Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR73096
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR73096/1
Regeling vervallen per 25-05-2017
Reglement op de Commissie voor de binnengemeentelijke decentralisatie
Geldend van 19-01-2006 t/m 09-12-2012
Hoofdstuk 1 De instelling, taak en samenstelling van de Commissie binnengemeentelijke decentralisatie
Artikel 1.1
-
1. Ingesteld wordt één commissie, bestaande uit vijf personen en één plaatsvervangend lid, genaamd: Commissie voor de binnengemeentelijke decentralisatie, verder te noemen: commissie.
-
2. Het lidmaatschap van de commissie is onverenigbaar met het lidmaatschap van de Gemeenteraad, een deelraad, het college, een dagelijks bestuur of het ambt van burgemeester.
Artikel 1.2
-
1. De commissie is belast met de behandeling en de voorbereiding van de beslissing op bezwaarschriften die worden ingediend door bestuursorganen van stadsdelen tegen besluiten van de Gemeenteraad.
-
2. De commissie brengt advies uit ten aanzien van aangelegenheden genoemd in artikelen 49, eerste lid, en artikel 53, tweede lid, van de Verordening op de stadsdelen.
Artikel 1.3
-
1. De voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter, de drie andere leden en het plaatsvervangend lid, worden voor een periode van vier jaar door de Gemeenteraad benoemd en kunnen terstond worden herbenoemd.
-
2. Zij ontvangen een door de gemeenteraad vast te stellen vergoeding.
-
3. De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter dienen te voldoen aan de vereisten voor benoeming in de rechterlijke macht of ervaring te hebben met het behandelen van bestuursgeschillen.
-
4. De voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter en de leden van de commissie kunnen te allen tijde ontslag nemen; degenen die aftreden of ontslag nemen, blijven hun functie waarnemen totdat in hun opvolging is voorzien. Zij zijn nog dertig dagen nadat in hun opvolging is voorzien, bevoegd aan de behandeling van ten tijde van hun aftreden of ontslag lopende zaken deel te nemen.
-
5. Het college voorziet in een secretariaat en ambtelijke ondersteuning van de taak van de commissie. De ambtelijke ondersteuning staat bij vervulling van deze taak onder leiding van de voorzitter van de commissie.
Hoofdstuk 2 Procedure
Artikel 2.1
-
1. Het bezwaarschrift wordt ingediend bij het bestuursorgaan dat bevoegd is op het bezwaarschrift te beslissen, en wordt geadresseerd aan de voorzitter van de Commissie voor de binnengemeentelijke decentralisatie, Amstel 1, 1011 PN Amsterdam.
-
2. De voorzitter van de commissie draagt zorg voor onverwijlde toezending van het bezwaarschrift aan het bestuursorgaan dat het besluit waartegen bezwaar is ingesteld, heeft genomen.
Artikel 2.2
-
1. Het bestuursorgaan tegen wiens besluit bezwaar is ingediend, stelt de op de aangelegenheid betrekking hebbende stukken zo spoedig mogelijk in handen van de commissie.
-
2. De voorzitter van de commissie zorgt, voorzover nodig, voor spoedige toezending van op de aangelegenheid betrekking hebbende stukken aan belanghebbende bestuursorganen en andere belanghebbenden.
Artikel 2.3
-
1. De voorzitter van de commissie is bevoegd namens het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen, de bevoegdheden uit te oefenen, als bedoeld in de volgende artikelen van de Algemene wet bestuursrecht:
- a.
verzoeken om een schriftelijke machtiging op grond van artikel 2:1, tweede lid;
- b.
het stellen van een termijn aan de indiener waarbinnen een verzuim als bedoeld in artikel 6:5 of enig ander bij de wet gesteld vereiste, kan worden hersteld als bedoeld in artikel 6:6;
- c.
de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie als bedoeld in artikel 6:17;
- d.
het ter inzage leggen van het bezwaarschrift en alle verder op de zaak betrekking hebbende stukken als bedoeld in artikel 7:4, tweede lid;
- e.
het op de hoogte stellen van het verhandelde tijdens het gescheiden horen, voorzover geheimhouding om gewichtige redenen is geboden als bedoeld in artikel 7:6, vierde lid.
- a.
-
2. De voorzitter van de commissie is bevoegd partijen alternatieve geschillenbeslechting voor te stellen.
Artikel 2.4
-
1. De voorzitter van de commissie draagt er zorg voor dat zo spoedig mogelijk het nodige wordt gedaan om de beslissing op het bezwaarschrift voor te bereiden; hij is bevoegd daartoe rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen.
-
2. De voorzitter kan zelf of op verzoek van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en dezen, zo nodig, uitnodigen daartoe op de zitting te verschijnen.
Hoofdstuk 3 Zitting
Artikel 3.1
De voorzitter van de commissie bepaalt de plaats en het tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerende orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.
Artikel 3.2
-
1. De voorzitter deelt de betrokken bestuursorganen en andere belanghebbenden ten minste drie weken voor de zitting schriftelijk mede, dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen tijdens de zitting.
-
2. Binnen drie dagen na ontvangst van de in het eerste lid bedoelde mededeling kunnen de betrokken bestuursorganen en andere belanghebbenden, onder opgaaf van redenen, de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.
-
3. De beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval twee weken voor het tijdstip van de zitting aan de betrokken bestuursorganen en andere belanghebbenden medegedeeld.
-
4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als vermeld in het eerste, tweede en derde lid.
Artikel 3.3
Voor het houden van een zitting is vereist, dat de voorzitter of zijn plaatsvervanger en ten minste twee leden aanwezig zijn.
Artikel 3.4
-
1. De zitting van de commissie is openbaar.
-
2. Ten behoeve van de beraadslaging over een beslissing als bedoeld in het derde lid, worden de deuren gesloten indien de voorzitter of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daarom verzoekt.
-
3. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.
Artikel 3.5
-
1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Algemene wet bestuursrecht vermeldt de namen van de aanwezigen, onder vermelding van hun hoedanigheid, en geeft in het kort weer hetgeen tijdens de zitting is gezegd en voorgevallen.
-
2. In het verslag wordt vermeld, of de zitting geheel of gedeeltelijk in de openbaarheid plaatsvond, of de belanghebbenden al of niet in elkaars aanwezigheid zijn gehoord, en wordt de inhoud van overgelegde stukken in het kort weergegeven, indien deze niet bij het verslag zijn gevoegd.
-
3. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris.
Hoofdstuk 4 Advies
Artikel 4.1
-
1. Indien na de hoorzitting en voor het uitbrengen van het advies nader onderzoek nodig wordt geoordeeld, kan de voorzitter zelf of op verzoek van de commissie dit onderzoek houden; artikel 2.4 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
-
2. Van nadere informatie die uit dit onderzoek naar voren komt, worden de betrokken bestuursorganen en andere belanghebbenden op de hoogte gesteld.
-
3. Indien vervolgens wordt verzocht om een nieuwe hoorzitting, beslist de voorzitter op dat verzoek.
Artikel 4.2
-
1. De commissie beraadslaagt en beslist met gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.
-
2. Voor de beraadslaging van de commissie is vereist dat de voorzitter of zijn plaatsvervanger en ten minste twee leden aanwezig zijn.
-
3. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het door haar uit te brengen advies; indien de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter; elk lid heeft het recht, van een minderheidsstandpunt in of bij het advies blijk te geven.
-
4. Het advies is gemotiveerd, bevat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift, en is ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.
Hoofdstuk 5 Advisering
Artikel 5.1
-
1. Het schriftelijke advies wordt met het verslag uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.
-
2. Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van tien weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, niet toereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van het advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het in het eerste lid bedoelde bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.
Artikel 5.2
-
1. De commissie brengt, nadat een voorstel tot vernietiging van een geschorst besluit, als bedoeld in artikel 49 van de Verordening op de stadsdelen, is uitgebracht, zo spoedig mogelijk maar uiterlijk binnen acht weken schriftelijk advies uit.
-
2. Ten aanzien van de voorbereiding van het advies als bedoeld in het eerste lid, is het bepaalde in artikel 2.1 tot en met artikel 5.0 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 5.3
-
1. Over een verschil van mening, als bedoeld in artikel 53, lid 2, van de Verordening op de stadsdelen brengt de commissie uiterlijk binnen acht weken nadat het verschil van mening aan de commissie is voorgelegd, mondeling of schriftelijk advies uit aan de bestuursorganen die bij het verschil van mening zijn betrokken.
-
2. Indien de uitspraak van de commissie niet tot een oplossing leidt, kan de commissie zelf of op verzoek van een van de betrokken bestuursorganen aan de gemeenteraad advies uitbrengen inzake te nemen maatregelen.
-
3. Indien het bestuursorgaan waaraan advies is uitgebracht als bedoeld in het tweede lid, een besluit neemt in afwijking van het advies, wordt gemotiveerd waarom van het advies wordt afgeweken.
-
4. Voorzover in dit artikel niet anders is bepaald, is het bepaalde in dit reglement van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk 6 Citeertitel
Artikel 6.1
Dit reglement wordt aangehaald als: Reglement commissie BGD (Gemeenteraad).
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl