Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten gemeente Beesel 2025

Geldend van 21-12-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten gemeente Beesel 2025

De raad van de gemeente Beesel;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2024;

gelet op het bepaalde in de artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer;

b e s l u i t

  • 1.

    vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten gemeente Beesel 2025.

  • 2.

    in te trekken per 1 januari 2025 de Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten gemeente Beesel 2024 (Verordening reinigingsheffingen gemeente Beesel 2024), vastgesteld bij besluit van de raad op 18 december 2023, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Inleidende bepaling

Krachtens deze verordening wordt geheven:

  • a.

    een afvalstoffenheffing;

  • b.

    reinigingsrechten.

Artikel 2 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Gebruik maken als bedoeld in artikel 3, tweede lid van deze verordening: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • b.

    Grof bedrijfsafval: afvalstoffen, met uitzondering van autowrakken, afkomstig van bedrijven en instellingen, die door aard, omvang of hoeveelheid niet periodiek worden ingezameld.

Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing

Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam 'afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2. De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Voorwerp van de belasting

  • 1. Voorwerp van de belasting is een perceel.

  • 2. Als perceel wordt aangemerkt:

    • a.

      de onroerende zaak, bedoeld in artikel 16, onder a, c, d en f, van de Wet waardering onroerende zaken;

    • b.

      de roerende zaak, welke duurzaam aan een plaats gebonden is;

    • c.

      een gedeelte van een in onderdeel b bedoelde roerende zaak dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;

    • d.

      een samenstel van twee of meer in onderdeel b bedoelde roerende zaken of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren;

    • e.

      het binnen de gemeente gelegen deel van de in onderdeel b bedoelde roerende zaak, van een in onderdeel c bedoeld gedeelte daarvan of van een in onderdeel d bedoeld samenstel.

Artikel 5 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Hoofdstuk III Reinigingsrechten

Artikel 6 Belastbaar feit

Onder de naam 'reinigingsrechten' worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

Artikel 7 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen

Artikel 8 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De belasting en de rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de belasting en/of rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel reinigingsheffingen genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 9 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar voor de belasting en de rechten.

Artikel 10 Wijze van heffing

  • 1. De belasting en de rechten bedoeld in hoofdstuk 1.1 en 2.1 van de tarieventabel worden bij wege van aanslag geheven.

  • 2. De belasting en de rechten bedoeld in hoofdstuk 1.2, 2.2 en 3 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

  • 3. Per belastbaar feit kan een afzonderlijke aanslag worden opgelegd.

Artikel 11 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting en/of rechten als bedoeld in hoofdstuk 1.1 en 2.1 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, wanneer dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Wanneer de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, zijn de in het vorige lid bedoelde belasting en/of rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht als bedoeld in lid 1 in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing van de voor dat jaar verschuldigde belasting en/of rechten voor zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en daar een ander perceel in gebruik neemt.

  • 5. De belasting en/of rechten bedoeld in hoofdstuk 1.2, 2.2 en 3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 12 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat en het bedrag daarvan niet hoger is dan € 20.000,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste vier en ten hoogste tien bedraagt.

  • 3. Betaling van de termijnen zoals bedoeld in de leden 1 en 2 is mogelijk via automatische incasso, mits wordt voldaan aan de voorwaarden van de Uitvoeringsregeling automatische incasso van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW).

  • 4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 13 Minimumaanslag

  • 1. Belastingbedragen van minder dan € 5,00 worden niet geheven.

  • 2. Voor de toepassing van het vorig lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 14 Kwijtschelding

Kwijtschelding is alleen mogelijk voor het vastrecht van de afvalstoffenheffing, genoemd in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel.

Artikel 15 Intrekken oude verordening en overgangsrecht

De ‘Verordening reinigingsheffingen gemeente Beesel 2024’, vastgesteld bij besluit van de raad op 18 december 2023, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2025, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 16 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening reinigingsheffingen gemeente Beesel 2025.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Beesel in de openbare vergadering van 16 december 2024.

griffier,

N.H.P. Vintcent MA

voorzitter,

C.N.A. Nijkerken-de Haan

Tarieventabel

behorende bij de 'Verordening reinigingsheffingen gemeente Beesel 2025’

Algemeen

De bedragen genoemd in deze tarieventabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

HOOFDSTUK 1

1.1

Tarieven afvalstoffenheffing

Euro

1.1.1

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar

135,00

1.2

Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing

Onverminderd het bepaalde in 1.1 bedraagt de belasting per aanbieding van:

