Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR730757
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR730757/2
Besluit mandaat, volmacht en machtiging gemeente Bergeijk
Geldend van 28-12-2024 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 21-12-2024
Intitulé
Besluit mandaat, volmacht en machtiging gemeente BergeijkHet college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Bergeijk, elk handelend voor zover het zijn eigen bevoegdheden betreft;
gelet op artikelen 59a, 160, 171 van de Gemeentewet en afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: ‘Awb’);
overwegende dat:
- 1.
het Besluit mandaat, volmacht en machtiging gemeente Bergeijk 2024 een inhoudelijke actualisatie vereist;
- 2.
uit oogpunt van efficiëntie en legaliteit in deze regeling publiekrechtelijke en privaatrechtelijke bevoegdheden aan personen werkzaam in de ambtelijke organisatie worden toegekend. Zo kunnen zij deze taken zelfstandig en rechtmatig uitvoeren;
- 3.
de werkbaarheid en duidelijkheid van gemandateerde bevoegdheden worden vergroot door gebruik te maken van een zogenoemde ‘omgekeerde’ mandaatregeling, waarbij het handelingsbereik wordt vergroot door alleen te benoemen welke bevoegdheden niet zijn gemandateerd;
- 4.
een omgekeerde mandaatregeling aansluit bij de organisatievisie en -cultuur door verantwoordelijkheden laag in de organisatie te leggen;
- 5.
de systematiek van een omgekeerde mandaatregeling minder onderhoudsgevoelig is.
besluiten vast te stellen het:
Besluit mandaat, volmacht en machtiging gemeente Bergeijk (hierna: mandaatregeling)
Mandaatregeling gemeente Bergeijk
Artikel 1 Definities
In dit besluit wordt verstaan onder:
- a.
afdelingshoofd: de leidinggevende van één van de afdelingen met hiërarchische bevoegdheid over de medewerkers en lid van het managementteam;
- b.
behandelend ambtenaar: degene die de betreffende werkzaamheden uitoefent op basis van diens functie, diens vervanger en degene die op incidentele basis, in opdracht van de gemeentesecretaris of het afdelingshoofd, de betreffende werkzaamheden verricht;
- c.
besluit: een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Awb;
- d.
bestuursorgaan: een bestuursorgaan in de zin van artikel 1:1, eerste lid van de Awb;
- e.
budgethouder: degene die op basis van de Budgethouderregeling gemeente Bergeijk (hierna: budgethouderregeling) een deel van de gemeentebegroting mag uitvoeren, een investering of project mag realiseren, inclusief het sluiten van overeenkomsten, en middelen mag aanwenden die verband houden met het desbetreffende budget zoals nader uitgewerkt in de budgethouderregeling;
- f.
burgemeester: de burgemeester van de gemeente Bergeijk als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de gemeente Bergeijk in en buiten rechte;
- g.
het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergeijk als bestuursorgaan;
- h.
coördinator: medewerker met een coördinerende rol op de inhoud van het cluster;
- i.
mandaathouder: de persoon die van de mandaatgever de bevoegdheid heeft gekregen om in naam van de mandaatgever besluiten te nemen en te ondertekenen;
- j.
gemeentesecretaris: de functionaris die door het college is aangesteld en eindverantwoordelijk is voor de ambtelijke organisatie, die als secretaris zoals bedoeld in artikel 100 van de Gemeentewet functioneert en lid is van het managementteam;
- k.
managementteam: de afdelingshoofden en de gemeentesecretaris van de gemeente Bergeijk gezamenlijk;
- l.
mandaat: de bevoegdheid om namens het college of de burgemeester besluiten te nemen, als bedoeld in afdeling 10.1.1 van de Awb;
- m.
mandaatgever: het bestuursorgaan dat aan een behandelend ambtenaar de bevoegdheid geeft om in naam van het bestuursorgaan besluiten te nemen, als bedoeld in afdeling 10.1.1 van de Awb;
- n.
machtiging: de bevoegdheid feitelijke handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn;
- o.
portefeuillehouder: een afzonderlijke lid van het college met betrekking tot diens portefeuille;
- p.
ondermandaat: het verlenen van mandaat door de mandaathouder aan een ander, als bedoeld in afdeling 10.1.1 van de Awb;
- q.
overeenkomst: een afspraak tussen twee of meer partijen, daaronder tevens begrepen een daartoe strekkende intentieverklaringen;
- r.
volmacht: de bevoegdheid om namens de burgemeester, zoals bedoeld in artikel 171 van de Gemeentewet, de rechtspersoon gemeente Bergeijk bij privaatrechtelijke rechtshandelingen, als bedoeld in artikel 160 van de Gemeentewet, te vertegenwoordigen;
- s.
volmachtgever: degene die volmacht verleent.
Artikel 2 Reikwijdte
- 1.
Waar in de mandaatregeling wordt gesproken over mandaat dient, tenzij anders is bepaald, daaronder ook te worden begrepen ‘volmacht’ en ‘machtiging’.
- 2.
De bevoegdheid om via mandaat besluiten te nemen geschiedt in de ruimste zin van het woord. De bevoegdheid om via mandaat besluiten te nemen omvat in ieder geval ook de bevoegdheid tot het stellen van voorschriften en beperkingen en het verrichten van voorbereidings- en uitvoeringshandelingen. Daaronder valt in ieder geval ook (maar niet beperkt) het verstrekken van informatie en gegevens van feitelijke en objectieve aard, het verzenden van ontvangstbevestigingen en het voeren van overige correspondentie.
- 3.
Indien sprake is van tegenstrijdigheid tussen de mandaatregeling en de budgethouderregeling, prevaleert de mandaatregeling.
- 4.
Mandaat tot het uitoefenen van bevoegdheden en taken die aan een gemeenschappelijke regeling zijn opgedragen, vallen niet onder deze mandaatregeling.
- 5.
Mandaat tot het uitoefenen van taken en bevoegdheden die aan derden zijn overgedragen, vallen niet onder deze mandaatregeling.
Artikel 3 Algemeen mandaat
- 1.
Het college verleent aan de portefeuillehouder mandaat voor het ondertekenen van overeenkomsten namens de gemeente met betrekking tot zijn portefeuille voor zover daar een besluit van het college aan ten grondslag ligt in de zin van artikel 160, eerste lid, sub d van de Gemeentewet.
- 2.
Het college en de burgemeester verlenen afzonderlijk de gemeentesecretaris, de afdelingshoofden, de coördinatoren en de behandelend ambtenaar het mandaat om alle besluiten te nemen en overige (rechts-) handelingen te verrichten die nodig zijn om hun taken en bevoegdheden op een goede manier uit te voeren. Daaronder valt ook de (juridische) vertegenwoordiging van het college en de burgemeester in en buiten rechte.
- 3.
Indien het feitelijke handelingen betreffen is eenieder bevoegd om de feitelijke handelingen te verrichten die nodig zijn om hun taken en bevoegdheden op een goede manier uit te voeren.
- 4.
Het bepaalde in lid 1 en lid 2 van dit artikel geldt uitsluitend wanneer is voldaan aan de voorwaarden uit artikel 4 van de mandaatregeling en wanneer geen sprake is van een van de uitzonderingsgronden van dat artikel.
- 5.
Met betrekking tot het bepaalde in lid 1 en lid 2 van dit artikel kunnen het college en de burgemeester instructies geven over de wijze waarop de gemandateerde bevoegdheden worden uitgeoefend.
Artikel 4 Voorwaarden en uitzonderingen mandaatverlening
- 1.
De mandaathouder mag van de aan hem verleende bevoegdheid slechts gebruikmaken als de uitoefening van die bevoegdheid past binnen zijn functiebeschrijving en de taken en verantwoordelijkheden van de afdeling of het team waarin hij werkt, past binnen de opdracht die hem is gegeven of binnen het specifieke programma of project waarvoor hij werkt. De mandaathouder neemt daarbij de gemaakte werkafspraken in acht.
- 2.
Van de mandaathouder wordt een zeker inschattingsvermogen en politieke en bestuurlijke sensitiviteit verlangd.
- 3.
De gemandateerde budgethouder mag van de aan hem verleende bevoegdheid slechts gebruikmaken voor het specifieke doel waarvoor het budget is toegekend. Dit moet binnen de financiële grenzen van het budget gebeuren en het moet in overeenstemming zijn met de geldende budgethouderregeling.
- 4.
De mandaathouder kan enkel gebruik maken van zijn mandaat voor het aangaan van financiële verplichtingen voor zover in de begroting zelf of bij afzonderlijk raadsbesluit middelenautorisatie heeft plaatsgevonden en op het moment van besluit voldoende budget beschikbaar is.
- 5.
Wanneer de mandaathouder een persoonlijk belang heeft bij de uitoefening van de bevoegdheden, vindt besluitvorming plaats door een directe collega of de hiërarchisch hoger geplaatste.
- 6.
Geen mandaat wordt verleend indien artikel 10:3 van de Awb van toepassing is.
- 7.
De gemeentesecretaris is bevoegd om mandaten die aan onder hem ressorterende werkzame personen zijn verleend, geheel of gedeeltelijk en al dan niet tijdelijk, te wijzigen of in te trekken. Een dergelijk besluit wordt schriftelijk vastgelegd en bekendgemaakt.
- 8.
De in bijlage 1 genoemde bevoegdheden zijn niet gemandateerd en blijven voorbehouden aan het college respectievelijk de burgemeester.
- 9.
De in bijlage 2 genoemde bevoegdheden zijn voorbehouden aan de gemeentesecretaris.
- 10.
De in bijlage 3 genoemde bevoegdheden zijn voorbehouden aan het afdelingshoofd.
- 11
De in bijlage 4 genoemde bevoegdheden zijn voorbehouden aan de coördinator.
- 12
Ondermandaat is slechts toegestaan indien dit ondermandaat schriftelijk wordt vastgelegd.
- 13
Het verlenen van mandaat aan ambten of personen, die niet werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van de mandaatgever, zoals bedoeld in artikel 10:4 van de Awb, is voorbehouden aan het bestuursorgaan.
Artikel 5 Vervanging mandaathouder
- 1.
Indien het mandaat aan een medewerker wordt verleend, wordt daarmee het mandaat ook geacht te zijn verleend aan de hiërarchisch hoger geplaatsten.
- 2.
Bij afwezigheid van de gemeentesecretaris wordt deze vervangen door de loco-secretaris zoals aangewezen door het college, tenzij uitdrukkelijk bij of krachtens deze mandaatregeling anders is bepaald.
- 3.
Bij afwezigheid van een afdelingshoofd kan een afdelingshoofd van een andere afdeling deze vervangen.
- 4.
Bij afwezigheid van een coördinator wordt deze vervangen door de door het afdelingshoofd aangewezen functionaris.
- 5.
Bij afwezigheid van een behandelend ambtenaar kan een behandelend ambtenaar met een soortgelijke functie binnen hetzelfde cluster deze vervangen.
Artikel 6 Ondertekening
- 1.
Een krachtens mandaat genomen besluit omvat tevens de bevoegdheid om dat besluit en de daarbij behorende correspondentie te mogen ondertekenen.
- 2.
Een krachtens mandaat genomen besluit vermeldt namens welk bestuursorgaan het besluit is genomen.
- 3.
Uitgaande stukken worden als volgt ondertekend:
Namens [het bestuursorgaan] van de gemeente Bergeijk, gevolgd door de naam, functieaanduiding en afdeling van de mandaathouder of diens vervanger die het besluit genomen heeft en de handtekening van deze persoon.
- 4.
Een krachtens mandaat verrichte privaatrechtelijke rechtshandeling vermeldt dat de gemeente in naam van de burgemeester wordt vertegenwoordigd, zoals bedoeld in artikel 171 van de Gemeentewet. Tevens wordt het daaraan ten grondslag liggende besluit vermeld, zoals bedoeld in artikel 160 van de Gemeentewet, op de volgende wijze:
De publiekrechtelijke rechtspersoon gemeente Bergeijk, kantoorhoudende te gemeente Bergeijk (5571 HB) aan de Burgemeester Magneestraat 1, te dezen vertegenwoordigd door [voorletters en achternaam medewerker], [functie titel] [naam afdeling], daartoe ingevolge artikel 171 van de Gemeentewet en artikelen 3 en 4 van de mandaatregeling gemeente Bergeijk bevoegd door de burgemeester van de gemeente Bergeijk, [handelend ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders d.d. [datum collegebesluit]].
Artikel 7 Inwerkingtreding, citeertitel en intrekking
- 1.
Dit besluit treedt de dag na bekendmaking in werking.
- 2.
Dit besluit wordt aangeduid als ‘Mandaatregeling gemeente Bergeijk’.
- 3.
Met ingang van de datum van inwerkingtreding van dit besluit wordt het ‘Besluit mandaat, volmacht en machtiging gemeente Bergeijk 2024’, zoals vastgesteld op 19 december 2023, ingetrokken.
Ondertekening
Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergeijk en de burgemeester van de gemeente Bergeijk op 10 december 2024.
A.J.M. Ewalds
Gemeentesecretaris
A. Callewaert-de Groot
Burgemeester
Burgemeester van Bergeijk,A. Callewaert-de Groot
Burgemeester
Bijlage 1 Bevoegdheden van het college respectievelijk de burgemeester, welke ingevolge artikel 4, achtste lid niet zijn gemandateerd
Algemeen
- 1.
Het verlenen van mandaat aan externen (artikel 10:4 van de Awb);
Publiekrecht
- 1.
Het doen van voorstellen aan de raad (inclusief informatienota’s en raadsinformatiebrieven);
- 2.
Het vaststellen van het organisatiebesluit en van regels omtrent de ambtelijke organisatie;
- 3.
Het nemen van besluiten op bezwaarschriften, gericht aan het college dan wel de burgemeester, voor zover wordt afgeweken van ter zake uitgebrachte advies van de commissie bezwaarschriften;
- 4.
Het nemen van besluiten naar aanleiding van ingediende klachten gericht tegen medewerkers, die formeel zijn behandeld conform de Klachtenverordening gemeente Bergeijk 2023;
- 5.
Het formeel behandelen en het nemen van besluiten naar aanleiding van ingediende klachten die zijn gericht tegen een gedraging van de raad, het college, een lid van het college, de burgemeester en de gemeentesecretaris;
- 6.
Het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften en beleidsregels, voor zover deze niet door de raad worden vastgesteld;
- 7.
Het nemen van besluiten om bezwaar, (administratief) beroep, hoger beroep of een verzoek om (wijziging of opheffing van) voorlopige voorziening namens de gemeente, het college, de burgemeester in bestuursrechtelijke procedures op grond van de Awb in te dienen;
- 8.
Het vaststellen van (voor-)ontwerp omgevingsplannen, en programma’s als bedoeld in afdeling 3.2 van de Omgevingswet;
- 9.
Het nemen van (principe-)besluiten op grond van artikel 2.12, eerste lid, sub a, onder 3° van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (buitenplanse afwijking bestemmingsplan met uitgebreide procedure) dan wel op grond van artikel 5.21, tweede lid, sub b van de Omgevingswet (buitenplanse omgevingsplanactiviteit), voor zover geen sprake is van een afwijzing van een principeverzoek en in geval van artikel 5.21, tweede lid, sub b van de Omgevingswet voor zover geen sprake is van aanvragen welke vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet onder artikel 2.12, eerste lid, sub a, onder 2° van de Wabo vielen (voorheen zogenoemde kruimelgevallen);
- 10.
Het nemen van besluiten op verzoeken om informatie op grond van de Wet open overheid, die betrekking hebben op een ramp als bedoeld in de Wet veiligheidsregio’s;
- 11.
Het nemen van besluiten op verzoeken om planschade en nadeelcompensatie;
- 12.
Het nemen van besluiten tot niet-invordering en kwijtschelden van bedragen hoger dan € 5.000 (tot invordering van belastingen is de invorderingsambtenaar bevoegd);
- 13.
Het nemen van besluiten waarbij wordt afgeweken van het beleid, richtlijnen en/of voorschriften, met uitzondering van de volgende omgevingsrechtelijke aangelegenheden: binnenplans afwijken van een bestemmingsplan dan wel omgevingsplan, en de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen gevallen (voorheen zogenoemde kruimelgevallen);
- 14.
Het nemen van besluiten, indien ter voorbereiding van deze besluiten een uniforme openbare voorbereidingsprocedure (afdeling 3:4 van de Awb) is gevoerd en zienswijzen, bedenkingen of inspraakreacties zijn ingebracht;
- 15.
Aan de burgemeester blijft voorbehouden het nemen van besluiten in het kader van de openbare orde en veiligheid, daaronder begrepen de bevoegdheden ten aanzien van het toezicht op openbare samenkomsten en vermakelijkheden en voor publiek toegankelijke gebouwen, alsmede op grond van de artikelen 151a, 151b, 151c en 151d van de Gemeentewet;
- 16.
Aan de burgemeester blijft voorbehouden het nemen van besluiten op grond van de Wet tijdelijk huisverbod, met uitzondering van het ondertekeningsmandaat aan de Hulpofficier van justitie voor huisverboden en de Opiumwet;
- 17.
Aan de burgemeester blijft voorbehouden het nemen van besluiten op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg;
- 18.
Het benoemen van de voorzitter, de (plaatsvervangend) secretaris en de leden van de Commissie Bezwaarschriften;
- 19.
Het benoemen van personen als vertegenwoordiger van de gemeente Bergeijk in bestuurs- en toezichthoudende organen van publiekrechtelijke- en privaatrechtelijke rechtspersonen;
- 20.
Het benoemen van personen in adviesorganen van het college;
- 21.
Het benoemen van personen in (bestuurs-)commissies als bedoeld in artikel 83 of artikel 84 van de Gemeentewet;
- 22.
Het nemen van beslissingen of het verstrekken van informatie die zijn neergelegd in een document, gericht tot:
- a.
de raad;
- b.
de Koning en andere leden van het Koninklijk Huis;
- c.
de raad van ministers van het Koninkrijk, de ministerraad of een daaruit gevormde onderraad of commissie, ministers en staatssecretarissen;
- d.
de voorzitter van de Eerste of Tweede Kamer der Staten-Generaal of van een uit die Kamer gevormde commissie;
- e.
de vicepresident van de Raad van State of
- f.
de president van de Algemene Rekenkamer.
- a.
Privaatrecht
Aanbestedingen
- 1.
Het nemen van besluiten in afwijking van het vastgestelde aanbestedingsbeleid;
- 2.
Het nemen van gunningsbesluiten door het college en het afsluiten van de daaruit voortvloeiende overeenkomsten door de burgemeester voor zover het aanbestedingen betreffen waarop de Europese richtlijn van toepassing is.
Overeenkomsten
- 1.
Het nemen van besluiten tot het aangaan van PPS-verhoudingen1 , convenanten en bestuursovereenkomsten en tot daartoe strekkende intentieverklaringen;
- 2.
Het nemen van besluiten tot het aangaan van overeenkomsten waarvan de financiële waarde de toegekende budgetten en/of vastgestelde kaders overstijgt, zoals opgenomen in de budgethouderregeling;
- 3.
Het nemen van besluiten tot het aangaan van overeenkomsten indien;
- a.
op grond van de Gemeentewet de raad in de gelegenheid moet worden gesteld zijn wensen en bedenkingen ten aanzien van de overeenkomst ter kennis van het college te brengen omdat deze ingrijpende gevolgen voor de gemeente kan hebben;
- b.
de raad ter zake om informatie heeft gevraagd;
- c.
Het nemen van besluiten tot het afgeven van garanties, borgstelling en dergelijke, hoe ook genaamd;
- d.
Het nemen van besluiten tot weigering van de in dit artikel onder lid 1 tot en met lid 4 genoemde (rechts-)handelingen;
- e.
Het nemen van besluiten betreffende ontbinding van een overeenkomst;
- f.
Het vaststellen van tarieven voor commerciële dienstverlening aan derden.
- a.
Civiele procedures
- 1.
Het nemen van besluiten betreffende het al dan niet instellen van civielrechtelijke (spoed-)procedures, zoals beroep, hoger beroep en cassatie;
- 2.
Het nemen van besluiten betreffende alternatieve geschilbeslechting, zoals arbitrage en dergelijke.
Personeelsaangelegenheden
- 1.
Alle rechtshandelingen ten aanzien van de gemeentesecretaris (zoals het aangaan, wijzigen en beëindigen/opzeggen van een arbeidsovereenkomst, schorsing, het overeenkomen van salaris bij aanvang van de arbeidsovereenkomst, het geven van extra salarisverhoging, het geven van persoonlijke toelage(n) en andere, uit regelingen voortkomende, rechtshandelingen);
- 2.
Het aanwijzen van de gemeentesecretaris als bedoeld in artikel 102 van de Gemeentewet;
- 3.
Het vaststellen van de gedragscode als bedoeld in artikel 4, derde lid van de Ambtenarenwet 2017;
- 4.
Het vaststellen van het integriteitsbeleid en verantwoording als bedoeld in respectievelijk artikel 4, eerste en vierde lid van de Ambtenarenwet 2017;
- 5.
Het aanwijzen van ambtenaren en/of financiële belangen als bedoeld in artikel 5, eerste lid, aanhef en sub d van de Ambtenarenwet 2017;
- 6.
Het vaststellen van een regeling melden vermoeden misstanden als bedoeld in artikel 5, eerste lid, aanhef en sub e van de Ambtenarenwet 2017;
- 7.
Uitvoering geven aan artikel 8 van de Ambtenarenwet 2017 waar het nevenfuncties van de gemeentesecretaris betreft;
- 8.
Verzoek om vrijstelling aan het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden als bedoeld in artikel 1.3, eerste lid van de CAO Gemeenten;
- 9.
Het vaststellen van de conversietabel als bedoeld in artikel 3.1, derde lid van de CAO Gemeenten;
- 10.
Het vaststellen van een regeling voor toekenning inconveniëntentoelage als bedoeld in artikel 3.14 van de CAO Gemeenten;
- 11.
Het vaststellen van een regeling voor toekenning bedrag voor uitstekend functioneren of bijzondere prestaties als bedoeld in artikel 3.18 van de CAO Gemeenten;
- 12.
Het vaststellen van een regeling voor reis- en verblijfskostenvergoeding als bedoeld in artikel 3.21 van de CAO Gemeenten;
- 13.
Het vaststellen van een regeling voor reiskostenvergoeding woon-werk als bedoeld in artikel 3.22, eerste lid van de CAO Gemeenten;
- 14.
Het toevoegen van bronnen en doelen aan het IKB als bedoeld in respectievelijk artikel 4.2, vijfde lid en artikel 4.3, tweede lid van de CAO Gemeenten;
- 15.
Het vaststellen van een werktijdenregeling als bedoeld in artikel 5.2 van de CAO Gemeenten;
- 16.
Het aanwijzen van dagen als bedoeld in artikel 5.3, vierde lid van de CAO Gemeenten;
- 17.
Het stellen van aanvullende regels ter uitvoering van artikel 5.4 van de CAO Gemeenten als bedoeld in het twaalfde lid van dat artikel;
- 18.
Het vaststellen van een bijzondere regeling voor de werktijden als bedoeld in artikel 5.5 van de CAO Gemeenten;
- 19.
Het stellen van aanvullende regels ter uitvoering van artikel 5.5 van de CAO Gemeenten als bedoeld in het zevende lid van dat artikel;
- 20.
Het stellen van aanvullende regels met betrekking tot het niet mogen verrichten van betaald werk tijdens het betaalde ouderschapsverlof als bedoeld in artikel 6.10, zesde lid van de CAO Gemeenten;
- 21.
Het stellen van aanvullende regels met betrekking tot politiek verlof als bedoeld in artikel 6.17, tweede lid van de CAO Gemeenten;
- 22.
Het stellen van aanvullende regels over het recht op doorbetalen van salaris en salaristoelage(n) tijdens arbeidsongeschiktheid als bedoeld in artikel 7.1, vijfde lid van de CAO Gemeenten;
- 23.
Het vaststellen van een regeling van werk naar werk-traject als bedoeld in artikel 9.1, tweede lid van de CAO Gemeenten;
- 24.
Het vaststellen van een regeling over het geven, reinigen en herstellen van de kleding als bedoeld in artikel 11.1, vierde lid van de CAO Gemeenten;
- 25.
Het stellen van voorwaarden aan gebruik motorrijtuig door werknemer als bedoeld in artikel 11.3, tweede lid van de CAO Gemeenten;
- 26.
Het instellen van of aansluiten bij een geschillencommissie als bedoeld in artikel 11.5, derde lid van de CAO Gemeenten;
- 27.
Het aanwijzen van vertegenwoordiger(s) voor het lokaal overleg als bedoeld in artikel 12.1, vierde lid van de CAO Gemeenten;
- 28.
Het vaststellen van een sociaal statuut als bedoeld in artikel 12.2, vierde lid van de CAO Gemeenten;
- 29.
Het vaststellen van een sociaal plan als bedoeld in artikel 12.2, vijfde lid van de CAO Gemeenten;
- 30.
Het vastleggen van afspraken met de vakbonden over de werkwijze van het lokaal overleg in een reglement als bedoeld in artikel 12.3, eerste lid van de CAO Gemeenten;
- 31.
Het stellen van aanvullende regels als bedoeld in artikel 12.4 van de CAO Gemeenten als bedoeld in het achtste lid van dat artikel.
Overige privaatrechtelijke aangelegenheden
- 1.
Het nemen van besluiten tot oprichting van en deelneming van de gemeente in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen, en tot fusie, omzetting en dergelijke van rechtspersonen;
- 2.
Het nemen van besluiten tot aanvaarding of afwijzing van erfstellingen/legaten/schenkingen;
- 3.
Het nemen van besluiten tot aanvaarding of afwijzing van een aanbod tot sponsoring;
- 4.
Het nemen van besluiten tot het aanvragen van surseance van betaling en faillissement;
- 5.
Het nemen van besluiten op verzoeken om schadevergoeding boven het bedrag van het eigen risico, ingeval geen dekking wordt geboden ingevolge de verzekeringspolis;
- 6.
Het nemen van besluiten met betrekking tot de koop en verkoop van grond en onroerende zaken, gelijk aan en hoger dan € 1.000.000,- .
Bijlage 2 Bevoegdheden welke ingevolge artikel 4, negende lid, zijn voorbehouden aan de gemeentesecretaris
Publiekrecht
- 1.
Het formeel behandelen van ingediende klachten gericht tegen werknemers, conform de Klachtenverordening gemeente Bergeijk 2023;
- 2.
Het nemen van besluiten waarbij personen die werkzaam zijn voor de gemeente Bergeijk worden aangewezen, ongeacht de wettelijke grondslag waarop de aanwijzingsbevoegdheid is gebaseerd. Uitgezonderd zijn het aanwijzen van de secretaris zoals bedoeld in artikel 102 van de Gemeentewet en andere aanwijzingsbesluiten, die conform bijlage 1 zijn voorbehouden aan het college, respectievelijk de burgemeester. Deze bevoegdheden blijven voorbehouden aan het college, respectievelijk de burgemeester.
Personeelsaangelegenheden
- 1.
Het aannemen en het beëindigen van de arbeidsovereenkomst van medewerkers, ongeacht de rechtsgrond en de wijze waarop (zoals het van rechtswege eindigen van de arbeidsovereenkomst en het overeenkomen van een vaststellingsovereenkomst);
- 2.
Het opleggen van een schorsing als ordemaatregel op grond van artikel 11.4 van de CAO Gemeenten;
- 3.
Het aanpassen van de arbeidsovereenkomst (zoals verlengen, functiewijziging en arbeidsomvang);
- 4.
Het vaststellen van de functiewaardering;
- 5.
Het besluiten en het vertegenwoordigen van de gemeente bij het aangaan van een mediationovereenkomst;
- 6.
Besluiten tot het doorbetalen van het loon in het tweede ziektejaar als bedoeld in artikel 7.1, zesde lid van de CAO.
Bijlage 3 Bevoegdheden welke ingevolge artikel 4, tiende lid, zijn voorbehouden aan het afdelingshoofd
Publiekrecht
Algemeen
- 1.
Beslissen conform advies van de Commissie Bezwaarschriften;
- 2.
Het vaststellen van de verschuldigdheid en de hoogte van een dwangsom op grond van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen (artikel 4:17 en verder van de Awb);
- 3.
Het informeel behandelen van ingediende klachten conform de Klachtenverordening gemeente Bergeijk 2023 die gericht zijn tegen medewerkers;
- 4.
Het beslissen op een verzoek in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de bestuursrechter als bedoeld in artikel 7:1a van de Awb van de besluiten die vallen onder de Awb.
Bijzonder
- 1.
Het nemen van besluiten tot het uitschrijven uit het register kinderopvang c.q. het wijzigen van de gegevens in het register kinderopvang zonder voorafgaand wijzigingsverzoek van de houder van een kindercentrum, gastouderbureau, voorziening voor gastouderopvang, bedoeld in artikel 1.47a van de Wet kinderopvang;
- 2.
Het afgeven van een schriftelijke aanwijzing c.q. het opleggen van een bestuurlijke boete indien een kindercentrum, gastouderbureau, voorziening voor gastouderopvang niet voldoet of indien men voorschriften niet of in onvoldoende mate naleeft als bedoeld in artikel 1.65 van de Wet kinderopvang;
- 3.
Het nemen van besluiten tot het de houder verbieden van de exploitatie van een kindercentrum, een voorziening voor gastouderopvang of een gastouderbureau voort te zetten, zolang deze een bevel of een aanwijzing niet opvolgt en het opleggen van een last onder bestuursdwang niet mogelijk is als bedoeld in artikel 1.66 van de Wet kinderopvang.
Privaatrecht
Civiele procedures
- 1.
Het aanwijzen van vertegenwoordigers van de gemeente in civiele procedures;
- 2.
Afwikkelen van niet-verzekerde schadeclaims (incl. WA), hoger dan € 2.500,-;
- 3.
Besluiten tot aansprakelijkstelling door de gemeente.
Contracten
- 1.
Het opleggen van sancties aan contractspartijen, daaronder in ieder geval begrepen het sturen van een ingebrekestelling en boetes;
- 2.
Het vertegenwoordigen van de gemeente ter uitvoering van besluiten waartoe door het college of de burgemeester is besloten.
Personeelsaangelegenheden
- 1.
Vaststellen van de beloning van medewerkers, het aanpassen van de beloning (anders dan de gebruikelijke verhoging van het loon) en het toekennen van extra beloningen. Dit is exclusief de mogelijkheid om het loon door te betalen in het tweede ziektejaar, zoals bedoeld in artikel 7.1, zesde lid van de CAO.
Overige privaatrechtelijke rechtshandelingen
- 1.
Het nemen van besluiten en vertegenwoordigen van de gemeente met betrekking tot de koop en verkoop van grond en onroerende zaken tot € 1.000.000,-;
- 2.
Het nemen van besluiten en het vertegenwoordigen van de gemeente bij het vestigen van beperkte rechten;
- 3.
Besluiten tot en vertegenwoordigen van de gemeente bij het aangaan van een nadeelcompensatieovereenkomst als bedoeld in artikel 13.3c van de Omgevingswet;
- 4.
Besluiten tot en vertegenwoordigen van de gemeente bij het aangaan van een anterieure overeenkomst als bedoeld in artikel 13.13 van de Omgevingswet.
- 5.
Besluiten tot het aangaan en beëindigen van opdrachten tot het inhuren van uitzendkrachten en/of detacheren van medewerkers.
Bijlage 4 Bevoegdheden welke ingevolge artikel 4, elfde lid, zijn voorbehouden aan de coördinator
Publiekrecht
- 1.
Het verlenen van verlof opgraven/herbegraven stoffelijke overschotten;
- 2.
Het ter uitvoering van de Financiële verordening gemeente Bergeijk 2023 uitzetten van geld via callgeld deposito en spaarrekening;
- 3.
Het ter uitvoering van artikel 19 van de Financiële verordening gemeente Bergeijk 2023 aantrekken van geld via callgeld of kasgeld;
- 4.
Het ter uitvoering van artikel 19 van de Financiële verordening gemeente Bergeijk 2023 afsluiten van kredietfaciliteiten;
- 5.
Het ter uitvoering van artikel 19 van de Financiële verordening gemeente Bergeijk 2023 aantrekken van gelden via onderhandse leningen;
- 6.
Het ter uitvoering van artikel 19 van de Financiële verordening gemeente Bergeijk 2023 uitzetten van gelden via obligaties en onderhandse geldleningen;
- 7.
Het indienen van aanvragen en declaraties voor overheidsbijdragen;
- 8.
De verlening, intrekking, vaststelling en weigering van (project)subsidies en wijziging van het subsidiebedrag op grond van het subsidiejaarprogramma inzake de wijlzijnssubsidies;
- 9.
Het opschorten van verplichting tot betaling bij voorgenomen intrekking of wijziging van subsidies als bedoeld in artikel 4:56 van de Awb;
- 10.
Het terugvorderen van onverschuldigd betaalde subsidiebedragen als bedoeld in artikel 4:57 van de Awb;
- 11.
Alle (primaire) besluiten met betrekking tot of verband houdend met toepassing last onder bestuursdwang en last onder dwangsom;
- 12.
Het besluiten tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 15 van de Leegstandwet;
- 13.
Het toepassen van de hardheidsclausule leerlingenvervoer, zoals opgenomen in artikel 25 van de Verordening bekostiging leerlingenvervoer Bergeijk 2021.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl