Actieplan Dakloosheid regio Eindhoven 2024-2030

Geldend van 21-12-2024 t/m heden

Intitulé

Actieplan Dakloosheid regio Eindhoven 2024-2030

Burgemeester en wethouders van de gemeente Bergeijk,

gelet op; Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015)

besluiten:

  • 1.

    Het vaststellen van het Actieplan Dakloosheid regio Eindhoven 2024-2030 met de regionale ambities en uitgangspunten (bijlage 1).

Dit besluit treedt in werking de dag na bekendmaking.

Actieplan Dakloosheid regio Eindhoven 2024-2030

Hoofdstuk 1 Inleiding

Aanleiding

Op 1 december 2022 is door ministeries van VWS, BZK en SZW, de VNG, woningbouwcorporaties, zorgaanbieders, cliëntorganisaties en andere belanghebbende partijen het Nationaal Actieplan Dakloosheid: Eerst een Thuis gelanceerd (bijlage 1). Dit plan geeft invulling aan de ambitie om dakloosheid eind 2030 te beëindigen. Hieraan heeft Nederland zich gecommitteerd door het ondertekenen van de Verklaring van Lissabon (bijlage 1).

Kern van het Nationaal Actieplan Dakloosheid: Eerst een Thuis

Met het Nationaal Actieplan wordt de focus verlegd van opvang naar preventie en wonen met ondersteuning op maat. Een beweging die we in onze regio al proberen te maken. Het plan omvat een domeinoverstijgende aanpak. In het plan is opgenomen dat we integraal werken aan het beëindigen van dakloosheid in 2030 door in te zetten op 6 actielijnen met 6 leidende principes als kompas. De actielijnen zijn:

  • 1.

    Versterken financiële bestaanszekerheid: borging van het bestaansminimum

  • 2.

    Preventie: dakloosheid wordt te allen tijde voorkomen

  • 3.

    Wonen Eerst: iedereen een stabiele woonplek met ondersteuning op maat

  • 4.

    Versterken van de uitvoeringspraktijk: betere regie, snelheid en de menselijke maat centraal

  • 5.

    Inzet ervaringskennis in de hele beleidscyclus

  • 6.

    Aandacht voor jongeren, LHBTIQ+ en EU-burgers

In februari 2023 is het bestuurlijk overleg MO/BW geïnformeerd over het Nationaal Actieplan en de daarbij gemaakte bestuurlijke afspraken (zie bijlage 1). Er is toen afgesproken om de implicaties van deze afspraken voor onze regio te onderzoeken en gezamenlijk tot een regionaal voorstel te komen om de 6 actielijnen volgens de leidende principes op te pakken. Hierbij is besloten dat we zoveel mogelijk aanhaken bij de werkwijze en inhoudelijke keuzes zoals die voor BW gemaakt zijn.

Regionaal Actieplan

In de afgelopen periode is samen met de 15 betrokken gemeenten in de regio Eindhoven: Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Heeze-Leende, Nuenen, Oirschot, Reusel-de Mierden, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven, Waalre het Actieplan Dakloosheid regio Eindhoven 2024-2030 opgesteld.

Om de landelijke ambitie te behalen is samenwerking tussen verschillende domeinen, zowel in uitvoering als beleid essentieel. Dit betekent dat we partijen op het gebied van werk, inkomen, volksgezondheid, veiligheid, welzijn en wonen nodig hebben. De invulling van dit actieplan en de uitwerking in het overzicht is getoetst bij partijen die essentieel zijn voor de uitvoering, zoals ervaringsdeskundigen, woningcorporaties en welzijn- en zorgpartners.

Met dit Actieplan Dakloosheid regio Eindhoven:

  • sluiten we aan op het in 2019 vastgestelde “Toekomstbeeld Maatschappelijke Opvang” (bijlage 2)

  • continueren we de koers die is ingezet in het regionaal preventieprogramma dakloosheid 2021–2023 (bijlage 3)

  • implementeren we de landelijk vastgestelde actielijnen en leidende principes van het Nationaal Actieplan Dakloosheid “Eerst een Thuis”

  • sluiten we aan bij de reeds vastgestelde regionale uitgangspunten en ambities van Beschermd Wonen omdat er aansluiting en overeenkomsten zitten tussen de twee thema’s (bijlage 4).

Hoofdstuk 2 Het Actieplan

Het Actieplan

Op basis van de gemaakte afspraken zijn regionale ambities en uitgangspunten geformuleerd. Allereest is er een overkoepelende ambitie voor het volledige actieplan overeengekomen. Alle ambities en uitgangspunten die per actielijn zijn beschreven dragen bij aan de regionale ambitie.

Vanuit deze ambities en uitgangspunten zijn per actielijn en thema concrete acties en resultaten beschreven in een overzicht Acties per actielijn. Het overzicht Acties per actielijn is geen statisch document. Regionale en landelijke ontwikkelingen worden gevolgd door het programmateam en gedeeld met de regio. Acties en de prioritering ervan kunnen wijzigen door veranderende omstandigheden.

Regionale ambitie

Het is onze ambitie om dakloosheid in de regio Eindhoven fors en structureel terug te dringen in 2030. In de regio Eindhoven zorgen we dat het aantal inwoners dat opvang nodig heeft fors is teruggedrongen, recidive steeds minder voortkomt en de overdracht van (gewelds)patroon van ouder op kind wordt uitgebannen.

Hoe willen we dat realiseren?

  • 1.

    Wij werken integraal en domeinoverstijgend (met wonen, werken, inkomen en welzijn/zorg) binnen de individuele gemeente.

  • 2.

    Wij organiseren de ondersteuning dicht bij de inwoner. Wij borgen bestaanszekerheid, preventie en verbeteren de uitvoeringspraktijk.

  • 3.

    Wij zetten de beweging van Opvang naar Wonen Eerst in. Wij zetten in op zo zelfstandig mogelijk wonen mét waar nodig ondersteuning gericht op veiligheid, participatie, herstel, zelfredzaamheid en steun uit de eigen omgeving.

  • 4.

    Wij hanteren een aanpak die zich richt op alle leden van het gezin, maar het kind altijd centraal stelt en waarbij alle keuzes primair in het belang van het kind zijn.

Actielijn 1: Bestaanszekerheid

Landelijke doelstelling: Borging van het bestaansminimum.

Regionale ambities:

  • Elke gemeente ondersteunt mensen richting arbeid (naar vermogen).

  • Elke gemeente voorziet naar vermogen van de gemeente in de mogelijkheid van een basaal inkomen als via arbeid of anderszins onvoldoende inkomen kan worden gegenereerd; Borging van het bestaansminimum.

  • Elke gemeente regelt de toegang tot sociale voorzieningen zodat mensen met (dreigende) problematische schulden of andere vroege signalen van risico op dakloosheid terecht kunnen voor onder meer advies, schuldbemiddeling of ondersteuning.

Regionale uitgangspunten:

  • Het versterken van bestaanszekerheid is een lokale verantwoordelijkheid die we lokaal vormgeven. Iedere gemeente investeert in en organiseert lokaal in ‘Aanpak geldzorgen, armoede en schulden’ en ‘Participatiewet in balans’. Deze aanpak draagt bij aan de bestaanszekerheid van veel Nederlanders, in het bijzonder mensen met een laag inkomen.

  • Gemeenten geven uitvoering aan vroegsignalering uit de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) en werken actief aan het zo vroeg mogelijk laten aanhaken van inwoners met mogelijke problematiek. Gemeenten investeren in de samenwerking met en tussen de lokale teams om snel in te spelen op vroege signalen van risico op dakloosheid.

Actielijn 2: Preventie

Landelijke doelstelling: Dakloosheid wordt te allen tijde voorkomen.

Een succesvolle preventieve aanpak van dakloosheid werkt aan sociale inclusie. Dat houdt in dat wonen, inkomen, toegang tot zorg, zelfregie, informele zorg en de sociale basis op orde moeten zijn.

Regionale ambities:

  • Iedere gemeente zorgt dat inwoners die dakloos zijn of dreigen te raken zo zelfstandig en zo lang als mogelijk in hun vertrouwde omgeving wonen, dicht bij het eigen sociale netwerk.

  • Iedere gemeente zorgt dat inwoners die dakloos zijn of dreigen te raken deel (blijven) uitmaken van de samenleving en participeren naar vermogen. Daar waar nodig worden zij geholpen bij het versterken van hun netwerk en/of met maatwerkoplossingen.

  • Iedere gemeente investeert in en organiseert lokaal een sterk voorliggend veld op alle leefgebieden, waaronder preventie en nazorg. Hierbij horen ook vroegsignalering en lichtere vormen van ondersteuning.

  • Iedere gemeente zorgt dat inwoners, (vrijwilligers)organisaties, professionals weten bij wie ze terecht kunnen als ze zich zorgen maken of een advies nodig hebben en er is goed vindbare publieksinformatie aanwezig in begrijpelijke taal.

  • Huisuitzettingen worden zoveel mogelijk voorkomen en niemand wordt uitgezet zonder hulp voor een passende huisvestingsoplossing.

  • Niemand raakt dakloos als gevolg van uitstroom uit een instelling.

  • Inwoners die uitstromen uit een intramurale instelling gaan weer terug naar hun gemeente van herkomst.

  • In de lokale huisvestingsverordening van elke regiogemeente is de urgentieregeling opgenomen, waarin mensen die uitstromen uit intramurale instellingen voorrang krijgen.

  • De beeldvorming over mensen die dakloos zijn wordt bijgesteld zodat mensen zich thuis voelen en mee kunnen doen in de wijk: het kan iedereen overkomen en is een probleem van ons allemaal.

  • Iedere gemeente bevordert veerkracht en leefbaarheid in de wijk(en).

Regionale uitgangspunten:

  • Preventie is een lokale verantwoordelijkheid die we lokaal vormgeven. Iedere gemeente investeert in en organiseert lokaal een sterk voorliggend veld op alle leefgebieden, waaronder preventie en nazorg.

Actielijn 3: Wonen eerst

Landelijke doelstelling: Iedereen heeft een stabiele woonplek of wordt begeleid naar een zo thuis mogelijke oplossing, met indien nodig passende ondersteuning.

Regionale ambities:

  • In 2030 heeft onze regio geen langdurige, grootschalige opvang meer. Een minimale basis blijft nodig.

  • Mensen die tijdelijk verblijven in de Maatschappelijke Opvang gaan bij uitstroom terug naar de herkomstgemeente (of de subregio). Tenzij daar factoren zijn die herstel belemmeren of elders factoren zijn die beter bijdragen aan herstel.

  • Alle gemeenten hebben een woonzorgvisie met cijfers op basis waarvan woningen/woonplekken worden toegewezen, gebouwd, getransformeerd en/of aangekocht ten behoeve van het voorkomen van dakloosheid of uitstroom uit opvang.

Uitgangspunten:

  • We hanteren een evenredige spreiding van voorzieningen over de gehele regio op basis van inwoneraantallen. Hierbij nemen we in acht wat passend is gezien de aard en omvang van de doelgroep (het aantal benodigde plekken), het aantal aanbieders en de betaalbaarheid.

  • We dragen gezamenlijk verantwoordelijkheid om het spreiden van locaties in goede banen te leiden en communiceren tijdig en zorgvuldig met elkaar en de betrokken aanbieder. Iedere gemeente zorgt voor voldoende beschikbare en betaalbare huisvesting als doorstroom- of uitstroommogelijkheden voor het zelfstandig(er) wonen.

  • We streven met woningcorporaties en zorgaanbieders naar het zoveel mogelijk overeenkomen van huurcontracten op naam van de beoogde bewoner zonder tussenkomen van een derde partij.

  • Niemand verblijft langer in een nood- of tussenvoorziening dan strikt noodzakelijk is voor een succesvolle doorstroom naar een duurzame huisvestingsoplossing.

  • Voor de groep mensen waar dit niet mogelijk is, blijft een vorm van langdurige ondersteuning mogelijk. Er wordt dan wel gekeken of ondersteuning vanuit WLZ meer passend is.

Actielijn 4: Versterken van de uitvoeringspraktijk

Landelijke doelstelling: Professionals in de uitvoeringspraktijk kunnen op basis van maatwerk snel en integraal ondersteuning bieden. Integraal werken en snelle hulp voor mensen is een randvoorwaarde voor minder dakloosheid. Dat geldt op ieder niveau: landelijk, regionaal en lokaal. Ook is een goede samenwerking tussen het fysieke, veiligheids-medische en sociale domein nodig. Professionals moeten kunnen doen wat nodig is om snel hulp te bieden.

Regionale ambities:

  • Elke gemeente regelt de toegang tot het sociaal domein zodat mensen die (dreigen) uit(te)vallen passende begeleiding, ondersteuning en zorg ontvangen.

  • Alle gemeenten dragen zorg voor gespecialiseerde expertise, zoals van de GGZ, de verslavingszorg en de zorg voor mensen met verstandelijke beperkingen, zodat die in de wijk en voor professionals in de wijk in lokale teams beschikbaar is. Daarbij is van belang dat in de toegang breed en proactief bekeken wordt welke ondersteuning iemand nodig heeft.

  • Elke gemeente in de regio zorgt dat inwoners die dakloos zijn of dreigen te raken hun eigen lokale casusregisseur (aanspreekpunt) houden, ook als ze door omstandigheden tijdelijk elders verblijven.

Regionale uitgangspunten:

  • Het versterken van de uitvoeringspraktijk is een lokale verantwoordelijkheid welke we lokaal vormgeven.

  • Bij uitstroom uit de Opvang wordt een warme overdracht verzorgd én zijn de voor de inwoner noodzakelijke randvoorwaarden geregeld (denk aan huisvesting, ambulante ondersteuning, inkomen, werk/(arbeidsmatige) dagbesteding, hulp bij financiën en het betrekken van het sociaal netwerk en de woonomgeving) dit is een lokale verantwoordelijkheid.

  • De Maatschappelijke Opvang heeft toegangscriteria die in de gehele regio gelijk worden gehanteerd.

  • We werken met één vaste casusregisseur (aanspreekpunt) vanuit de lokale gemeente. Deze helpt regie en overzicht te houden op alle leefgebieden (die betrokken blijft ook wanneer iemand tijdelijk in de opvang buiten de eigen gemeente verblijft).

  • We werken vanuit een herstelgerichte benadering, om dit te realiseren stimuleren we een positieve bejegening van mensen.

Actielijn 5: Ervaringskennis in de hele beleidscyclus

Landelijke doelstelling: Ervaringskennis wordt ingezet in de hele beleidscyclus

Regionale ambities:

  • De inbreng van ervaringskennis is de sleutel naar effectiever beleid en betere dienstverlening. Het inzetten van ervaringskennis helpt de kloof die is ontstaan tussen de leef- en systeemwereld te verkleinen en het vertrouwen tussen overheid en burger te vergroten. Ervaringskennis wordt ingezet in de hele beleidscyclus, dat betekent zowel in de ontwikkeling van beleid als in het toetsen van beleid op lokaal en nationaal niveau. Ook wordt ervaringskennis ingezet in de uitvoering, in het contact met mensen die (dreigend) dakloos zijn.

Uitgangspunten:

  • We ontwikkelen en borgen betekenisvolle participatie met ervaringsdeskundigen en belangenbehartigers op alle domeinen (bij beleid en uitvoering) in gemeente en/of regio.

  • We betrekken ervaringskennis op alle domeinen actief bij het ontwikkelen, uitvoeren en evalueren van het lokale/regionale aanbod.

  • (Professionele) ervaringsdeskundigen spelen een adviserende en uitvoerende rol als het gaat om inclusie en doorbreken van een stigma.

Actielijn 6: Speciale aandacht voor bijzondere doelgroepen

Landelijke doelstelling: Daar waar voor bijzondere doelgroepen de generieke aanpak ontoereikend is, wordt extra inzet gepleegd, en worden extra kwetsbare groepen adequaat geholpen.

De groep (dreigend) dakloze mensen is zeer divers. Voor sommige specifieke groepen zijn soms extra acties nodig om tegemoet te komen aan hun behoeften. Vanuit het Actieplan is aandacht voor de extra kwetsbare groepen (dreigend) dakloze jongeren, dakloze LHBTIQ+’ers en dakloze EU-burgers. Voortschrijdend inzicht kan ertoe leiden dat tijdens de looptijd van het Actieplan een nieuwe groep wordt geïdentificeerd.

Regionale ambitie:

  • We streven naar een inclusieve aanpak zodat er op termijn geen specifieke aanpak meer nodig is voor bijzondere doelgroepen.

Uitgangspunten:

  • We zetten in op een inclusieve aanpak van dakloosheid. Daar waar de generieke aanpak nog niet toereikend is zorgen we voor een specifieke aanpak.

Hoofdstuk 3 Programmastructuur

Opdrachtgeverschap en opdrachtnemersrol

Opdrachtgever: Regionaal bestuurlijk overleg BW/MO

Gedelegeerd opdrachtgever: Stuurgroep BW/MO

Ambtelijk opdrachtnemer: Regionaal programmateam

Regionaal programmateam

Het huidige regionaal programmateam, heeft zich tot nog toe vooral gericht op de doordecentralisatie Beschermd Wonen en realisatie van de vastgestelde visie op Beschermd Wonen. Vanaf januari 2024 (na besluitvorming door colleges) zal het programmateam ook de lead nemen bij de realisatie van het actieplan preventie dakloosheid. Hierin is een afvaardiging van elk van de sub regio's vertegenwoordigd. De regionaal programmamanager is voorzitter van het team en wordt daarbij ondersteund door de regionaal programmaondersteuner.

Het programmateam werkt hierin samen met de 15 gemeenten, uitvoeringsorganisaties en ervaringsdeskundigen. Hiertoe wordt een leer- en ontwikkeltafel (LOT) ingericht. Deze zal in eerste instantie nog meer gericht zijn op de decentralisatie Beschermd wonen, maar zal de samenhang met Maatschappelijke Opvang zoeken en in toekomst doorgroeien naar een bredere Leer- en ontwikkeltafel.

Regionaal programmamanager

Deze is verantwoordelijk voor het inrichten en realiseren van bemensing van de werkgroepen, monitoren van de werkgroepen, monitoren van de lokale voortgang op vastgestelde actielijnen en ondersteunen waar mogelijk. De programmamanager agendeert voor zowel het programmateam als stuurgroep en bestuurlijk overleg de voortgang en de eventuele knelpunten. De programmamanager organiseert de LOT en zit deze voor. Bij de werkzaamheden wordt de programmamanager ondersteund door de programmaondersteuner.

Opdrachtformulering regionaal programmateam

Vanuit de bestuurlijke opdracht (d.d. 16 februari 2023) heeft het programmateam zich de volgende opdracht gesteld:

Voorbereidingsfase:

  • 1.

    We vertalen het landelijk actieprogramma in een regionaal actieplan.

  • 2.

    We richten de programmastructuur in, maken een planning die aansluit op bestaande besluitvormingsstructuren waaronder het regionaal ambtelijk en bestuurlijk overleg Beschermd Wonen/Maatschappelijke Opvang.

  • 3.

    We formuleren afgeleide opdrachten aan regionale werkgroepen en zorgen voor bemensing van deze werkgroepen.

Besluitvorming:

  • 1.

    We leggen een Actieplan Dakloosheid regio Eindhoven voor dat begin januari 2024 ter besluitvorming wordt vastgesteld in de 15 colleges.

  • 2.

    We monitoren de voortgang van het Actieplan Dakloosheid regio Eindhoven.

Implementatiefase:

  • 1.

    We sturen actief op oplevering van resultaten uit de werkgroepen.

  • 2.

    We agenderen periodiek ambtelijk en bestuurlijk overleg en bereiden dit voor op niveau van de subregio's.

  • 3.

    We sturen op implementatie van resultaten en doen procesvoorstellen wanneer sprake is van lokale inzet en verankering.

Regionale werkgroepen

Er zijn/zullen regionale werkgroepen worden ingericht, om de beoogde resultaten per actielijn voor elkaar te krijgen. Deze worden bemenst door de verschillende gemeenten.

Om de werkdruk bij gemeenten niet onnodig te belasten, wordt goed gekeken naar de hoeveelheid, planning en benodigde bemensing van werkgroepen (de werkgroepen lokale basis, toegang, PGB en Leer- en ontwikkeltafel zijn in 2023 afgerond). We starten met onderstaande werkgroepen:

  • 1.

    Werkgroep Wonen (incl. uitstroom uit instellingen)

  • 2.

    Werkgroep Zorglandschap Beschermd Wonen

  • 3.

    Werkgroep Samenwerking en Financiering Beschermd wonen

  • 4.

    Werkgroep Preventie (incl. werk- en inkomensondersteuning)

  • 5.

    Werkgroep Voorkomen huisuitzettingen

  • 6.

    Werkgroep Versterken uitvoeringspraktijk

Programmastructuur

afbeelding binnen de regeling

Hoofdstuk 4 Rapportage en verantwoording

Rapportage en verantwoording

Voor de rapportage en verantwoording van dit actieplan wordt aangesloten bij de overleg- en verantwoordingsstructuur van Beschermd Wonen. Dat betekent dat er voorbereid wordt op bestuurlijke besluitvorming met:

Subregionale overleggen

Het programma wordt periodiek geagendeerd in de subregionale ambtelijke overleggen om zo in een vroegtijdig stadium input en draagvlak te verkrijgen. Agendering vindt plaats door het desbetreffende programmateamlid.

Subregionale bestuurlijke overleggen

Op verzoek kan het programma worden geagendeerd in de subregionale bestuurlijke overleggen. Agendering vindt plaats door de regionaal programmamanager samen met het desbetreffende programmateamlid.

Lokale besluitvorming

Het programma ondersteunt lokale agendering en besluitvorming. In het programma houden we rekening met eigen agendering in het college en de eigen gemeenteraad als dat van toepassing is. De programmamanager kan desgewenst de betreffende beleidsadviseur of bestuurder daarin ondersteunen.

Monitoring

De monitoring van dit actieplan kent verschillende vormen. Het programmateam houdt regie op de voortgang van het actieplan en stuurt bij waar nodig. Daarnaast dient de regio Eindhoven gegevens aan te leveren voor het landelijke dashboard van het Nationaal Actieplan Dakloosheid. Hiervoor benaderd de VNG jaarlijks centrumgemeenten. Het programmateam zal de verantwoordelijkheid dragen voor een representatief beeld van de regio. Een tweede randvoorwaarde van het Nationaal Actieplan Dakloosheid is ook dat in 2030 alle (dreigend) dakloze mensen in beeld zijn aan de hand van de ETHOS Light definitie. Vooruitlopend op de landelijke monitoring zal de regio Eindhoven deze telling in 2024/2025 uitvoeren.

Communicatie

Het programmateam zal de voortgang regelmatig rapporteren aan de colleges via de overlegstructuren zoals hierboven beschreven.

Ondertekening

Bergeijk, 21 mei 2024

A.J.M. Ewalds

Gemeentesecretaris

A. Callewaert-de Groot

Burgemeester

Bijlage 1 Landelijke ontwikkelingen

Verklaring van Lissabon

Nederland heeft zich gecommitteerd aan de Lissabon Verklaring. Hierbij wordt aangesloten bij de ambitie om dakloosheid eind 2030 te beëindigen. Met de ondertekening hebben we ons aangesloten bij de volgende doelstellingen:

  • 1.

    Dakloze mensen slapen niet buiten door gebrek aan toegankelijke, veilige en passende opvang.

  • 2.

    Niemand verblijft langer in een nood- of tussenvoorziening dan strikt noodzakelijk is voor een succesvolle doorstroom naar een duurzame stabiele huisvestingsoplossing.

  • 3.

    Niemand wordt ontslagen uit een instelling (gevangenis, ziekenhuis, zorginstelling) zonder een aanbod van passende stabiele huisvesting, niet zijnde maatschappelijke opvang.

  • 4.

    Huisuitzettingen worden zoveel mogelijk voorkomen en niemand wordt uitgezet zonder hulp voor een passende duurzame huisvestingsoplossing.

  • 5.

    Niemand wordt gediscrimineerd vanwege zijn dakloosheidsstatus.

Nationaal Actieplan Dakloosheid “Eerst een Thuis”

Om de doelstellingen van de Lissabon Verklaring te behalen is eind 2022 is het Nationaal Actieplan Dakloosheid “Eerst een Thuis” gepresenteerd. In het Nationaal Actieplan wordt ingezet op een paradigma shift in de manier waarop we kijken naar en omgaan met dakloosheid. Er wordt flink ingezet op bestaanszekerheid en preventie.

Daarnaast wordt de nadruk verlegd van maatschappelijke opvang naar wonen met begeleiding. Hierbij is het van belang dat er integraal wordt samengewerkt aan huisvesting, bestaanszekerheid, preventie en een toegankelijke overheid.

Leidende principes en actielijnen

Onderstaande zes, met elkaar samenhangende, leidende principes vormen de komende jaren het kompas. Als regio onderschrijven we deze 6 leidende principes. Hier werken we de komende jaren naar toe.

  • 1.

    Dakloosheid voorkomen is altijd beter dan opvang of herhuisvesting.

  • 2.

    Huisvesting is een mensenrecht.

  • 3.

    Respect voor keuze en eigen regie van mensen.

  • 4.

    Scheiden van wonen en zorg.

  • 5.

    Ondersteuning is gericht op herstel.

  • 6.

    Ondersteuning is flexibel en op maat.

Op basis van de leidende principes en de input van de vele partners en betrokkenen zijn 6 inhoudelijke actielijnen opgesteld:

  • 1.

    Versterken bestaanszekerheid: niemand onder het bestaansminimum.

  • 2.

    Preventie: dakloosheid wordt te allen tijde voorkomen.

  • 3.

    Wonen Eerst: iedereen een stabiele woonplek met ondersteuning op maat.

  • 4.

    Versterken van de uitvoeringspraktijk: regie op alle leefgebieden, snelheid en de menselijke maat centraal.

  • 5.

    Beleid wordt gemaakt, uitgevoerd en getoetst met mensen met ervaringskennis.

  • 6.

    Aandacht voor jongeren, LHBTIQ+ en dakloze EU-burgers.

Het Nationaal Actieplan sluit aan op lopende programma's en trajecten zoals Een Beschermd Thuis, Een (T)huis voor Iedereen, Aanpak Geldzorgen, Armoede en Schulden, de Participatiewet in Balans en Werk aan uitvoering. In onderstaande afbeelding is goed te zien hoe drie grote projecten elkaar versterken.

afbeelding binnen de regeling

Landelijk bestuurlijke afspraken

Gemeenten moeten uitvoering geven aan het landelijke actieplan. Daarvoor zijn op 5 december 2022 bestuurlijke afspraken vastgelegd in het kader van het Nationaal

Actieplan Dakloosheid: Eerst een Thuis tussen de rijksoverheid, gemeenten, zorgaanbieders en woningcorporaties. Hierin is opgenomen dat wij, als gemeenten;

  • Werken regionaal met 15 gemeenten samen aan het terugdringen van dakloosheid. Met de Norm voor Opdrachtgeverschap maatschappelijke opvang en beschermd wonen nemen we de verantwoordelijkheid om regionale samenwerking te verbeteren.

  • Werken integraal en domeinoverstijgend aan het borgen van bestaanszekerheid, preventie, het verbeteren van de uitvoeringspraktijk en Wonen. Eerst op basis van dit Actieplan Dakloosheid regio Eindhoven 2024 - 2030. Bij het opstellen van dit plan betrekken we betrokken aanbieders van ondersteuning en onderdak en corporaties en overige relevante partijen in onze regio en binnen onze gemeente, waaronder in ieder geval ervaringsdeskundigen, opvangorganisaties, woningcorporaties en de afdelingen Zorg, Inkomen en Wonen. Dit plan wordt vastgesteld door alle colleges van Burgemeester en Wethouders in onze regio.

  • Dragen bij aan het verbeteren van de huisvesting van aandachtsgroepen middels het programma “Een thuis voor iedereen” in relatie tot woon-zorg visies en de nieuwe omgevingswet.

  • Maken de voortgang van onze regionale plannen van aanpak dakloosheid inzichtelijk door middel van een dashboard. We ondersteunen en stimuleren de beoogde transformatie en spreken elkaar aan wanneer gemeenten onderlinge afspraken niet nakomen. Wij hanteren hierbij de escalatieladder, zoals we deze ook bij de Norm van Opdrachtgeverschap MO/BW inzetten

Bijlage 2 Regionale visie Maatschappelijke Opvang

Toekomstbeeld Maatschappelijke Opvang

Op 26 november 2019 is het “Toekomstbeeld Maatschappelijke Opvang' vastgesteld. In dit toekomstbeeld wordt ingezet op (betere) aansluiting bij de leefwereld van inwoners en zorgen dat mensen weer regie over hun leven krijgen. Ook wordt er kritisch gekeken naar wie welke vorm van begeleiding nodig heeft. De visie MO vormt het kader waarbinnen het Regionaal Actieplan Dakloosheid wordt ontwikkeld en uitgevoerd.

Ambitie “Toekomstbeeld Maatschappelijke Opvang":

Vanaf 2021 geven we op een kwalitatieve en transparantere manier vorm aan ons beleid rondom dak- en thuisloze mensen. We zetten in ons toekomstbeeld in op vier pijlers (preventie, basiszorg, maatwerk en nazorg) en hebben aan deze pijlers een 8-tal belangrijke uitgangspunten gekoppeld. We realiseren hiervoor onder andere een 24 uursinstelling en één duidelijke toegang zodat inwoners (en professionals) weten waar zij terecht kunnen.

Vier pijlers voor Maatschappelijke Opvang

In de maatschappelijke opvang onderscheiden we vier pijlers:

  • Preventie: Het voorkomen van dakloosheid

  • Basiszorg: Basisopvang en hulp voor wie toch dakloos raakt

  • Maatwerk: Maatwerk in hulpverlening om uit de situatie te komen

  • Nazorg: Begeleiding van (ex)daklozen die weer een woonplek hebben gevonden

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 3 Regionaal Preventieprogramma Dakloosheid 2021-2023

In de regio Eindhoven is de afgelopen periode regionaal al ingezet op de pijler preventie van dakloosheid. Op basis van de rapportage van de Preventiescanner Dakloosheid, uitgevoerd door de Preventie Alliantie bij Impuls, is vanaf maart 2022 een regionaal programma Preventie van Dakloosheid uitgevoerd.

De uitkomsten van de preventiescanner geven het beeld dat de gemeenten in de regio Eindhoven op verschillende onderdelen van de aanpak beleid hebben geformuleerd. Ook leert het beeld dat nog niet op alle onderdelen van de preventieve aanpak van dakloosheid beleid geformuleerd is vanuit het perspectief van dakloze mensen en dat de samenhang tussen de beleidsvelden versterkt moet worden. Daarnaast moeten de huidige actielijnen geborgd worden in de uitvoeringspraktijk.

De behaalde resultaten van het Regionaal Preventieprogramma willen we nu integreren en voortzetten in het Actieplan Dakloosheid regio Eindhoven.

Bijlage 4 Regionale bestuurlijke afspraken Beschermd Wonen/Maatschappelijke opvang 2020-2026

We sluiten voor MO zoveel mogelijk aan op de structuur en afspraken die we al gemaakt hebben voor de Maatschappelijke Opvang en Beschermd Wonen. Zo creëren we een structuur die de samenwerking verder helpt en flexibel de beweging naar “Eerst een Thuis” ondersteunt. De onderstaande afspraken hebben betrekking op de Maatschappelijke Opvang in de regio Eindhoven, bestaande uit:

  • de gemeente Bergeijk

  • de gemeente Best

  • de gemeente Bladel

  • de gemeente Cranendonck

  • de gemeente Eersel

  • de gemeente Eindhoven

  • de gemeente Geldrop-Mierlo

  • de gemeente Heeze-Leende

  • de gemeente Nuenen c.a.

  • de gemeente Oirschot

  • de gemeente Reusel-De Mierden

  • de gemeente Son en Breugel

  • de gemeente Valkenswaard

  • de gemeente Veldhoven

  • de gemeente Waalre

  • 1.

    Centrumgemeente Eindhoven blijft in ieder geval tot 1 januari 2026 budgethouder, tenzij gemeenten als onderdeel van het gezamenlijk te ontwikkelen plan van aanpak met betrekking tot de landelijke doordecentralisatie van “beschermd wonen en Opvang” anders overeenkomen ten aanzien van Opvang.

  • 2.

    Het mandaat ‘Opdrachtverlening, mandaat, machtiging en volmacht betreffende Beschermd Wonen en Opvang, versie d.d. 1-1-2019' voorziet hierin en maakt als bijlage 1 onderdeel uit van deze bestuurlijke afspraken.

  • 3.

    Centrumgemeente Eindhoven organiseert de centrale aanmelding voor daklozen en de toegang tot de Opvang voor de centrumregio Eindhoven.

  • 4.

    Centrumgemeente Eindhoven handelt op deze wijze alle regionale en landelijke toegangsvragen en besluiten met betrekking tot toegang tot de Opvang en de daarvoor verschuldigde bijdrage in de kosten af.

  • 5.

    Indien een inwoner/ingezetene van Nederland zich bij de regiogemeente voor Opvang meldt, dragen de regiogemeenten desbetreffende inwoner warm over aan centrumgemeente Eindhoven.

  • 6.

    De gemeenten in de regio Eindhoven houden zich aan het “Convenant Landelijke Toegankelijkheid Maatschappelijke Opvang” dat door centrumgemeente Eindhoven met de VNG is afgesloten. De centrumgemeente Eindhoven is verantwoordelijk voor de regiocheck in het kader van de landelijke toegankelijkheid Opvang aan de hand van de in het landelijke convenant gestelde criteria.

  • 7.

    Tot 2026 zorgt centrumgemeente Eindhoven als budgethouder voor de inkoop en subsidiering van Opvang inclusief het bijbehorende contractmanagement. Het mandaat ‘Opdrachtverlening, mandaat, machtiging en volmacht betreffende maatschappelijk wonen, versie d.d. [datum]' voorziet hierin en maakt als bijlage 1 onderdeel uit van deze bestuurlijke afspraken.

  • 8.

    Regiogemeenten zijn conform de verantwoordelijkheidsverdeling tussen centrumgemeente en regiogemeenten, zoals vastgesteld bij de herijking van het Stedelijk Kompas, (mede) verantwoordelijk voor preventie van dakloosheid (beperking van instroom) en nazorg (bevorderen van uitstroom). De regiogemeenten creëren de benodigde randvoorwaarden en ondernemen de benodigde activiteiten hiervoor in overleg met de centrumgemeente Eindhoven. Andersom treedt centrumgemeente Eindhoven in overleg met de regiogemeenten over hetgeen zij inkoopt dan wel subsidieert ten behoeve van preventie en nazorg.

  • 9.

    De regisseurs van het regieteam van de gemeente Eindhoven zijn voor alle gemeenten in de regio beschikbaar voor consultatie.

  • 10.

    De gemeente Eindhoven geeft tweemaal per jaar een (financiële en inhoudelijke) voortgangsrapportage en treedt hierover in overleg met de regiogemeenten. De rapportages zijn zoveel mogelijk uitgesplitst per gemeente.

  • 11.

    Partijen treden een jaar vóór het einde van deze overeenkomst (uiterlijk 1-12025) met elkaar in overleg over aanpassing van de bestuurlijke afspraken, dan wel een nieuwe vorm van samenwerking.

  • 12.

    Er bestaat de mogelijkheid om de afspraken tussentijds in goed overleg aan te passen dan wel op te zeggen.

  • 13.

    Vanwege de landelijke doordecentralisatie van “beschermd wonen en Opvang” is door de gemeenten in de regio Eindhoven aan een plan van aanpak gewerkt. Dit plan bevat een duidelijke koers en richting voor de periode na 31-12-2025 in het geval van maatschappelijke opvang. Het plan van aanpak gaat zowel over beschermd wonen als ook over de Opvang.