Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR730630
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR730630/1
Verordening op de heffing en de invordering van leges Uitgeest 2025
Geldend van 20-12-2024 t/m heden
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van leges Uitgeest 2025De raad van de gemeente Uitgeest:
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 19 november 2024;
gezien het advies van de commissie SAZ d.d.3 december 2024;
gelet op het bepaalde in de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;
b e s l u i t:
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van leges Uitgeest 2025
Artikel 1 Definities
Deze verordening verstaat onder:
- a.
‘dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
‘jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- c.
‘kalenderjaar’: de periode van 1 januari tot en met 31 december.
- d.
‘maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1) e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- e.
‘week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
- a.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;
- b.
het verlenen van een dienst op aanvraag; of
- c.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;
- b.
diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;
- c.
het raadplegen van de bij de gemeente berustende registers, leggers en plankaarten van de Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers door ambtenaren, in de uitoefening van hun functie;
- d.
voor een bewijs van in leven zijn dat wordt afgegeven met het oog op deelneming in of uitkering uit een bedrijfspensioenfonds als bedoeld in de Pensioen- en Spaarfondsenwet gevestigd in het Koninkrijk der Nederlanden en Suriname, ten behoeve van deelnemers van een zodanig fonds.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen één maand na de dagtekening van de kennisgeving.
- c.
langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan, onverwijld.
- a.
-
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.
Artikel 8
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overgangsrecht
-
1. De Legesverordening Uitgeest 2024 en de bijbehorende legestarieventabel worden ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 11, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 11 Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening en de bijbehorende legestarieventabel treden in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.
-
2. De datum van de ingang van de heffing is 1 januari 2025.
Artikel 12 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als ‘Legesverordening Uitgeest 2025’.
Ondertekening
Aldus besloten door de raad van de gemeente Uitgeest in de openbare raadsvergadering van donderdag 12 december 2024.
Mevrouw Sabine van Geffen
griffier
de heer Sebastiaan M. Nieuwland
voorzitter
Tarieventabel behorend bij de Legesverordening Uitgeest 2025
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening
-
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens
Paragraaf 1.5 Bestuursstukken
Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie
Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken
Paragraaf 1.8 Gemeentearchief
Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten
Paragraaf 1.10 Diversen
Hoofdstuk 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet
-
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
Paragraaf 2.2 Voorfase
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid
Paragraaf 2.11 Overige tarieven
Paragraaf 2.12 Modaliteiten
Paragraaf 2.13 Vermindering
Paragraaf 2.14 Teruggaaf
Hoofdstuk 3 Dienstverlening vallend onder de dienstenrichtlijn en niet vallend onder hoofdstuk 2
-
Paragraaf 3.1 Horeca
Paragraaf 3.2 Seksbedrijven
Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet
Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt
Paragraaf 3.5 Standplaatsen
Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014
Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit
Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening
Artikel |
Omschrijving |
Tarief |
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand |
||
Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap |
||
Het tarief bedraagt: |
||
1.1.1 |
voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of een omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op: |
|
a. |
dinsdag om 9.00 uur en 9.30 uur in het gemeentehuis |
€ 0,00 |
b. |
maandag tot en met vrijdag van 9:30 uur tot 16:30 uur: |
|
in het gemeentehuis |
€ 284,80 |
|
in het Regthuys |
€ 600,70 |
|
overige locaties |
€ 224,40 |
|
c. |
op de overige dagen en tijden: |
|
in het Regthuys |
€ 718,70 |
|
overige locaties |
€ 224,20 |
|
d. |
Het tarief bedraagt voor het opmaken van een akte van omzetting in de spreekkamer van de afdeling Burgerzaken |
€ 64,70 |
e. |
Het tarief bedraagt voor de inzet van een ambtenaar van de burgerlijke stand: |
€ 193,40 |
Artikel 1.2 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk |
||
Gereserveerd |
||
Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis |
||
Gereserveerd |
||
Artikel 1.4 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis |
||
Gereserveerd |
||
Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag |
||
Het tarief bedraagt: |
||
1.5.1 |
voor het benoemen van een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand |
|
a. |
als beëdiging bij de rechtbank al heeft plaatsgevonden |
€ 32,00 |
b. |
als beëdiging bij de rechtbank nog niet heeft plaatsgevonden |
€ 165,50 |
Artikel 1.6 Beschikbaar stellen getuige door gemeente |
||
Het tarief bedraagt: |
||
1.6.1 |
voor het verzorgen van getuigen van gemeentewege bij de huwelijksvoltrekking of de sluiting van een geregistreerd partnerschap, per getuige |
€ 64,80 |
Artikel 1.7 Annuleren of wijzigen datum |
||
1.7.1 |
Indien het voorgenomen huwelijk binnen één maand wordt geannuleerd onder een verschoonbare reden, worden de leges als onder 1.1.1a en 1.1.1b gerestitueerd. |
|
Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje |
||
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van: |
||
1.8.1 |
een trouwboekje of partnerschapboekje |
€ 36,60 |
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart |
||
Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten |
||
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag : |
||
1.9.1 |
van een nationaal paspoort: |
|
a. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden |
|
b. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden |
|
1.9.2 |
van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in subonderdeel 1.9.1 (zakenpaspoort): |
|
a. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden |
|
b. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden |
|
1.9.3 |
van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|
a. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden |
|
b. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden |
|
1.9.4 |
van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden |
|
Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart |
||
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag : |
||
1.10.1 |
van een (vervangende) Nederlandse identiteitskaart: |
|
a. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden |
|
b. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden |
|
c. |
voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden |
|
Artikel 1.11 Modaliteiten |
||
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag : |
||
1.11.1 |
voor de versnelde uitreiking van een in de onderdelen 1.9 tot en met 1.10 genoemd document, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden |
|
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen |
||
Artikel 1.12 Rijbewijzen |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
1.12.1 |
tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs: het tarief, zoals dat is opgenomen in het Reglement rijbewijzen artikel 104b vermeerderd met het rijkskostendeel (het bedrag dat de gemeenten moeten afdragen aan de Dienst Wegverkeer als vergoeding van de productiekosten van het rijbewijs) |
Artikel 1.13 Modaliteiten |
||
1.13.1 |
Het legesbedrag genoemd in onderdeel 1.12.1 wordt bij een spoedlevering verhoogd met het bedrag conform de door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat goedgekeurde RDW-rijbewijstarieven zoals deze gelden op het moment van de aanvraag. |
|
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens |
||
Artikel 1.14 Definities |
||
1.14.1 |
Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.16 en 1.18, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon waarvoor de Basisregistratie Personen moet worden geraadpleegd. |
|
1.14.2 |
Voor de toepassing van onderdeel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de Basisregistratie Personen. |
|
Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
1.15.1 |
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking |
€ 10,50 |
1.15.2 |
via de elektronische weg: per verstrekking |
€ 10,50 |
1.15.3 |
een volledige persoonslijst BRP, niet zijnde het eerste verzoek, uitsluitend op verzoek van betrokkene of gezaghebbende |
€ 18,00 |
Artikel 1.16 Verstrekking van aangehaakte gegevens |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
1.16.1 |
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking |
€ 10,50 |
Artikel 1.17 Schriftelijke verstrekking |
||
Het tarief bedraagt |
||
1.18.1 |
voor het op verzoek doornemen van of maken van een selectie uit de basisregistratie Personen, voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ 28,90 |
Paragraaf 1.5 Bestuursstukken |
||
Artikel 1.19 Afschriften van bestuursstukken |
||
vervallen |
||
Artikel 1.20 Abonnement op bestuursstukken |
||
vervallen |
||
Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie |
||
Artikel 1.21 Plan- of kaartinformatie |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
1.21.1 |
tot het verstrekken van een fotokopie van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in artikel 27 van Wegenwet, structuurplan of stadsvernieuwingsplan: |
€ 15,00 |
Artikel 1.22 Informatie uit registers |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit: |
||
1.22.1 |
de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object |
€ 28,50 |
Artikel 1.23 Informatie uit adressenbestanden |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag |
||
Gereserveerd |
||
Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken |
||
Artikel 1.24 Gemeentegarantie |
||
Gereserveerd |
||
Artikel 1.25 Overige publiekszaken |
||
1.25.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
a. |
tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag: het maximum (wettelijk) tarief zoals vastgesteld door het Ministerie van Justitie en Veiligheid |
|
b. |
tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening |
€ 10,40 |
c. |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. |
|
1.25.2 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om naturalisatie als bedoeld in artikel 1.25.2.a tot en met artikel 1.25.2.e gelden de tarieven zoals deze zijn opgenomen in het "Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002" |
|
a. |
naturalisatie enkelvoudig standaard |
|
b. |
naturalisatie enkelvoudig verlaagd |
|
c. |
naturalisatie gemeenschappelijk standaard |
|
d. |
naturalisatie gemeenschappelijk verlaagd |
|
e. |
mede naturaliserend minderjarig kind |
|
1.25.3 |
Voor het in behandeling nemen van een optie als bedoeld in artikel 1.25.3.a tot en met artikel 1.25.3.c gelden de tarieven zoals deze zijn opgenomen in het "Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002". |
|
a. |
optie enkelvoudig |
|
b. |
gemeenschappelijke optie |
|
c. |
mede opterend minderjarig kind |
|
Paragraaf 1.8 Gemeentearchief |
||
Artikel 1.26 Naspeuringen in gemeentearchief |
||
vervallen |
||
Artikel 1.27 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief |
||
vervallen |
||
Artikel 1.28 Uitlenen archiefbescheiden |
||
Gereserveerd |
||
Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten |
||
Artikel 1.29 Huisvestingswet 2014 |
||
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
1.29.1 |
tot het verkrijgen van een huisvestingsvergunning, als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Huisvestingswet |
€ 84,10 |
Artikel 1.30 Leegstandwet |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
1.30.1 |
tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet |
€ 84,10 |
Artikel 1.31 Wet op de kansspelen |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag : |
||
1.31.1 |
Tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: |
|
a. |
voor een periode van twaalf maanden voor één speelautomaat: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Speelautomatenbesluit 2000 |
|
b. |
voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer |
|
voor de eerste speelautomaat: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Speelautomatenbesluit 2000 |
||
plus voor iedere volgende speelautomaat: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Speelautomatenbesluit 2000 |
||
c. |
voor één speelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Speelautomatenbesluit 2000 |
|
d. |
voor twee of meer speelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de |
|
eerste speelautomaat: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Speelautomatenbesluit 2000 |
||
plus voor iedere volgende speelautomaat: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Speelautomatenbesluit 2000 |
||
1.31.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning) |
€ 84,10 |
Artikel 1.32 Telecom en Nutsvoorzieningen |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
1.32.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet en de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Bergen 2019, inzake werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en/of leidingen: |
|
a. |
indien het betreft tracés van 25-250 m¹: |
€ 645,20 |
b. |
indien het betreft tracés van 250-1000 m¹: |
€ 948,50 |
c. |
indien het betreft tracés van 1000-2500 m¹: |
€ 1.388,60 |
d. |
Indien het betreft tracés van meer dan 2500m1 wordt het in 1.32.1.c genoemde bedrag, per m1 meer dan 2500m1, verhoogd met: |
€ 0,55 |
e. |
indien het betreft het in behandeling nemen van een graafmelding tot 25 m¹: |
€ 137,70 |
1.32.2 |
Indien met betrekking tot een aanvraag overleg moet plaatsvinden tussen de gemeente en de netbeheerder of de gemeente, andere beheerders van openbare gronden en de netbeheerder, wordt het in 1.32.1 genoemde bedrag per overleg verhoogd met: |
€ 471,90 |
Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een: |
||
1.33.1 |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 |
€ 101,70 |
1.33.3 |
Een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW), in geval van een eerste aanvrage |
€ 149,30 |
Voor het zonder een verschoonbare reden niet nakomen van een afspraak bij de keurende instantie, in het kader van de aanvraag als genoemd onder 1.33.3.1, zijn de werkelijke kosten verschuldigd zoals deze door de keurende instantie aan de gemeente in rekening zijn gebracht |
||
1.33.4 |
ter zake van de aanleg van een individuele gehandicaptenparkeerplaats de feitelijke kosten, te weten aan materiaal- en arbeidskosten, die op verzoek van de aanvrager vooraf indicatief worden begroot - vermeerderd met 16,5% administratie- en toezicht kosten. |
|
Paragraaf 1.10 Diversen |
||
Artikel 1.34 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
||
1.34.1 |
afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
€ 27,50 |
Artikel 1.35 Diverse vergunningen of beschikkingen |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
||
1.35.1 |
een collectevergunning als bedoeld in artikel 5.13 van de Algemene plaatselijke verordening Uitgeest 2023 |
€ 81,70 |
1.35.2 |
een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
€ 81,70 |
Artikel 1.36 Overige teruggaaf leges |
||
1.36.1 |
Indien de aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning niet-ontvankelijk (op basis van artikel 4:5 Awb) wordt verklaard, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
50,00% |
Hoofdstuk 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet
Paragraaf 2.1 |
Algemene bepalingen |
|
Artikel 2.1 |
Definities |
|
1. |
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
2. |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
3. |
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: |
|
|
binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan; |
|
|
binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet; |
|
|
kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit die afwijkt van het omgevingsplan en waarvoor een omgevingsvergunning vereist is, maar die van beperkte aard is en geen wezenlijke strijd oplevert met de ruimtelijke regels. Voor de specifieke bouwwerken of gebruiksactiviteiten die hieronder vallen, zie bijlage 3; |
|
|
geringe wijziging: een aanpassing waarbij slechts één van de volgende punten verandert: wijziging in de constructieve veiligheid; wijziging in de brandcompartimentering; wijziging in de bouwregelgeving; veranderingen die te maken hebben met welstand; aanpassing in het omgevingsplan. Indien twee of meer van deze punten veranderen, is er geen sprake van een geringe wijziging; |
|
|
conceptverzoek: een informeel overleg tussen de aanvrager en de gemeente om de haalbaarheid, vereisten, en procedure van een beoogde aanvraag of vergunning te bespreken, waarbij relevante regelgeving, benodigde documenten en mogelijke knelpunten worden besproken voordat een formeel verzoek wordt ingediend; |
|
|
intaketafel: een bijeenkomst waarbij beleidsadviseurs een aanvraag beoordelen op basis van geldende visiedocumenten, te bepalen of het verzoek als wenselijk of niet-wenselijk wordt beoordeeld en de verdere procedure en benodigde informatie te bespreken voor een efficiënte afhandeling; |
|
|
integraal werkoverleg: een overleg waarin meerdere adviseurs van de gemeente, maximaal één externe adviseur en de aanvrager betrokken zijn, gericht op de beoordeling van de haalbaarheid van een initiatief en het vaststellen van de voorwaarden waaronder deze uitvoerbaar kan zijn, met een uitgebreide bespreking van alle relevante aspecten en expertises. Een integraal werkoverleg wordt altijd voorafgegaan aan een intaketafel waar reeds de wenselijkheid op hoofdlijnen is beoordeeld met een positief resultaat; |
|
|
omgevingstafel: een overleg waarbij meerdere deskundigen van de gemeente, meerdere externe adviseurs en de aanvrager betrokken zijn, gericht op het beoordelen van de haalbaarheid van een initiatief en het vaststellen van de voorwaarden waaronder deze uitvoerbaar kan zijn, met een uitgebreide bespreking van alle relevante aspecten en expertises. Een omgevingstafel wordt altijd voorafgegaan aan een intaketafel waar reeds de wenselijkheid op hoofdlijnen is beoordeeld met een positief resultaat. |
|
4. |
Aanlegkosten: de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen; |
|
5. |
Bouwkosten: de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567, zie bijlage 2), voor het uit te voeren werk, de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen. |
|
Artikel 2.2 |
Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven |
|
|
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
a. |
conceptverzoek; |
|
b. |
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit; |
|
c. |
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet; |
|
d. |
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet; |
|
e. |
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning; |
|
f. |
intrekking van een omgevingsvergunning; |
|
g. |
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d; |
|
h. |
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g. |
|
Artikel 2.3 |
Bepalen tarief |
|
1. |
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk. |
|
2. |
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. |
|
3. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12. |
|
4. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13. |
|
5. |
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
|
6. |
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|
Paragraaf 2.2 |
Voorfase |
|
Artikel 2.4 |
Conceptverzoek |
|
1. |
Als de aanvraag betrekking heeft op het indienen van een conceptverzoek voor een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief: |
|
a. |
voor een vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Omgevingswet vergunbaar is: |
€ 240,00 |
b. |
voor een intaketafel in verband met het toetsen van de wenselijkheid van een voorgenomen project: |
€ 420,00 |
c. |
voor een integraal werkoverleg in verband met het toetsen van de haalbaarheid van een initiatief, per overleg: |
€ 840,00 |
d. |
voor een omgevingstafel in verband met het breder beoordelen en toetsen van de haalbaarheid van een initiatief, per overleg: |
€ 1.260,00 |
2. |
Voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Uitgeest 2024 dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, zoals bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels, bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet: |
|
a. |
indien de bouwkosten niet meer dan € 50.000 bedragen: |
€ 50,00 |
b. |
indien de bouwkosten meer dan € 50.000 bedragen en minder dan € 500.000: |
€ 120,00 |
c. |
indien de bouwkosten meer dan € 500.000 bedragen: |
€ 240,00 |
3. |
Voor een verplicht advies van de agrarische commissie, indien volgens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag in dat onderdeel een advies van de agrarische commissie vereist is: |