1.2.1

Rest afval emmer van 25 liter

1,55

1.2.2

Rest afval container van 60 liter

3,75

1.2.3

Rest afval container van 80 liter

5,00

1.2.4

Rest afval container van 140 liter

8,75

1.2.5

Rest afval container van 240 liter

15,00

1.2.6

GFT afval emmer van 25 liter

0,15

1.2.7

GFT afval container van 60 liter

0,40

1.2.8

GFT afval container van 140 liter

1,00

1.2.9

GFT afval container van 240 liter

1,70

Onverminderd het bepaalde in 1.1. bedraagt de belasting per inworp bij een ondergrondse voorziening:

1.2.10

Rest afval met een volume van 40 liter

2,50

1.2.11

GFT afval met een volume van 20 liter

0,10

1.2.12

Per containeromwisseling brengen we in rekening:

De eerste omwisseling binnen 2 maanden na een verhuizing is gratis.

Bij omwisseling als gevolg van diefstal brengen we geen tarief in rekening wanneer een proces verbaal van de aangifte van diefstal overhandigd kan worden.

45,00

1.2.13

Onverminderd het bepaalde in 1.1:

Indien we gedurende het jaar andere volumes introduceren voor de inzameling van rest afval, dan gaan we uit van een literprijs van:

0,0625

1.2.14

Onverminderd het bepaalde in 1.1:

Indien we gedurende het jaar andere volumes introduceren voor de inzameling van GFT afval, dan gaan we uit van een literprijs van:

0,007

HOOFDSTUK 2

2.1

Tarieven reinigingsheffingen

Euro

2.1.1

Voor het periodiek verwijderen van bedrijfsafval van beperkte omvang of hoeveelheid tot een maximum van één container van 240 liter, bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval en één container van 240 liter, bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen bedraagt het recht per belastingjaar:

171,00

2.2

Maatstaven en overige tarieven reinigingsheffingen

Onverminderd het bepaalde in 2.1 bedraagt de belasting per aanbieding van:

2.2.1

Rest afval emmer van 25 liter

1,55

2.2.2

Rest afval container van 60 liter

3,75

2.2.3

Rest afval container van 140 liter

8,75

2.2.4

Rest afval container van 240 liter

15,00

2.2.5

GFT afval emmer van 25 liter

0,15

2.2.6

GFT afval container van 60 liter

0,40

2.2.7

GFT afval container van 140 liter

1,00

2.2.8

GFT afval container van 240 liter

1,70

Onverminderd het bepaalde in 2.1. bedraagt de belasting per inworp bij een ondergrondse voorziening:

2.2.9

Rest afval met een volume van 40 liter

2,50

2.2.10

GFT afval met een volume van 20 liter

0,10

2.2.11

Per containeromwisseling brengen we in rekening:

De eerste omwisseling binnen 2 maanden na een verhuizing is gratis.

Bij omwisseling als gevolg van diefstal brengen we geen tarief in rekening wanneer een proces verbaal van de aangifte van diefstal overhandigd kan worden.

45,00

2.2.12

Onverminderd het bepaalde in 2.1:

Indien we gedurende het jaar andere volumes introduceren voor de inzameling van rest afval, dan gaan we uit van een literprijs van:

0,0625

2.2.13

Onverminderd het bepaalde in 2.1:

Indien we gedurende het jaar andere volumes introduceren voor de inzameling van GFT afval, dan gaan we uit van een literprijs van:

0,007

HOOFDSTUK 3

3.1

Het op verzoek aan huis ophalen van grof huisvuil per batch van 300 kg.

52,50

3.2

Het instaptarief voor het milieupark bedraagt

1,50

3.2.1

Het tarief bedraagt ingeval bezoekers aan het milieupark hun barcodeticket kwijtraken of in geval van storing in de weeginstallatie en/of pinbetaling en de medewerkers op het milieupark niet meer kunnen vaststellen hoeveel afval ze geleverd hebben

15,00

3.2.1.1

De desbetreffende leidinggevende van de buitendienst schat aan de hand van de camerabeelden de daadwerkelijk gestorte hoeveelheid en hiermee samenhangende stortkosten in waarmee duidelijk wordt of de onder 3.2.1. vermelde 15,00 euro de stortkosten al dan niet dekken. De definitieve afrekening vindt achteraf plaats doormiddel van een credit- of debetnota

3.3.1

De stortkosten op het milieupark bedragen per kg

0,15

3.3.2

Indien de aanbieder de onder 3.3.1. vermelde kosten niet per pin kan betalen, dan ontvangt hij een nota van de stortkosten verhoogd met administratieve kosten

15,00

3.4

Voor het verstrekken van een nieuw afvalpasje voor de ondergrondse afvalcontainers bij verlies, diefstal of kwijt geraakt zijn van het oude pasje bedraagt het tarief

12,50

Behoort bij raadsbesluit van 16 december 2024

Griffier van de gemeente Beesel