Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR730679
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR730679/1
Verordening op de heffing en invordering van rechten voor het innemen van standplaatsen 2025
Geldend van 24-12-2024 t/m heden
Intitulé
Verordening op de heffing en invordering van rechten voor het innemen van standplaatsen 2025Artikel 1 Definities
-
1. kleinverbruiker: stroomverbruik tot 1.000 Watt
-
2. normaalverbuiker: stroomverbruik van 1.000 Watt tot 2.000 Watt.
-
3. grootverbruiker: stroomverbruik van 2.000 Watt en meer
Artikel 2 Belastbaar feit
Terzake van het houden van een standplaats voor verkoop van eet- of koopwaren of tot het aanbieden of verrichten van diensten op voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, anders dan voor een eigen winkel of anders dan als bedoeld in de Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden, alsmede voor door de gemeente ten behoeve van de standplaats verstrekte diensten, wordt onder de naam van standplaatsgeld een recht geheven overeenkomstig de navolgende bepalingen.
Artikel 3 Belastingplicht
Het standplaatsgeld wordt geheven van de standplaatshouder. Als standplaatshouder wordt beschouwd een ieder aan wie door het bevoegde gezag vergunning is verleend een standplaats in te nemen.
Artikel 4 Heffingsgrondslag en tarief
-
1. Het standplaatsgeld bedraagt voor het gebruik of het genot van een standplaats met een verkoopwagen, kraam, of een andere soortgelijke inrichting of voor het uitstallen van goederen op de grond, per strekkende meter:
- a.
per dagdeel (< 5 uur per dag): € 2,61;
- b.
per dag (gelijk of > 5 uur per dag): € 5,16;
- a.
-
2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid bedraagt het tarief voor het gebruik van elektriciteit door een:
- a.
kleinverbruiker (tarief per dag) €1,95;
- b.
normaalverbruiker (tarief per dag) € 3,97;
- c.
grootverbruiker (tarief per dag) € 9,28.
- a.
Artikel 5 Wijze van heffing
Het standplaatsgeld wordt geheven door middel van een gedagtekende nota. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de nota aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 6 Tijdstip van betaling
De standplaatsgelden moeten worden betaald binnen een maand na de dagtekening van de nota.
Artikel 7 Inwerkingtreding en citeertitel
-
1. De ‘Verordening standplaatsgeld 2024, van 14 december 2023, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de standplaatsgelden hiervoor in die periode plaatsvindt.
-
3. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
-
4. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.
-
5. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening standplaatsgeld 2025’.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 12 december 2024,
nummer 2024-109i.
Edzard van Holthe
griffier
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl