Actieplan geluid 2024 - 2029. Gemeente Ouder-Amstel

1.1 Samenvatting

Met het Actieplan geluid 2024-2029 geeft de gemeente Ouder-Amstel invulling aan de Europese Richtlijn Omgevingslawaai. Deze richtlijn richt zich op de evaluatie en beheersing van de blootstelling van mensen aan geluid. Met het actieplan wordt beleid neergezet gericht op het verminderen van te hoge geluidsbelastingen als gevolg van wegverkeer op gemeentelijke wegen en van industrieterreinen. Het doel is om een goede en gezonde woon- en leefomgeving te bevorderen. Binnen de gemeente Ouder-Amstel worden de bewoners blootgesteld aan geluid afkomstig van wegverkeer- en industrielawaai. Om de groei van de geluidbelasting tegen te gaan zijn plandrempels voor wegverkeer en industrielawaai vastgesteld. In 2013 heeft de gemeente Ouder-Amstel in haar actieplan gekozen voor een plandrempel van 65 dB voor wegverkeer en 60 dB voor industrie. In het actieplan van 2018 en 2023 is weer voor deze plandrempels gekozen. In de Omgevingswet zijn de regels met betrekking tot de geluidsbelastingskaarten en actieplannen overgenomen.
Op 9 februari 2022 is een beleidsplan “Geluidbeleid gemeente Ouder-Amstel” vastgesteld. Daarin zijn doelen en afwegingen met betrekking tot nieuwbouw opgenomen. De gemeente streeft naar een integrale afweging . Streefwaarde voor wegverkeer is vastgesteld op 60 dB en voor industrie op 50 dB(A).

Het actieplan is gericht op de bestaande woningen met een geluidsbelasting van 65 dB Lden of meer vanwege wegverkeerslawaai. Binnen de gemeente bevinden zich 70 woningen waarop de geluidsbelasting hoger is dan deze plandrempel als gevolg van wegverkeer. Deze woningen ondervinden een geluidsbelasting hoger dan de plandrempel ten gevolge van lokaal wegverkeer. Alle woningen met de geluidbelasting hoger dan de plandrempel bevinden zicht binnen drie clusters. De geluidbelasting wordt veroorzaakt door het verkeer op de provinciale weg N522. Oplossen van deze knelpunten ligt bij de beheerder van deze weg. Er zijn geen knelpunten veroorzaakt door het verkeer op de gemeentelijke wegen.

De gemeente wil ook aandacht besteden aan de woningen met de geluidbelasting tussen 60 en 65 dB. Het gaat om 196 woningen. Voor deze woningen is er sprake van koppeling van geluidmaatregelen aan andere projecten. Bij onderhoud van wegen wordt gekeken of bronmaatregelen akoestisch en financieel doelmatig zijn.

2.1 Inleiding

De wettelijke regels die van toepassing zijn op de geluidsoverlast door (spoor)wegen, industrieterreinen en luchtvaart zijn gebaseerd op de Richtlijn Omgevingslawaai, uitgevaardigd door de Europese Unie in 2002. In Nederland is deze richtlijn in eerste instantie vertaald in de Wet geluidhinder en sinds 2012 zijn de regels ondergebracht in hoofdstuk 11 van de Wet milieubeheer. Vanaf 1 januari 2024 zijn de regels opgenomen in de Omgevingswet.

De regels richten zich op het vaststellen, beheersen en waar nodig verlagen van geluidsniveaus in de leefomgeving, onder meer veroorzaakt door wegverkeer. Het gaat dan om omgevingslawaai waaraan mensen in ‘bestaande’ situaties zijn blootgesteld. In het geval van nieuwe ontwikkelingen die een wijziging in de geluidssituatie veroorzaken zijn er andere regels van toepassing.

In de EU-Richtlijn Omgevingslawaai nemen de geluidsbelastingkaarten en actieplannen een centrale plaats in. De plannen en kaarten dienen te worden opgesteld voor zogenaamde agglomeraties (gebieden met een bepaald aantal inwoners) en voor belangrijke wegen, spoorwegen en luchthavens. De richtlijn heeft als doel “geluidsgevoelige objecten” te beschermen. Dit zijn woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen en terreinen zoals scholen en ziekenhuizen. De richtlijn beoogt tot slot stille gebieden te beschermen en maakt een onderscheid tussen stille gebieden op het platteland en stille gebieden in een agglomeratie.

Gemeenten zijn verplicht tot het opstellen van regels om de richtlijn omgevingslawaai uit te voeren. Dit is vermeld in de Omgevingswet voor de geluidbelastingkaarten en het actieplan geluid. In de Omgevingswet is vastgelegd dat in het actieplan geluid een uitwerking van het te voeren beleid voor de ontwikkeling, het gebruik, het beheer, de bescherming of het behoud van de fysieke leefomgeving wordt vastgelegd.

Burgemeester en wethouders van een agglomeratiegemeente stellen een geluidbelastingkaart en actieplan vast voor:

• wegen en daarin gelegen spoorwegen;

• andere spoorwegen;

• luchthavens;

• een activiteit of een samenstel van activiteiten, waarbij het gaat om:
  o activiteiten op een industrieterrein met geluidproductieplafond als omgevingswaarde. Indien geluidproductieplafonds nog niet zijn vastgesteld geldt overgangsrecht en heeft het actieplan geluid betrekking op gezoneerde industrieterreinen. In het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) zijn regels opgenomen met betrekking tot het bepalen van een plandrempel, zijnde een geluidbelasting L_den en geluidbelasting L_night op geluidgevoelige gebouwen, en maatregelen die worden overwogen of in uitvoering zijn om overschrijdingen van de plandrempel te voorkomen of ongedaan te maken. In de gemeente Ouder-Amstel heeft het actieplan betrekking op geluid van wegverkeer en gezoneerde industrieterreinen;
  o activiteiten in een gebied waarvoor in het omgevingsplan een hogere immissiewaarde voor geluid dan de standaardwaarden is vastgesteld;
  o andere activiteiten.

Voor de activiteiten geldt dat het geluid door het industrieterrein of door de activiteit(en) meer is dan 55 dB L_den en 50 dB L_night op (omliggende) geluidgevoelige gebouwen. Voor de beheersing van omgevingslawaai moet de gemeente Ouder-Amstel als wegbeheerder volgens de Richtlijn Omgevingslawaai een ‘relevante grenswaarde’ opstellen en daar consequenties aan verbinden. In de Wet milieubeheer wordt dit de plandrempel genoemd. Op grond van overschrijding van deze plandrempel kunnen probleemsituaties of ‘hotspots’ worden bepaald. Daarop moeten maatregelen worden overwogen of genomen.

2.2 Geluidskaarten

Op basis van artikel 11.2.2 Wet milieubeheer worden de geluidbelastingkaarten ten minste elke 5 jaar vóór 30 juni, te rekenen vanaf 2012, vastgesteld.

De geluidbelastingkaarten geven ten minste een weergave van:

• de geluidbelasting L_den en de geluidbelasting L_night van de geluidsbronnen in het kalenderjaar voorafgaand aan de vaststelling van de geluidbelastingkaart;

• het aantal geluidgevoelige objecten en bewoners van woningen die aan bepaalde waarden van de geluidbelasting L_den of de geluidbelasting L_night worden blootgesteld.

 

In hoofdstuk 3 Besluit geluid milieubeheer zijn nadere regels gesteld over de inhoud, vormgeving en inrichting van de geluidbelastingkaarten.

2.3 Waarom een actieplan?

In het kader van de Europese richtlijn Omgevingslawaai en de Wet milieubeheer moeten aangewezen agglomeratiegemeenten de geluidniveaus in de leefomgeving vaststellen, beheersen en zondig verlagen.

