Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR730823
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR730823/1
Verordening op de heffing en invordering leges 2025
Geldend van 21-12-2024 t/m heden
Intitulé
Verordening op de heffing en invordering leges 2025De raad van de gemeente Schagen,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 november 2024, nr. ;
gelet op het bepaalde in de artikelen 156, tweede lid aanhef en onderdeel h, en artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b van de Gemeentewet en artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;
besluit:
vast te stellen de:
Verordening op de heffing en invordering leges 2025
Artikel 1 Definities
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- c.
maand: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1) e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- d.
jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- e.
kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;
- f.
commercieel evenement/activiteit: een evenement/activiteit dat/die:
- -
een individueel, persoonlijk of groepswinstoogmerk heeft: of
- -
bedrijfsmatig van aard is; of
- -
mede door commerciële bedrijven wordt ontplooid;
- -
- g.
niet-commerciële evenement/activiteit: een evenement/activiteit dat/die:
- -
geen individueel, persoonlijk of groepswinstoogmerk hebben: en
- -
niet bedrijfsmatig van aard is: en
- -
worden ook niet door commerciële bedrijven (mede) ontplooid: en
- -
een beoogde doelstelling van sociale, pedagogische, sportieve, charitatieve of culturele aard: en
- -
georganiseerd door stichtingen en verenigingen, waarvan de inkomsten worden aangewend om de continuïteit van de eigen activiteiten te waarborgen of worden ingezet voor een goed doel.
- -
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam “leges” worden rechten geheven voor:
- a.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;
- b.
het verlenen van een dienst op aanvraag; of
- c.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;
- b.
diensten waarvan de kosten krachtens een exploitatieplan zoals bedoeld in de Wet ruimtelijk ordening zijn of worden verhaald;
- c.
het in behandeling nemen van een aanvraag van verklaringen omtrent inkomen en vermogen;
- d.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het toekennen van een uitkering, bijdrage ofwel subsidie;
- e.
een evenementenvergunning als bedoeld in artikel 2:24 van de Algemene plaatselijke verordening Schagen aangevraagd ten behoeve van:
- 1.
de intocht van Sinterklaas;
- 2.
het houden van huttenbouwdorpen;
- 3.
het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 2.25 (evenement) van de Algemene plaatselijke verordening de daarmee samenhangende ontheffingen, voor zover verleend voor niet commerciële, lokale activiteiten met een maximum tot 500 personen mits georganiseerd door een in de gemeente Schagen gevestigde instelling met een maatschappelijke doelstelling;
- 4.
het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 2:25 (evenement) van de Algemene plaatselijke verordening en de daarmee samenhangende ontheffingen voor zover verleend ten behoeve van een activiteit die uitsluitend wordt georganiseerd ten behoeve van een goed doel.
- 5.
Stichtingen of verenigingen die tot doel hebben een evenement te organiseren, waarbij het evenement gericht is op commerciële activiteiten vallen buiten deze ontheffingsregeling en blijven derhalve legesplichtig.
- 1.
- f.
diensten waarvan de kosten krachten een anterieure overeenkomst zijn of worden verhaald.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en belastingtarief
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijn van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 28 dagen na de dagtekening van de kennisgeving;
- c.
langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 28 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;
- a.
-
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
-
1. Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.
-
2. Voor de toepassing van artikel 28, vierde lid, van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening in de loop van het kalenderjaar, indien de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een tariefsverlaging betreffen;
- c.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in de loop van dat kalenderjaar in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:
- 1)
paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);
- 2)
paragraaf 1.3 (rijbewijzen);
- 3)
paragraaf 1.4 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);
- 4)
paragraaf 1.9, onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag);
- 5)
paragraaf 1.16 (kansspelen);
- 1)
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Overgangsrecht
-
1. De “Verordening leges 2024” van 19 december 2023 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 12 Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening leges 2025”.
Ondertekening
Aldus besloten in de vergadering van: 17 december 2024.
De raad van de gemeente Schagen,
griffier
De heer G.E.P. Meijer
voorzitter
Mevrouw M.J.P. van Kampen-Nouwen
Tarieventabel, behorende bij legesverordening
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening
-
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand
-
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten
-
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen
-
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen
-
Paragraaf 1.5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister n.v.t.
-
Paragraaf 1.6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens n.v.t.
-
Paragraaf 1.7 Bestuursstukken n.v.t.
-
Paragraaf 1.8 Vastgoedinformatie
-
Paragraaf 1.9 Overige publiekszaken
-
Paragraaf 1.10 Gemeentearchief
-
Paragraaf 1.11 Huisvestingswet n.v.t.
-
Paragraaf 1.12 Leegstandswet
-
Paragraaf 1.13 Gemeentegarantie n.v.t.
-
Paragraaf 1.14 Marktstandplaatsen (voor weekmarkten e.d.), verplaatst
-
Paragraaf 1.15 Winkeltijdenwet, verplaatst
-
Paragraaf 1.16 Kansspelen
-
Paragraaf 1.17 Telecommunicatie
-
Paragraaf 1.18 Verkeer en vervoer
-
Paragraaf 1.19 Diversen
-
Paragraaf 1.20 Algemene plaatselijke verordening (diverse)
-
Paragraaf 1.21 Urgentie
Hoofdstuk 2 Omgevingswet
-
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
-
Paragraaf 2.2 Voorfase
-
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
-
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
-
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten
-
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten
-
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten
-
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten
-
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten
-
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid
-
Paragraaf 2.11 Overige tarieven
-
Paragraaf 2.12 Modaliteiten
-
Paragraaf 2.13 Vermindering
-
Paragraaf 2.14 Teruggaaf
Hoofdstuk 3 Europese dienstenrichtlijn
-
Paragraaf 3.1 Horeca
-
Paragraaf 3.2 Prostitutiebedrijven
-
Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet
-
Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt
-
Paragraaf 3.5 Standplaatsen
-
Paragraaf 3.6 Huisvestingswet
-
Paragraaf 3.7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikkin
Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening
Artikel |
Omschrijving |
Verkooptarief |
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand |
||
1.1.1 |
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op: |
|
1.1.1.1 |
maandag tot en met vrijdag in het gemeentehuis tussen 09.00 en 17.00 uur |
|
1.1.1.1.1 |
voor een sobere voltrekking (zonder speech, in een spreekkamer met beperkt aantal aanwezigen) |
€ 113,90 |
1.1.1.1.2 |
voor een reguliere voltrekking (met speech) |
€ 321,50 |
1.1.1.2 |
maandag tot en met vrijdag in het gemeentehuis vanaf 17.00 uur en later |
€ 702,75 |
1.1.1.3 |
zaterdag, zondag en algemeen erkende feestdagen in het gemeentehuis |
€ 702,75 |
1.1.1.4 |
maandag tot en met vrijdag in een andere locatie dan het gemeentehuis tussen 09.00 en 17.00 uur |
€ 189,55 |
1.1.1.5 |
maandag tot en met vrijdag in een andere locatie dan het gemeentehuis vanaf 17.00 uur en later |
€ 189,55 |
1.1.1.6 |
zaterdag, zondag en algemeen erkende feestdagen in een andere locatie dan het gemeentehuis |
€ 189,55 |
1.1.1.7 |
maandag om 09.00 en 10.00 uur (zonder toespraak) |
|
1.1.2 |
De tarieven genoemd onder 1.1.1.1 t/m 1.1.1.7 zijn overeenkomstig van toepassing terzake van het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk |
|
1.1.2.1 |
aan de balie (administratieve handeling) |
€ 28,50 |
1.1.2.2 |
met ceremonie: zijn de tarieven genoemd onder 1.1.1.1 t/m 1.1.1.7 van toepassing |
|
1.1.3 |
Het tarief bedraagt voor op verzoek beschikbaar stellen van een gemeenteambtenaar om als getuige op te treden bij het voltrekken van een huwelijk of de registratie van een partnerschap |
€ 23,15 |
1.1.4 |
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van: |
|
1.1.4.1 |
een trouwboekje en/of partnerschapsboekje |
€ 20,05 |
1.1.5 |
Het tarief voor een eenmalige benoeming van een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag bedraagt |
€ 46,40 |
1.1.6 |
Het tarief voor een eenmalige beëdiging van een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag bedraagt |
€ 333,95 |
1.1.7 |
Het tarief bedraagt voor het doen van nasporingen in de registers van de Burgerlijke Stand, voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ 29,50 |
1.1.8 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand (Stb. 1879 72) geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het vigerende Legesbesluit akten burgerlijke stand. |
|
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten |
||
1.2.1 |
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
|
1.2.1.1 |
van een nationaal paspoort, voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: (10 jaar geldig) |
€ 86,85 |
1.2.1.2 |
van een nationaal paspoort, voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (5 jaar geldig) |
€ 65,70 |
1.2.2 |
van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijde bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort) |
|
1.2.2.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: (10 jaar geldig) |
€ 86,85 |
1.2.2.2 |
voor een persoondie op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (5 jaar geldig) |
€ 65,70 |
1.2.3 |
van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort) |
|
1.2.3.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: (10 jaar geldig) |
€ 86,85 |
1.2.3.2 |
voor een persoondie op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (5 jaar geldig) |
€ 65,70 |
1.2.4 |
van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen (5 jaar geldig) |
€ 65,70 |
1.2.5 |
van een Nederlands Identiteitskaart |
|
1.2.5.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: (10 jaar geldig) |
€ 78,50 |
1.2.5.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (5 jaar geldig) |
€ 42,35 |
1.2.6 |
voor de versnelde uitreiking van een in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemd document, zijnde een toeslag op de in die onderdelen genoemde bedragen |
€ 59,10 |
1.2.7 |
Voor de bezorging van een reisdocument als bedoeld in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 worden de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van |
€ 15,95 |
1.2.7.1 |
Voor de bezorging van een 2e en volgend reisdocument of Nederlandse Identiteitskaart, bezorgd op hetzelfde bezorgmoment en bezorgadres worden de leges vermeerderd met |
€ 6,05 |
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen |
||
1.3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs |
€ 52,10 |
1.3.2 |
Het tarief genoemd onder 1.3.1 wordt bij een spoedlevering verhoogd met |
€ 39,65 |
1.3.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een eigenverklaring ten behoeve van het rijbewijs het bedrag vermeldt op het aanvraagformulier van het CBR |
|
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen |
||
1.4.1 |
Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. |
|
1.4.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking |
€ 10,00 |
1.4.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een persoonslijst zoals bedoeld in de basisregistratie personen |
€ 19,50 |
1.4.4 |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor elk daaraan besteed kwartier |
€ 19,50 |
1.4.5 |
In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens met behulp van alternatieve media bedoeld in artikel 16, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen |
€ 30,05 |
1.4.6 |
In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen |
€ 3,05 |
1.4.7 |
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200). |
€ 16,95 |
Paragraaf 1.5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister n.v.t. |
||
1.5.1 |
n.v.t. |
|
Paragraaf 1.6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens n.v.t. |
||
1.6.1 |
n.v.t. |
|
Paragraaf 1.7 Bestuursstukken n.v.t. |
||
1.7.1 |
n.v.t. |
|
Paragraaf 1.8 Vastgoedinformatie |
||
1.8.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.8.1.1 |
tot het verstrekken van een lichtdruk van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in onderdeel 1.8.2.2, structuurvisie of stadsvernieuwingsplan, per dm2 lichtdruk |
|
1.8.1.1.1 |
in formaat A4 of kleiner, per bladzijde |
€ 1,70 |
1.8.1.1.2 |
in formaat A3 |
€ 3,70 |
1.8.1.2 |
tot het verstrekken van een lichtdruk van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in onderdeel 1.8.2.2, structuurvisie of stadsvernieuwingsplan, per dm2 lichtdruk met een minimum van € 3,70 |
€ 0,25 |
1.8.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit: |
|
1.8.2.1 |
de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, (BAG), bedoel in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen. |
€ 29,50 |
1.8.2.2 |
de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet |
€ 29,50 |
1.8.2.3 |
de inschrijving in het register bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 |
|
1.8.2.4 |
het openbare register van beschermde monumenten bedoeld in artikel 20 van de Monumentenwet 1988 |
€ 29,50 |
1.8.2.5 |
het gemeentelijk beperkingsregister of de gemeentelijke beperkingsregistratie, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, dan wel tot het vertrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen. |
€ 29,50 |
1.8.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën van: |
|
1.8.3.1 |
het gemeentelijke adressenbestand of delen daarvan, per adres met een minimum van € 1,65 |
€ 0,25 |
1.8.3.2 |
het relatiebestand adres-kadastraal perceel of delen daarvan, per gelegde relatie met een minimum van € 1,65 |
€ 0,25 |
1.8.3.3 |
het adrescoördinatenbestand of delen daarvan, per adrescoördinaat met een minimum van € 1,65 |
€ 0,25 |
Paragraaf 1.9 Overige publiekszaken |
||
1.9.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag |
€ 41,35 |
1.9.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn |
€ 10,00 |
1.9.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening |
€ 10,00 |
1.9.4 |
vervallen |
|
1.9.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een bewijs van Nederlanderschap |
€ 10,00 |
Paragraaf 1.10 Gemeentearchief |
||
1.10.1 |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van nasporingen in het gemeentearchief berustende stukken ongeacht het resultaat voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ 19,50 |
1.10.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: |
|
1.10.2.1 |
een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief, berustend stuk, per pagina |
€ 1,70 |
1.10.2.2 |
een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina |
€ 3,50 |
Paragraaf 1.11 Huisvestingswet n.v.t. |
||
1.11.1 |
n.v.t. |
|
Paragraaf 1.12 Leegstandswet |
||
1.12.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid van de Leegstandwet |
€ 117,50 |
1.12.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid van de Leegstandwet |
€ 58,60 |
Paragraaf 1.13 Gemeentegarantie n.v.t. |
||
1.13.1 |
n.v.t. |
|
Paragraaf 1.14 Marktstandplaatsen (voor weekmarkten e.d.), verplaatst |
||
1.14.1 |
verplaatst naar paragraaf 3.4 organiseren evenement of markt |
|
Paragraaf 1.15 Winkeltijdenwet, verplaatst |
||
1.15.1 |
verplaatst naar paragraaf 3.3 winkeltijdenwet |
|
Paragraaf 1.16 Kansspelen |
||
1.16.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: |
|
1.16.1.1 |
voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat |
€ 56,50 |
1.16.1.2 |
voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten: |
|
1.16.1.2.1 |
voor de eerste kansspelautomaat |
€ 56,50 |
1.16.1.2.2 |
voor iedere volgende kansspelautomaat |
€ 34,00 |
1.16.1.3 |
voor een periode meer dan 12 maanden en minder dan 4 jaar voor één kansspelautomaat: € 56,50 x (looptijd in maanden / 12) |
|
1.16.1.4 |
voor een periode meer dan 12 maanden en minder dan 4 jaar voor twee of meer kansspelautomaten:{ € 22,50 + aantal kansspelautomaten x € 34,00)} x (looptijd in maanden / 12) |
|
1.16.1.5 |
voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor meer dan 4 jaar of onbepaalde tijd |
€ 226,50 |
1.16.1.6 |
voor een periode van 4 jaar of voor onbepaalde tijd voor twee of meer kansspelautomaten: € 90,50 + (aantal kansspelautomaten x € 136,00) |
|
1.16.1.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning) |
€ 36,15 |
Paragraaf 1.17 Telecommunicatie |
||
1.17.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van een instemmingsbesluit, als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden: |
|
1.17.1.1 |
indien het betreft tracés tot 250 m1 |
€ 326,90 |
1.17.1.2 |
indien het betreft tracés vanaf 250 m1 tot 1.500 m1 |
€ 444,45 |
1.17.1.3 |
indien het betreft tracés vanaf 1.500 m1 tot 5.000 m1 |
€ 538,35 |
1.17.1.4 |
indien het betreft tracés vanaf 5.000 m1 en meer, per m1 tracé |
€ 0,10 |
1.17.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden voor tracés tot 25 m1 |
€ 105,30 |
Paragraaf 1.18 Verkeer en vervoer |
||
1.18.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990): |
€ 66,35 |
1.18.1.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 RVV 1990, juncto artikel 25 RVV 1990 (ontheffing Blauwe Zone) per kenteken: |
€ 17,60 |
1.18.1.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) voor de strandslagen: |
€ 66,35 |
1.18.1.2.1 |
Naast het tarief van artikel 1.18.1.2 geldt ook één van de volgende tarieven: |
|
a. |
Dagpas |
€ 6,25 |
b. |
Maandpas |
€ 25,30 |
c. |
Seizoenpas (6 maanden) |
€ 44,05 |
d. |
5 jaar pas (6 maanden - max. 5 jaar) |
€ 132,70 |
e. |
Mindervaliden, overheids-, kust- en terreinbeheerders alsmede reddingswezen zijn vrijgesteld van leges genoemd onder 1.18.1.2 t/m 1.18.1.2.1.d en 1.18.1.2.1.f |
|
f. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vervangende toegangspas in verband met verlies, diefstal of schade: |
€ 39,10 |
1. Naast het tarief van artikel 1.18.1.2.1.f bedraagt het tarief voor een vervangende pas in verband met verlies, diefstal of schade: |
€ 6,65 |
|
g. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijzigen van een ontheffing in verband met het wijzigen van een voertuig/kenteken: |
€ 39,10 |
1.18.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen (maximale breedte voertuigen) |
€ 66,35 |
1.18.3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) |
€ 66,35 |
1.18.3.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot toekennen van een gehandicaptenparkeerplaats bedraagt |
€ 66,35 |
1.18.3.3 |
Er worden geen leges in rekening gebracht voor een gehandicapten- parkeerplaats als reeds leges zijn betaald voor de aanvraag van een gehandicaptenparkeerkaart. |
|
Paragraaf 1.19 Diversen |
||
1.19.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
€ 39,10 |
1.19.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
1.19.2.1 |
gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
€ 10,00 |
1.19.2.2 |
afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, |
|
1.19.2.2.1 |
indien deze als zwart-wit kopie op A4-formaat worden verstrekt:* 0-5 pagina's* 6-25 pagina's: € 0,40 per pagina* 26-50 pagina's: € 0,30 per pagina met een minimum van € 10,00* meer dan 50 pagina's: € 0,20 per pagina met een minimum van € 15,00 |
|
1.19.2.2.2 |
indien deze als zwart-wit kopie op A3-formaat worden verstrekt:* 0-5 pagina's* 6-25 pagina's: € 0,80 per pagina* 26-50 pagina's: € 0,60 per pagina met een minimum van € 20,00* meer dan 50 pagina's: € 0,40 per pagina met een minimum van € 30,00 |
|
1.19.2.2.3 |
indien deze als kleurenkopie op A4-formaat worden verstrekt:* 0-5 pagina's* 6-25 pagina's: € 0,50 per pagina* 26-50 pagina's: € 0,40 per pagina met een minimum van € 12,50* meer dan 50 pagina's: € 0,30 per pagina met een minimum van € 20,00 |
|
1.19.2.2.4 |
indien deze als kleurenkopie op A3-formaat worden verstrekt:* 0-5 pagina's* 6-25 pagina's: € 1,00 per pagina* 26-50 pagina's: € 0,80 per pagina met een minimum van € 25,00* meer dan 50 pagina's: € 0,60 per pagina met een minimum van € 40,00 |
|
1.19.2.3 |
kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in 1.19.2.1 en 1.19.2.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk: |
|
1.19.2.3.1 |
formaat A-4 of kleiner |
€ 1,70 |
1.19.2.3.2 |
formaat A-3 |
€ 3,70 |
1.19.2.3.3 |
ander formaat dan onder 1.19.2.3.1 of 1.19.2.3.2 genoemd, per dm2 met een minimum van € 3,70 |
€ 0,25 |
1.19.2.4 |
een exemplaar van een beleidsnota, waarmee tevens bedoeld wordt een beeldkwaliteitsplan, toekomstvisie, landschapsvisie en soortgelijke stukken: |
|
1.19.2.4.1 |
indien deze als zwart-wit kopie wordt verstrekt:* 1-25 pagina's: € 10,80* 26-50 pagina's: € 16,30* 51-100 pagina's: € 21,65* 101-150 pagina's: € 24,40* meer dan 150 pagina's : € 24,40 vermeerderd met € 0,10 voor elke pagina boven de eerste 150 pagina's |
|
1.19.2.4.2 |
indien deze als kleurenkopie wordt verstrekt:* 1-25 pagina's: € 13,55* 26-50 pagina's: € 21,65* 51-100 pagina's: € 32,55* 101-150 pagina's: € 40,70* meer dan 150 pagina's: € 40,70 vermeerderd met € 0,20 voor elke pagina boven de eerste 150 pagina's |
|
Paragraaf 1.20 Algemene plaatselijke verordening (diverse) |
||
1.20.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2:80 van de APV Schagen (voertuigen op het strand): |
€ 78,35 |
1.20.2 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een beschikking als bedoeld in artikel 2:10 van de APV Schagen tot het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg m.u.v. het plaatsen van tijdelijke reclameborden. |
€ 78,35 |
1.20.2.1 |
Indien er een beschikking wordt genomen op grond van artikel 2:10 van de APV Schagen waarbij tevens verkeersmaatregelen nodig zijn, wordt het tarief vermeerderd met: |
€ 78,35 |
1.20.3 |
Het tarief tot het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vuurwerkverkoop vergunning als bedoeld in artikel 2:72, eerste lid, van de APV Schagen, bedraagt: |
€ 78,35 |
Paragraaf 1.21 Urgentie |
||
1.21.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor: |
|
1.21.1.1 |
Huisvestingsvergunning t.b.v. urgentie |
€ 89,50 |
Hoofdstuk 2 Omgevingswet
Artikel |
Omschrijving |
Vast tarief |
Variabel tarief |
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen |
|||
Artikel 2.1 Definities |
|||
Definities |
|||
2.1.1 |
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
||
2.1.2 |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
||
2.1.3 |
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: |
||
2.1.3.1 |
binnenplanse omgevingsplanactiviteit (Opa): een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan; |
||
2.1.3.1.1 |
binnenplanse omgevingsplanactiviteit (Opa) bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet; |
||
2.1.3.2 |
buitenplanse omgevingsplanactiviteit (Bopa): |
||
2.1.3.2.1 |
een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (Bopa) waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonderomgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan; |
||
2.1.3.2.2 |
een andere buitenplanse omgevingsplanactiviteit (Bopa) die in strijd is met het omgevingsplan; |
||
2.1.3.2.3 |
kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit (Bopa): een buitenplanse omgevingsplan activiteit met een beperkte omvang zoals opgenomen is in bijlage 1 "Categorieën gevallen welke als een kleine buitenplanse omgevingsactiviteit (Bopa) kunnen worden aangemerkt met betrekking tot de verschuldigde leges." van deze tarieventabel; |
||
2.1.4 |
In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving: - onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567; - onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk; - onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting. |
||
2.1.5 |
Microturbine: een bouwwerk voor het opwekken van elektriciteit uit wind, met een ashoogte van niet meer dan 15 meter ten opzichte van het peil. |
||
2.1.6 |
Omgevingsoverleg: algemeen begrip voor een verzoek om advies vooruitlopend op een aanvraag om omgevingsvergunning. |
||
2.1.7 |
Consultaanvraag: globaal ambtelijke advies over de haalbaarheid van een (bouw)project, zonder nadere in en/of externe uitvraag en beoordeling van onderzoeksrapporten. |
||
2.1.8 |
Conceptaanvraag: Ambtelijk advies over de haalbaarheid van een (bouw)project eventueel met voorafgaande omgevingstafel, beoordeling van onderzoeksrapporten en zo nodig een voorlopig oordeel van de gemeenteraad. |
||
2.1.9 |
Omgevingstafel: Integrale beoordeling van alle bij het (bouw)project betrokken vakdisciplines en/of externe partijen indien er sprake is van één of meer activiteiten die naar aard of omvang grote impact hebben op de fysieke leefomgeving. |
||
Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven |
|||
2.2.1 |
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
||
a. |
omgevingsoverleg; |
||
b. |
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit; |
||
c. |
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet; |
||
d. |
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet; |
||
e. |
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning; |
||
f. |
intrekking van een omgevingsvergunning; |
||
g. |
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d; |
||
h. |
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g. |
||
Artikel 2.3 Bepalen tarief |
|||
2.3.1 |
De in artikel 2.2.1, onder a t/m h, bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk. |
||
2.3.2 |
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. |
||
2.3.3 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12. |
||
2.3.4 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13 en paragraaf 2.14. |
||
2.3.5 |
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
||
2.3.6 |
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
||
Paragraaf 2.2 Voorfase |
|||
Artikel 2.4 Omgevingsoverleg |
|||
2.4.1 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om beoordeling van een conceptaanvraag bedraagt het tarief: |
€ 943,25 |
|
2.4.2 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om beoordeling van een consultaanvraag bedraagt het tarief: |
€ 89,20 |
|
2.4.3 |
Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg bedraagt het tarief per overleg: |
€ 267,60 |
|
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken |
|||
Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) |
|||
2.5 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit (bouwtechnisch) als bedoeld in paragraaf 2.3.2 (vergunningplichtige gevallen bouwactiviteit) van het Besluit bouwwerken leefomgeving, met uitzondering van een microturbine, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
indien de bouwkosten minder dan € 200.000 bedragen: vermeerderd met 0,63% van de bouwkosten. |
€ 42,25 |
0,630% |
b. |
indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen: vermeerderd met 0,57% van de bouwkosten boven de € 200.000 |
€ 1.613,65 |
0,570% |
c. |
indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen: vermeerderd met 0,51% van de bouwkosten boven de € 500.000 |
€ 3.737,75 |
0,510% |
d. |
indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 2.000.000 bedragen: vermeerderd met 0,44% van de bouwkosten boven de € 1.000.000 |
€ 6.889,85 |
0,440% |
e. |
indien de bouwkosten € 2.000.000 tot € 5.000.000 bedragen: vermeerderd met 0,38% van de bouwkosten boven de € 2.000.000 |
€ 12.386,55 |
0,380% |
f. |
indien de bouwkosten € 5.000.000 tot € 10.000.000 bedragen: vermeerderd met 0,32% van de bouwkosten boven de € 5.000.000 |
€ 26.640,70 |
0,320% |
g. |
indien de bouwkosten € 10.000.000 of meer bedragen: vermeerderd met 0,26% van de bouwkosten boven de € 10.000.000 met een maximum van € 1.080.000,00 |
€ 46.515,75 |
0,260% |
2.5.1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de bouw van een microturbine, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten |
€ 294,60 |
|
Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel) |
|||
2.6.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit (ruimtelijk), als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, met uitzondering van een microturbine, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor een omgevingsplanactiviteit: |
||
1. |
indien de bouwkosten minder dan € 200.000 bedragen: vermeerderd met 1,90% van de bouwkosten. |
€ 126,85 |
1,900% |
2. |
indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen: vermeerderd met 1,71% van de bouwkosten boven de € 200.000 |
€ 4.840,90 |
1,710% |
3. |
indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen: vermeerderd met 1,52% van de bouwkosten boven de € 500.000 |
€ 11.213,40 |
1,520% |
4. |
indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 2.000.000 bedragen: vermeerderd met 1,33% van de bouwkosten boven de € 1.000.000 |
€ 20.669,55 |
1,330% |
5. |
indien de bouwkosten € 2.000.000 tot € 5.000.000 bedragen: vermeerderd met 1,15% van de bouwkosten boven de € 2.000.000 |
€ 37.159,65 |
1,150% |
6. |
indien de bouwkosten € 5.000.000 tot € 10.000.000 bedragen: vermeerderd met 0,96% van de bouwkosten boven de € 5.000.000 |
€ 79.922,15 |
0,960% |
7. |
indien de bouwkosten € 10.000.000 of meer bedragen: vermeerderd met 0,77% van de bouwkosten boven de € 10.000.000 met een maximum van € 1.080.000,00 |
€ 139.547,40 |
0,770% |
b. |
als moet worden beoordeeld of de activiteit (ruimtelijk) niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- en dorpsgezicht, verhoogd met: |
€ 203,40 |
|
2.6.1.1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit voor een microturbine, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten |
€ 616,90 |
|
2.6.2 |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit (Opa-ruimtelijk) bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht, de tarieven genoemde onder 2.6.1.a. 1 t/m 7, vermeerderd met: |
€ 610,05 |
|
2.6.3 |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (Bopa-ruimtelijk), de tarieven genoemde onder 2.6.1.a. 1 t/m 7, vermeerderd met: |
||
a. |
voor een kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit (Bopa-ruimtelijk): |
€ 409,85 |
|
b. |
voor de overige buitenplanse omgevingsplanactiviteit (Bopa-ruimtelijk): |
€ 2.440,00 |
|
Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk |
|||
2.7.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit (Opa-sloop): |
€ 118,90 |
|
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit (Opa-sloop)bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht, de tarieven genoemde onder 2.7.a, vermeerderd met: |
€ 101,65 |
|
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (Bopa-sloop), de tarieven genoemde onder 2.7.a, vermeerderd met: |
€ 203,40 |
|
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed |
|||
Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten |
|||
2.8.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
2.8.1.1 |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit (Opa-monument) of bij toepassing van artikel 10 (Instandhoudingbepaling) van de Erfgoedverordening Schagen 2024 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit: |
||
2.8.1.1.1 |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 305,00 |
|
2.8.1.1.2 |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 406,65 |
|
2.8.1.2 |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit (Opa-monument) bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht, de tarieven genoemde onder 2.8.1.1.1 en 2.8.1.1.2 vermeerderd met: |
€ 254,15 |
|
2.8.1.3 |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (Bopa-monument), de tarieven genoemde onder 2.8.1.1.1 en 2.8.1.1.2 vermeerderd met: |
€ 508,35 |
|
2.8.2 |
Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid van artikel 2.8 genoemde tarieven verhoogd met: |
€ 203,40 |
|
2.8.3 |
Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid van artikel 2.8, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening Schagen 2024 is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is als: |
||
2.8.3.1 |
het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en |
||
2.8.3.2 |
het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven. |
||
Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit |
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a. |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een Rijksmonument of voorbeschermd Rijksmonument: |
€ 305,00 |
|
b. |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 406,65 |
|
Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht VERVALLEN |
|||
Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed VERVALLEN |
|||
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten |
|||
Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit |
|||
2.12.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor de activiteit verwerken polyesterhars: |
€ 412,40 |
|
b. |
voor de activiteit installeren gesloten bodemenergiesysteem: |
€ 1.107,10 |
|
c. |
voor de activiteit kweken maden van vliegende insecten: |
€ 303,90 |
|
d. |
voor de activiteit opslaan propaan of propeen: |
€ 781,50 |
|
e. |
voor de activiteit tanken met LPG: |
€ 781,50 |
|
f. |
voor de activiteit antihagelkanonnen: |
€ 303,90 |
|
g. |
voor de activiteit biologische agens: |
€ 412,40 |
|
h. |
voor de activiteit genetisch gemodificeerde organismen: |
€ 412,40 |
|
i. |
voor de activiteit opslaan dierlijke meststoffen: |
€ 412,40 |
|
j. |
voor de activiteit lozen in de bodem (vangnetvergunning): |
€ 618,70 |
|
k. |
voor de activiteit lozen in schoonwaterriool (vangnetvergunning): |
€ 618,70 |
|
l. |
voor een andere activiteit dan genoemd in de onderdelen a tot en met k: |
€ 560,45 |
|
Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|||
2.13.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 379,85 |
|
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten: |
€ 960,15 |
|
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten: |
€ 1.941,15 |
|
Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|||
2.14.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 379,85 |
|
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten: |
€ 960,15 |
|
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten: |
€ 1.941,15 |
|
Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|||
2.15.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 379,85 |
|
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten: |
€ 960,15 |
|
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten: |
€ 1.941,15 |
|
Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|||
2.16.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 379,85 |
|
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten: |
€ 960,15 |
|
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten: |
€ 1.941,15 |
|
Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|||
2.17.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 379,85 |
|
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten: |
€ 960,15 |
|
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten: |
€ 1.941,15 |
|
Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit actitiviteiten leefomgeving) |
|||
2.18.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 379,85 |
|
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten: |
€ 960,15 |
|
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten: |
€ 1.941,15 |
|
Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|||
2.19.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieuactiviteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 379,85 |
|
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten: |
€ 960,15 |
|
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten: |
€ 1.941,15 |
|
Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten |
|||
2.20.1 |
Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een categorie valt en de aanvraag om een omgevingsvergunning heeft op al deze categorieën betrekking, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast. |
||
2.20.2 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt. |
||
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten |
|||
Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit |
|||
2.21.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 976,90 |
|
Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit |
|||
2.22.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 1.953,75 |
|
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten |
|||
Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven VERVALLEN |
|||
Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit (aanleg): overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde |
|||
2.24.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit (aanleg), als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het: a. aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplanting, b. indrijven van voorwerpen, c. ophogen van de grond, of d. verharden van de grond, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit (Opa-aanleg): |
€ 606,45 |
|
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (Bopa-aanleg): |
€ 1.010,70 |
|
Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit (aanleg): geluid weg |
|||
2.25.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit (Opa-aanleg-geluid): |
€ 868,35 |
|
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (Bopa-aanleg-geluid): |
€ 1.519,60 |
|
Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit (aanleg): aanleggen of veranderen weg |
|||
2.26.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 ((Omgevings)vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg) van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
indien de aanlegkosten minder dan € 200.000 bedragen: vermeerderd met 2,53% van de aanlegkosten. |
€ 169,10 |
2,530% |
b. |
indien de aanlegkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen: vermeerderd met 2,28% van de aanlegkosten boven de € 200.000 |
€ 6.454,60 |
2,280% |
c. |
indien de aanlegkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen: vermeerderd met 2,03% van de aanlegkosten boven de € 500.000 |
€ 14.951,15 |
2,030% |
d. |
indien de aanlegkosten € 1.000.000 tot € 2.000.000 bedragen: vermeerderd met 1,77% van de aanlegkosten boven de € 1.000.000 |
€ 27.559,45 |
1,770% |
e. |
indien de aanlegkosten € 2.000.000 tot € 5.000.000 bedragen: vermeerderd met 1,53% van de aanlegkosten boven de € 2.000.000 |
€ 49.546,20 |
1,530% |
f. |
indien de aanlegkosten € 5.000.000 of meer bedragen: vermeerderd met 1,28% van de aanlegkosten boven de € 5.000.000 met een maximum van € 139.547,20 |
€ 106.562,85 |
1,280% |
Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit (aanleg): uitweg/uitrit |
|||
2.27.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel [2:12] van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 173,85 |
|
Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit (aanleg): overige aanlegactiviteiten |
|||
2.28.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit (Opa-aanleg-overig): |
€ 409,90 |
|
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit (Opa-aanleg-overig) bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht, de tarieven genoemd onder 2.28.1.a, vermeerderd met: |
€ 203,40 |
|
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (Bopa-aanleg-overig), de tarieven genoemd onder 2.28.1.a, vermeerderd met: |
€ 406,65 |
|
d. |
en als moet worden beoordeeld of de in het tijdelijke deel van het omgevingsplan bedoelde aanlegactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 22.278, tweede lid, van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, verhoogd met: |
€ 101,05 |
|
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten |
|||
Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie VERVALLEN |
|||
Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden VERVALLEN |
|||
Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame |
|||
2.31.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als o.a. bedoeld in artikel 5:7 (Parkeren van reclamevoertuigen) van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
als de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame: |
€ 89,20 |
|
b. |
als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd: |
€ 89,20 |
|
Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: objecten plaatsen op de weg (Artikel 2:10 Voorwerpen op of aan de weg) VERVALLEN |
|||
Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen VERVALLEN |
|||
€ 78,05 |
|||
Artikel 2.34 Andere activiteiten |
|||
2.34.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit: |
||
2.34.2 |
betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige andere activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 409,90 |
|
2.34.3 |
betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
2.34.3.1 |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit (Opa-rest): |
€ 409,90 |
|
2.34.3.2 |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit (Opa-rest) bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht, de tarieven genoemde onder 2.34.3.1 vermeerderd met: |
€ 203,40 |
|
2.34.3.3 |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (Bopa-rest), de tarieven genoemde onder 2.34.3.1, vermeerderd met: |
€ 406,65 |
|
2.34.3.4 |
voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit (rest): |
€ 409,90 |
|
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten |
|||
Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten |
|||
2.35.1 |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief: |
||
2.35.2 |
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op: |
||
a. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; |
|||
b. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; |
|||
c. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of |
|||
d. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; |
|||
1. |
per maatwerkvoorschrift: |
€ 202,15 |
|
2. |
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift: |
€ 404,30 |
|
Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten |
|||
2.36.1 |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op: |
||
a. |
één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief: |
€ 2.257,65 |
|
b. |
twee tot vijf milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief: |
€ 5.644,15 |
|
c. |
vijf of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief: |
€ 11.288,30 |
|
2.36.2 |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
€ 2.257,65 |
|
Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten |
|||
2.37.1 |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
€ 2.102,35 |
|
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid |
|||
Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel |
|||
2.38.1 |
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op: |
||
a. |
een bouwactiviteit (gelijkwaardig), bedraagt het tarief, per uur: |
€ 101,05 |
|
b. |
een activiteit (gelijkwaardig) met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur: |
€ 101,05 |
|
c. |
een milieubelastende activiteit (gelijkwaardig), bedraagt het tarief, per uur |
€ 108,55 |
|
d. |
een andere activiteit (gelijkwaardig) dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur: |
€ 104,75 |
|
2.38.2 |
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag (gelijkwaardig) aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
||
Paragraaf 2.11 Overige tarieven |
|||
Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit: |
€ 808,65 |
||
Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning |
|||
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft. |
€ 343,40 |
||
Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning: |
€ 343,40 |
||
Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is: |
€ 343,40 |
||
Artikel 2.43 Intrekken aanvraag om omgevingsvergunning en positieve weigering |
|||
2.43.1 |
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist (positieve weigering), bedraagt het tarief: |
€ 127,45 |
|
2.43.2 |
Bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen acht weken na de indiening van de aanvraag, zonder dat er tijdens de behandeling van de aanvraag om aanvullende gegevens op grond van artikel 4:5 van de algemene wet bestuursrecht is gevraagd, bedraagt het tarief: |
€ 127,45 |
|
Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten |
|||
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit. |
|||
Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan: |
€ 10.144,00 |
||
Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan, anders dan bedoeld in artikel 2.34: |
€ 409,90 |
||
Paragraaf 2.12 Modaliteiten |
|||
Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag |
|||
2.47.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met: |
10,000% |
|
2.47.2 |
met een maximum van: |
€ 1.320,50 |
|
Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|||
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit: |
€ 2.021,45 |
||
Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten |
|||
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld: |
|||
a. |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport: |
€ 334,15 |
|
b. |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport/quickscan: |
€ 334,15 |
|
c. |
voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting: |
€ 334,15 |
|
d. |
voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk: |
€ 334,15 |
|
e. |
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport: |
€ 334,15 |
|
f. |
voor de beoordeling van een aanmeldnotitie (rapport) m.e.r.: |
€ 1.562,95 |
|
g. |
voor de beoordeling van een AERIUS berekening (rapport): |
€ 334,15 |
|
h. |
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER): |
€ 3.126,00 |
|
i. |
voor de beoordeling van een rapport locatie specifiek onderzoek in het kader van spuitzonering: |
€ 334,15 |
|
j. |
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport: |
€ 334,15 |
|
Artikel 2.50 Advies |
|||
2.50.1 |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet: |
||
a. |
voor een advies van de gemeenteraad (ook in geval het betreft een conceptaanvraag): |
€ 409,90 |
|
b. |
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie (welstand) als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie erfgoed en ruimtelijke kwaliteit Schagen 2024 dat uitsluitend betrekking heeft op de redelijke eisen van welstand bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet en artikel 22.29, eerste lid, aanhef en onder b, van het tijdelijk deel van het omgevingsplan, zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet: |
||
2.50.1.2.1 |
Bij bouwkosten (welstand) tot € 20.000, ongeacht het aantal behandelingen: |
€ 50,00 |
|
2.50.1.2.2 |
Bij bouwkosten (welstand) hoger dan € 20.000, 0,30% over de bouwkosten, ongeacht het aantal behandelingen: |
0,300% |
|
2.50.1.2.3 |
Second opinion (welstand) |
€ 1.426,95 |
|
2.50.1.2.4 |
Maximum tarief per behandeld bouwplan (welstand) |
€ 2.750,00 |
|
c. |
Als de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een omgevingsvergunning moet worden verleend en hiervoor een ambtelijke welstandsbeoordeling (welstand) noodzakelijk is, wordt het overeenkomstig 2.6.1 berekende bedrag verhoogd met: |
€ 23,75 |
|
d. |
voor een advies (welstand) van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie erfgoed en ruimtelijke kwaliteit Schagen 2024 in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b: |
€ 303,20 |
|
e. |
voor een advies (welstand) in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met d: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
||
2.50.2 |
Als een begroting (welstand) als bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
||
2.50.3 |
Handhavingszaken/excessenregeling (welstand) |
€ 150,00 |
|
2.50.4 |
Verhoging verplicht advies agrarische commissie (ABC), onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.6.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld, bedraagt het tarief: |
||
a. |
inzake een standaardadvies (ABC) bestaande bedrijven; |
€ 1.179,75 |
|
b. |
inzake nieuwe vestigingen en/of beoordeling van een bedrijfsplan (ABC); |
€ 1.391,50 |
|
c. |
inzake een advies (ABC) waarbij ook uitspraken van een commissie voor bezwaar en beroep en/of gerechtelijke uitspraken worden betrokken; |
€ 1.464,10 |
|
d. |
inzake een nader advies (ABC) op een eerder uitgebracht advies; |
€ 738,10 |
|
e. |
second opinion (ABC). |
€ 1.815,00 |
|
2.50.5 |
Voor een advies aan de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord ingevolge de beoordeling van een aanvraag anders dan met gevolgklasse 1 als bedoeld in artikel 2.17, lid 2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving |
€ 409,90 |
|
Artikel 2.51 Instemming |
|||
2.51.1 |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: |
||
a. |
als de gemeenteraad moet besluiten over de instemming: |
€ 409,90 |
|
b. |
als een ander bestuursorgaan moet besluiten over de instemming: het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn. |
€ 409,90 |
|
2.51.2 |
Het bedrag bedoeld in het eerste lid, onder b wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag (instemming) wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
||
Paragraaf 2.13 Vermindering |
|||
Artikel 2.52 Vermindering na omgevingsoverleg |
|||
2.52.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2 (voorfase), waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering (teruggaaf) van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt: |
85,000% |
|
van de voor het omgevingsoverleg geheven leges. |
|||
2.52.2 |
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan: |
||
a. |
voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg (teruggaaf) betrekking had; |
||
b. |
in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg (teruggaaf); en |
||
c. |
binnen één kalenderjaar na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving (teruggaaf). |
||
2.52.3 |
Vermindering (teruggaaf) is niet van toepassing op artikel 2.4.2 (consultaanvraag) |
||
Artikel 2.53 Vermindering bij meervoudige aanvraag VERVALLEN |
|||
Paragraaf 2.14 Teruggaaf |
|||
Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig VERVALLEN |
|||
Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten |
|||
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt: |
85,000% |
||
van de voor de activiteit (teruggaaf) waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
|||
Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure |
|||
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht nietvan toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|||
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking na acht weken na de indiening van de aanvraag (teruggaaf): |
75,000% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|||
Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|||
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|||
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking van de aanvraag: |
50,000% |
|
Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|||
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 26 weken na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: |
25,000% |
||
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|||
Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|||
a. |
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
25,000% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges. |
|||
b. |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
||
Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten |
|||
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. |
|||
Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf |
|||
Een bedrag (teruggaaf) minder dan € 68,00 wordt niet teruggegeven. |
Hoofdstuk 3 Europese dienstenrichtlijn
Artikel |
Omschrijving |
Verkooptarief |
Paragraaf 3.1 Horeca |
||
3.1.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3 van de Alcoholwet |
€ 469,60 |
3.1.1.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4, lid 4 van de Alcoholwet |
€ 78,35 |
3.1.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet |
€ 117,50 |
3.1.3 |
Het tarief bedraag voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30a van de Alcoholwet |
|
3.1.3.1 |
voor de eerste leidinggevende |
€ 78,35 |
3.1.3.2 |
voor iedere volgende leidinggevende |
€ 39,10 |
3.1.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet. |
€ 117,50 |
3.1.5 |
Indien de aanvraag betrekking heeft op een meerjarenontheffing (voor ten hoogste 5 jaren) voor een ontheffing als bedoeld in artikel 3.1.4 bedraagt het tarief 200% van het betreffende tarief |
|
3.1.6 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2:28 van de Apv bedraagt |
€ 469,60 |
3.1.6.1 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2:28 van de Apv bedraagt |
€ 77,15 |
3.1.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 2:29 van de APV Schagen (ontheffing sluitingsuur) |
€ 78,35 |
Paragraaf 3.2 Prostitutiebedrijven |
||
3.2.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in 3:3 van de APV Schagen, anders dan een wijziging bedoeld in onderdeel 3.3.2: |
|
3.2.1.1 |
voor een seksinrichting |
€ 531,70 |
3.2.1.2 |
voor een escortbedrijf |
€ 265,80 |
3.2.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf, als bedoeld in artikel 3:13d van de APV Schagen: |
|
3.2.2.1 |
voor een seksinrichting |
€ 78,35 |
3.2.2.2 |
voor een escortbedrijf |
€ 78,35 |
Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet |
||
3.3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingsbesluit Winkeltijdenwet |
€ 78,35 |
3.3.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 3.3.1 bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander |
€ 39,10 |
3.3.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het intrekken of wijzigen van een in 3.3.1 bedoelde ontheffing |
€ 39,10 |
Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt |
||
3.4.1 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een melding (O) als bedoeld in artikel 4.2 juncto artikel 14.2 van het evenementenbeleid |
€ 39,10 |
3.4.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het houden van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, lid 1 van de Algemene plaatselijke verordening, indien het betreft: |
|
3.4.2.1 |
Een regulier evenement, categorie A als bedoeld in |
€ 156,70 |
3.4.2.2 |
Een aandacht evenement, categorie B |
€ 1.233,85 |
3.4.2.3 |
Een risico evenement, categorie C of een vechtsportwedstrijd of gala |
€ 2.467,70 |
3.4.3 |
Indien de aanvraag betrekking heeft op een meerjarenvergunning (voor ten hoogste 5 jaren) voor een vergunning als bedoeld in artikel 3.4.2.1 en artikel 3.3. juncto 14.3 van het evenementenbeleid, bedraagt het tarief 200% van het betreffende tarief |
|
3.4.3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding meerjarig evenement als bedoeld in artikel 3.3.3 |
€ 39,10 |
3.4.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding incidentele festiviteiten als bedoeld in artikel 4:3, lid 1 van de Algemene plaatselijke verordening |
€ 78,35 |
3.4.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een markt, als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene plaatselijke verordening, indien het betreft: |
|
3.4.5.1 |
Een kofferbakmarkt, fancyfair, braderie of soortgelijke markt welke commercieel wordt uitgebaat |
€ 313,40 |
3.4.5.2 |
Het tarief onder artikel 3.3.1.2 wordt vermeerderd met een bedrag als hieronder staat aangegeven: |
|
3.4.5.3 |
* indien ten behoeve van de activiteit verkeersmaatregelen nodig zijn: |
€ 78,35 |
3.4.5.4 |
* indien ten behoeve van de activiteit een tijdelijke gebruiksmelding is vereist: |
€ 78,35 |
3.4.5.5 |
* indien ten behoeve van de activiteit een aanstellingsbesluit verkeersregelaars is vereist: |
€ 78,35 |
3.4.5.6 |
Indien de vergunning betrekking heeft op een meerjarenvergunning (voor ten hoogste 5 jaren) voor een activiteit als bedoeld in artikel 3.4.5.1 t/m 3.4.5.5 bedraagt het tarief 200% van het betreffende tarief |
|
Paragraaf 3.5 Standplaatsen |
||
3.5.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 5:18 van de APV Schagen (standplaatsvergunning) |
€ 78,35 |
3.5.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 3 van de Marktverordening Schagen (individuele vergunning) |
€ 39,10 |
3.5.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om overschrijving van de standplaatsvergunning op naam van een ander als bedoeld in artikel 9 van de marktverordening |
€ 39,10 |
3.5.4 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van de locatie of een wijziging in de afmetingen van een bestaande marktvergunning |
€ 39,10 |
Paragraaf 3.6 Huisvestingswet |
||
3.6.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een huisvestingsvergunning om een woonruimte in gebruik te geven en te houden, als bedoeld in hoofdstuk 2 van de Huisvestingswet 2014: |
€ 39,10 |
Paragraaf 3.7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
||
3.7.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
€ 39,10 |
Bijlage 1. Categorieën gevallen welke als een kleine buitenplanse omgevingsactiviteit (bopa) kunnen worden aangemerkt met betrekking tot de verschuldigde leges
(Behorende bij artikel 2.1.3.2.3 van de tarieventabel)
(Artikel 3 Bijlage II Bor)
Onderstaande activiteit kan worden aangemerkt als een kleine bopa, indien deze activiteit betrekking heeft op:
- 1.
een op de grond staand bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan in achtererfgebied, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:
- a.
niet hoger dan 5 m,
- b.
op een afstand van meer dan 1 m vanaf openbaar toegankelijk gebied, tenzij geen redelijke eisen van welstand van toepassing zijn,
- c.
de ligging van een verblijfsgebied als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van het Bouwbesluit 2012, in geval van meer dan een bouwlaag, uitsluitend op de eerste bouwlaag, en
- d.
niet voorzien van een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte;
- a.
- 2.
een op de grond staand bouwwerk ten behoeve van recreatief nachtverblijf, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:
- a.
niet hoger dan 5 m, en
- b.
de oppervlakte niet meer dan 70 m2;
- a.
- 3.
een dakkapel in het voordakvlak, een naar openbaar toegankelijk gebied gekeerd zijdakvlak of, voor zover het betreft een bouwwerk als bedoeld in artikel 2, onderdeel 4, onder f, het achterdakvlak, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:
- a.
redelijke eisen van welstand zijn niet van toepassing;
- b.
voorzien van een plat dak,
- c.
gemeten vanaf de voet van de dakkapel niet hoger dan 1,75 m,
- d.
onderzijde meer dan 0,5 m en minder dan 1 m boven de dakvoet,
- e.
bovenzijde meer dan 0,5 m onder de daknok, en
- f.
zijkanten meer dan 0,5 m van de zijkanten van het dakvlak;
- a.
- 4.
een sport- of speeltoestel anders dan voor uitsluitend particulier gebruik, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:
- a.
niet hoger dan 4 m, en
- b.
uitsluitend functionerend met behulp van de zwaartekracht of de fysieke kracht van de mens;
- a.
- 5.
een zwembad, bubbelbad of soortgelijke voorziening, dan wel vijver op het erf bij een woning of woongebouw, mits deze niet van een overkapping is voorzien;
- 6.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, in achtererfgebied ten behoeve van agrarische bedrijfsvoering, voor zover het betreft:
- a.
een silo, of
- b.
een ander bouwwerk niet hoger dan 2 m;
- a.
- 7.
een buisleiding waarop artikel 2, onderdeel 18, niet van toepassing is;
- 8.
een verandering van een bouwwerk, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:
- a.
geen verandering van de draagconstructie,
- b.
geen verandering van de brandcompartimentering of beschermde subbrandcompartimentering,
- c.
geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte, en
- d.
geen uitbreiding van het bouwvolume.
- a.
(Artikel 4 Bijlage II Bor)
- 1.
een bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, wordt voldaan aan de volgende eisen:
- a.
niet hoger dan 5 m, tenzij sprake is van een kas of bedrijfsgebouw van lichte constructie ten dienste van een agrarisch bedrijf,
- b.
de oppervlakte niet meer dan 150 m2;
- a.
- 2.
een gebouw ten behoeve van een infrastructurele of openbare voorziening als bedoeld in artikel 2, onderdeel 18, onder a, dat niet voldoet aan de in dat subonderdeel genoemd eisen, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:
- a.
niet hoger dan 5 m, en
- b.
de oppervlakte niet meer dan 50 m²;
- a.
- 3.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of een gedeelte van een dergelijk bouwwerk, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:
- a.
niet hoger dan 10 m, en
- b.
de oppervlakte niet meer dan 50 m²;
- a.
- 4.
een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte aan of op een gebouw, een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw, de uitbreiding van een bouwwerk met een bouwdeel van ondergeschikte aard dan wel voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw;
- 5.
een antenne-installatie, mits niet hoger dan 40 m;
- 6.
een installatie bij een glastuinbouwbedrijf voor warmtekrachtkoppeling als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder w, van de Elektriciteitswet 1998;
- 7.
een installatie bij een agrarisch bedrijf waarmee duurzame energie wordt geproduceerd door het bewerken van uitwerpselen van dieren tot krachtens artikel 5, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet aangewezen eindproducten van een krachtens dat artikellid omschreven bewerkingsprocedé dat ziet op het vergisten van ten minste 50 gewichtsprocenten uitwerpselen van dieren met in de omschrijving van dat procedé genoemde nevenbestanddelen;
- 8.
het gebruiken van gronden voor een niet-ingrijpende herinrichting van openbaar gebied;
- 9.
het gebruiken van bouwwerken, eventueel in samenhang met bouwactiviteiten die de bebouwde oppervlakte of het bouwvolume niet vergroten, en van bij die bouwwerken aansluitend terrein, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, het uitsluitend betreft een logiesfunctie voor werknemers of de opvang van asielzoekers of andere categorieën vreemdelingen;
- 10.
het gebruiken van een recreatiewoning voor bewoning, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:
- a.
de recreatiewoning voldoet aan de bij of krachtens de Woningwet aan een bestaande woning gestelde eisen;
- b.
de bewoning niet in strijd is met de bij of krachtens de Wet milieubeheer, de Wet geluidhinder, de Wet ammoniak en veehouderij en de Wet geurhinder en veehouderij gestelde regels of de Reconstructiewet concentratiegebieden,
- c.
de bewoner op 31 oktober 2003 de recreatiewoning als woning in gebruik had en deze sedertdien onafgebroken bewoont, en
- d.
de bewoner op 31 oktober 2003 meerderjarig was;
- a.
- 11.
ander gebruik van gronden of bouwwerken dan bedoeld in de onderdelen 1 tot en met 10, voor een termijn van ten hoogste tien jaar.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl