Aanwijzings- en mandaatbesluit gemeentelijke belastingambtenaren Lelystad 2025

Geldend van 01-01-2025 t/m heden

Intitulé

Aanwijzings- en mandaatbesluit gemeentelijke belastingambtenaren Lelystad 2025

Het college van burgemeester en wethouders van Lelystad;

Gelet op:

Artikel 2.1 van de arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Lelystad, de artikelen 231, tweede lid onderdeel b, c, d, 160 en 246a van de Gemeentewet, de artikelen 1, 30 en 31 van de Wet waardering onroerende zaken, artikel 56 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de artikelen 25, 26 en 63a Invorderingswet en de artikelen 7 eerste lid, 24 en 28 tweede lid van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990;

B E S L U I T:

Vast te stellen het:

AANWIJZINGS- EN MANDAATBESLUIT GEMEENTELIJKE BELASTINGAMBTENAREN LELYSTAD 2025

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  • 1.

    Heffingsambtenaar: de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde ambtenaar;

  • 2.

    Invorderingsambtenaar: de in artikel 231, tweede lid, onderdeel c van de Gemeentewet bedoelde ambtenaar;

Artikel 2 Aanwijzing heffingsambtenaar

Het College van Burgemeester en Wethouders wijst aan:

  • 1.

    als heffingsambtenaar, de teamleider GEO-informatie en belastingen.

Artikel 3 Aanwijzing invorderingsambtenaar

Het College van Burgemeester en Wethouders wijst aan:

  • 1.

    als invorderingsambtenaar gemeentelijke belastingen, de teamleider GEO-informatie en belastingen.

  • 2.

    indien ter zake van een gemeentelijke belasting van een andere gemeente dan Lelystad exploot moet worden gedaan, een akte van vervolging betekend of een dwangbevel ten uitvoer gelegd, als bedoeld in artikel 256 van de Gemeentewet, blijven daartoe bevoegd de in de functie van belastingdeurwaarder van de gemeente Lelystad aangewezen functionarissen.

Artikel 4 Aanwijzing van de gemeenteambtenaar als bedoeld in artikel 1, tweede lid van de Wet WOZ.

Het College van Burgemeester en Wethouders wijst aan als de gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 1, tweede lid van de Wet WOZ, de in artikel 2, eerste lid, van dit besluit genoemde functionaris.

Artikel 5 Aanwijzing van gemeentelijke belastingambtenaren ten aanzien waarvan de inlichtingenverplichting geldt.

  • 1. Het college wijst aan de volgende gemeenteambtenaren belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen, jegens wie mede gelden de verplichtingen bedoeld in de artikelen 47, 49, 50 en 52a van de Algemene wet inzake de rijksbelastingen en de artikelen 58 en 60 van de Invorderingswet 1990, dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 246a van de Gemeentewet:

    • a.

      de medewerkers van het cluster belastingen van het team GEO-informatie en belastingen.

  • 2. Het college wijst aan de volgende gemeenteambtenaren jegens wie mede gelden de verplichtingen als bedoeld in de artikelen 47, 49, 50, 51, 52a en 53a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 31 van de Wet waardering onroerende zaken:

    • a.

      de medewerkers van het cluster belastingen van het team GEO-informatie en belastingen

Artikel 6 Mandaatverlening aan belastingambtenaren

  • 1. Het College van Burgemeester en Wethouders besluit te mandateren aan de teamleider GEO-informatie en belastingen, om namens hen toe te passen de bevoegdheid:

    • a.

      als bedoeld in artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen;

    • b.

      als bedoeld in artikel 66 van de Algemeen wet inzake rijksbelastingen;

    • c.

      tot het instellen van cassatie en het voeren van verweer bij de Hoge Raad in belastingprocedures betreffende gemeentelijke belastingen van de gemeente en procedures op grond van de Wet waardering onroerende zaken;

    • d.

      tot het beslissen op een ingediend beroepschrift kwijtschelding van gemeentelijke belastingen;

    • e.

      tot het beslissen op een ingediend beroepschrift inzake uitstel van betaling van gemeentelijke belastingen;

  • 2. Ondermandaat van de bovengenoemde bevoegdheden is slechts toegestaan voor zover het de bevoegdheden in lid 1 onder a, b en d betreft.

Artikel 7 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

  • 2. Dit besluit kan worden aangehaald als ‘Aanwijzings- en mandaatbesluit gemeentelijke belastingambtenaren Lelystad 2025.

  • 3. Het ´Aanwijzingsbesluit heffings- en invorderingsambtenaar´, het ´Mandaatbesluit Gemeentelijke belastingen´, het ´Aanwijzingsbesluit medewerkers´, en het ´Aanwijzingsbesluit inlichtingenverplichtingen´ allen van 19 oktober 2012, alsmede het ´Beleidsregel inzake ambtshalve vermindering van gemeentelijke belastingen´ van 11 december 2012, worden ingetrokken met ingang van de in het eerste lid genoemde datum.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 10 december 2024

De secretaris,

De burgemeester,