Het doel van de richtlijn Omgevingslawaai is om schadelijke en hinderlijke effecten ten gevolge van weg-, rail- en luchtverkeer en industrielawaai te bestrijden of stabiel te houden. In het bijzonder geldt dit voor woningen en andere geluidgevoelige gebouwen, zoals scholen en ziekenhuizen en voor stille en stiltegebieden. 

De gemeente Ouder-Amstel behorende tot de agglomeratie Amsterdam/Haarlem heeft de geluidniveaus per geluidsbron in kaart gebracht. Volgend hierop moet ook een actieplan worden vastgesteld. 

Het actieplan heeft betrekking op geluidsbronnen dat onder bevoegdheden van de gemeente vallen. Dat betekent dat wordt niet ingegaan op de geluidbelasting vanwege provinciale wegen, snelwegen en spoorwegen. Voor deze geluidbronnen en Schiphol worden door het Rijk en de provincie aparte
actieplannen gemaakt.

De geluidbelastingkaarten en de bijbehorende actieplannen moeten elke vijf jaar door agglomeratiegemeenten gemaakt worden. Dat betekent dat in 2023 nieuwe geluidbelastingkaarten gemaakt zijn en dat in 2024 een nieuw actieplan volgt. Het actieplan 2024 beschrijft de aanpak van de geluidshinder voor de periode van 5 jaar.
De geluidbelastingkaarten en actieplan worden opgesteld om geluidhinder en mogelijke maatregelen in beeld te brengen. De geluidniveaus op basis van geluidbelastingkaarten kunnen niet gebruikt worden als een basis voor de beoordeling van de bestemmingsplannen / omgevingsplannen, hogere waarden of vergunningen.

2.4 Wat is een actieplan?

Elke agglomeratiegemeente heeft de verplichting om als uitwerking van de geluidbelastingkaarten vóór 18 juli 2013 een actieplan vast te stellen en ten minste elke vijf jaar na de vaststelling opnieuw te overwegen en zo nodig aan te passen.

Een actieplan bevat een beschrijving van:

• het te voeren beleid om de geluidbelasting Lden en de geluidbelasting Lnight te beperken;

• de voorgenomen in de eerstvolgende 5 jaar te treffen maatregelen om overschrijding van de vastgestelde waarde (plandrempel) te voorkomen of ongedaan te maken en de te verwachten effecten van de maatregelen;

• en evaluatie van de uitvoering van het actieplan van de vorige tranche.

In het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) zijn nadere regels gesteld over de inhoud, vormgeving en inrichting van de actieplannen.

Voor de voorlichting van het publiek en het ter inzage leggen van actieplannen is Hoofdstuk 3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van belang.

Volgens de EU-richtlijn moet het actieplan gaan over „prioritaire problemen‟. Van een prioritair probleem is sprake als een „relevante grenswaarde‟ (plandrempel) wordt overschreden. De gemeenten bepalen zelf welke plandrempel ze per geluidsbron in hun actieplan aanhouden. De waarden van deze plandrempels worden in het actieplan vastgelegd. In het actieplan wordt het beleid weergegeven dat tot doel heeft overschrijdingen van de plandrempels ongedaan te maken. Het actieplan geeft daarom inzicht in de geluidknelpunten en de voorgenomen maatregelen in de volgende vijf jaar, inclusief het te verwachten effect van de maatregelen. Onder effect wordt hier verstaan de vermindering van het aantal gehinderden, ernstig gehinderden en slaapgestoorden.

Naast de aanpak van locaties met veel geluidhinder (woningen en andere geluidgevoelige gebouwen) is ook het behouden van rustige plekken binnen de gemeente belangrijk.

2.5 Proces

 

• a.

  Geluidbelastingskaarten. De geluidbelastingkaart beschrijft de situatie in 2023.

• b.

  Vaststellen plandrempel. De waarden van de plandrempels (eventueel per categorie of gebiedsgericht) worden in het actieplan vastgelegd. De agglomeratiegemeenten bepalen zelf welke plandrempel zij in hun actieplan aanhouden. Op basis van de plandrempels wordt het beleid geformuleerd en de maatregelen worden vastgesteld. 

• c.

  Inventarisatie van maatregelen. In het actieplan moeten maatregelen worden benoemd om de overschrijdingen van de plandrempel ongedaan te maken. Bij het bepalen van maatregelen moet rekening gehouden worden met toekomstige ontwikkelingen op andere beleidsterreinen die invloed hebben op de geluidkwaliteit van de relevante locaties. Dat kan bijdragen bij het (gedeeltelijk) oplossen van knelpunten. Hierbij kan afstemming met omliggende gemeenten, RWS en Prorail gewenst zijn. 

• d.

  Kosten-/batenanalyse. De kosten van maatregelen laten zich doorgaans goed in geld uitdrukken, maar de baten zijn meer te verwachten in de richting van volksgezondheid en de verkoopwaarde van onroerende goederen. 

• e.

  Ontwerp actieplan. In het Besluit Omgevingslawaai staan onder Hoofdstuk 4 de elementen genoemd die in een actieplan beschreven moeten worden. Grofweg komt het neer op een beschrijving van de relevante wetgeving, het betrokken gebied, de resultaten van de geluidbelastingkaart, het voorgenomen beleid dat gevolgen kan hebben voor de geluidkwaliteit in de komende tien jaar, de voorgenomen maatregelen ter verbetering van de geluidkwaliteit in de komende vijf jaar en de reacties uit de inspraakprocedure. 

• f.

  Inspraak en publicatie.In het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) is de procedure tot de vaststelling van het actieplan aangegeven. De voorbereiding gebeurt volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) waarbij in afwijking daar op artikel 3.15 Awb een eenieder zienswijzen naar voren kan brengen. De termijn voor het naar voren brengen van zienswijzen en het uitbrengen van adviezen bedraagt zes weken. 

• g.

  Vaststelling actieplan en verzending aan I&W. Burgemeester en wethouders van de agglomeratiegemeenten stellen uiterlijk 18 juli 2024 de actieplannen op voor de te onderscheiden brontypen (wegverkeer, spoorverkeer, industrie en luchtvaart) binnen hun grondgebied. Voordat het college het actieplan vaststelt moet zij de gemeenteraad in de gelegenheid hebben gesteld om haar wensen en zienswijzen kenbaar te maken. Binnen een maand na de vaststelling worden de stukken ter beschikking gesteld aan eenieder en wordt het actieplan verstuurd naar dor het ministerie van I&W.

2.6 Beleid gemeente Ouder-Amstel

Mobiliteitsplan Ouder Amstel
In het mobiliteitsplan 2022 heeft veiligheid voor iedere verkeersdeelnemer de hoogste prioriteit, maar ook leefbaarheid voor de omgeving is een belangrijke voorwaarde. Zo worden bijvoorbeeld de Koninginnenbuurt in Ouderkerk aan de Amstel en de Rijksstraatweg in Duivendrecht al ingericht als 30 kilometerzone. Verder wordt ingezet op duurzaam gebruik van de auto en het verruimen van de deelmobiliteit.

Structuurvisie gemeente Ouder-Amstel 2007
In de Structuurvisie is het onderscheid doorvertaald en zichtbaar gemaakt tussen het stedelijke gebied bij Duivendrecht en het meer landelijke karakter van de polder en Ouderkerk aan de Amstel. De ontwikkelingen die de Structuurvisie benoemt voor Ouderkerk aan de Amstel zijn onder meer: 

• Behoud en versterking van ecologische en landschappelijke kwaliteiten; 

• Het benutten van recreatieve mogelijkheden;

• De verbreding van de landbouw; 

• Het versterken van het horeca-aanbod in de kern; 

• Het realiseren van kleinschalige woningbouw aan de Ouderkerkerplas; 

• De ontwikkeling van een nieuwe plas ten zuiden van de A9 met kleinschalige recreatieve activiteiten en ruimte voor natuur.

 

De gemeente Ouder-Amstel heeft een onderhoudsschema van de gemeentelijke wegen voor de komende drie jaar. Bij uitwerking van noodzakelijke maatregelen wordt daarmee rekening gehouden.
Op 9 februari 2022 is een beleidsplan “Geluidbeleid gemeente Ouder-Amstel” vastgesteld. Gemeente Ouder-Amstel heeft zich als doel gesteld om een goede en gezonde woon- en leefomgeving te creëren. Middels dit geluidbeleid concretiseert gemeente Ouder-Amstel haar doelen en afwegingen en stelt zij een helder toetsingskader op dat gebruikt wordt bij het afwegen van ‘hogere waarden’ in de zin van de Wet geluidhinder. Dit betekent dat woningen worden ontwikkeld die beschikken over een acceptabele geluidsbelasting en over een geluidsluwe zijde. Het betekent ook: een prettige omgeving en groene kwaliteiten in de buurt. Bij het verlenen van ‘hogere waarden’ streeft de gemeente naar een integrale afweging waarin zowel geluidsniveaus bij de woning als op straat worden beschouwd. 

In een landelijke omgeving, waar geluidsniveaus van nature lager zijn, wordt geluid eerder als hinderlijk ervaren dan in een levendig, stedelijk gebied. Daarom wordt voor wegverkeer en railverkeer een strenger ambitieniveau in de buitengebieden en in Ouderkerk aan de Amstel, dan in het stedelijke gebied rondom Duivendrecht gehanteerd. Boven het ambitieniveau kan een ontheffing worden verleend als elke woning in het plan beschikt over een geluidsluwe zijde. Streefwaarde voor wegverkeer is vastgesteld op 60 dB en voor industrie op 50 dB(A).

2.7 Plandrempel

Volgens de EU-richtlijn moet het actieplan gaan over „prioritaire problemen‟. Dat betekent dat focus moet gericht zijn op woningen met hoge geluidbelasting: boven de vastgestelde plandrempel. Onder de plandrempel wordt verstaan: een waarde van de geluidbelasting, die de gemeente tot actie noopt. De regio wilde ernaar streven, dat in de planperiode (2024 – 2028) het aantal woningen met een geluidbelasting boven de plandrempel wordt geminimaliseerd. De keuze voor de plandrempel is
vooral ingegeven door de wens een haalbare, realistische doelstelling neer te zetten.

Wegverkeer
De regio heeft al in de eerste tranche besloten om de plandrempel voor wegverkeer vast te stellen op Lden 65 dB. Deze plandrempel geldt ook voor de planperiode 2024 – 2028. Dit houdt in dat tijdens de looptijd van het actieplan de knelpunten waar de plandrempel van 65 dB wordt overschreden, zullen worden aangepakt. De maatregel hiervoor is het toepassen van stille wegdekken op de betreffende wegen.
De gemeente geeft echter ook een wens om de knelpunten met geluidbelasting hoger dan Lden 60 dB aan te pakken voor zover deze knelpunten volgens het onderhoudsschema in de komende vijf jaar het wegdek wordt vervangen. In deze situaties zal een stiller wegdektype worden aangebracht om het aantal geluidgehinderden bij deze knelpunten te verminderen.

Industrie
Ook voor industrielawaai is een realistische plandrempel vastgesteld, die leidt tot een omvang van acties die haalbaar en meetbaar zijn. Om die reden heeft de gemeente gekozen voor de volgende plandrempel voor industrielawaai: Letm= 60 dB(A).

Stille gebieden
Als de ambitie wordt nagestreefd om de verhoging van geluidbelasting in de stille gebieden te voorkomen (standstil beginsel). Het opnemen van stille gebieden in een bestemmingsplan kan zorgen voor een betere bescherming en betere overweging van nieuwe ontwikkelingen.

3.1 Lokale situatie - gemeente Ouder-Amstel

De gemeente telt 14.265 inwoners en heeft een oppervlakte van 26,15 km². De gemeente OuderAmstel ligt ingeklemd tussen Amstelveen en Amsterdam (Zuidoost en Diemen). Verder grenst de gemeente in het oosten aan Diemen, in het noorden aan Amsterdam (Watergraafsmeer), in het zuidoosten aan Abcoude en in het zuiden aan Stokkelaarsbrug, Vinkeveen en Waterveen aan de gemeente De Ronde Venen.

Binnen de gemeentelijke grenzen liggen de volgende geluidsbronnen:

• gemeentelijke wegen;

• een provinciale weg N522 in beheer van de provincie Noord- Holland;

• rijkswegen: A2, A9 en A10 in beheer van Rijkswaterstaat; 

• spoorwegen in beheer van ProRail; 

• metrolijnen voor het station Van de Madeweg en Strandvliet in beheer van Dienst Metro van de gemeente Amsterdam;

• gezoneerd industrieterrein Amstel Businesspark.

 

De gemeente ligt onder de invloedsfeer van de luchtvaartcontouren van Schiphol.

Binnen de gemeente is ook het stiltegebied Polder de Ronde Hoep aanwezig.

4.1 Evaluatie Actieplan 2018 - 2023

Het actieplan 2018 was gericht op specifieke knelpunten met een te hoge geluidbelasting: woningen met een geluidbelasting hoger dan de plandrempel.

In het Actieplan 2018 is geconstateerd dat er alleen één woning aanwezig was met de geluidbelasting hoger dan 65 dB. Het ging om een woning aan de Waver. De geluidbelasting bij deze woning is in de huidige situatie veel lager dan de plandrempel. De knelpunten die geconstateerd zijn in actieplan 2018-2023 zijn opgelost.

Aanpak woningen met een geluidsbelasting tussen 60 en 65 dB in de periode 2018-2023 was gekoppeld aan het onderhoud van wegen. In de afgelopen planperiode zijn meerdere projecten uitgevoerd die bijdrage hebben geleverd bij de aanpak van de geluidshinder bij de woningen met een hoge geluidsbelasting. Op enkele wegen is groot onderhoud uitgevoerd: in Ouderkerk van de Machineweg en de Polderweg (in buitengebied) en in Duivendrecht van Rijksstraatweg.

5.1 Geluidbelastingkaarten

De geluidbelastingkaarten voor de agglomeratiegemeenten zijn opgesteld op basis van een modelberekening van de situatie 2012. 

De volgende onderdelen zijn op de geluidbelastingkaarten met berekende geluidbelasting in kaart gebracht:

• stille gebieden. Deze stille gebieden kunnen door de gemeente zelf worden gedefinieerd als stille gebieden, het zijn dus niet per definitie alleen stiltegebieden;

• ligging van de geluidsbronnen;

• geluidbelasting ten gevolge van het wegverkeer, railverkeer, industrie en luchtvaart.

 

Er is bij de geluidbelastingkaarten onderscheid gemaakt in de volgende geluidsbronnen:  

• wegverkeerslawaai van overige wegen (gemeentelijke wegen en trams); 

• railverkeerslawaai (inclusief metro);

• industrielawaai.
  

5.2 Analyse gehinderden

Op basis van de geluidbelasting kaarten is bepaald hoeveel bewoners in de gemeente Ouder-Amstel (ernstige) hinder vanwege de aanwezige bronnen ondervinden. Aantallen van gehinderden en slaapgestoorden zijn bepaald met behulp van percentages uit de dossiseffectrelaties per geluidbelastingklasse. 

In 2022 was er sprake van gehinderden vanwege geluid afkomstig van wegverkeer, spoorverkeer, industrie en luchtvaart. Het actieplan heeft betrekking op de geluidsbronnen in beheer van de gemeente. In onderstaande tabellen is aangegeven hoeveel bewoners hinder van deze bronnen ondervinden. 

De aantallen geluidsgevoelige panden zijn per geluidsbelastingklasse weergegeven. Voor de woningen is het aantal inwoners per geluidsbelastingklasse bepaald op basis van de voorgeschreven gemiddelde woningbezetting van 2,14 inwoners.

Wegverkeerslawaai

Railverkeerslawaai

 

Industrielawaai

5.3 Analyse clusters

Voor de gemeente Ouder-Amstel zijn de geluidsknelpunten vastgesteld. Hiervoor zijn de volgende stappen doorlopen:
• Er is gekeken op welke locatie sprake is van hoogbelaste woningen (woningen met een geluidsbelasting van meer dan 65 dB).
• Deze locaties zijn vervolgens uitgebreid met aangrenzende locaties met woningen met de geluidbelasting van 60-65 dB. De locaties zijn vervolgens vastgesteld met een logische
begrenzing.
Op basis hiervan is er geen sprake van meerdere clusters.

In deze cluster bevinden zich 3 woningen met geluidbelasting hoger dan de plandrempel. De geluidbelasting wordt veroorzaakt door het verkeer op de N522 - Burgemeester Stramanweg.

In deze cluster bevinden zich 66 woningen met geluidbelasting hoger dan de plandrempel. De geluidbelasting wordt veroorzaakt door het verkeer op de Burgemeester Stramanweg.

De woning aan de Amstelzijde 89 heeft geluidbelasting hoger dan de plandrempel. De geluidbelasting wordt veroorzaakt door het verkeer op de N522 Oranjebaan.

6.1 Maatregelen en monitoring

De N522 is in beheer van de provincie. Deze weg is voorzien in standaard wegdek zonder geluidreducerende eigenschappen. Toegestane snelheid bedraagt te hoogte van deze woningen gedeeltelijk 50 km/uur en gedeeltelijk 80 km/uur. De hoogte van de geluidbelasting wordt bepaald door de verkeersintensiteiten, de rijsnelheid en de wegdekverharding.

Bronmaatregelen zijn bijvoorbeeld het verlagen van de toegestane snelheid en het aanleggen van geluidreducerend asfalt. De provinciale wegen zijn in meeste gevallen regionale verbindingswegen waar doorstroming van belang is. Daarom is het verlagen van de snelheid geen reële optie.
Weginrichting van de provinciale wegen moet in overeenstemming zijn met de maximum snelheid. Inrichting van de weg op lagere snelheden brengt elementen mee die de doorstroming van de weg kunnen verslechteren. In het Mobiliteitsplan heeft de provincie Noord-Holland er voor gekozen om bij aanleg, reconstructie en beheer en onderhoud de toepassing van geluidreducerend wegverharding nadrukkelijk te overwegen. Het streven is om alle provinciale wegen, bij clusters van woningen met een geluidsbelasting van 61 dB Lden of meer, te voorzien van geluidreducerende verharding. De provincie heeft aangegeven dat er geen mogelijkheden zijn om de snelheid op deze weg te verlagen.

Eventuele maatregelen met betrekking tot knelpunten langs de provinciale wegen worden opgenomen in het actieplan geluid van de provincie. De provincie heeft namelijk de verplichting om knelpunten langs provinciale wegen in beeld te brengen en aan te geven welke maatregelen mogelijk zijn. Het actieplan wordt door de provincie gepubliceerd. De gemeente Ouder-Amstel kan geen maatregelen treffen op de provinciale wegen. In het kader van participatie wordt de gemeente door de provincie betrokken bij afweging van geluidreducerende maatregelen.

Er zijn knelpunten (woningen met geluidbelasting hoger dan 65 dB) veroorzaakt door het verkeer op de gemeentelijk wegen. Op meerdere plekken is er sprake van de geluidbelasting hoger dan 60 dB. Bij onderhoud van deze wegen wordt aandacht besteed aan de mogelijkheden om de geluidbelasting te reduceren. Daarbuiten worden bij deze woningen geen specifieke maatregelen getroffen.

Binnen de gemeente wordt aandacht besteed aan monitoring van de geluidbelasting. Bij monitoring gaat het niet alleen om de effecten van de genomen maatregelen, maar ook om het ervaren van de geluidhinder door de bewoners van de gemeente.

Geluidskaarten en actieplannen zijn bedoeld om de kwaliteit van de omgeving te verbeteren, maar ook om de geluidssituatie gestructureerd in beeld te brengen. Het opstellen van de geluidskaarten en in de toekomst van de basisgeluidemissie is een vorm van monitoring van de geluidssituatie in de gemeente. Het geeft mogelijkheden om te beoordelen of er sprake is van verbetering. De evaluatie van de effecten van maatregelen getroffen in de planperiode draagt bij het krijgen van een volledig beeld van de geluidhinder binnen de gemeente en kan aanleiding zijn om specifieke maatregelen te treffen.

Binnen de gemeente wordt monitoring ook in het kader van andere trajecten uitgevoerd:

• regulier aanpak van wegen (onderhoud); 

• realisatie van nieuwe infrastructuur; 

• aanpassing van bestemmingsplannen/omgevingsplannen.

In totaal zorgen deze trajecten voor een volledig en goed overzicht van de geluidssituatie. Dat vormt een verdere basis voor het bepalen van nodige acties en beleid.
In de gemeente Ouder-Amstel zijn er geen woningen met geluidbelasting hoger dan de plandrempel (65 dB)als gevolg van verkeer op gemeentelijke wegen. Dat betekent dat er geen directe acties nodig zijn bij bestaande woningen. Bij nieuwe woningen wordt op basis van gemeentelijk beleid gezorgd voor goed woonkwaliteit.

Binnen de gemeente zijn er meerdere woningen met de geluidbelasting hoger dan 60 dB. Ligging van deze woningen is aangegeven in bijlage 1. De gemeente wil aandacht besteden aan de woningen met de geluidbelasting tussen 60 en 65 dB. Het gaat om 196 woningen. Voor deze woningen is er sprake van koppeling van geluidmaatregelen aan andere projecten. Bij onderhoud van wegen wordt gekeken of bronmaatregelen akoestisch en financieel doelmatig zijn.

7.1 Inspraak

Bij het opstellen van een actieplan is de openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Dat betekent onder meer dat het ontwerp van het actieplan ten minste zes weken ter inzage wordt gelegd. Eenieder kan in die periode zijn zienswijze over het ontwerp naar voren brengen.
Een bijzondere vorm van inspraak is aan de gemeenteraad gegeven. Voordat het college het actieplan vaststelt, moet zij de gemeenteraad in de gelegenheid hebben gesteld om haar wensen en zienswijzen kenbaar te maken. De gemeente zal haar reactie geven op alle ingediende zienswijzen.
Het actieplan is geen voor beroep vatbaar besluit, omdat het alleen beleidsvoornemens en voorgenomen maatregelen bevat en niet gericht is op direct rechtsvervolg. Dat betekent dat tegen het vastgestelde actieplan geen beroep openstaat.
Het actieplan moet wel binnen vier weken na het vaststellen op gebruikelijke wijze in te zien zijn door de betrokkenen.

Er is één zienswijze ingediend. Deze zienswijze is beantwoord en door het college betrokken bij ​de besluitvorming over het definitieve actieplan geluid, en heeft niet geleid tot het aanpassen van het actieplan. 

Overzicht woningen

/join/id/regdata/gm0437/2024/00a73b1296f1486ca44dab060cb38b96/nld@2024‑12‑18;12032919