Verordening onkostenvergoeding wethouders

Artikel 1 1)

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

• a.

  belanghebbende:

  de wethouder;

• b.

  Reisbesluit 1971:

  Reisbesluit binnenland, Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 1 maart 1993, Stb 144 en de Reisregeling binnenland, Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 16 maart 1993, nr. AB93/U280;

• c.

  overige aan de uitoefening van het ambt verbonden kosten: de kostenvergoeding wethouders, genoemd in de brief van het Ministerie van Binnenlandse Zaken d.d. 2 januari 2001, kenmerk BW2000/103039.

Artikel 2 1) Vergoeding reiskosten niet woon-werkverkeer

De zakelijke kilometers die belanghebbende maakt (per auto, per openbaar vervoer en taxi) kunnen individueel worden gedeclareerd en worden vergoed op basis van het Reisbesluit binnenland.

Artikel 3 1) Vergoeding verblijfkosten niet woon-werkverkeer

De zakelijk gebruikte maaltijden en de kosten voor overnachting kunnen individueel worden gedeclareerd en worden vergoed conform het Reisbesluit binnenland op basis van de werkelijk gemaakte kosten. De kosten moeten zoveel mogelijk met bewijsstukken worden aangetoond.

Artikel 4 1) Andere te vergoeden kosten

• a.

  Belanghebbenden ontvangen per kalenderjaar een onkostenvergoeding voor overige aan de uitoefening van het ambt verbonden kosten gelijk aan de maximumbedragen genoemd in de tabel in artikel 25 lid 1 van het Rechtspositiebesluit wethouders.

  Ten aanzien van de belanghebbenden van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, gelden in afwijking van bovengenoemde volzin de maximumbedragen als bedoeld in de tabel in artikel 25, lid 2, van het Rechtpositiebesluit wethouders.

• b.

  De vergoeding, zoals vermeld in lid a, wordt op maandbasis uitbetaald voor één twaalfde gedeelte.