalen zijn er te vertellen over dit landschap, de mensen en de gebeurtenissen die de provincie Utrecht hebben gemaakt tot wat ze nu is. Eeuwenlang hebben hier mensen gejaagd, gewoond, gewerkt, gestreden, gezorgd en gereisd. Elk verhaal vertelt een stukje van de geschiedenis van de provincie Utrecht en elke inwoner neemt zijn eigen verhalen mee. Al die verhalen samen vormen het Verhaal van Utrecht. Van de ijstijd naar die van de Romeinen. En via stadsrechten en de sporen van ons koloniale slavernijverleden naar nu. Op het platform UtrechtAltijd worden deze verhalen digitaal bij elkaar gebracht, samen met Utrechtse collecties van musea, archieven en andere erfgoedinstellingen. Maar het Verhaal van Utrecht wordt ook offline verteld, door de vele erfgoedvrijwilligers en -professionals verbonden aan het Utrechtse erfgoed.

Toelichting
Wat is maritiem erfgoed?
Onder maritiem verstaan wij alles wat te maken heeft met vaarwater, zowel met binnenvaart als met zeevaart. Maritiem erfgoed is dus veelomvattender dan varend erfgoed en heeft ook niet alleen met zeevaart te maken. Het omvat het varend erfgoed zelf, maar ook havens, werven, vaarwegen en immaterieel erfgoed zoals de bijbehorende verhalen, tradities en ambachten. Maritiem erfgoed bestaat niet alleen uit een verzameling losse objecten, maar vooral uit zogeheten maritieme ensembles. Een maritiem ensemble is een verzameling maritieme erfgoedelementen. In onze provincie zijn op verschillende plekken maritieme ensembles aanwezig. Wij richten ons in ons beleid op het behoud van deze maritieme ensembles.

afbeelding binnen de regeling

Overzicht van het maritiem erfgoed bij Spakenburg, afkomstig uit een inventarisatie uit 2023 ten behoeve van de Cultuurhistorische atlas van de provincie Utrecht, getoond op een historische kaart uit omstreeks 1925.

› Wat we gaan doen
We zetten de komende periode ons beleid voort en zetten daarbij in op het volgende:

  • Restauratieopgaven. Naast de continuering van het Fonds Erfgoedparels en de subsidieregeling instandhouding molens zullen we onderzoeken hoe we als provincie efficiënt en doelmatig kunnen bijdragen aan het aanpakken van de grootste restauratieopgaven.

  • Instandhouding maritiem erfgoed. We blijven ons beleid uitvoeren, maar onderzoeken daarnaast ook welke mogelijkheden er zijn om het Utrechts maritiem erfgoed te ondersteunen bij onderhoud en restauratie. Uit de onderzoeken is namelijk gebleken dat deze noodzakelijke kosten steeds lastiger te subsidiëren zijn voor eigenaren van met name varend erfgoed. Met pilots onderzoeken we wat er mogelijk is op dit gebied en welke rol de provincie daarbij kan vervullen. Daarnaast willen we maritiem erfgoed opnemen als zesde thema van de Cultuurhistorische Hoofdstructuur (CHS).

  • Verbreding verduurzaming. We blijven ons inzetten voor de verduurzaming van erfgoed en we onderzoeken hoe we een bijdrage kunnen leveren aan de doelstellingen van het Klimaatakkoord van Parijs. We zien hiervoor ook mogelijkheden voor groene monumenten. Bovendien is verduurzamen niet alleen een plicht, maar biedt het ook kansen. Zo kan het in de monumentenzorg de beheerkosten verminderen. Op die manier draagt een eigenaar niet alleen bij aan een beter milieu, maar creëert ook structureel meer financiële ruimte om zijn monument goed te onderhouden.

afbeelding binnen de regeling

Overzicht van religieus erfgoed in de Cultuurhistorische Atlas van de provincie Utrecht. Naast het nog bestaande religieus erfgoed, toont de kaart ook het erfgoed dat inmiddels is verdwenen (bijvoorbeeld doordat het afgebroken is). Dit zorgt ervoor dat het verhaal van een plek beter te herleiden en begrijpen is.

› Hoe we dat doen

  • Fonds Erfgoedparels. Met het Fonds Erfgoedparels ondersteunen we restauraties van rijksmonumenten* met een middelgrote restauratiebehoefte. Rijksmonumenten met een restauratieopgave tussen € 100.000 en € 1.000.000 kunnen bij dit Fonds een aanvraag indienen. Aanvragers kunnen meer subsidie ontvangen wanneer er bij restauratie duurzaamheidsmaatregelen worden toegepast of als er aan de restauratie een sociaal-maatschappelijke (her)bestemmingsopgave is verbonden. *Woonhuizen vallen niet onder deze regeling.

  • Subsidie instandhouding molens provincie Utrecht. Vanwege een aantoonbaar intensievere onderhoudsbehoefte ten opzichte van andere categorieën erfgoed bieden we vanaf 2021 de mogelijkheid aan voor het subsidiëren van onderhoud van de 36 draaivaardige rijksmonumentale molens.

  • Bijdrage grote(re) restauratiebehoefte. Rijksmonumenten met een restauratieopgave boven € 1.000.000 kunnen geen gebruikmaken van het Fonds Erfgoedparels. Om deze belangrijke groep rijksmonumenten toch te kunnen restaureren, hebben Provinciale Staten via de motie ‘Op de schouders van onze voorouders’ eenmalig 5 miljoen euro beschikbaar gesteld. Daarbij is er de komende coalitieperiode specifiek voor deze grote restauratieopgaven jaarlijks 2 miljoen extra beschikbaar om de restauratieachterstand in te lopen.

  • Utrechtse erfgoedmonitor. De Utrechtse Erfgoedmonitor is een monumentenmonitor waarbij digitale scans van gebouwen gecombineerd worden met kennis van de Monumentenwacht Utrecht en diverse andere bronnen. We onderzoeken de komende beleidsperiode hoe we monitoringsdata nog meer kunnen verbinden aan het erfgoedbrede beleid en hoe we de monitor kunnen aanpassen naar aanleiding van actuele thema’s als energieverbruik. We delen de data uit de monitor met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en met gemeenten.

  • Energie-quickscans. We bieden gratis energie-quickscans aan om de toepassing van energiebesparende maatregelen bij een restauratie, waaraan vanuit het Fonds Erfgoedparels een subsidie wordt verleend, te stimuleren.

  • Kennisontwikkeling en -overdracht. Via de Monumentenwacht Utrecht, de Restauratie- Opleidingsprojecten en het Steunpunt Archeologie en Monumenten Utrecht investeren we in kennisontwikkeling en -overdracht.

  • Erfgoed Expert Team. Met externe deskundigen op verschillende relevante vakgebieden wordt een raamcontract afgesloten zodat eigenaren of ondernemers van erfgoed bij het Erfgoed Expert Team terecht kunnen voor bijvoorbeeld het herbestemmen, verduurzamen en exploiteren van hun erfgoed.

  • Cultuurfonds voor Monumenten Utrecht (CMU). Het Cultuurfonds voor Monumenten Utrecht (CMU) verstrekt leningen voor de restauratie en verduurzaming van gemeentelijke monumenten. De provincie neemt deel aan dit fonds, ook al leggen we geen prioriteit bij de restauratie van gemeentelijke monumenten.

Toelichting
Erfgoed Expert Team
Het Erfgoed Expert Team (EET) is een multidisciplinaire denktank met experts in onder andere bouw, restauratie, cultuurhistorie, natuur, financiën, markt, hospitality, duurzaamheid, publieksparticipatie, communicatie en procesbegeleiding. Het EET is de komende beleidsperiode met voorrang beschikbaar voor landgoederen, buitenplaatsen, kastelen, religieus erfgoed, varend erfgoed, industrieel erfgoed en forten. Het EET levert maatwerk. Afhankelijk van de vraag kan dit een los advies, een brainstorm, een projectcasus of procesbegeleiding zijn.

Voorbeeld
Project Museumwerf Vreeswijk
De Museumwerf Vreeswijk is een bijzonder voorbeeld van maritiem erfgoed in de gemeente Nieuwegein. Al een aantal jaren zijn de directeur en het bestuur van deze stichting hard bezig om deze bijzondere plek nieuw leven in te blazen. De middelen zijn echter beperkt en er is geconstateerd dat verbeteringen noodzakelijk zijn, zowel in de exploitatie als organisatie. Aan het EET was daarom gevraagd te helpen met het toekomstbestendig maken van de museumwerf. Samen met het EET zijn een duidelijke missie en visie tot stand gekomen. Deze missie en visie zijn vervolgens vertaald naar concrete jaarlijkse uitvoeringsplannen. De exploitatie en organisatie zijn nu zodanig gewijzigd dat de museumwerf klaar is voor de toekomst.

Toelichting
Partnerorganisaties
Voor de uitvoering van onze beleidsdoelen voor gebouwd erfgoed werken we samen met de volgende organisaties:

Monumentenwacht Utrecht
De Monumentenwacht Utrecht (MWU) voert preventief bouwkundige inspecties aan monumenten uit in opdracht van eigenaren/abonnees waardoor verval wordt tegengegaan. Het MWU begeleidt het restauratieproces voor de lopende aanvragen uit het Fonds Erfgoedparels. In de subsidievoorwaarde vragen wij MWU prioriteit te geven aan grote en complexe rijksmonumenten, zoals religieus erfgoed, industrieel erfgoed, historische buitenplaatsen en openbare gebouwen. De Monumentenwachters werken als onafhankelijke deskundigen aan de maatschappelijke taak om het erfgoed in de provincie te behouden. Om deze rol in de toekomst te kunnen blijven vervullen vraagt provincie Utrecht MWU om een strategie met bijbehorende scenario’s te ontwikkelen die gericht is op het significant vergroten van het marktaandeel in het segment rijks- en gemeentelijke monumenten. In de afgelopen periode heeft MWU zich ontwikkeld op het gebied van monumenten en duurzaamheid. Dit sluit aan op de behoefte van monumenteigenaren. Wij vragen MWU daarom duurzaamheidsadviezen in het dienstenpakket op te nemen. We stimuleren MWU daarnaast om de digitale schouw verder te ontwikkelen.

Restauratie Opleidingsprojecten
Restauratie Opleidingsprojecten (ROP) is een samenwerkingsproject van diverse overheden om het aantal leerwerkplekken in het restauratievak te vergroten. Het is een landelijke organisatie die bemiddelt tussen scholen en aannemersbedrijven. Het ROP zet in op ‘leren met je handen’. Onder begeleiding van deskundige leermeesters wordt vakmanschap ontwikkeld. Wij blijven Restauratie Opleidingsprojecten stimuleren en vragen de subsidieontvangers van het Fonds Erfgoedparels om leerlingplekken te creëren.

Het Utrechts Landschap
De primaire taak van Utrechts Landschap is het ontwikkelen, behouden en beheren van Utrechtse natuur en erfgoed. Zij doen dat door het goed beheren en openstellen van de gebieden die in hun bezit zijn. Daaronder valt veel bijzonder erfgoed: historische buitenplaatsen, Park Vliegbasis Soesterberg en veel van de rijksmonumentale Utrechtse molens (via Stichting De Utrechtse Molen). We vragen Utrechts Landschap hun beheerkennis en -expertise over molens en groen erfgoed te delen met andere beheerders en burgers en maatschappelijke organisaties te betrekken en informeren bij de zorg voor landschap en erfgoed.

* Woonhuizen vallen niet onder deze regeling.

Verder lezen
» Ga naar de Utrechtse Erfgoedmonitor
» Bekijk het Ontzorgingsprogramma Maatschappelijk Vastgoed op de website van de Provincie Utrecht
» Lees meer over Maritiem Erfgoed op de website van de Provincie Utrecht

5.2 Archeologie

De provincie Utrecht kent een lange bewoningsgeschiedenis. Dat levert naast zichtbare sporen ook veel ondergrondse en dus onzichtbare sporen op. Deze zijn niet alleen het bewaren waard, maar kunnen ook een inspiratiebron vormen bij ruimtelijke ontwikkelingen. Archeologie spreekt tot de verbeelding, is spannend en verbindt jong en oud in hun nieuwsgierigheid naar het verleden.

Gemeenten moeten op basis van de Omgevingswet bij het vaststellen van ruimtelijke plannen rekening houden met archeologische waarden in de bodem. De Cultuurhistorische Hoofdstructuur in de Omgevingsverordening benadrukt het in ogenschouw nemen van de archeologische waarden binnen drie archeologisch waardevolle zones (de Limes, Dorestad en de Utrechtse Heuvelrug). De provincie ondersteunt gemeenten op het gebied van hun wettelijke erfgoedtaken via het Steunpunt Archeologie en Monumenten Utrecht. Bij archeologisch onderzoek in de provincie Utrecht is de provincie eigenaar van alle vondsten met uitzondering van vondsten uit de Gemeente Amersfoort en de Gemeente Utrecht. Deze gemeenten beschikken over een eigen, door ons aangewezen depot. Het Provinciaal depot voor bodemvondsten registreert, beheert en ontsluit archeologische vondsten.

Wat we willen bereiken
Dit zijn onze doelen voor de komende periode:

  • Het beheren en in stand houden van het Provinciaal Archeologisch Depot ten behoeve van behoud en toegankelijkheid van archeologische vondsten en bijbehorende documentatie.

  • Het stimuleren van het bekend en beleefbaar maken van de Utrechtse archeologie en bijbehorende verhalen.

  • Het meewerken aan oplossingen voor het versterken van de capaciteit en deskundigheid bij gemeenten op het gebied van archeologie (en erfgoed in bredere zin).

› Wat we nu doen
De afgelopen periode hebben we ons voor onderstaande zaken ingezet:

  • De grenzen van de opslagcapaciteit van het huidige Provinciaal Archeologisch Depot zijn bereikt. Daarom bereiden wij al enige jaren de verhuizing voor naar een nieuw gebouw, in samenwerking met andere Utrechtse collectiebeheerders en onder regie van de gemeente Utrecht. Wij stimuleren en ondersteunen bruikleen van vondsten voor exposities. Ook werken wij vanuit het depot nauw samen met vrijwilligers in de archeologie. Voor het beheer van het archeologisch depot en als centraal aanleverloket gebruiken wij de applicatie ArcheoDepot en werken wij aan doorontwikkeling daarvan. Wij stimuleren dat ook de gemeentelijke depots zich hierbij aansluiten. In het belang van het borgen van de kwaliteit van het archeologisch bestel in Nederland hebben wij onze financiële bijdrage aan de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB) gecontinueerd.

  • Ongeveer een tiende van de projecten in het Provinciaal Archeologisch Depot bestaat uit onuitgewerkt oud onderzoek. Het zijn vondsten en veldtekeningen van voor de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (Wamz) uit 2007, waarvan geen rapport is opgemaakt. Met de komst van onze rol als depothouder in de Wamz hebben wij deze oude onderzoeken overgedragen gekregen van het Rijk. Als deze onderzoeken onuitgewerkt in depot blijven, dreigt informatie verloren te gaan en wordt nadere selectie onmogelijk. Wij hebben daarom een Prioriteitenlijst onuitgewerkt archeologisch onderzoek opgesteld. Hierop staan achttien onderzoeken die essentieel zijn voor ons begrip van het verleden van de provincie Utrecht. Wij hebben ons gericht op samenwerkingsmogelijkheden met bijvoorbeeld universiteiten en koppelkansen met actueel archeologisch onderzoek om deze projecten alsnog uit te werken en onder de aandacht te brengen van publiek. Deze aanpak heeft geleid tot de uitwerking van een deel van de onderzoeken van de prioriteitenlijst.

  • Archeologische vondsten en waarnemingen die gedaan worden buiten een professionele opgraving, moeten volgens de Erfgoedwet worden gemeld aan de minister van OCW en geregistreerd in het Archeologisch Informatiesysteem (Archis). Om deze meldingen zo laagdrempelig mogelijk te maken, voorziet de provincie in een Meldpunt Archeologie. Deze taak is belegd bij Landschap Erfgoed Utrecht. Het Meldpunt Archeologie werkt samen met Portable Antiquities of the Netherlands (PAN) en UtrechtAltijd.nl.

  • Met de subsidieregeling voor Cultuur en Erfgoed zetten wij in op het vergroten van het publieksbereik van Utrechts erfgoed. Hiermee worden ook projecten en initiatieven ondersteund die zich richten op archeologische waarden en verhalen. Zo hebben wij onder andere bijgedragen aan de realisatie van het ArcheoLab op Museum Hoge Woerd: een ArcheoHotspot waar bezoekers zelf aan de slag kunnen met archeologisch materiaalonderzoek of langs kunnen komen op het archeologisch spreekuur om meer te weten te komen over een gedane vondst.

  • Een van de projecten in het kader van erfgoededucatie was een project over de Limes in Nederland. Een archeologische gastdocent komt in de klas vertellen wat een archeoloog is en doet en samen met de kinderen worden vondsten onderzocht. Gedurende een paar dagen staat een archeologische ontdekvitrine op school, met opdrachten verbonden aan archeologisch onderzoek.

  • De archeologische rijksmonumenten maken onderdeel uit van de Utrechtse Erfgoedmonitor. Een aanzienlijk deel van de archeologische rijksmonumenten in de provincie Utrecht is in matige tot slechte staat. Landschap Erfgoed Utrecht heeft – ondersteund door het Rijk en de provincie – in de pilot ‘De Archeobrigade’ onderzocht of archeologische rijksmonumenten beheerd en onderhouden kunnen worden met de inzet van vrijwilligers en betrokkenheid van eigenaren.

afbeelding binnen de regeling

Ligging van de drie zones binnen CHS-thema Archeologie. Het detail toont erfgoedelementen bij Doorn uit de Cultuurhistorische Atlas, weergegeven op een hoogtekaart.

› Wat gaan we doen
We zetten de komende beleidsperiode het beleid van de voorgaande periode voort. Hier is het volgende op aan te vullen:

  • Provinciaal Archeologisch Depot. Naar verwachting wordt het nieuwe depot binnen de komende beleidsperiode in gebruik genomen. Wij werken daarnaast verder aan de doorontwikkeling van ArcheoDepot. Onder andere met het oog op aansluiting van gemeentelijke depots, koppeling met het informatiesysteem van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en ontsluiting van gegevens voor publiek en wetenschap. Om de vondsten en verhalen die besloten liggen in het depot te ontsluiten voor een breed publiek, willen wij een tentoonstelling realiseren. Wij denken hierbij aan een wisseltentoonstelling in het provinciehuis en/of een reizende tentoonstelling langs gemeenten. Wij starten met een verkenning naar vorm, inhoud, financiële en praktische uitvoerbaarheid.

  • Uitwerking oud archeologisch onderzoek. We nemen ons voor om minimaal één project per jaar op te starten. Waar mogelijk doen we dat samen met andere partijen en via koppelkansen met lopend archeologisch onderzoek. Wij willen dit combineren met het onder de aandacht brengen van de resultaten bij een breed publiek.

  • Archeologisch meldpunt. Het bestaan van twee registratiesystemen voor archeologische vondsten – het wettelijk verplichte Archeologisch informatiesysteem Archis en Portable Antiquities of the Netherlands (PAN) – leidt tot verwarring en gebrek aan overzicht. Wij gaan hierover het gesprek aan met alle betrokken partijen om hierover meer duidelijkheid te creëren.

  • Publieksbereik. Wij bestemmen een deel van de middelen voor publieksbereik specifiek voor projecten op het gebied van archeologie. We zullen daar extra over communiceren naar de erfgoedinstellingen en vrijwilligers, zodat we zoveel mogelijk aanvragen voor projecten vanuit de samenleving zelf ontvangen. Wij onderzoeken de mogelijkheid van het aanstellen van een kwartiermaker voor het stimuleren van archeologische publieksbereikprojecten.

  • Archeologische erfgoededucatie. Archeologische opgravingen zijn goede momenten om een breed publiek kennis te laten maken met archeologisch onderzoek. Bijvoorbeeld door het organiseren van open dagen of door archeologische publieksopgravingen. Wij gaan het opzetten en uitvoeren van publieksprojecten rond opgravingen stimuleren en ondersteunen. Wij onderzoeken samen met gemeenten hoe wij dit het beste kunnen doen.

  • Beheer archeologische monumenten. Het Rijk heeft geconstateerd dat de rijkssubsidieregeling instandhouding monumenten (Sim) niet geschikt is voor archeologische rijksmonumenten en nauwelijks wordt aangesproken. Het Rijk onderzoekt daarom de mogelijkheden om de onderhoudsnoodzaak, de financiële ondersteuningsbehoefte van eigenaren en het beschikbare budget effectiever bij elkaar te brengen. Wij denken hier graag over mee.

  • Archeologische onderzoeksagenda’s. Een onderzoeksagenda benoemt belangrijke archeologische thema’s, kennislacunes en onderzoeksvragen die tot nu toe onbeantwoord zijn gebleven. Doordat onderzoeksagenda’s helpen kennisgaten te dichten, dragen zij ook bij aan het completer maken van het Verhaal van Utrecht. Uit de Monitor Erfgoedbeleid Utrechtse Gemeenten (MEBUG) uit 2022 blijkt dat gemeenten nog maar weinig gebruikmaken van een eigen onderzoeksagenda of eigen onderzoeksvragen. Nieuwe kennisvorming over het verleden wordt daardoor beperkt. Wij ondersteunen gemeenten bij het opstellen van gemeentelijke en/of regionale onderzoeksagenda’s door hier subsidie voor beschikbaar te stellen. Daarnaast voeren we een pilot uit met een regionale onderzoeksagenda voor de Utrechtse Heuvelrug.

  • Capaciteit en deskundigheid gemeenten. Wij zijn aangesloten bij het rijksprogramma ‘Erfgoed en Overheid’. Dit is een verbetertraject gericht op het versterken van de uitvoering van structurele wettelijke taken en verstrekken van handvatten om erfgoed een volwaardige rol te geven bij ruimtelijke opgaven. Wij betrekken hierbij het Steunpunt Archeologie en Monumenten en gemeenten.

› Hoe we dat doen

  • Subsidie voor het publieksbereik. De subsidie voor het publieksbereik van het Utrechts erfgoed is onder andere beschikbaar voor projecten die het archeologisch erfgoed in onze provincie bekend en beleefbaar maken voor een groot publiek.

  • Subsidie voor onderzoeksagenda’ s. Wij stellen een subsidiemogelijkheid open voor gemeenten die een archeologische onderzoeksagenda willen opstellen.

  • Financiële bijdrage SIKB. In het belang van het borgen van de kwaliteit van het archeologisch bestel in Nederland ondersteunen wij de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB) met een financiële bijdrage.

  • Meldpunt Archeologie. Om meldingen van archeologische vondsten zo laagdrempelig mogelijk te maken, voorzien we in een Meldpunt Archeologie.

Verder lezen
» Ga naar de website van Meldpunt Archeologie
» Ga naar de website van het Provinciaal Archeologisch Depot

5.3 Ruimtelijk erfgoed

Ruimtelijk erfgoed vormt een belangrijk onderdeel van onze leefomgeving. Bij het zorgen voor ons ruimtelijk erfgoed speelt de provincie dan ook een belangrijke rol. In de Omgevingsvisie Provincie Utrecht is de Cultuurhistorische Hoofdstructuur (CHS) vastgelegd. Deze bestaat uit vijf thema’s:

Daarnaast is het UNESCO Werelderfgoed in de Cultuurhistorische Hoofdstructuur (CHS) opgenomen. Het beheer en behoud van erfgoed staat soms op gespannen voet met andere maatschappelijke opgaven. Denk aan de energietransitie, woningbouw en de aanleg van nieuwe infrastructuur. Maar door het tijdig meenemen van erfgoed bij ruimtelijke ontwikkelingen en door een goede integrale samenwerking kunnen de kansen die erfgoed biedt voldoende worden benut. In onze Omgevingsvisie hebben we dan ook aangegeven dat we ons erfgoed niet alleen willen behouden, maar ook willen benutten bij ruimtelijke ontwikkelingen en willen inzetten voor het verbeteren van de omgevingskwaliteit.

Wat we willen bereiken
Dit zijn onze doelen voor de komende periode:

  • We borgen archeologische en cultuurhistorische waarden bij ruimtelijke ontwikkelingen.

  • We zetten erfgoed – vroegtijdig – in als stimulerende en verbindende kracht voor ruimtelijke en maatschappelijke ontwikkelingen.

  • We participeren actief bij ruimtelijke ontwikkelingen. Zo dragen we bij aan een integrale en omgevingsgerichte benadering en wordt erfgoed ingezet voor verbetering van de ruimtelijke kwaliteit.

Wat we nu doen
De afgelopen periode hebben we ons voor onderstaande zaken ingezet:

  • Vanuit het Rijk is gevraagd om te onderzoeken hoe de nationale ruimtelijke uitdagingen gecombineerd kunnen worden met onze provinciale opgaven. Dit heeft geleid tot het zogeheten Ruimtelijk Voorstel, waar erfgoed een duidelijke plek in heeft gekregen. Dit Ruimtelijk Voorstel wordt ook gebruikt om de Provinciale Omgevingsvisie te actualiseren.

  • Het programma van de Erfgoed Deal heeft als doel om met cultureel erfgoed inspiratie en een basis te bieden bij de grote opgaven van de klimaatadaptatie, energietransitie en stedelijke groei. Dit programma van het Rijk is gestart in 2019 en hier hebben we als provincie met twee grote projecten aan bijgedragen: Hoornwerk en Klimaatrobuuste Buitenplaatsen.

  • In het landelijk gebied geldt een verstedelijkingsverbod, waardoor ruimtelijke ontwikkelingen vrijwel onmogelijk zijn. Soms staat deze regel echter het behoud van een historische buitenplaats in de weg, omdat er ontwikkeling nodig is uit financiële noodzaak. Daarom geldt er binnen het verstedelijkingsverbod een uitzonderingsregel voor historische buiten- plaatsen. Om deze uitzonderingsregel uit onze Omgevingsverordening nader toe te lichten is de leidraad “Behoud door ontwikkeling op historische buitenplaatsen” geschreven. We hebben deze leidraad in 2022 geactualiseerd.

  • Ontwerpend onderzoek is een belangrijk instrument in de Omgevingsvisie. Cultuur en erfgoed geven veel aanknopingspunten voor het versterken van de kwaliteit van de leefomgeving. De provincie Utrecht gebruikt de inzet van ontwerpend onderzoek om via een doorlopend proces tot oplossingen te komen voor ruimtelijke uitdagingen. Vanuit erfgoed willen wij extra waarde toevoegen door gebruik te maken van creatieve verbeeldingskracht via de inzet van kunstenaars, vormgevers en landschapsinrichters. Dat doen we onder andere via Leefomgeving Erfgoed en Verbeeldingskracht LEV!.

  • Als provincie zijn we verantwoordelijk voor het interbestuurlijk toezicht op de gemeentelijke erfgoedtaken. In samenspraak met Rijk, provincies en gemeenten is gewerkt aan een gezamenlijk actieplan.

afbeelding binnen de regeling

Ligging van de drie iconische wegen van het thema Historische Infrastructuur in de CHS, met een detail van de Wegh der Weegen.

afbeelding binnen de regeling

Ligging van CHS-thema Militair Erfgoed en het gebied van UNESCO Werelderfgoed Hollandse Waterlinies, met een detail van erfgoedelementen bij Nieuwersluis uit de Cultuurhistorische Atlas.

afbeelding binnen de regeling

Ligging van CHS-thema Historische Buitenplaatsen, met een detail van erfgoedelementen bij Slot Zeist uit de Cultuurhistorische Atlas.

afbeelding binnen de regeling

Ligging van CHS-thema Agrarisch Cultuurlandschap, met een detail van erfgoedelementen in de Lopikerwaard uit de Cultuurhistorische Atlas.

