Actieplan geluid 2024-2029

2 1 Europese Richtlijn omgevingslawaai en het wettelijke kader

De vaststelling van het Actieplan geluid is gebaseerd op de Europese Richtlijn Omgevingslawaai (Environmental Noise Directive (END)) uit 2002. In Nederland is deze richtlijn ondergebracht in hoofdstuk IX van de Wet milieubeheer. Vanaf 1‑1‑2024 zijn de geldende regels opgenomen in artikel 3.9 van de Omgevingswet.
De Richtlijn Omgevingslawaai stelt regels voor aanpak van omgevingslawaai waaraan mensen in de bestaande situaties worden blootgesteld en richt zich vooral op het vaststellen, beheersen en waar nodig verlagen van geluidsniveaus in de leefomgeving. Het toepassingsgebied beperkt zich tot een aantal gedefinieerde brontypen, te weten weg- en railverkeer en luchtvaart en specifieke vastgelegde industriële activiteiten. Voor de provincie als wegbeheerder gelden de regels formeel alleen voor provinciale wegen waar meer dan 3 miljoen motorvoertuigen per jaar gebruik van maken. De provincie heeft in 2016 in haar Mobiliteitsvisie 2030 bepaald, dat bij de geluidkaarten alle provinciale wegen worden betrokken. Het voorliggende Actieplan is ook gericht op alle provinciale wegen in Flevoland.

2 2 Processtappen

Het Actieplan geluid wordt gemaakt aan de hand van de geluidkaart. Voor de totstandkoming van het Actieplan zijn de volgende processen doorlopen.

A. Geluidkaart

Op 12 juli 2022 is de geluidkaart 2022 vastgesteld. Uit deze kaart blijkt dat langs de provinciale wegen in Flevoland er zes woningen een actuele geluidbelasting hebben van 65 dB en meer, 225 woningen een geluidsbelasting hebben van 60 tot 64 dB Lden ruim 900 woningen een geluidbelasting van 55 tot 59 dB.

De geluidkaart 2022 is gebaseerd op de verkeerssituatie op de provinciale wegen in 2019 (voor de Coronapandemie). De geluidbelasting van de woningen langs alle provinciale wegen is hierbij berekend met behulp van de rekenmethoden 2012. In afwijking van deze rekenregels is – voor de verwachte verlaging van de geluidbelasting door het verplicht rekenen met stille banden – niet met de standaard aftrek van 2 dB gerekend maar met een aftrek van 1 dB.^[1]
De geluidbelasting langs de wegen met een jaargemiddelde verkeersintensiteit van meer dan 3 miljoen voertuigen is ook met de Europese rekenmethode CNOSSOS bepaald.

^{[1] Voor deze afwijking is gekozen omdat met de geluidkaarten de actuele geluidbelasting wordt bepaald. Omdat nog niet alle auto’s in 2017 waren voorzien van stille banden, werd de volledige toepassing van de correctie van 2 dB niet representatief geacht.}

B. Actualisatie van het akoestisch onderzoek

Voor dit Actieplan is de verkeersituatie 2023 als uitgangspunt gebruikt. Voor de bepaling van de geluidbelasting langs alle provinciale wegen is gebruik gemaakt van de nieuwe rekenregels uit de Omgevingswet. In deze rekenregels bestaat geen expliciete aftrek meer voor stille banden, wel wordt een nieuwe opgave van de geluidemissie van voertuigen gebruikt en wordt bij de overdracht van het geluid rekening gehouden met de gemiddelde windrichting.

Voor geluidbelasting langs de verplichte wegen met 3 miljoen en meer voetuigen per jaar in Flevoland is, voor de formele nationale aanbieding van de resultaten van de Actieplannen aan de EU, ook berekend met de Europese rekenmethode CNOSSOS.

C. Plandrempel

Volgens de EU-richtlijn Omgevingslawaai moet het Actieplan gaan over ‘prioritaire problemen’. Van een prioritair geluidprobleem is sprake als een ‘relevante grenswaarde’ wordt overschreden. Bij de implementatie van de richtlijn in de Nederlandse wetgeving is het begrip ‘relevante grenswaarde’ vertaald in ‘plandrempel’. Als onderdeel van het Actieplan moet de bronbeheerder (lees: de provincie) de door haar te hanteren plandrempel vaststellen. Voor dit vierde Actieplan is de eerder gekozen plandrempel van 55 dB Lden overgenomen uit het Actieplan 2018-2023. Deze plandrempel is 5 dB hoger dan de voorkeurswaarde voor de maximale geluidbelasting van nieuw te bouwen woningen langs een provinciale weg. De provincie Flevoland hanteert met 55 dB als plandrempel samen met onder andere de provincie Zuid Holland en Limburg, de laagste plandrempel van Nederland.

D. Inventarisatie van maatregelen

In de situaties waar de geluidbelasting hoger is dan de plandrempel zijn maatregelen gewenst om deze overschrijding terug te dringen. De in aanmerking komende maatregelen worden beoordeeld op hun doelmatigheid.

E. Inspraak en publicatie

Op grond van artikel 16.27 van de Omgevingswet is Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing op de voorbereiding van het Actieplan.

In afwijking van artikel 3:15 van de Awb kan een ieder zienswijzen naar voren brengen. De termijn voor het naar voren brengen van zienswijzen en het uitbrengen van adviezen bedraagt zes weken. Er is geen mogelijkheid tot beroep. Het Actieplan bevat alleen beleidsvoornemens en voorgenomen maatregelen en is niet gericht op direct rechtsgevolg.

F. Vaststelling Actieplan en aanbieding aan de Centrale Voorziening Geluidgegevens
Op grond van de Omgevingswet dient uiterlijk 18 juli 2024 het Actieplan te zijn vastgesteld. Het Actieplan voor de provinciale wegen wordt vastgesteld door Gedeputeerde Staten. Binnen één maand na de vaststelling moeten het Actieplan ter beschikking worden gesteld aan Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Hiervoor moet het Actieplan worden aangeboden aan de Centrale Voorziening Geluidgegevens. Het Ministerie zorgt voor de aanbieding aan de Europese Commissie.

3 1 Provinciale wegen

De Provincie Flevoland bestaat sinds 1986. Het grondgebied is ontstaan vanaf de eerste drooglegging begin jaren veertig. De ontwikkeling van de polders is in de eerste fase een Rijks aangelegenheid geweest. Bij de instelling van de provincie Flevoland is een deel van het bestaande wegennet overgedragen aan de provincie. Voor totaal ruim 500 strekkende kilometer weg is de provincie wegbeheerder. Voor alle provinciale wegen is in 2022 de geluidkaart gemaakt. Ook het voorliggende Actieplan richt zich op alle provinciale wegen in Flevoland.

3 2 Provinciaal geluidbeleid

In november 1994 is het eerste Flevolands milieubeleid vastgesteld. De provincie is voorstander om door middel van scheiding van functies en het aanhouden van afstand geluidknelpunten te voorkomen. Met het vaststellen van hogere grenswaarden voor de maximale geluidbelasting was de provincie toen terughoudend. Eind 2006 is het Omgevingsplan Flevoland 2006 vastgesteld. Het Flevolands geluidbeleid is erop gericht de huidige relatief gunstige uitgangssituatie met weinig geluidbelaste woningen, te behouden.

De maximaal toelaatbare geluidbelasting van het merendeel van de woningen bedroeg bij de bouw ervan 50 dB Lden.

Vanaf 2006 heeft de provincie op enkele wegvakken geluidreducerend asfalt toegepast. In 2012 is de inzet van geluidreducerend asfalt geëvalueerd. Op 4 februari 2020 hebben Gedeputeerde Staten beleid vastgesteld (Actualisatie beleid toepassing geluidreducerend asfalt^[1]) voor de toepassing van geluidreducerend asfalt. Belangrijk uitgangspunt hierbij is dat door het gebruik van de weg, het toe te passen geluidreducerend asfalt niet overmatig verontreinigd of kapot gereden mag worden. Het kapotrijden gebeurd nabij kruisingen door het optrekken en afremmen van verkeer en de overmatige verontreiniging door landbouwverkeer dat de provinciale weg oprijdt direct vanaf de agrarisch kavel en hierbij modder meeneemt.

Het landelijke geluidbeleid dat is vastgelegd in de Omgevingswet richt zich naast het voorkomen van nieuwe geluidsknelpunten ook op de gevolgen van de (autonome) groei van het verkeer. Ook voor de provinciale wegen moeten op grond van de Omgevingswet de geluidproductieplafonds worden vastgesteld. De vaststelling van de geluidproductieplafonds staat gepland in 2025.

^{[1] Besluit met kenmerk #2494188}

3 3 Mobiliteitsvisie 2030 - beoordeling doelmatig

In de Mobiliteitsvisie 2030 is in 2016 de ambitie vastgelegd om de leefbaarheid te verbeteren en om de beschikbare middelen voor de aanpak van geluidknelpunten doelmatig in te zetten. De genoemde doelmatigheid is afhankelijk van drie factoren: de hoogte van de actuele geluidbelasting ten opzichte van de maximaal toegestane geluidbelasting van de woningen, het aantal woningen dat baat heeft bij de geluidreductie (kosten effectief) en de mate van geluidreductie (bij voorkeur 5 dB) van de maatregel. Als voorwaarde wordt daarnaast gesteld, dat geluidreducerende maatregelen moeten worden afgestemd op de ligging van de weg in de omgeving.

Omdat de mate van geluidreductie bij voorkeur 5 dB moet zijn en de geluidreductie van geluidreducerend asfalt 2 tot 3 dB bedraagt, wordt in het kader van het Actieplan geluid geluidreducerend asfalt niet als zelfstandige maatregel betrokken. Geluidreducerend asfalt kan wel in combinatie met een laag geluidscherm worden toegepast.

Bij de voorbereiding van groot onderhoud wordt bij de locaties waar sprake is van clustering van woningen met een hoge geluidbelasting, beoordeeld of er koppelkansen bestaan om de geluidbelasting te verlagen. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de inzet van de geluidvangrail bij wegen die op een talud liggen en de toepassing van geluidreducerend asfalt.

3 4 Terugblik uitvoering Actieplan 2018-2023

Op 11 december 2018 is het derde Actieplan geluid vastgesteld. Dit Actieplan was gericht op de aanpak van de toen bestaande prioritaire geluidknelpunten langs alle provinciale wegen. In dit Actieplan is gekozen voor een plandrempel van 55 dB Lden om daarmee te komen tot een doelmatige aanpak van geluidknelpunten. Sprake van doelmatige inzet van geluidmaatregelen bestond uit de aanleg van een geluidscherm ter hoogte van bestaande woningen in de Bouwmeesterbuurt in Almere Buiten langs de Buitenring. Dit geluidscherm is in de zomer van 2022 voltooid. Het Actieplan 2018 voorzag ook in een lang geluidscherm langs de Marknesserweg voor de woningen in Marknesse. Vanwege de uitkomst van de participatie is dit lange geluidscherm niet gerealiseerd. Wel staat er voor 2024 de bouw van een 130 meter lang geluidscherm gepland voor vijf woningen aan de Dr. M. Rijkenhof in Marknesse. De bewoners van deze woningen wensten nadrukkelijk wél een geluidscherm langs de Marknesserweg.

Naar aanleiding van het Actieplan geluid 2018-2023 heeft de provincie vanaf 17 september 2019 een subsidieregeling voor de verbetering van de geluidwering van woningen met een hoge geluidbelasting. Met deze subsidieregeling wil de provincie bewoners van woningen met een geluidbelasting vanaf 55 dB helpen om de geluidbelasting in hun woning te verlagen. Tot op heden hebben totaal 26 huishoudens^[1] van de subsidieregeling gebruik gemaakt. De reactie van deze bewoners is louter positief. Een toelichting op de bestaande subsidieregeling is opgenomen in bijlage 3.

^{[1] Peildatum 1 jan 2024}

In lijn van het Actieplan geluid 2018 zijn bij enkele woningen met een geluidbelasting vanaf 55 dB Lden bij het groot onderhoud van wegen en ook bij de aanpassing van wegen, geluidmaatregelen getroffen waarvoor op grond van de Wet geluidhinder geen noodzaak bestond. Het gaat hierbij om de aanleg van de geluidvangrail langs de N302 Knarweg voor vier woningen aan de Harderwijkerweg. Op twee wegvakken is geluidreducerend asfalt (type SMA NL8 G+) aangelegd. Het gaat hier om het deel van de N305 Biddingringweg tussen de kruispunten met N309 Dronterweg en de N309 Elburgerweg, en een deel van de N305 Gooiseweg tussen de kruispunten met N302 Ganzenweg en N302 Larserweg. De getroffen geluidmaatregelen hebben geleid tot een vermindering van het aantal woningen met een hoge geluidbelasting zoals weergegeven in tabel 1.

Tabel 1. Resultaat Actieplan geluid 2018-2023

3 5 Overzicht geplande infrastructurele werken en RO-plannen

Flevoland zal zich de komende jaren verder ontwikkelen. Voor de afwikkeling van het verkeer zijn verschillende wegaanpassingen voorzien.

Voor de komende planperiode is aan de zuidkant van Lelystad de Rondweg voorzien. Deze weg gaat gebruik maken van de halve aansluiting op de A6 waar nu N727 Anthony Fokkerweg op is aangesloten.

Om Urk en de omliggende dorpen Espel en Tollebeek beter te ontsluiten op de A6 is de voorbereiding gestart om met een randweg de N352 Domineesweg te ontlasten.

Bij de geplande infrastructurele aanpassingen en ook bij de gevolgen van ruimtelijke plannen zoals de woningbouwopgave, wordt nadrukkelijk gekeken wat hierbij de gevolgen zijn voor de geluidbelasting van bestaande woningen. Daarnaast wordt de ontwikkeling van het gebruik van de provinciale wegen nauwkeurig gemonitord via de (88) provinciale verkeerstelpunten (zie bijlage 1).

3 6 Stiltegebieden

In 2016 heeft de provincie de uitvoering van haar stiltebeleid geëvalueerd. De grenzen van de drie resterende stiltegebieden (Kuinderbos, Roggebotzand en Horsterwold) zijn naar aanleiding van de evaluatie geactualiseerd en afgestemd op de vooe bezoekers toegankelijke delen en de ontwikkeling van de geluidbelasting tot 2030.

De bescherming van de stiltegebieden is vastgelegd in de Omgevingsverordening provincie Flevoland (voorheen de Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland 2012). Voor het behoud van de stilte geldt een beschermingsniveau van 35 dB(A) als uurgemiddelde waarde. Rond de stiltegebieden zijn tot een afstand van 1.500 meter aandachtgebieden aangewezen waarbinnen beoordeeld en voorkomen moet worden dat door nieuwe ontwikkelingen de stilte verloren gaat.

3 7 Omgevingswet

De Omgevingswet die vanaf 1 januari 2024 in werking is getreden continueert en voor zeker de provinciale wegen, intensiveert de bescherming van de leefomgeving tegen geluid. Net als bij Rijkswegen vanaf 2012, moet de toename van de geluidbelasting langs de provinciale wegen nu met vast te stellen geluidproductieplafonds gaan worden bewaakt. Om de bestaande geluidbelasting te bewaken wordt enige toename van de geluidbelasting (met 1,5 dB) mogelijk gemaakt. Een verdere toename van de geluidbelasting is daarna niet zonder afspraken over de bescherming van nabij gelegen woningen, mogelijk. Jaarlijks moet inzage worden geboden in de geluidbelastingen en moeten maatregelen worden geprogrammeerd om een overschrijding van de vastgestelde geluidproductieplafonds te voorkomen.

Na de vaststelling van de geluidproductieplafonds op grond van de Omgevingswet (eind 2025) wordt medio 2026 op basis van de maximale geluidbelasting (en dus met een toename van de geluidbelasting met 1,5 dB) het voorliggende Actieplan geactualiseerd. De volgende onderwerpen komen bij deze actualisatie aan de orde:

• de opgave van de woningen met een geluidbelasting van meer dan 65 dB en die voor de wettelijke sanering in aanmerking komen;

• de actualisatie van de opgave van woningen waarvoor een subsidie bestaat om de geluidwering van de gevels te verbeteren;

• de beoordeling van locaties waar zich een cluster van woningen bevindt en waarvan de toekomstige geluidbelasting van deze woningen 55 dB of meer gaat bedragen.

4 1 Resultaat geluidkaart 2022

Op basis van de geluidskaart is voor het gebruik van de provinciale wegen in 2019, bepaald hoeveel woningen zich bevinden binnen de berekende geluidcontouren. De resultaten zijn in clusters van gemeenten weergegeven. Voor Almere gaat het om de woningen in de omgeving van de Hoge-, Buiten- en Tussenring.

Tabel 2. Aantal geluidbelaste woningen geluidskaart 2022 – situatie 2019

De geluidbelasting in de Flevolands stiltegebieden blijkt volgens de geluidkaart 2022 ruim (95%) te voldoen aan de norm van 35 dB(A) als uurgemiddelde geluidbelasting.

4 2 Actualisatie geluidkaart situatie 2023 en nieuwe rekenregels Omgevingswet

Aan de hand van meest actuele verkeerstellingen over 2023 is de geluidbelasting van de woningen in de omgeving van provinciale wegen opnieuw bepaald. Hierbij is gebruikgemaakt van de rekenregels die gelden op grond van de Omgevingswet.

Tabel 3. Geactualiseerd aantal geluidbelaste woningen - situatie 2023 en nieuwe rekenregels

Een overzicht van de woningen met een geluidbelasting vanaf 55 dB is opgenomen in bijlage 2.

5 1 Plandrempel

Het Actieplan doet nog altijd een duidelijk appél op de eigen verantwoordelijkheid van de provincie als wegbeheerder. Voor de beheersing van omgevingslawaai moet de provincie volgens de Richtlijn Omgevingslawaai zelf een ‘relevante grenswaarde’ vaststellen en daar consequenties aan verbinden. In de Wet milieubeheer werd dit “plandrempel” genoemd. Bij woningen waarvan de geluidbelasting hoger is dan de plandrempel moeten maatregelen worden overwogen.

In het Actieplan 2018 is een drempelwaarde gehanteerd van 55 dB Lden.

Voor dit Actieplan wordt de keuze van de plandrempel van 55 dB Lden gecontinueerd.

5 2 Geluidhinder beperkende maatregelen

Het doel van het Actieplan is om de geluidhinder te beperken voor bewoners van woningen waarvan de geluidbelasting hoog is. Hiervoor wordt bij voorkeur ingezet op maatregelen die leiden tot verlaging van de geluidbelasting van de woningen. Het gaat hierbij om de toepassing van bron- en overdrachtsmaatregelen. Bestaan tegen deze maatregelen bezwaren, dan kan worden overwogen om maatregelen ter verbetering van de geluidwering van de gevel te nemen.

A. Bronmaatregelen

Het verlagen van de geluidbelasting gebeurd bij voorkeur door middel van bronmaatregelen. Bronmaatregel hebben namelijk niet alleen een positief effect op de geluidbelasting van de betreffende woningen, maar ook op de bredere woon- en leefomgeving van de weg. Bronmaatregelen zijn bijvoorbeeld:

• verlaging van de rijsnelheid;

• vermindering van (zwaar) verkeer;

• aanleg van een rondweg^[1];

• toepassing van geluidreducerend asfalt;

• stillere motorvoertuigen (inclusief stille banden)^[2].

^{[1] De geplande rondweg Lelystad en rondweg Urk zijn hiervan voorbeelden.}

^{[2] Stiller maken van van motorvoertuigen valt onder internationaal beleid.}

B. Overdrachtsmaatregel in de vorm van geluidschermen

Wanneer bronmaatregelen niet mogelijk zijn of onvoldoende effect hebben kunnen eventueel geluidmaatregelen worden toegepast die zorgen voor afscherming van geluid, zoals geluidschermen. De hoogte van de geluidafschermende maatregel verschilt per locatie. Bij de ruimtelijke inpassing van de afscherming spelen stedenbouwkundige en/of landschappelijke eisen een rol. Het ontwerp van het scherm en ook de kosten kunnen daardoor per locatie (sterk) verschillen.

C. Verbetering van de geluidwering van gevels

De verbetering van de geluidwering van de gevels van woningen is verplicht bij de aanleg of aanpassing van een weg in aanvulling op bron- en overdrachtsmaatregelen bij een hoge geluidbelasting van woningen. Bij nieuw te bouwen woningen en bestaande woningen die voor het eerst te maken krijgen met een hoge geluidbelasting is het uitgangspunt dat de geluidbelasting in de woning niet meer mag bedragen dan 33 dB Lden (en 36 dB op grond van de Omgevingswet). Volgens de geldende saneringsregeling voor woningen langs wegen wordt bij sanering toegewerkt naar een maximale geluidbelasting in bestaande woningen van 38 dB Lden (en 41 dB op grond van de Omgevingswet).

Op grond van de Omgevingswet gelden voor een Actieplan geluid geen normen voor de ten hoogst toelaatbare geluidbelasting in woningen. Het is aan de bronbeheerder (de provincie) om na afwijzing van bron- en overdrachtsmaatregelen vanwege bezwaren uit oogpunt van bijvoorbeeld doelmatigheid, er eventueel voor te kiezen om maatregelen ter verbetering van de geluidwering van de gevels aan te bieden aan de bewoners van de woningen met een hoge geluidbelasting.

D. Innovatieve geluidmaatregelen – Geluiddiffractor of geluidvangrail

In afgelopen jaren zijn experimenten uitgevoerd met geluidgoten of ook wel geluiddiffractoren genoemd. De geluidgoot bestaat uit betonnen platen die aansluitend op het asfalt worden aangelegd. De diffractor kan ook worden aangelegd op een betonnen verhoging, in dat geval wordt de diffractor in metaal uitgevoerd. In de diffractor zijn zorgvuldig gekozen openingen aanwezig. Door een combinatie van absorptie en resonantie (het weerklinken van geluidtrillingen) ontstaat er een effect waarbij de horizontale geluidgolven naar boven worden afgebogen. Hierdoor wordt de geluidbelasting van woningen verlaagd. Met de diffractor kan in een optimale situatie een geluidsreductie van 1,5 tot 2,5 dB worden bereikt.

Ook is de geluidvangrail als slimme afschermende maatregel ontwikkeld. Bij de geluidvangrail wordt een aanwezige of nieuw te plaatsen geleiderail (lees: vangrail) aan de onderkant dichtgezet waardoor met name het geluid van banden wordt afgeschermd. Zeker wanneer een weg op een redelijk hoog talud ligt, biedt de geluidvangrail een efficiënte verlaging van de geluidbelasting bij laaggelegen vertrekken van woningen. Langs provinciale wegen in Flevoland is de geluidvangrail toegepast langs het deel van de Buitenring op de brug over de Lage Vaart en langs de oprit van de Knardijk ter hoogte van Harderhaven.

5 3 Doelmatige aanpak als uitgangspunt

De focus van het provinciale geluidbeleid ligt op het handhaven van de oorspronkelijke geluidskwaliteit. Voor de integratie en uitvoering van dit beleid wordt de plandrempel van 55 dB uit het Actieplan geluid 2018 – 2023 gecontinueerd. Voor de aanpak van bestaande geluidsknelpunten is de doelmatigheid van maatregelen leidend.

Volgens de Mobiliteitsvisie 2030 moeten geluidbeperkende maatregelen die sec worden gerealiseerd om de geluidbelasting van woningen te verlagen altijd doelmatig zijn. De maatregel moet hiervoor voldoende geluidreductie leveren in verhouding tot de kosten ervan (inclusief de additionele kosten voor het beheer ervan). Hierbij vindt de provincie dat akoestisch sprake is van doelmatig, wanneer deze specifiek voor de aanpak van geluidsknelpunten te treffen maatregelen, de woningen een verlaging van de geluidbelasting moeten bieden van ca. 5 dB op de begane grond. Een verlaging van de geluidbelasting van 5 dB is hoorbaar en is het doel van de kwaliteitsverbetering.

Voor wat betreft de financiële doelmatigheid wordt als richtbedrag aangehouden een investering per woning van gemiddeld 20.000 euro.

Op basis van het uitgangspunt dat geluidmaatregelen altijd doelmatig en efficiënt moeten zijn, bestaat de aanpak van hoog geluidbelaste woningen uit de volgende vierdeling:

A. Wettelijke sanering van woningen met een toekomstige geluidbelasting van 65 dB Lden of hoger

De woningen met een toekomstige geluidbelasting van 65 dB Lden of hoger komen op grond van de Omgevingswet in aanmerking voor sanering. De hoogte van de toekomstige geluidbelasting wordt bepaald door de vaststelling van de Geluidproductieplafonds in 2025 (zie paragraaf 2.7). Sanering betekent dat op kosten van het Rijk en binnen de wettelijke regels die hiervoor gelden de geluidsoverlast van de bewoners van deze woningen wordt aangepakt. Hierbij hebben ook maatregelen aan de bron of in de overdracht prioriteit. Bij de wettelijke sanering wordt met een strak financieel budget gewerkt. Wanneer de kosten van de maatregelen aan de bron of in de overdracht te hoog zijn, moet met instemming van de bewoners de geluidwering van de gevels worden verbetererd.

B. Woningen met een geluidbelasting van 60 tot 64 dB Lden
De woningen met een geluidbelasting tussen de 60 en 64 dB liggen allemaal langs provinciale wegen in het buitengebied en dan met name in de Noordoostpolder. Hoofdzakelijk zijn dit vrijstaande wonigen en soms liggen deze woningen in een cluster van 2 of 3 woningen. Bij deze woningen is het verlagen van de geluidbelasting door het treffen van bron- en overdrachtmaatregelen nimmer (financieel) doelmatig, zie kader.

De kosten van geuidafschermende maatregelen staan niet in verhouding tot het aantal woningen dat hiervan baat heeft. Om een verlaging van de geluidbelasting te bereiken van 5 dB zijn per woning investeringen nodig van € 50.000 tot € 100.000. Voor de woningen in de dorpen stuiten geluidafschermende voorzieningen op stedenbouwkundige bezwaren.

Voor alle woningen met een geluidbelasting van 60 tot 65 dB Lden die in eigendom zijn van de bewoners, bestaat een subsidieregeling ( https://www.flevoland.nl/loket/loketoverview/verbeteren-van-de-geluidwering-van-woningen-2019-3).

Met de provinciale subsidieregeling voor de verbetering van de geluidwering van de gevels worden de bewoners van deze woningen 50% vergoeding (tot een maximaal bedraag van € 8.000 tot € 10.000) geboden om de geluidbelasting in hun woning te verlagen.

C. Woningen met een geluidbelasting van 55 tot 59 dB Lden

De woningen met een geluidbelasting tussen de 55 en 59 dB liggen deels langs provinciale wegen in het buitengebied maar ook aan de randen van dorpen en steden. Of het ten behoeve van deze woningen wel doelmatig is om maatregelen te nemen om de geluidbelasting van de woningen te verlagen komt bij D. aan bod.

Voor alle woningen met een geluidbelasting van 55 tot 59 dB Lden en die in eigendom zijn van de bewoners, bestaat een subsidieregeling. Met de provinciale subsidieregeling voor de verbetering van de geluidwering van de gevels worden de bewoners van deze woningen 25% vergoeding ((tot een maximaal bedraag van € 2.500) geboden om de geluidbelasting in hun woning te verlagen.

D. Treffen van geluidmaatregen in combinatie met niet-jaarlijksonderhoud van een weg
Bij de actulaisatie van het Actieplan in 2026 en waarvoor de vastgestelde geluidproductieplafonds als uitgangspunt zullen worden gebruikt, zal worden onderzocht waar langs provinciale wegen er clusters van woningen met een toekomstige geluidbelasting vanaf 55 Lden bestaan waar eventueel in combinatie met het groot onderhoud van wegen, geluidmaatregelen kunnen worden genomen. Groot onderhoud is aan de orde wanneer bijvoorbeeld het asfalt op de weg moet worden vervangen.

De voorgestelde aanpak van geluidknelpunten moet leiden tot minder geluidgehinderen.

5 4 Financiële budget voor uitvoering voorgestelde maatregelen

Voor het Actieplan 2018-2023 was voor het treffen van bron- en overdrachtsmaatregelen een investeringsbudget van € 2,7 mln beschikbaar gesteld. Na de uitvoering van de geluidafscherming langs de Buitenring in Almere Buiten, het te realiseren korte geluidscherm bij Marknesse, de geluidvangrail bij de Harderwijkerweg en de extra kosten van de toepassing van geluidreducerend asfalt op delen van de Biddingringweg bij Dronten en de Gooiseweg ter hoogte van de Futenweg, resteert nu in 2024 nog € 1,6 mln. Deze beschikbare middelen worden gefragmenteerd ingezet wanneer bij het groot onderhoud van een weg er koppelkansen bestaan om de geluidbelasting van woningen langs een provinciale wegen te verlagen.

Het budget voor de subsidie verbetering geluidwering gevels van woningen bedroeg bij aanvang van deze regeling € 850.000. Van dit budget is in de afgelopen 5 jaar ruim € 100.000 besteed. Voor dit Actieplan geluid is in de Programmabegroting 2025 en de Meerjarenraming 2026-2029 voor de verlenging van de subsidie verbetering geluidwering gevels van woningen, een budget van € 300.000 beschikbaar. Verwacht wordt dat met dit budget gedurende de planperiode aan circa 55 huishoudens hulp kan worden geboden om de geluidsoverlast in hun woning te beperken.

5 5 Samenvatting voorgestelde geluidmaatregelen

Onderstaand figuur maakt inzichtelijk de inhoud van het Actieplan inclusief het hieraan ten grondslag liggende beleid.

Regelingsgebied

/join/id/regdata/pv24/2024/RG38giob97f95dc-53bb-4a17-bc80-13d89653a432/nld@2024‑12‑19;3