Voorbeeld
Integraal samenwerken op de Utrechtse Heuvelrug
De Utrechtse Heuvelrug is een mooi voorbeeld van een gebied waar integraal samenwerken niet alleen nodig is, maar ook een duidelijke meerwaarde heeft. Hier komen veel thema’s uit de Cultuurhistorische Hoofdstructuur (CHS) samen met eerder beschreven ruimtelijke ontwikkelingen als klimaatadaptie en de energietransitie. De Utrechtse Heuvelrug herbergt verschillende erfgoedwaarden. Denk aan buitenplaatsen, het militaire erfgoed van de Vliegbasis Soesterberg en de Leusderheide en de iconische route van de Wegh der Weegen. Daarnaast is de Utrechtse Heuvelrug een van de drie archeologische zones in de CHS.

Tegelijkertijd vinden er in het gebied allerlei ontwikkelingen plaats. Defensie wil hier delen van hun gebieden intensiveren en andere delen afstoten. Door de gevolgen van klimaatverandering lopen de historische structuur en beplanting van buitenplaatsen risico. Archeologische vindplaatsen lopen gevaar door ruimtelijke ontwikkelingen in het kader van energietransitie en woningbouw. Vanuit mobiliteit wordt gekeken naar de as Utrecht-Amersfoort en de toenemende verstedelijking van beide plaatsen. Dit betekent dat bij het opstellen van de Omgevingsvisie samenwerking met de verschillende stakeholders in dit gebied noodzakelijk is. Onderdeel van deze samenwerking is het opstellen van een gebiedsbiografie. Deze biografie brengt de logica en identiteit van het gebied in beeld. En biedt daarmee handvatten voor de diverse ruimtelijke en maatschappelijke vraagstukken die er leven.

› Wat we gaan doen
We zetten de komende periode in op het volgende:

  • Ondersteuning capaciteit en deskundigheid gemeenten. Uit onderzoek blijkt dat gemeenten onvoldoende capaciteit en deskundigheid op het gebied van erfgoed hebben. Vanuit het Rijk is een traject gestart om dit te verbeteren. Samen met het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het Steunpunt Archeologie en Monumenten, de gemeenten zelf en diverse erfgoedpartijen denken we mee en zoeken we naar oplossingen.

  • Cultuurhistorische Atlas (CHAT). De Cultuurhistorische Atlas (CHAT) van de Provincie Utrecht geeft een overzicht van al het erfgoed in de provincie Utrecht en is een kennis- en inspiratiebron voor professionals in de ruimtelijke ordening en initiatiefnemers van ruimtelijke plannen. We gaan de Cultuurhistorische Atlas (CHAT) in de komende beleidsperiode uitbreiden met nieuwe erfgoeddata. Ook gaan we de CHAT verder onder de aandacht brengen bij zowel geïnteresseerde burgers als professionals in de ruimtelijke ordening en gebruiksvriendelijker maken. Daarom vernieuwen we in 2025 de website van de CHAT op basis van gebruikersonderzoek.

  • Cultuurhistorisch onderzoek. Actuele kennis van cultuurhistorische waarden is nodig om erfgoed in een vroeg stadium mee te kunnen nemen bij grote ruimtelijke ontwikkelingen. De eerder genoemde Cultuurhistorische Atlas (CHAT) is hiervoor een belangrijke bron, net als de gemeentelijke cultuurhistorische waardenkaarten en archeologische waardenkaarten. Wij gaan gemeenten helpen met het maken en actualiseren van deze waardenkaarten. Daarnaast kan aanvullend onderzoek noodzakelijk zijn. Dat kan bijvoorbeeld door het maken van gebieds- of landschapsbiografieën. Wij kunnen hierbij zelf de opdrachtgever zijn of we kunnen gemeenten en initiatiefnemers hierin stimuleren en ondersteunen. De beschikbare informatie willen we beter en breder ontsluiten, onder andere door de resultaten als aanvulling van de CHAT te gebruiken.

  • Leidraad historische buitenplaatsen. We willen de leidraad “Behoud door ontwikkeling op historische buitenplaatsen” nadrukkelijker onder de aandacht brengen bij gemeenten en betrokkenen.

  • Klimaatrobuust erfgoed. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed gaat in de komende jaren een landelijk dekkend beeld geven van de klimaatrisico’s voor erfgoed. Op basis van deze inventarisatie kan worden bepaald om erfgoed te behouden of te benutten voor klimaatadaptatie. Via het provinciale Programma Klimaatadaptatie worden gemeenten gestimuleerd om klimaatstresstesten te maken. We vragen ze om (groen) erfgoed hierin op te nemen.

  • Behouden en ontwikkelen groen erfgoed. De komende jaren besteden we meer aandacht aan zogeheten groen erfgoed. Denk aan historische moestuinen, landgoederen en lanen, groen op forten of houtwallen en knotbomenrijen in het agrarisch cultuurlandschap. Sommige van deze elementen worden nog op traditionele wijze beheerd. Door het Fonds Erfgoedparels wordt de restauratie van rijks- monumentaal groen erfgoed ook mogelijk gemaakt. Denk daarbij aan restauraties van monumentale parken van bijvoorbeeld buitenplaatsen. Daarnaast zien wij kansen om het historisch cultuurlandschap verder te versterken. Samen met ondersteunende organisaties en andere stakeholders stellen we een definitie op van groen erfgoed, inventariseren we de huidige problematiek en gaan we op zoek naar kansen.

  • Behoud trage paden. Trage paden zijn historische kerk- en jaagpaden. Het zijn bijzondere en aantrekkelijke onverharde routes door onze historische landschappen. Deze paden dreigen echter te verdwijnen. We hebben de trage paden in de provincie Utrecht geïnventariseerd en gaan een handreiking maken voor omgang met trage paden in ruimtelijk ontwerp. Recreatie en toerisme werkt tegelijkertijd aan een pilot met een traag pad, waarbij ze een traag pad ontwikkelen tot een recreatieve route. Deze pilot moet leiden tot een beter inzicht over hoe trage paden duurzaam kunnen worden behouden als wandelroutes.

  • Het Erfgoed Expert Team (EET) en de Buitenplaatsen Intermediair. We willen de kennis binnen het Erfgoed Expert Team (EET) verbreden. Dat doen we onder andere aan de hand van de pilot met een Buitenplaats Intermediair die loopt van 2023 – 2024. Bij een positieve evaluatie van de pilot breiden we het EET uit met een Buitenplaatsen Intermediair. Een Buitenplaatsen Intermediair biedt – praktische – ondersteuning aan eigenaren bij het economisch ontwikkelen en toekomstbestendig maken van buitenplaatsen met behoud van cultuurhistorische waarden. Daarmee spelen we in op de behoefte bij eigenaren en terreinbeherende organisaties aan deskundigheid en ondersteuning bij planontwikkeling en -proces.

  • Leefomgeving en Verbeeldingskracht LEV! Met Leefomgeving en Verbeeldingskracht (LEV!) werken we aan de benutting van cultuur en erfgoed bij de ruimtelijke opgaven. LEV! draagt bij aan een kwalitatief hoogwaardig ontwerp van de leefomgeving, door creatief ontwerp van het landschap van de toekomst waarbij de kwaliteiten van de cultuurhistorie, de verhalen - het immateriële erfgoed - en het huidige landschap het uitgangspunt vormen. Het netwerk van LEV! bestaat onder andere uit landschapsarchitecten, kunstenaars en vormgevers. De uitgangspunten van LEV! zijn het stimuleren van de inzet van creatief ontwerp in ruimtelijke vraagstukken en grote ruimtelijke opgaven, de inzet van creatieve verbeeldingskracht bij grote ruimtelijke opgaven als nieuwe waardegevende historische laag in het landschap, de hierboven genoemde manier van werken en denken integraal onderdeel maken van provinciale programma’s en werkwijze bij externe partijen en het is gericht op de gebieden van de Cultuur Historische Hoofdstructuur (CHS). We streven hiermee de volgende doelen na: het aantrekkelijker maken van de omgeving, erfgoed zichtbaar en beleefbaar maken door het toepassen van kunst in de ruimte, creatieve denkkracht inzetten bij alle processen die volgen uit het oplossen van complexe vraagstukken. Van het opstellen van een visie tot de daadwerkelijke uitvoering van plannen en vergezichten schetsen door het onvoorstelbare voorstelbaar te maken met verbeeldingskracht.

› Hoe we dat doen

  • Subsidieverordening Cultuur en Erfgoed. Met onze subsidieverordening Cultuur en Erfgoed kunnen we gemeenten financieel ondersteunen bij het maken en actualiseren van gemeentelijke archeologische en cultuurhistorische waardenkaarten.

  • Nieuwe projecten vanuit Erfgoed Deal. Het programma Erfgoed Deal van het Rijk is verlengd tot eind 2025. Als provincie stellen we in het kader van dit programma procesbudget beschikbaar en verkennen we nieuwe mogelijke projecten.

afbeelding binnen de regeling

Het merendeel van de gemeenten in de provincie Utrecht beschikt inmiddels over een cultuurhistorische waardenkaart en alle gemeenten hebben een archeologische beleidskaart. Wij ondersteunen gemeenten bij het maken en actualiseren van deze kaarten.

Voorbeeld
Doorfietsroute Via Regia
Om vlot, veilig en comfortabel in de provincie Utrecht te kunnen fietsen, werkt de provincie aan een regionaal fietsnetwerk. Een belangrijk onderdeel van het regionaal fietsnetwerk zijn de doorfietsroutes. De doorfietsroutes stimuleren het fietsgebruik in het woon-werkverkeer, verbeteren de bereikbaarheid van de regio en dragen bij aan een gezonde leefomgeving.

Een van deze doorfietsroutes loopt nagenoeg naast en gedeeltelijk over de originele Via Regia. De Via Regia – de huidige N225 – was een route die Utrecht met het keizerlijk paleis van Keulen verbond. Via Regia betekent dan ook letterlijk Koninklijke Weg. In de provincie Utrecht loopt de route van Utrecht naar Rhenen. Het is naast de Route Imperiale en de Wegh der Weegen één van de drie iconische routes waarvan de provincie de historische waarde zichtbaarder en beter beleefbaar wil maken.

LEV! onderzoekt samen met het programma Fiets hoe we de historische waarde van deze weg via creatieve verbeeldingskracht zichtbaar(der) kunnen maken bij de doorfietsroute. Met een netwerk aan kunstenaars en een zogenaamd tussenpersoon voegt LEV! perspectief, inspiratie en vooral specifieke ontwerpkracht toe aan het proces: van de start tot aan de uiteindelijke realisatie. Dit kan variëren van een of meer fysieke kunstwerken tot herhalende elementen en ook online informatie.
Hiermee worden in één project verschillende provinciale ambities – op het gebied van mobiliteit, gezonde leefomgeving, klimaat en erfgoed en cultuur – integraal gerealiseerd.

Toelichting
Partnerorganisaties
Voor de uitvoering van onze beleidsdoelen voor ruimtelijk erfgoed werken we samen met de volgende organisatie:

Steunpunt Archeologie en Monumenten Utrecht (STAMU)
Het Steunpunt Archeologie en Monumenten Utrecht richt zich op het ondersteunen van gemeenten bij hun erfgoedbeleid en de uitvoering van hun erfgoedtaken. We zetten in op een toekomstbestendig en slagvaardig steunpunt, waar de gemeenten een beroep op kunnen doen en continueren het budget voor de ondersteuning van groen erfgoed en cultuurlandschap. Het STAMU organiseert onder meer informatie- en netwerkbijeenkomsten, maar voert ook de Monitor Erfgoedbeleid Utrechtse Gemeenten (MEBUG) uit. In 2026 vragen we STAMU opnieuw de MEBUG te verrichten. De MEBUG biedt inzicht in het lokale erfgoedbeleid, de personeelscapaciteit en de uitvoering van erfgoedtaken in elke gemeente. Het vormt zo de basis voor een gesprek vanuit het STAMU met gemeenten over kansen en uitdagingen en helpt ons onze ondersteuning voor gemeenten bij te stellen.

Verder lezen
» Ga naar de website van de Erfgoeddeal
» Download de Leidraad historische buitenplaatsen (pdf)
» Ga naar de website van de Cultuurhistorische Atlas (CHAT)

5.4 Streek- en kasteelmusea

De streek- en kasteelmusea in de provincie Utrecht hebben een bijzondere positie binnen de provinciale erfgoedinfrastructuur. Zij bewaren én vertellen het Verhaal van Utrecht en maken het Utrechts erfgoed toegankelijk en bekend voor het publiek. Kasteelmusea zijn kastelen met een museale functie. Kasteelmusea vertellen naast de bewonersgeschiedenis ook de geschiedenis van de omgeving van het kasteel in een museale opstelling, met een kasteelgebonden collectie. Streekmusea zijn musea die beschikken over een unieke streekgebonden Utrechtse erfgoedcollectie. De geschiedenis van de streek en het streekeigene zijn de centrale onderwerpen van het streekmuseum. Hieronder verstaan wij ook de kleine stadsmusea in de provincie Utrecht die als centraal onderwerp de geschiedenis van de stad en de omgeving van de stad hebben.

Wat we willen bereiken
Ons doel voor de komende periode is het versterken van de positie van streek- en kasteelmusea door aan de hand van het beleidskader ‘Beter in verbinding – museumbeleid provincie Utrecht 2021-2025’ samen toe te werken aan het toekomstbestendig, inclusief en toegankelijk maken van musea. Zodat ze bijdragen aan het zichtbaar én completer maken van het Verhaal van Utrecht.

Wat we nu doen
Omdat de streek- en kasteelmusea juist in gezamenlijkheid zo belangrijk zijn om het Verhaal van Utrecht bekend te maken bij een groot en breed publiek, ondersteunt de provincie de musea niet alleen individueel, maar ook als geheel.

  • We bouwen met de musea aan een sterk netwerk, door onder andere twee keer per jaar bijeenkomsten te organiseren waarbij kennisdeling en het uitwisselen van ervaringen centraal staan.

  • We werken aan een betere zichtbaarheid van de musea via een gezamenlijke on- en offline campagne. We helpen de musea om een startpunt te zijn voor het ontdekken van de rest van de streek. We stimuleren de musea om hun tentoonstellingen te actualiseren en nieuwe verhalen en objecten voor hun collecties te verzamelen. We maken zo het Verhaal van Utrecht meerstemmig en completer, zodat een breder publiek zich zal herkennen in de verhalen die het museum vertelt.

  • We stimuleren de musea om onderling inhoudelijke samenwerkingen aan te gaan op het gebied van publiek en programma. Studenten en scholieren uit de omgeving van het museum worden hierbij uitgenodigd om mee te denken en mee te doen.

Toelichting
Partnerorganisaties
Voor de uitvoering van onze beleidsdoelen voor streek- en kasteelmusea werken we samen met de volgende organisaties:

Landschap Erfgoed Utrecht (LEU)
Landschap Erfgoed Utrecht ondersteunt de provincie in het realiseren van haar doelen voor erfgoed, natuur en landschap. LEU voert daar de volgende taken voor uit:

het organiseren van erfgoededucatie in de provinciehet toegankelijk maken van (digitale) verhalen om het erfgoed bekend te makenhet ondersteunen van het provinciale erfgoednetwerk en het aanbieden van professionele ondersteuning van erfgoedvrijwilligers. LEU ondersteunt daarnaast de Utrechtse musea op verschillende manieren. Een ervaren museum- consulent adviseert de musea onder meer op het gebied van collectiebeheer, publieksbereik en vrijwilligersbeleid. LEU heeft in samenwerking met het landelijke Netwerk Digitaal Erfgoed digitale erfgoedcoaches, die instellingen adviseren over de digitalisering van hun erfgoedcollectie aan de hand van de vier uitgangspunten van de Nationale Strategie Digitaal Erfgoed. Utrechtse erfgoedinstellingen leren zo hoe ze kunnen aansluiten bij de landelijke strategie voor zichtbaarheid, houdbaarheid en duurzaamheid van digitale informatie, waarbij de gebruiker altijd centraal staat. Digitalisering is voor musea een middel om het publieksbereik te vergroten én te verbreden. Omdat het een laagdrempelige manier van aanbieden is bereik je nieuwe doelgroepen en vergroot je de toegankelijkheid van de collectie.

Visit Utrecht Region
Visit Utrecht Region is het samenwerkingsprogramma van de lokale destinatiemarketingorganisaties (DMO’s) in de provincie Utrecht. De kennis van de DMO’s wordt ingezet bij de gezamenlijke campagne voor de streek- en kasteelmusea. Het gaat hierbij om kennis op het gebied van marketing, maar ook om kennis van de specifieke regio’s en de campagnes die daar al gevoerd worden.

› Wat we gaan doen
Het huidige beleidskader loopt bijna af. In 2025 zullen wij hier samen met de musea nog uitvoering aangeven.

  • Evaluatie beleidskader. In 2024 gaan we het beleidskader 2021-2025 uitgebreid evalueren met de streek- en kasteelmusea zelf, gemeenten en ondersteunende erfgoedinstellingen. We onderzoeken in deze evaluatie ook de vraag of het streekmuseumnetwerk uitgebreid kan worden met andere regionale musea, zoals thematische en kunstmusea. Een andere onderzoeksvraag die we willen beantwoorden is of en welke rol de grote musea zoals het Centraal Museum en het Nationaal Militair Museum kunnen hebben binnen het netwerk voor de kleinere musea. Zie hiervoor ook de paragraaf Vitale Cultuursector. Op basis van onze bevindingen komen we met een voorstel voor een nieuw beleidskader voor kasteel- en streekmusea voor de jaren 2026-2028.

Hoe we dat doen
We ondersteunen streek- en kasteelmusea op de volgende manier:

  • Subsidieregeling Streek- en kasteelmusea. Van de subsidieregeling voor de streek- en kasteelmusea wordt goed gebruikt gemaakt, waarbij veel aandacht is voor meerstemmigheid en toegankelijkheid.

  • Exploitatiesubsidie. Kasteel Amerongen en Slot Zuylen ontvangen al decennialang een exploitatie- subsidie om hun huizen open te kunnen stellen voor het publiek. Landhuis Oud Amelisweerd, heeft voor de provincie vanwege het unieke interieur en de locatie grote waarde. Nu het huis weer open is voor publiek, willen wij Landhuis Oud Amelisweerd weer meerjarig ondersteunen.

  • Stichting Samenwerkende Kasteelmusea (SSK). De Stichting Samenwerkende Kasteelmusea (SSK), waar naast Kasteel Amerongen en Slot Zuylen ook Huis Doorn en Kasteel De Haar aan deelnemen, ontvangt een meerjarige subsidie. De stichting heeft inmiddels een belangrijk doel bereikt: de professionalisering van de bedrijfsvoering van de kasteelmusea. In de komende beleidsperiode willen we daarom de SSK vooral ondersteunen op het gebied van gezamenlijke marketing en promotie, vrijwilligersondersteuning en inhoudelijke samenwerking. We vragen de leden van de SSK hun kennis en expertise ook in het netwerk van de streekmusea te blijven delen.

  • Erfgoed Expert Team. Het Erfgoed Expert Team ondersteunt musea met advies over positionering, visieontwikkeling en ontwikkeling van nieuwe meerjarenplannen.

Verder lezen
» Download Beter in verbinding Museumbeleid provincie Utrecht 2021-2025.
» Bekijk de streekmusea op visitutrechtregion.com

5.5 Erfgoedparticipatie

Samen zorgen voor erfgoed, bijdragen aan kennis erover en het beleefbaar maken van het erfgoed kan op verschillende manieren. In de provincie vinden we erfgoedbeoefenaars die een ambacht uitoefenen, zoals molenaars, imkers, de Engelen van Amerongen en de ambachtslieden van de Helling in Spakenburg. We vinden daarnaast erfgoedbeoefenaars die verhalen vertellen en kennis ontsluiten, zoals de vrijwilligers die rondleidingen delen in streekmusea en forten. En vrijwilligers en medewerkers van archiefdiensten die archieven digitaal toegankelijk maken voor het publiek. Maar denk ook aan de groepen die het groen beheren op de Utrechtse buitenplaatsen of groepen die lokale herdenkingen en activiteiten organiseren, zoals Keti Koti of het bloemencorso. Al deze mensen doen mee en dragen samen bij aan de zorg voor en het bekend en beleefbaar maken van het Utrechts erfgoed. Voor de uitvoering van ons beleid is de betrokkenheid van deze erfgoedgemeenschappen essentieel.

Toelichting
Immaterieel erfgoed
Immaterieel erfgoed kan alleen bestaan als het door een erfgoedgemeenschap wordt uitgeoefend. We noemen deze mensen erfgoedbeoefenaars. Immaterieel erfgoed beweegt mee met ontwikkelingen binnen de maatschappij, daarom wordt het ook wel levend erfgoed genoemd. Het omvat sociale gewoonten, voorstellingen, rituelen, tradities, ambachten, uitdrukkingen, bijzondere kennis en vaardigheden die gemeenschappen en groepen erkennen als een vorm van cultureel erfgoed. Denk aan corso’s, klokkenluiden, het organiseren van activiteiten zoals Keti Koti, dorpsfeest of kermis en het leren van ambachten. Dit erfgoed is vaak verweven met de historie en identiteit van een bepaalde streek, plaats of buurt. Immaterieel erfgoed is daarom een belangrijk onderdeel van het Verhaal van Utrecht. Rond het immaterieel erfgoed werken mensen altijd samen. Dit bevordert sociale cohesie en het gevoel van verbinding. De gezamenlijke beoefening kan ook leiden tot verbinding tussen verschillende generaties en bevolkingsgroepen. Het Verdrag van Faro gaat over meedoen en meebeslissen over erfgoed, over cultureel erfgoed verbinden aan sociaal-maatschappelijke doelen en over openstaan voor ieders kijk op wat erfgoed is. Deze drie Faro-kerndoelen, hebben ook betekenis voor de beoefenaars van het immaterieel erfgoed.

› Wat we willen bereiken
We blijven ons ook de komende periode inzetten om inwoners en bezoekers van onze provincie bewust te maken van ons erfgoed, zodat zij zich betrokken voelen en de verhalen over het erfgoed willen doorgeven. We willen inwoners inspireren én activeren. En we willen dat iedereen mee kan doen. We vergroten de toegankelijkheid en beleefbaarheid van ons erfgoed en voegen daar nieuwe verhalen vanuit nieuwe perspectieven aan toe. Dat doen we op verschillende manieren. Door projecten uit de samenleving te ondersteunen bijvoorbeeld, zoals een mooie wandelroute langs historische plekken in de omgeving of door het maken van een podcast of theatervoorstelling over bijzondere historische personages of verhalen. We zorgen hierbij dat de projecten evenredig zijn verdeeld over de provincie en dat we een grote verscheidenheid aan projecten ondersteunen.

› Wat we nu doen
We zijn op verschillende manieren bezig het Verhaal van Utrecht samen te vertellen. Op de website UtrechtAltijd komen alle verhalen die daaraan ten grondslag liggen bij elkaar. Bezoekers van de website worden aangespoord om op zoek te gaan naar de plekken in de provincie waar de verhalen hun oorsprong hebben. Het verhaal van Utrecht wordt overal in de provincie doorgegeven door de erfgoedgemeenschappen. Met Landschap Erfgoed Utrecht ondersteunen we deze actieve erfgoedvrijwilligers- en professionals. Daarnaast geven we opdrachten en verstrekken we subsidies om erfgoedinitiatieven vanuit de samenleving mogelijk te maken.

› Wat gaan we doen
We gaan de komende periode inzetten op:

  • Nieuwe perspectieven voor het Verhaal van Utrecht. Veel van de verhalen over de geschiedenis van onze provincie worden vanuit eenzelfde perspectief verteld. Maar we willen dat het Verhaal van Utrecht vanuit verschillende perspectieven wordt verteld. We noemen dit ook wel meerstemmigheid. Iedereen zou gehoord en gezien moeten worden. We zetten ons daarom extra in om samen met erfgoedgemeenschappen nieuwe perspectieven toe te voegen aan het Verhaal van Utrecht zoals de verhalen over het koloniaal slavernijverleden in de provincie.

  • Inspelen op diversiteit. Verhalen over erfgoed kunnen niet alleen een brug slaan tussen verleden en toekomst, maar ook tussen verschillende bevolkingsgroepen. De veranderende en diverse samenstelling van de bevolking brengt wellicht ook interesse in een ander type erfgoed met zich mee, bijvoorbeeld een verschuiving van materieel naar immaterieel erfgoed. Nieuwe en andere percepties op erfgoed bieden kansen. Het is belangrijk dat de bij erfgoed betrokken partijen deze dynamiek erkennen en erop inspelen.

  • Betrekken jonge en cultureel diverse doelgroepen. We hebben extra aandacht voor projecten die jonge inwoners en inwoners met een cultureel diverse achtergrond bereiken en betrekken.

  • Advisering publieksbereik bij digitalisering van erfgoed. In samenwerking met het landelijke Netwerk Digitaal Erfgoed zet Landschap Erfgoed Utrecht digitale erfgoedcoaches in, die instellingen adviseren hoe ze met digitalisering het publieksbereik kunnen vergroten én verbreden.

  • Inventarisatie immaterieel erfgoed. We gaan het immaterieel erfgoed in de provincie Utrecht in kaart brengen en onderzoeken de behoefte, uitdagingen en kansen rondom dit erfgoed met de beoefenaars, gemeenten en erfgoedinstellingen die een rol spelen in het immaterieel erfgoed. Op basis van deze inventarisatie bepalen we de provinciale rol en de rol die onze partners kunnen spelen bij de waarborging, kennisoverdracht en de bewustwording en bekendmaking van immaterieel erfgoed.

  • Verbinding immaterieel erfgoed en gebouwd of ruimtelijk erfgoed. We gaan onderzoeken hoe en met wie we immaterieel erfgoed kunnen verbinden aan gebouwd en ruimtelijk erfgoed.

› Hoe we dat doen

  • Subsidie voor het publieksbereik. De subsidie voor het publieksbereik van het Utrechts erfgoed is beschikbaar voor projecten in onze provincie die het erfgoed bekend en beleefbaar maken voor een groot publiek. Hierbij hebben we ook aandacht voor speciale jubileumjaren, zoals de viering van 650 jaar Stichtse Landbrief in 2025, zolang dit past binnen de doelstellingen van het Cultuur- en erfgoedprogramma.

  • Subsidieregeling voor de streek- en kasteelmuseua. Het immaterieel erfgoed is bij uitstek erfgoed dat door streekmusea kan worden ingezet om bewoners en bezoekers actief te betrekken bij het doorgeven en ‘beoefenen’ van erfgoed. Vaak bewaren de musea collecties die verband hebben met de rituelen, tradities, ambachten en sociale gebruiken van de streek. De musea kunnen het immaterieel erfgoed gebruiken om bewoners en bezoekers mee te laten doen. Zo wordt dit specifieke erfgoed weer doorgegeven en/of vernieuwd. We hebben speciaal voor deze projecten een subsidiregeling voor de streek- en kasteelmusea.

Verder lezen
» Bekijk de verhalen van Utrecht op utrechtaltijd.nl

5.6 UNESCO Werelderfgoed

Het UNESCO Werelderfgoedverdrag heeft als doel om erfgoed dat van unieke en universele waarde is voor de mensheid te bewaren. Nederland kent in totaal 13 UNESCO Werelderfgoederen. We zijn er trots op dat drie daarvan zich – mede – in de provincie Utrecht bevinden: de Hollandse Waterlinies, de Neder-Germaanse Limes en het Rietveld Schröderhuis. Voor de eerste twee is de provincie mede-siteholder.

Het siteholderschap betekent dat de provincie bij de werelderfgoederen een andere rol heeft dan bij ander erfgoed. Als mede-siteholder draagt de provincie een veel directere eigen verantwoordelijkheid voor het wereld- erfgoed: voor bescherming, behoud en beheer, voor het uitdragen, het stimuleren van het beleven en benutten ervan en voor het ondersteunen van onderzoek en het opdoen van kennis. De provincie is dus niet alleen verantwoordelijk voor het scheppen van kaders en mogelijk- heden, maar op veel vlakken ook voor de uitvoering.

Rol van het Rijk
De Nederlandse staat is als ondertekenaar van het UNESCO Werelderfgoedverdrag officieel aanspreekpunt voor UNESCO. In de praktijk neemt de siteholder namens het Rijk de verantwoordelijkheid op zich voor het beschermen en uitdragen van de uitzonderlijke universele waarde van het Werelderfgoed. Het Rijk treedt op als adviseur van – en toezichthouder op – de siteholder.

Afstemming en samenwerking
De Werelderfgoederen Neder-Germaanse Limes en Hollandse Waterlinies strekken zich uit over meer dan één gemeente, provincie en – in het geval van de Limes – zelfs land. Dat betekent dat verschillende overheden een gedeelde verantwoordelijkheid hebben voor het voortbestaan van het Werelderfgoed als werelderfgoed: ontwikkelingen in de provincie Utrecht kunnen het werelderfgoed in de andere provincies en landen in gevaar brengen en omgekeerd. Dit vraagt om een zorgvuldige afstemming en samenwerking. Deze is voor elk Werelderfgoed apart vastgelegd in een gemeenschappelijke regeling onder de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr).

Gemeenschappelijk regelingen
De provincies Noord-Holland, Utrecht, Gelderland en Noord-Brabant zijn samen verenigd in het Gemeenschappelijk Orgaan Siteholderschap Hollandse Waterlinies (GO HWL). Het GO HWL treedt namens de provincies op als siteholder en is gevestigd bij de provincie Utrecht. De provincie Utrecht vertegenwoordigt de siteholder Hollandse Waterlinies in het maatschappelijk verkeer en het – privaatrechtelijk – rechtsverkeer. Voor de Neder-Germaanse Limes werken de provincies Utrecht, Gelderland en Zuid-Holland samen in een centrumregeling: de Nederlandse Limessamenwerking (NLS). De provincie Utrecht is binnen deze samenwerking de centrumprovincie.

afbeelding binnen de regeling

Ligging van UNESCO Werelderfgoed Hollandse Waterlinies en UNESCO Werelderfgoed Neder- Germaanse Limes in de provincie Utrecht, met detail van het kruispunt in Bunnik waar ze samenkomen.

Taken siteholder
Het GO HWL en de Nederlandse Limessamenwerking (NLS) hebben geen wettelijke bevoegdheden, maar een bewakende, stimulerende en kennisdelende rol. De inhoudelijke en financiële kaders zijn opgenomen in de Kadernota’s van het GO HWL en in het ‘Beleidskader Trots op Limes Werelderfgoed’. Beide samenwerkingsverbanden zijn kleinschalig van opzet en opereren vanuit het uitgangspunt ‘centraal wat moet, decentraal wat kan’. Dit betekent dat veel van de taken die mede-siteholders hebben op provinciaal niveau worden uitgevoerd. De siteholder is binnen de samenwerking verantwoordelijk voor:

  • Het zorgen voor uitvoering van het managementplan zoals opgesteld bij het nominatiedossier. Dit wordt eens in de 6 jaar geactualiseerd.

  • Periodieke rapportages aan UNESCO en onderlinge afstemming.

  • Coördinatie en samenhang tussen de deelnemende provincies op het gebied van beschermen, beheren en uitdragen van het werelderfgoed.

afbeelding binnen de regeling

Kenmerken van het systeem van de Hollandse Waterlinies.

› Wat we willen bereiken
Het behoud van het werelderfgoed voor toekomstige generaties staat voorop. De kaders voor de bescherming van de Werelderfgoederen Neder-Germaanse Limes en Hollandse Waterlinies zijn vastgelegd in instructieregels in het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) van het Rijk en in de Omgevingsverordening van de Provincie. Daarnaast is er ook een vangnetbepaling in het Bkl en een specifieke zorgplicht in het Besluit activiteiten leefomgeving. Het Werelderfgoed van de Limes wordt bovendien met name beschermd via het rijksmonumentenregime. Tussen provincie en gemeenten is nauw contact over – mogelijke – initiatieven die invloed kunnen hebben op het werelderfgoed. Waar nodig wordt voor de beoordeling van het effect van een initiatief een zogenaamde Heritage Impact Assessment uitgevoerd.

Vergroten beleving, bekendheid en toegankelijkheid
Voor behoud is niet alleen bescherming nodig. Door het werelderfgoed van vroeger een plaats te geven in het nu, kan het voortbestaan in de toekomst. Daarom willen we als provincie de beleving, bekendheid en toegankelijkheid van het UNESCO Werelderfgoed Hollandse Waterlinies en de Neder-Germaanse Limes vergroten. Daar hoort goed publieksbereik bij, net als het inzetten van het erfgoed om de ruimtelijke kwaliteit te versterken.

  • Hollandse Waterlinies. Net als bij ander erfgoed is het ook bij de Hollandse Waterlinies zoeken naar de balans tussen het behouden van het werelderfgoed en het voldoen aan grote maatschappelijke opgaven zoals de woningbouw en energietransitie. De unieke universele waarde van de Hollandse Waterlinies biedt echter ook veel kansen voor een versterking van de ruimtelijke kwaliteit en daarmee een gezonde en aantrekkelijke leefomgeving en een beter vestigingsklimaat.

  • Neder-Germaanse Limes. Bij de Neder-Germaanse Limes ervaren we minder ruimtelijke druk, omdat dit werelderfgoed geen aaneengesloten zone betreft, maar bestaat uit puntlocaties. Toch is ook daar ‘behoud door ontwikkeling’ relevant: ontwikkelingen op of bij de werelderfgoedlocaties bieden kansen om de beleving van het grotendeels onder de grond verborgen werelderfgoed van de Limes te versterken.

› Wat we nu doen
We hebben ons de afgelopen periode ingezet op onderstaande activiteiten:

  • Hollandse Waterlinies. We ontwikkelen het waterliniegebied al jaren met een beproefde integrale werkwijze. Deze is erop gericht om de (kern)kwaliteiten van het werelderfgoed in te zetten voor een gezonde en aantrekkelijke leefomgeving. Deze werkwijze zorgt ervoor dat partners als gemeenten, waterschappen en natuurverenigingen de krachten bundelen om samen een gebied in de waterlinie te ontwikkelen. De gebiedsmakelaars, thematrekkers en projectleiders zijn hierin belangrijke spelers. Hun voornaamste taken zijn integraal en strategisch denken en doen, aanjagen, proactief zijn, mensen samenbrengen en op koers houden. We maken daarbij slimme combinaties met andere opgaven zoals klimaatadaptatie, biodiversiteit, natuur, recreatie en toerisme. En ontwikkelen tegelijkertijd het militair erfgoed om zo het gebied te beschermen en het verhaal van dit unieke werelderfgoed verder uit te dragen, beleefbaar en toegankelijker te maken. We werken hierbij nauw samen met de partners in het Pact van Ruigenhoek: de gemeenten, waterschappen en terreinbeherende organisaties, destinatie marketing organisaties (DMO’s), ondernemers en met de andere provincies en het Rijk.

  • Neder-Germaanse Limes. De afgelopen periode hebben we ons vanuit de Nederlandse Limes Samenwerking (NLS) ingezet voor het beschermen, benutten en beleven van de Limes. Bij het beleven ligt de focus hierbij op het creëren van een uniforme uitstraling en inhoudelijke samenhang, zodat de Limes herkend wordt als zogeheten lineair erfgoed. Dat wil zeggen erfgoed dat in een lijn ligt en daarmee ons land doorkruist en culturen verbindt. Dit heeft onder andere geleid tot een publiekswebsite, Limesbrede fiets- en wandelroutes, de ontwikkeling van visitor hubs, informatie- panelen in de buitenruimte en het ondersteunen van partners en stakeholders bij presentaties en ruimtelijke ontwikkelingen via advies van het Kwaliteitsteam. Op regionale schaal hebben wij binnen de provincie samen met destinatiemarketing organisaties en ondernemers langs de Limes gewerkt aan het beter ontsluiten en onder de aandacht brengen van het Werelderfgoed. Samen met Rijkswaterstaat en de ANWB hebben wij gebiedsmarkeringsborden voor het Werelderfgoed Limes geplaatst langs de A12, ter hoogte van Woerden en Bunnik. Wij hebben in onze Omgevingsverordening instructieregels geformuleerd voor de bescherming van het Werelderfgoed. Wij zien erop toe dat deze door gemeenten en waterschappen worden verwerkt en gehandhaafd.

Wat we gaan doen
Samen met de mede-siteholders zorgen wij voor het behoud, beheer, ontwikkeling en benutting van het werelderfgoed en voor hoogwaardig publieksbereik. We investeren in publiekslocaties, educatie en gezamenlijke promotie en marketing. We zetten daarbij de samenwerking voort met gemeenten en terreinbeherende organisaties. Zij vervullen namelijk een belangrijke rol in het management van het werelderfgoed, omdat ze dicht(er)bij musea, bezoeklocaties en eigenaren staan. De gemeenten zijn meestal bevoegd gezag. We willen daarnaast samen met bezoekers, inwoners gemeenten, instellingen, UNESCO Nederland en het Rijk tot een zorgvuldige afweging komen tussen enerzijds de invulling van grote maatschappelijke opgaven zoals de woningbouw en energietransitie en anderzijds het behoud van de uitzonderlijke universele waarde van het UNESCO Werelderfgoed.

  • Hollandse Waterlinies. We blijven ons inzetten voor de ontwikkeling van een groen, toegankelijk en beleefbaar linielandschap. Dit groene en overwegend open gebied met prachtige forten als pleisterplaatsen, is voor inwoners en bezoekers van groot belang om op adem te komen. Zeker vanuit het oogpunt van toenemende verstedelijking. Grote ruimtelijke ontwikkelingen maken het nog urgenter om het waterliniegebied te benutten voor andere opgaven zoals klimaatadaptatie, natuur, energie, groen-blauwe dooradering, recreatie en toerisme en tegelijkertijd de kernkwaliteiten van de Hollandse Waterlinies te versterken. Soms staan cultuurhistorische waarden op gespannen voet met andere gebiedsontwikkelingen in de ruimtelijke dynamiek in het midden van het land. We zijn daarover vanuit de Siteholder in gesprek met de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed, het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en – als het coördinerende ministerie voor de ruimtelijke ontwikkeling – met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Rond het Werelderfgoed Hollandse Waterlinies werken provincie, waterschappen, gemeenten, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten sinds 2017 samen in het Pact van Ruigenhoek. Het Pact is in 2022 geactualiseerd en opnieuw ondertekend voor de periode tot en met 2026. Onder de vlag van het Pact van Ruigenhoek ontmoeten bestuurders en ambtenaren elkaar regelmatig om te overleggen over gezamenlijke activiteiten om de Hollandse Waterlinies te koesteren, benutten en beter zichtbaar, beleefbaar en toegankelijk te maken. Daarvoor wordt ook het Regionaal Actie Programma opgesteld waarin de partners kennis delen en gezamenlijk projecten uitvoeren voor bijvoorbeeld het vergroten van de aantrekkelijkheid van het linielandschap, historische beplanting in de Waterlinies en klimaatadaptatie.

Toelichting
Uitzonderlijke Universele Waarde – Hollandse Waterlinies

Het UNESCO Werelderfgoed Hollandse Waterlinies is gevormd door twee historische verdedigingslinies: de Stelling van Amsterdam en de Nieuwe Hollandse Waterlinie. In tijden van oorlog beschermden deze linies het westen van ons land door brede stroken land tot kniehoogte onder water te zetten. Dit noemen we ook wel inunderen. Het Werelderfgoed Hollandse Waterlinies is van uitzonderlijke universele waarde omdat:

Het een buitengewoon voorbeeld is van een Europees verdedigingssysteem uit de moderne tijd dat goed bewaard is gebleven.Het een ingenieus systeem is: militaire verdediging door inundatie met gebruik van eigenschappen en elementen van het aanwezige landschap.Het uniek is in de Europese architectuurgeschiedenis.Het een illustratie is van Nederlandse inventiviteit in landinrichting en waterbeheersing.

Het Werelderfgoed Hollandse Waterlinies bestaat uit een uniek negentiende en twintigste-eeuws hydrologisch en militair verdedigingssysteem dat in samenhang met het landschap is ontworpen. Dit systeem bestaat uit drie hoofdkenmerken: het strategisch landschap, het watermanagementsysteem en de militaire werken. Hieruit zijn de volgende kernkwaliteiten afgeleid: een samenhangend stelsel van forten, dijken, kanalen en inundatiekommen, een groen en overwegend rustig karakter en de openheid van het landschap. Bekijk het filmpje op hollandsewaterlinies.nl voor meer informatie over de universele waarde en de kernkwaliteiten van de Hollandse Waterlinies.

  • Neder-Germaanse Limes. Aan de hand van verschillende activiteiten willen we de bekendheid, beleving en benutting van de Limes vergroten en daarnaast zorgen dat de erfgoedlocaties goed beschermd en beheerd worden. Zo houden we het werelderfgoed maatschappelijk relevant en in stand voor toekomstige generaties. Daarnaast zorgen bezoeken aan de werelderfgoedlocaties voor een economische impuls op de locatie zelf en daarbuiten.

    Op verzoek van de Nederlandse Limessamenwerking hebben de gemeenten Bunnik, Utrecht en Woerden in 2022 per werelderfgoedlocatie binnen hun grenzen een Individueel Managementplan (IMP) opgesteld. In de IMP’s worden sterktes en zwaktes in kaart gebracht aan de hand van drie thema’s. Ook staan er gewenste acties in. Wij gaan de IMP’s gebruiken om samen met de gemeenten invulling te geven aan goed siteholderschap. De Nederlandse Limessamenwerking voert regie op de IMP’s aan de hand van een jaarlijks gesprek met gemeente en provincie, waarin plannen geactualiseerd worden en vervolgacties besproken.

Toelichting
Uitzonderlijke Universele Waarde – Neder-Germaanse Limes

Het Romeinse Rijk omvatte op zijn hoogtepunt het hele gebied rond de Middellandse Zee. De Romeinse rijksgrens – de Limes – is de grootste lineaire archeologische structuur in Europa, lopend van de Britse Eilanden tot aan de Zwarte Zee bij Roemenië. De Neder-Germaanse Limes is de grens van het Romeinse Rijk die 2000 jaar geleden door Nederland en Duitsland liep en gevormd werd door de rivier de Rijn. De term Neder-Germaanse verwijst naar de naam van de Romeinse provincie waar dit deel van de grens bij hoorde: Germania Inferior. Voor de Neder-Germaanse Limes zijn zes kernwaarden benoemd waarin de uitzonderlijke universele waarde tot uitdrukking komt:

- Eerste lineaire grens

- Aanpassen (aan) rivierenlandschap

- Militaire houtbouw

- Voetafdruk van een grens

- Variatie en tijdsdiepte

- Schatkist van het leven aan de grens

De Neder-Germaanse Limes is een transnationaal Werelderfgoed dat doorloopt tot in Duitsland. Het bestaat uit 44 archeologische vindplaatsen, waarvan er 19 in Nederland liggen. Op deze plekken zijn in de bodem unieke archeologische resten uit de Romeinse tijd aanwezig: militaire forten, bijbehorende kampdorpen en begraafplaatsen, de weg, wachttorens en waterwerken langs de rivier de Rijn.

In Bijlage A Uitvoering beleid UNESCO Werelderfgoed beschrijven we in meer detail wat we in de komende periode gaan doen.

Verder lezen
» Lees meer over universele waarde van de NederGermaanse limes op limeswerelderfgoed.nl
» Ga naar de website van de Hollandse Waterlinies
» Ga naar de website van het Kenniscentrum Waterlinies.
» Download het regionaal actieprogramma van het Pact van Ruigenhoek.
» Download de Actualisatie 2022-2026 van het Pact van Ruigenhoek.
» Ga naar de website van Limes Werelderfgoed.
» Lees het beleidskader Trots op Limes Werelderfgoed op www.limeswerelderfgoed.nl

Bijlage I Overzicht Informatieobjecten

agrarisch cultuurlandschap

/join/id/regdata/pv26/2024/32gioa34a9f05-6792-4508-85ca-7b5461c569bf/nld@2024‑12‑19;19

archeologisch waardevolle zones

/join/id/regdata/pv26/2024/32gio952de26a-88d2-4680-9f5b-085326a85375/nld@2024‑12‑19;17

historische buitenplaatsen

/join/id/regdata/pv26/2024/32giof190ce9e-bb10-4fdb-94b8-6ce2351a925d/nld@2024‑12‑19;20

historische infrastructuur

/join/id/regdata/pv26/2024/32gio2832717d-7e6b-44f8-9d82-8e4f1123e0f0/nld@2024‑12‑19;18

militair erfgoed

/join/id/regdata/pv26/2024/32gio8f9bee10-6492-484f-a788-bcc6f600ff85/nld@2024‑12‑19;16

neder-germaanse limes

/join/id/regdata/pv26/2024/32gioc60faccc-dd93-40a9-b535-97d8087c5f35/nld@2024‑12‑19;22

unesco werelderfgoed hollandse waterlinies

/join/id/regdata/pv26/2024/32gio354a7e61-322e-49a3-8f35-005e482348f2/nld@2024‑12‑19;14

Bijlage A Uitvoering beleid UNESCO Werelderfgoed

Uitvoering beleid UNESCO Werelderfgoed

Anders dan bij de meeste andere cultuur- en erfgoedonderwerpen heeft de provincie naast een faciliterende en beleidsmatige rol bij de Werelderfgoederen ook een directe eigen verantwoordelijkheid als mede-siteholder. Dat betekent dat we als provincie ook de verantwoordelijkheid dragen voor de uitvoering van ons beleid. Deze bijlage beschrijft hoe we dat de komende periode gaan doen.

Hollandse Waterlinies

Na drie programmaperiodes is de opgave Hollandse Waterlinies inmiddels opgenomen in de lijnorganisatie. Vanwege de behaalde werelderfgoedstatus voor de Nieuwe Hollandse Waterlinie krijgt de opgave een structureel karakter. Die status brengt de hiervoor genoemde taken op het gebied van beschermen en uitdragen met zich mee. De nadruk van de waterlinieprogramma’s is in de loop van de tijd verschoven van restauratie en herbestemming van de forten, naar de inzet van het waterliniegebied als aanjager en drager van ruimtelijke kwaliteit. Het militaire erfgoed zetten we hierbij in als inspiratiebron voor ontwikkeling en beleving.

Gebiedsgerichte en thematische aanpak
De waterlinieaanpak die de afgelopen programma- periodes is ontwikkeld en effectief bleek, zetten we voort in de komende periode. De kracht van deze werkwijze zit in de combinatie van een gebiedsgerichte en thematische benadering. Verschillende invalshoeken, partners en belangen en de kruisbestuiving daartussen liggen aan de basis van deze aanpak. Hierdoor kunnen we het waterliniegebied slim benutten voor andere maatschappelijke opgaven. Waarbij we altijd rekening houden met het uitdragen van het verhaal en het verder ontwikkelen en beschermen van de kernkwaliteiten van en aanjager van de ruimtelijke kwaliteit wat bijdraagt aan een gezonde en aantrekkelijke leefomgeving.

Gebiedsmakelaars, thematrekkers en projectleiders
De gebiedsmakelaars, thematrekkers en projectleiders zijn belangrijke spelers binnen deze aanpak. Hun voornaamste taken zijn integraal en strategisch denken en doen, aanjagen, actief kansen opzoeken, mensen samenbrengen en op koers houden. Zij gaan daarbij uit van wat er leeft in de praktijk. Waar zit de energie? Waar kunnen ze op aanhaken? Dit werken van onderaf is het uitgangspunt. De programmadoelen zijn de inzet. De gebiedsmakelaars en de thematrekkers faciliteren dit proces, soms dienend en verbindend, soms als initiatiefrijke regisseur.

Bundelen van krachten
Met deze werkwijze bundelen we onze krachten met partners als gemeenten, waterschappen en natuur- organisaties om samen een gebied in de waterlinie te ontwikkelen. Dit leidt tot effectievere en krachtigere vormen van gebiedsontwikkeling doordat meerdere opgaven als klimaatadaptatie, biodiversiteit, natuur en recreatie een plek krijgen en tegelijk het militaire erfgoed wordt ontwikkeld en beleefbaar en toegankelijk wordt gemaakt. Hierbij werken we nauw samen met de Pact van Ruigenhoek-partners; de gemeenten, waterschappen, terreinbeherende organisaties en met de andere provincies. In de komende periode zetten we de gecombineerde gebiedsgerichte en thematische aanpak voort via acties langs de volgende lijnen:

1. Bekende, beleefbare en toegankelijke waterlinies

  • We zetten ons in voor bekende, beleefbare en toegankelijke waterlinies. Dat doen we door:
    het ontwikkelen, upgraden, promoten en borgen van het waterlinie-aanbod, waaronder wandel- en fietsroutes en arrangementen.

  • In lijn met de andere provincies en partners wordt de zichtbaarheid en herkenbaarheid in het waterlinielandschap vergroot met informatieborden en liniemeubilair.

  • Plekken zoals VVV-winkels, forten, gemeentehuizen en Toeristische Overstap Punten worden ingezet om de waterlinie verhaallijn uit te dragen.

  • We werken samen met Destinatie Marketing Organisaties, Visit Utrecht Region en (fort)ondernemers in het waterliniegebied, omdat zij bij uitstek de fysieke en online ‘etalages’ hebben om het verhaal en de beleving verder te brengen naar inwoners en bezoekers.

  • We onderzoeken de inzet van Virtual Reality en Augmented Reality om verhaallijnen te versterken en de beleving te verhogen.

  • Het verbeteren van de toegankelijkheid en bereikbaarheid van de waterlinies door bestaande Toeristische Overstap Punten en NS-stations beter te benutten.

  • In samenwerking met de andere provincies wordt een waterlinie-educatieprogramma voor basisscholen in de waterliniegemeenten uitgerold. We stimuleren partners als Kunst Centraal om deze lespakketten te gebruiken.

2. Benutten waterlinies voor andere opgaven
Het waterliniegebied beslaat zo’n 9% van de provincie Utrecht en kan door het open landschap een bijdrage leveren aan een deel van de ruimtelijke opgaven waar we als provincie voor staan. Binnen dit thema zoeken we naar win-win: door benutting van de waterlinie versterken we de kernkwaliteiten en wordt het draagvlak voor behoud van het werelderfgoed vergroot.

  • Klimaatadaptatie. In nauwe samenwerking met in- en externe partijen waaronder de waterschappen werken we toe naar de benutting van waterlinies voor klimaatdoelen. Zo zijn de voormalige inundatievelden van de Hollandse Waterlinies vanwege hun lage ligging potentiële locaties voor waterberging, de koele forten kun- nen helpen bij hittestress en oude sluizen kunnen worden gerestaureerd om wateroverlast te beperken. Het militaire watersysteem van vroeger wordt zo ingezet voor de klimaatuitdagingen van nu. We gebruiken hier onder andere ontwerpend onderzoek en de klimaatkansenkaart voor. De klimaatkansenkaart onderscheidt drie landschapstypen met elk verschillende manieren om bij te dragen aan klimaatadaptatie.

  • Duurzaam gebruik. We bevorderen duurzaamheid in het waterliniegebied. Voor forten geldt dat we – in lijn met de de algemene doelen voor Rijksmonumenten – streven naar een afname van 40% CO2-uitstoot in 2030 en een afname van 60% in 2040. Daarnaast kijken we hoe we het waterlinielandschap kunnen inzetten ten behoeve van verduurzaming zonder dat de kernkwaliteiten worden aangetast. Zo wordt fort Honswijk nu door middel van een aquathermisch systeem verwarmd en staat een zonneveld langs de A12 op de planning. Daarbij is het te verwachten dat technologische innovaties in de toekomst nog meer mogelijkheden zullen bieden.

  • Groene benutting en biodiversiteit. Vrijwel alle forten zijn groene oases met een grote variatie aan voorkomende flora en fauna. Daarmee zijn de forten plekken met een hoge mate aan biodiversiteit. Met Landschap Erfgoed Utrecht is al het groen op en rondom de forten in kaart gebracht en aan de Cultuur Historische Atlas toegevoegd. De volgende stap is onderzoeken wat we vanuit dit thema kunnen bijdragen aan een groener landschap zonder afbreuk te doen aan het open landschap van de Hollandse Waterlinies. We gaan daarnaast onderzoeken hoe we de biodiversiteit in het waterlinielandschap kunnen vergroten.

afbeelding binnen de regeling

Klimaatkansenkaart Hollandse Waterlinies.

3. Bescherming: kennisdelen, draagvlak en versterking
De werelderfgoedstatus houdt in dat de uitzonderlijke universele waarde – Outstanding Universal Value – van het Werelderfgoed beschermd en uitgedragen dient te worden volgens UNESCO Werelderfgoedverdrag. Gezien deze speciale status is het voor gemeenten en initiatiefnemers vaak zoeken naar wat dit in de praktijk betekent. Bovendien zijn de kernkwaliteiten per gebied verschillend, omdat bij de aanleg van de Hollandse Waterlinies gebruik is gemaakt van het bestaande landschap. Daarom zijn per gebied de kernkwaliteiten geanalyseerd. In deze gebiedsanalyses wordt aangegeven hoe met de kernkwaliteiten om te gaan zonder deze aan te tasten. Speciaal voor de energietransitie is het Afwegingskader Energietransitie Hollandse Waterlinies opgesteld. Het afwegingskader geeft aan waar ruimte is voor energiewinning door bijvoorbeeld een zonneveld of windturbines zonder dat de kernkwaliteiten van het gebied worden aangetast. We onderzoeken samen met Rijk, gemeenten en andere partners hoe we ruimtelijke ontwikkelingen kunnen inpassen in werelderfgoedgebieden, zonder de waarden daarvan aan te tasten. Met slim combineren – bijvoorbeeld met opgaven recreatie, en gezonde leefomgeving klimaatadaptatie en natuur – kan de kwaliteit van het gebied worden versterkt en zo bijdragen aan een gezonde en aantrekkelijke leefomgeving. Dat geldt met name aan de hoog dynamische zuidoostzijde van de stad Utrecht. We willen de Hollandse Waterlinies daarbij inzetten als drager en aanjager van omgevingskwaliteit, en uitgaan van de kracht van dit bijzondere landschap.

Een goede bescherming vergt meer dan regels en instrumenten. Met draagvlak en bewustwording bij onze partners, zowel intern als extern, kan de aantasting van de uitzonderlijke universele waarde van het werelderfgoed worden voorkomen. Een belangrijk onderdeel hiervan is de samenwerking binnen het Pact van Ruigenhoek. Door middel van kennissessies en kennisdeling, bijeenkomsten, excursies en het bieden van een helpdesk wordt gewerkt aan het bevorderen van de kennis over hoe bescherming kan worden gecombineerd met het benutten van de waterlinies.

4. Herbestemming, ontwikkeling en restauratie van de forten en andere onderdelen van Waterlinies
De provincie Utrecht heeft in verhouding tot de andere provincies een flink aantal forten: 33 in totaal. Een aanzienlijk deel van deze forten heeft een nieuwe functie gekregen en wordt geëxploiteerd en onderhouden door eigenaars. Een deel is nog niet herbestemd. Ook blijkt in de praktijk dat de aandacht voor herbestemming, exploitatie, ontwikkeling en restauratie een doorgaand proces is. Het is nooit af en vraagt om een specifieke invulling per fort, afgestemd op de omgeving en bezoekers. Ook zijn het juist de forten die zeer zichtbaar zijn en waar inwoners zich mee verbonden voelen. Daarmee zijn het unieke plekken om het UNESCO-verhaal uit te dragen en te benutten voor recreatie en dagtoerisme.

Ook andere onderdelen van Hollandse Waterlinies, met name (water)werken die inundatie mogelijk en effectief maakten, zoals sluizen, duikers, kades of (tank)grachten, geven we aandacht door waar mogelijk ze te restaureren en in te zetten in gebiedsontwikkelingen gericht op verbetering van de beleving van het Werelderfgoed, klimaatadaptatie, recreatieve routes en biodiversiteit.

5. Gebiedsgerichte aanpak
De gebiedsgerichte aanpak was de afgelopen jaren een cruciale factor bij het combineren van belangen en opgaven om zo de ruimtelijke kwaliteit in het waterliniegebied te verbeteren. Per deelgebied Noord, Midden en Zuid speelt een gebiedsmakelaar slim in op processen die ter plekke spelen. Ontwerpend onderzoek is een belangrijk instrument in gebiedsprocessen. Deze methode helpt bij het onderzoeken naar hoe er voldaan kan worden aan de transitie-opgaven zonder daarbij de kernkwaliteiten van het gebied aan te tasten. Ook het Erfgoed Expert Team ondersteunt bij de gebiedsgerichte aanpak.

Noord. Het gebied Noord in de Hollandse Waterlinies van Utrecht beslaat het grondgebied van de gemeenten Stichtse Vecht (NHW) en De Ronde Venen (SvA). Dit is een open, waterrijk gebied met grote inundatiegebieden met relatief veel forten waar de herbestemming nog in ontwikkeling is. In Noord willen we de ontwikkeling van de herbestemming gelijk op laten gaan met het vergroten van de beleving en het benutten van het waterlinielandschap.

afbeelding binnen de regeling

Hollandse Waterlinies in de gemeenten De Ronde Venen en Stichtse Vecht.

Midden. Deelgebied Midden heeft te maken met grote stedelijke druk. De ontwikkeling van de linies is sterk verweven met de dynamiek van de stad Utrecht en de vele transitie-opgaven die hier spelen. In dit gebied is de aansluiting bij grote gebiedsprocessen als NOVEX, UNED, UPLG en Groen Groeit Mee essentieel. Met onze inzet richten we ons op het versterken van de kernkwaliteiten in Noorderpark-Ruigenhoek, Amelisweerd als kruispunt van twee werelderfgoederen, Utrecht Science Park en Maarschalkerweerd/Lunettenpark.

afbeelding binnen de regeling

Hollandse Waterlinies in de gemeenten Utrecht, De Bilt en Bunnik.

Zuid. De stedelijke dynamiek uit deelgebied Midden speelt ook rondom Nieuwegein en Houten. Ook hier is het van belang aan te sluiten bij processen van NOVEX, UNED, UPLG en GGM. In Nieuwegein koppelen we de gemeentelijke klimaatopgaven aan een betere recreatieve toegankelijkheid en beleving van de waterlinie. In het gebied rond de Lek wordt de Lekdijk verstevigd om overstromingen te voorkomen. Samen met waterschappen HDSR en Rivierenland kijken we hoe de dijk in kunnen zetten als verbindend element voor water, mobiliteit, waterlinie, recreatie en natuur met de toonaangevende forten Honswijk en Everdingen als iconen.

afbeelding binnen de regeling

Hollandse Waterlinies in de gemeenten Nieuwegein, Houten, Wijk bij Duurstede en Vijfheerenlanden.

Neder-Germaanse Limes

Aan de hand van verschillende activiteiten willen we de bekendheid, beleving en benutting van de Limes vergroten en daarnaast zorgen dat de werelderfgoedlocaties goed beschermd en beheerd worden. Bij het Werelderfgoed Neder-Germaanse Limes gaat het daarbij om zogeheten puntlocaties. Daar zijn de kernkwaliteiten aanwezig die de Limes de uitzonderlijke universele waarde geven waardoor het als Werelderfgoed is erkend. De Limes als erfgoed is echter meer dan dat: het is een zone die onze provincie van oost naar west doorkruist. We noemen de Limes daarom ook wel lineair erfgoed. Bij beleving en benutting van de Limes speelt deze bredere context als lineair erfgoed ook een rol. Naast de centrale inspanning vanuit de Nederlandse Limessamenwerking (NLS), werken we ook met provinciaal beleid aan de doelstellingen van deze samenwerking We beschrijven hier hoe de uitvoering van dat beleid eruit ziet.

1. Beleven en benutten
De Limes heeft veel potentie op het vlak van toerisme en recreatie. Maar daarvoor moet het verhaal van de Limes wel worden uitgedragen. Vooral op lokaal en regionaal niveau. Dit vraagt om investeringen in concrete producten om dat verhaal te kunnen vertellen. Het gaat daarbij niet alleen om het historische militaire verhaal, maar juist ook om de verbinding met de hedendaagse context. Door het verleden te bezien vanuit actuele maatschappelijke thema’s, zoals inclusie en diversiteit, innovatie, grenspolitiek of duurzaamheid, wint het aan relevantie en aansprekendheid in het heden.

  • Versterken erfgoedlocaties. Wij willen de bekendheid, beleving en benutting van de Limes vergroten door de (verdere) ontwikkeling van en samenwerking tussen de werelderfgoedlocaties binnen onze provincie te stimuleren en te ondersteunen. Zo werken we onder andere aan een eenduidige uitstraling van het werelderfgoed. Wij gebruiken hierbij het interpretatie-kader en de visie op verbeelding en presentatie van de Limes van het Kwaliteitsteam Neder-Germaanse Limes.

  • De Bunnikse locatie. De Bunnikse locatie heeft onze speciale aandacht. Deze locatie ligt op het kruispunt van twee Werelderfgoederen: de Neder-Germaanse Limes (Castellum Fectio) en de Hollandse Waterlinies (Fort bij Vechten). De provincie Utrecht is van beide (mede-)siteholder en (vooralsnog) eigenaar van een deel van het werelderfgoed. Fectio is een Romeinse vindplaats van topniveau en internationale bekendheid. Er is zeer veel kennis beschikbaar en er zijn belangwekkende vondsten gedaan. Dat biedt kansen voor het vergroten van publieksbereik en het vertellen van het verhaal van de Limes. Wij stimuleren en ondersteunen een publiekspresentatie die deze unieke locatie tot zijn recht doet komen en de dubbele werelderfgoedstatus eer aan doet. Ook het provinciaal archeologisch depot draagt hieraan bij. Wordt besloten tot verkoop van deze gronden? Dan zal dit op een toekomstbestendige en vanuit het oogpunt van de bescherming van het werelderfgoed op zorgvuldige wijze gedaan moeten worden.

  • Versterken van de Limes als lijn. We richten ons voor het benutten en beleven van de Limes niet alleen op de gemeenten Bunnik, Utrecht en Woerden, maar ook op Houten en Wijk bij Duurstede. Om zo het belang van de Limes als lineair erfgoed te versterken.

  • Samenwerking met het Werelderfgoed Hollandse Waterlinies. Voor de praktische uitvoering van onze inzet op publieksbereik voor de Limes werken we samen met de Hollandse Waterlinies.

  • Regionaal ontwikkelplan of uitvoeringsagenda. Wij willen de samenwerking met gemeenten versterken via een bestuurlijk pact met een regionaal ontwikkelplan of uitvoeringsagenda inclusief werkbudget. Op ambtelijk niveau voeren wij periodiek overleg met de vijf Limesgemeenten in het Limescluster. Dit overleg en het pact zullen gaan over de thema’s Beleven en benutten, Bescherming, behoud en beheer en Kennis en onderzoek.

2. Bescherming, behoud en beheer
Op het gebied van bescherming hebben wij vooral een wettelijke taak op basis van de Omgevingswet en bijbehorende besluiten. Het Werelderfgoed van de Limes wordt beschermd door de regels van de rijksmonumentenactiviteit, die vallen onder de Omgevingswet. Voor die delen van het erfgoed die geen archeologisch rijksmonument zijn en voor de bufferzone hebben wij instructieregels geformuleerd in onze Omgevingsverordening.

  • Doorwerking Omgevingsverordening. Wij zien erop toe dat de instructieregels uit onze Omgevings-verordening onder gemeenten en waterschappen worden verwerkt en gehandhaafd. Hier is ook onze wettelijke rol van interbestuurlijk toezichthouder relevant.

  • Deelnemen aan Werkgroep Bescherming. Via de werkgroep Bescherming van de Nederlandse Limessamenwerking (NLS) stemmen wij met onze mede-siteholders en het Rijk af over de inhoud van en omgang met regelgeving voor de bescherming van het werelderfgoed. Ruimtelijke ontwikkelingen die mogelijk impact kunnen hebben op de uitzonderlijke universele waarde van de Neder-Germaanse Limes agenderen wij in deze werkgroep. De betrokken gemeente nodigen wij in dat geval uit om hieraan deel te nemen. Het Rijk neemt vanuit de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed regulier deel aan deze werkgroep. Indien nodig kan via deze weg worden opgeschaald naar betrokken ministeries en eventueel UNESCO.

  • Versterken Werelderfgoed bovengronds. De archeologische waarden van de Limes liggen vaak verscholen in de bodem. Toch kan er sprake zijn van een bovengrondse situatie die de beleving van het Werelderfgoed ondersteunt of versterkt. Wij willen de uitzonderlijke universele waarde van de Limes ook bovengronds zichtbaar houden of maken en zo de ruimtelijke kwaliteit versterken. Wij betrekken het Kwaliteitsteam Neder-Germaanse Limes bij het zichtbaar en beleefbaar maken van de Limes bij ruimtelijke ontwikkelingen in of nabij het Werelderfgoed.

3. Kennis en onderzoek
Kennis is essentieel voor een goede zorg voor het Werelderfgoed. Onze inzet hierop verloopt met name via de Nederlandse Limessamenwerking (NLS) in samenwerking met universiteiten, kennisinstituten en internationale partners.

  • Toegankelijk maken wetenschappelijke informatie. Vanuit de NLS stimuleren wij wetenschappelijke aandacht voor de Limes en zetten wij ons in op het genereren en toegankelijker maken van relevante wetenschappelijke informatie, zodat deze niet alleen door wetenschappers onderling benut wordt, maar ook zijn weg vindt naar publiekstoepassingen. Daarnaast vinden we het belangrijk dat ook voor de Limes oud onuitgewerkt onderzoek wordt uitgewerkt: hiervoor nemen wij projecten op in de Prioriteitenlijst onuitgewerkt archeologisch onderzoek. •

  • Uitdragen (internationale) onderzoeksagenda. Wij vinden het belangrijk dat de onderzoeksagenda breed wordt uitgedragen binnen het archeologisch veld en Limesnetwerk, zodat archeologisch onderzoek ook daadwerkelijk wordt uitgevoerd op basis van of met gebruikmaking van deze onderzoeksagenda. Wij zullen onder andere het Limescluster met gemeenten hiervoor benutten.

Bijlage B Integrale aanpak in het kader van de Omgevingsvisie

Integrale aanpak in het kader van de Omgevingsvisie

De komende jaren geeft de provincie Utrecht – samen met diverse partners – vorm aan grote transitieopgaven rond klimaat, energie en landbouw. Cultuur en erfgoed bieden een verbindende kwalitatieve basis voor het vormgeven aan deze transities, zodat er een leefbare, aantrekkelijke en prettige leefomgeving is en blijft. Omgekeerd bieden de transities kansen om cultuur en erfgoed meer voor het voetlicht te brengen. De Omgevingsvisie biedt in dit transitieproces aanknopingspunten voor het behouden en ontwikkelen van de waarde van cultuur en erfgoed.

afbeelding binnen de regeling

Omgevingsvisie en 7 pijlers

Utrechtse kwaliteiten
In de Omgevingsvisie worden de zogeheten Utrechtse kwaliteiten beschreven onder de noemer groen, blauw, rood en sociaal. Cultuur en erfgoed hebben een breed palet aan kwaliteiten. Het palet varieert van groene kwaliteiten als natuur, landschap en erfgoed en de rode kwaliteiten van gebouwd erfgoed, naar sociale kwaliteiten als voorzieningen, sociale samenhang en cultureel aanbod

Stimuleren, participeren, realiseren en reguleren
De Utrechtse kwaliteiten vormen aanknopingspunten voor ruimtelijke ontwikkelingen en stellen voorwaarden. De kwaliteiten kunnen elkaar versterken, maar tegelijk ook schuren. Bovendien kunnen ze kwetsbaar zijn en dat vraagt om bescherming. De Omgevingsvisie schetst daarom een mix van rollen: stimuleren, participeren, realiseren en reguleren. Vanuit deze rollen werken we als provincie aan gebiedsgerichte, integrale en toekomstgerichte oplossingen voor het versterken en behouden van de Utrechtse kwaliteiten. Om dit te laten slagen is een gezamenlijke ambitie vanuit alle programma’s nodig. De Omgevingsvisie stuurt op integraal en gebiedsgericht werken in nauwe samenwerking met directe stakeholders zoals gemeenten, waterschappen, maatschappelijke- en belangenorganisaties en inwoners. Cultuur en erfgoed maken deel uit van deze gebiedsgerichte samenwerking. Het Cultuur- en Erfgoedprogramma geeft hier vorm aan.

Zeven pijlers van de Omgevingsvisie

De Omgevingsvisie bestaat uit zeven pijlers, die samen zorgen voor een gezonde en veilige leefomgeving in de provincie. Cultuur en erfgoed valt binnen de pijler ‘‘Levend landschap, erfgoed en cultuur’. Deze pijler heeft raakvlakken en overlap met alle andere pijlers. Denk bijvoorbeeld aan een historische weg in samenhang met mobiliteit, culturele voorzieningen in relatie tot vitale dorpen en steden of een buitenplaats in combinatie met klimaat. Daarom is integraal werken binnen de Omgevingsvisie het uitgangspunt. Bij elke opgave en elk programma kunnen cultuur en erfgoed bijdragen aan (ruimtelijke) kwaliteit, inspiratie en creatieve oplossingen. Dat vraagt om rekening houden met elkaars opgaven, belangen en kansen. We lichten per pijler toe waar de kansen liggen.

Toelichting
Omgevingswetprogramma
Het Cultuur- en Erfgoedprogramma is een Omgevingswetprogramma. In de Omgevingsvisie worden de ambities en het strategische beleid opgenomen om te komen tot een gezonde en veilige leefomgeving in de provincie. Aan de hand van een aantal programma’s wordt deze Omgevingsvisie vervolgens uitgevoerd. Binnen de provincie Utrecht volgen er 3 soorten programma’s uit de Omgevingsvisie:

1. Omgevingswetprogramma’s. Dit zijn concrete uitwerkingen van onderdelen van de Omgevingsvisie. Omgevingswetprogramma’s worden door Gedeputeerde Staten vastgesteld.
2. Uitvoeringsprogramma’s. Dit zijn programma’s die bedoeld zijn voor daadwerkelijke uitvoering van het beleid.
3. Samenwerkingsprogramma’s. Dit zijn gezamenlijk programma’s van provincie en andere partijen. Samenwerkingsprogramma’s worden door alle partijen gezamenlijk vastgesteld.

Toelichting
Ruimtelijk voorstel
De maatschappelijke en ruimtelijke opgaven zijn groot. Een visie op de toekomst van onze provincie is daarom van groot belang. De opgaven, oplossingen en middelen zijn geschetst in het Ruimtelijk Voorstel. Dit Ruimtelijk Voorstel wordt ook gebruikt om de Omgevingsvisie te actualiseren. In dit proces worden cultuur en erfgoed integraal meegenomen.
» Download het Ruimtelijk Voorstel.

> Pijler Levend landschap, erfgoed en cultuur
De pijler Levend landschap, erfgoed en cultuur is gericht op het doorontwikkelen van onze aantrekkelijke landschappen, het behouden en benutten van erfgoed en het ondersteunen van een goed cultureel aanbod.

Ruimtelijke Ontwikkeling en Gebiedsgerichte Aanpak
Erfgoed heeft een grote inbreng in de ruimtelijke ontwikkelingen in de provincie. Via de omgevingsvisies en de gebiedsgerichte integrale projecten concretiseren wij de identiteit van een gebied. Het verhaal van een gebied is daarbij een belangrijk element. Cultuur en erfgoed helpen dat verhaal uit te dragen. Soms is er spanning tussen verschillende opgaven. Dat vraagt om een zorgvuldige integrale afweging.

  • Advisering Ruimtelijke ordening. De provincie heeft een wettelijke taak in de ruimtelijke ordening. De plannen voor de ruimtelijke ontwikkelingen worden in het kader van de Omgevingswet aan de provincie voorgelegd. Binnen zo’n traject vervult erfgoed een belangrijke rol als drager van ruimtelijke kwaliteit.

  • Programma Wonen en Werken. Voorgedragen locaties voor woningbouw en de aanleg van bedrijventerreinen worden binnen de provincie integraal besproken. Hieraan wordt vanuit erfgoed en archeologie aan meegewerkt.

  • Netwerk Omgevingsgericht Werken (NOW). Netwerk Omgevingsgericht Werken (NOW) is het netwerk binnen de provinciale organisatie voor een gebiedsgerichte en innovatieve aanpak, zoals bedoeld is in de Omgevingswet. Vanuit dit netwerk begeleidt de provincie de projecten elk vanuit de eigen behoefte. Ook cultuur en erfgoed hebben een rol binnen deze projecten.

> Pijler Duurzaam, gezond en veilig bereikbaar
Bereikbaarheid is een voorwaarde voor een goed functionerende samenleving en economie. Werk, scholen, winkels, voorzieningen en recreatie moeten goed bereikbaar zijn voor iedereen. Mensen moeten elkaar gemakkelijk kunnen ontmoeten.

Provinciale wegen, fiets- en wandelpaden
De waarden en beleving van de historische infrastructuur worden integraal meegewogen in projecten rondom de aanleg van wegen. Daarbij is met name het beter herkenbaar en beleefbaar maken van belang, zoals bij de trage paden, de doorfietsroutes en bij het project ‘Parkeren in stijl’.

> Pijler Vitale steden en dorpen
De provincie Utrecht kent een grote diversiteit aan steden, dorpen en kernen en een grote diversiteit aan woon- en vestigingsmilieus.

Actieagenda Vitale Samenleving
De Actie-agenda Vitale Samenleving is opgenomen in het coalitieakkoord en bedoeld om de vitaliteit en sociale verbinding in wijken en dorpen te versterken en het benodigde voorzieningenniveau in kaart te brengen.

Bij het in kaart brengen van het voorzieningenniveau worden culturele voorzieningen meegenomen. Als cultuur en erfgoed zijn we betrokken bij de mogelijkheden die de actieagenda ons kan bieden. Cultuur is belangrijk voor de leefbaarheid van een gebied en biedt iedereen de mogelijkheid om mee te doen in de samenleving. Hiervoor zetten wij in op cultuurparticipatie, festivals, bibliotheken en een vitale cultuursector. Zo dragen we eraan bij dat culturele voorzieningen blijven bestaan, zich kunnen ontwikkelen en toegankelijk zijn voor een brede groep mensen.

Economie
Voor de cultuur- en erfgoedsector is economie ook een samenwerkingspartner van belang binnen de provincie. De culturele sector heeft immers een grote directe en indirecte bijdrage aan economische waarde. Onder andere als sector zelf, als financiële impuls voor de middenstand en voor het investerings- en vestigingsklimaat.

  • Vanuit de culturele sector is er een vertegenwoordiging in ‘Economic Board Utrecht’. Hierdoor worden culturele waarden beter zichtbaar in andere sectoren. Daarnaast zorgt dit voor kennisuitwisselingen en toegang tot een netwerk met andere sectoren.

  • Cultuur (vanuit Bibliotheken) en economie (vanuit Utrecht Talentalliantie) zijn betrokken bij de aanpak rondom laaggeletterdheid vanuit de Sociale Agenda.

  • Er is een samenwerking met Utrecht Talent Alliantie en de Hogeschool voor de Kunsten (HKU) waarbij studenten en alumni van creatieve opleidingen nog beter worden voorbereid op de arbeidsmarkt.

Sociale Agenda
Het uitgangspunt van de Sociale Agenda is dat iedereen zoveel mogelijk mee kan doen, ongeacht beperking, gender, geaardheid, culturele of etnische achtergrond, religie, leer-/werkniveau of sociaaleconomische positie. Vanuit cultuur is gelijke kansen ook een centraal thema. We zoeken waar mogelijk de verbinding met verschil- lende partijen en inwoners en trekken samen op om gelijke kansen te bevorderen. Wij zijn betrokken bij de aanpak laaggeletterdheid vanuit het bibliothekenbeleid. Waar het gaat om gelijke – financiële – kansen op deel- name aan sport en cultuur leggen we de verbinding met het Jeugdfonds Sport en Cultuur.

> Pijler Duurzame energie
De energietransitie draagt door energiebesparing en duurzame energieopwekking bij aan het tegengaan van klimaatverandering en aan een duurzaam betaalbaar energiesysteem voor alle inwoners.

Energietransitie
De duurzame opwek van energie heeft grote impact op de omgeving en kan dus ook gevolgen hebben voor de aanwezige cultuurhistorische waarden. Dit vraagt om een zorgvuldige aanpak en een goede samenwerking. Zo kan gezamenlijk en op een creatieve wijze gezocht worden naar goede oplossingen. We trekken vanuit cultuur en erfgoed bijvoorbeeld samen op met energie- transitie in het ontzorgingsprogramma verduurzaming maatschappelijk vastgoed. Hierbij wordt cultuur- en erfgoedinstellingen de mogelijkheid geboden om een duurzaamheidsscan te doen waarin de benodigde duurzaamheidsmaatregelen worden geïdentificeerd en de instellingen worden geadviseerd ten aanzien van het aanvragen van offertes en subsidies.

> Pijler Klimaatbestendig en waterrobuust
Nederland heeft een opgave om de gevolgen van klimaatverandering zo goed mogelijk op te vangen. Ook wij hebben daar een verantwoordelijkheid in.

Klimaatadaptatie naar klimaatrobuust
Klimaatverandering is in eerste instantie een bedreiging voor onze toekomst, maar ook voor ons verleden. Zonder dat we het zien verdroogt en verzilt onze archeologie. Honderden jaren oude monumenten vertonen plotseling scheuren of verzakken. En extreme regenval en hittestress bedreigen de historische centra en cultuurlandschappen.

Bodem en water
Bij waterberging en waterveiligheid kan erfgoed een rol spelen. De inundatiegebieden van de waterlinies kunnen bijvoorbeeld goed worden ingezet als waterbergingsgebieden. Voor de waterberging en waterveiligheid zijn er gebiedsgerichte projecten die een groot gebied of traject beslaan, zoals het project Mooie en Veilige dijken. Het verhaal van het gebied en van de aanwezige cultuurhistorische objecten wordt meegenomen bij het maken van keuzes in de diverse projecten.

> Pijler Stad en land gezond
In een gezonde en veilige samenleving bevordert de fysieke leefomgeving de gezondheid en veiligheid van de inwoners.

Groen Groeit Mee
Bij de verwachte groei van de provincie Utrecht is de afspraak gemaakt om bij alle ruimtelijke plannen en gebiedsontwikkelingen de groenontwikkeling even- wichtig en volwaardig mee te nemen. Dat is de kern van Groen Groeit Mee, de overkoepelende provinciale groenopgave waarin de provincie, de U10-gemeenten, de Regio Amersfoort, het Utrechtse deel van de Regio Food Valley en de waterschappen samenwerken. In die samenwerking liggen ook kansen voor cultuur, erfgoed en de linies. Los van het zorgen voor méér groen, is het doel van Groen Groeit Mee ook zorgen voor beter groen, dat bekender, diverser en makkelijker toegankelijk is. Juist in die drie aspecten liggen kansen voor ons, onder meer door het actief inzetten op publieksbereik van ons erfgoed en onze linies.

Recreatie en Toerisme
Groei en spreiding van recreanten en toeristen pakken we in samenwerking met recreatie aan, zodat elke cultuur- en erfgoedlocatie naar draagkracht mensen kan ontvangen.

Gezonde leefomgeving
In een gezonde leefomgeving moeten voldoende mogelijkheden zijn voor stilte, ontspanning en beweging. Cultuur draagt bij aan een gezonde leefomgeving door het vergroten van participatie en sociale cohesie.

Ook erfgoed draagt bij aan een prettige leefomgeving. Het Planbureau voor de Leefomgeving maakte een referentiekader voor de acht leefomgevingswaarden van erfgoed.

Toelichting
Verhaallijnen
Het omgevingswetprogramma van recreatie en toerisme combineert recreatie en toerisme met andere functies. Ook met cultuur en erfgoed is een wisselwerking. Met het versterken van erfgoed worden gebieden aantrekkelijker voor bezoekers. Andersom kan vanuit recreatie en toerisme de beleving en benutting van erfgoedlocaties worden vergroot. Goede voorbeelden zijn de verhaallijnen van de waterlinies – zoals Ode aan het landschap en Rampjaar – en kastelen en buitenplaatsen.

> Pijler Toekomstbestendige natuur en landbouw
Natuur en landbouw leveren, als grootste ‘ruimtegebruikers’ in het landelijk gebied, een belangrijke bijdrage aan maatschappelijke functies zoals een aantrekkelijk en kwalitatief hoogwaardig landelijk gebied dat beleefd kan worden.

Uitvoeringsprogramma Landelijk Gebied (UPLG)
Het Rijk heeft een Nationaal Programma Landelijk Gebied opgesteld. Het Uitvoeringsprogramma Landelijk Gebied (UPLG) is hier een uitvloeisel van. Hierin staat hoe de provincie Utrecht de opgaven voor natuur, water, klimaat en landbouw binnen de provincie gaat realiseren. Daarvoor is de provincie opgedeeld in negen deelgebieden. Voor elk gebied wordt een gebiedsproces opgestart waar ook cultuur en erfgoed in meegenomen moeten worden. Bijvoorbeeld waar het gaat om het behouden en benutten van groen erfgoed of als inspiratie bij het veranderingsproces van het landelijk gebied.

Bijlage C Financiën

Begroting cultuur- en erfgoedprogramma 2025-2028

afbeelding binnen de regeling

1. Incidentele middelen, benodigd voor verhuizing Provinciaal archeologisch depot, maken nog geen deel uit van deze begroting, omdat planning en middelen nog niet bekend zijn.
2. Het beleid voor de Kasteel- en streekmusea wordt in 2024 geëvalueerd. Op basis van de evaluatie wordt bepaald of en zo ja in welke mate het beleid wordt gecontinueerd (Kadernota 2026).
3. Vanaf 2026 geen dekking middelen Landhuis Oud Amelisweerd binnen kasteelmusea. Afhankelijk van uitkomsten evaluatie: dekking vanuit publieksbereik.

Bijlage D Colofon

Colofon

(Geografische) data, infographics en kaarten
Provincie Utrecht, Team Geografische Informatiesystemen

Visualisaties
Vorm de Stad, Utrechts Bibliothekennetwerk,
Bert van Rooijen

Ontwerp en vormgeving
Vorm de Stad, Amsterdam

Redactie
Slimme Content, Haarlem

Copyright
Provincie Utrecht, juli 2024


Provincie Utrecht
Postbus 80300
3508 TH Utrecht
T 030 25 89 111

Fotografie/beeldproductie

Aerophoto Schiphol

67, 78

Beeldbank voordejeugd.nl

22

Beeldbank Provincie Utrecht

Beeldbank Provincie Utrecht

Bibliotheek Woudenberg

23

Fleur Bijleveld, Pepeditss

10, 25

Mel Boas

20

BRANDRS

57, 58

Jemima de Brauwere

81

Collectie Universiteitsbibliotheek Utrecht

72

Huis Doorn

Achterkant

Jurjen Drenth

Achterkant, 53

Wietske Dubelaar-Schippers

79

Marieke Duijsters

Cover, 9, 17, 18

René van Engelenburg

30, 34

Fier Media

62

Erik Graafstal

74

GIS afdeling Provincie Utrecht

21, 41, 42, 43, 47, 50, 51, 54, 61, 71

Goos Hengeveld

26

Rick Huisinga

65

Hutspotfotografie

29

Abe Jonker

68, 70

Jessie Kamp

16

Anna van Kooij

27

Jessica de Korte

64, 75

Simon Lamme

58

Lars Lensink

3

Annemarie Luksen-IJtsma

46

Guus Maas

36

Desiree Meulemans

7, 14, 60

MOMENTTOM

6, 12

Hans Pieters

24

Ed van Rijswijk

2

BT Heuvelrug en Vallei Cover

11, 55, 56

Russcher Tekst en Beeld

38, 49, 59

Samra Sabljic

69

Diederik Schiebergen

47

Maarten Starrenburg

37

Rafael Stomp Cover

4

Erik van Tooren

44

Jelle Verhoeks

8,62, 63, 64, 66, 73

Utrecht Toolkit

Achterkant

Vorm de Stad

32, 39

WildFreePhotography

33

Witteveen en Bos

69