€ 329,40 |
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken |
||
Artikel 2.5 |
Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) |
|
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
indien de bouwkosten minder dan € 25.000 bedragen: |
1,73% |
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ 67,08 |
b. |
indien de bouwkosten € 25.000 tot € 50.000 bedragen: |
€ 432,50 |
|
vermeerderd met: |
1,36% |
|
van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 25.000 te boven gaat; |
|
c. |
indien de bouwkosten € 50.000 tot € 200.000 bedragen: |
€ 772,50 |
|
vermeerderd met: |
1,31% |
|
van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 50.000 te boven gaat; |
|
d. |
indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen: |
€ 2.737,50 |
|
vermeerderd met: |
0,97% |
|
van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 200.000 te boven gaat; |
|
e. |
indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen: |
€ 5.647,50 |
|
vermeerderd met: |
0,84% |
|
van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 500.000 te boven gaat; |
|
f. |
indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 2.500.000 bedragen: |
€ 9.847,50 |
|
vermeerderd met: |
0,80% |
|
van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 1.000.000 te boven gaat; |
|
g. |
indien de bouwkosten € 2.500.000 of meer bedragen: |
€ 21.847,50 |
|
vermeerderd met: |
0,77% |
|
van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 2.5.000.000 te boven gaat; |
|
|
met een maximum van: |
€ 118.097,00 |
2. |
Indien de bouwkosten uitsluitend betrekking hebben op het plaatsen van één warmtepomp ten behoeve van een woning, geldt het volgende: a. Dit artikel is uitsluitend van toepassing op bestaande bouw en particuliere woningbezitters; b. Onder een warmtepomp wordt verstaan een warmtepomp in brede zin; c. Bij een gecombineerde aanvraag, waarbij de warmtepomp deel uitmaakt van een verbouwing, dienen twee afzonderlijke aanvragen te worden ingediend indien men gebruik wenst te maken van dit artikel. Dit betekent één aanvraag voor de warmtepomp zelf en één voor de overige onderdelen van de verbouwing. |
€ 136,70 |
Artikel 2.6 |
Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit (ruimtelijke deel) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
indien de bouwkosten minder dan € 25.000 bedragen: |
4,04% |
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ 156,50 |
b. |
indien de bouwkosten € 25.000 tot € 50.000 bedragen: |
€ 1.010,00 |
|
vermeerderd met: |
3,17% |
|
van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 25.000 te boven gaat; |
|
c. |
indien de bouwkosten € 50.000 tot € 200.000 bedragen: |
€ 1.802,50 |
|
vermeerderd met: |
3,06% |
|
van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 50.000 te boven gaat; |
|
d. |
indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen: |
€ 6.392,50 |
|
vermeerderd met: |
2,26% |
|
van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 200.000 te boven gaat; |
|
e. |
indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen: |
€ 13.172,50 |
|
vermeerderd met: |
1,95% |
|
van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 500.000 te boven gaat; |
|
f. |
indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 2.500.000 bedragen: |
€ 22.922,50 |
|
vermeerderd met: |
1,86% |
|
van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 1.000.000 te boven gaat; |
|
g. |
indien de bouwkosten € 2.500.000 of meer bedragen: |
€ 50.822,50 |
|
vermeerderd met: |
1,81% |
|
van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 2.5.000.000 te boven gaat; |
|
|
met een maximum van: |
€ 277.072,00 |
Artikel 2.7 |
Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 253,60 |
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed |
||
Artikel 2.8 |
Omgevingsplanactiviteit: monumenten |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit of rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a of b, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen: |
€ 0,00 |
b. |
voor het herstellen of gebruiken op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 0,00 |
Artikel 2.9 |
Rijksmonumentenactiviteit |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 0,00 |
b. |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 0,00 |
Artikel 2.10 |
Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 0,00 |
Artikel 2.11 |
Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed |
|
|
[Gereserveerd] |
|
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten |
||
Artikel 2.12 |
Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteiten |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer milieubelastende activiteiten: |
|
a. |
voor een aanvraag van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet (milieubelastende activiteit bruidsschat): |
€ 4.255,00 |
b. |
voor een milieubelastende activiteit zoals bedoeld in voorgaand onderdeel, waar tevens afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is (uitgebreide procedure): |
€ 6.900,00 |
Artikel 2.12a Besluit activiteiten leefomgeving (BAL): milieubelastende activiteiten |
||
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer milieubelastende activiteiten: |
|
a. |
voor een of meer activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving waarbij de reguliere procedure wordt gevolgd: |
€ 4.255,00 |
b. |
voor een of meer activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, waar tevens afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is (uitgebreide procedure): |
€ 6.900,00 |
Artikel 2.13 t/m 2.20 [Gereserveerd] |
||
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten |
||
Artikel 2.21 |
Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 787,40 |
Artikel 2.22 |
Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 787,40 |
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten |
||
Artikel 2.23 |
Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven |
|
|
[Gereserveerd] |
|
Artikel 2.24 |
Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde |
|
|
[Gereserveerd] |
|
Artikel 2.25 |
Omgevingsplanactiviteit: geluid weg |
|
|
[Gereserveerd] |
|
Artikel 2.26 |
Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen van een weg |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:1 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Uitgeest 2024 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 290,40 |
Artikel 2.27 |
Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:2 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Uitgeest 2024 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 205,80 |
Artikel 2.28 |
Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 395,70 |
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten |
||
Artikel 2.29 |
Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie |
|
|
[Gereserveerd] |
|
Artikel 2.30 |
Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden |
|
|
[Gereserveerd] |
|
Artikel 2.31 |
Omgevingsplanactiviteit: reclame |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in artikel 2:7 van de Verordening Fysieke Leefomgeving gemeente Uitgeest 2024 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 221,10 |
Artikel 2.32 |
Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:3 van de Verordening Fysieke Leefomgeving gemeente Uitgeest 2024 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 119,10 |
Artikel 2.33 |
Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen |
|
|
[Gereserveerd] |
|
Artikel 2.34 |
Andere activiteiten |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk: |
€ 268,80 |
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften |
||
Artikel 2.35 |
Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten |
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief: |
|
a. |
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op: 1. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; 2. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; 3. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of 4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; per maatwerkvoorschrift: |
€ 303,50 |
b. |
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift: |
€ 303,50 |
Artikel 2.36 |
Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten |
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op: |
|
a. |
een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
€ 3.754,00 |
b. |
een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
€ 3.754,00 |
Artikel 2.37 |
Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten |
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
€ 303,50 |
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid |
||
Artikel 2.38 |
Gelijkwaardige maatregel |
|
|
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op: |
|
a. |
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief: |
€ 242,80 |
b. |
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief: |
€ 0,00 |
c. |
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief: |
€ 242,80 |
d. |
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief: |
€ 242,80 |
Paragraaf 2.11 Overige tarieven |
||
Artikel 2.39 |
Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit: |
€ 250,50 |
Artikel 2.40 |
Wijzigen omgevingsvergunning |
|
1. |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft. |
|
2. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: |
€ 174,20 |
Artikel 2.41 |
Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning: |
€ 174,20 |
Artikel 2.42 |
Intrekken omgevingsvergunning |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is: |
€ 0,00 |
Artikel 2.43 |
Beoordeling aanvullende gegevens |
|
|
[Gereserveerd] |
|
Artikel 2.44 |
Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
|
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit. |
|
Artikel 2.45 |
Wijzigen van het omgevingsplan |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan: |
€ 7.698,00 |
2. |
Tenzij kostenverhaal op andere wijze met elkaar is overeengekomen. |
|
Artikel 2.46 |
Niet genoemd besluit op aanvraag |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan: |
€ 201,80 |
Paragraaf 2.12 Modaliteiten |
||
Artikel 2.46a |
Planologische strijdigheid met het omgevingsplan (waarbij tevens of geen sprake is van een bouwactiviteit) |
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief: |
|
a. |
voor het beoordelen of de omgevingsplanactiviteit in overeenstemming is met de regels voor toepassing van een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid, wijzigingsbevoegdheid, of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan: |
€ 446,70 |
b. |
voor het beoordelen of de omgevingsplanactiviteit, waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het verboden is deze zonder omgevingsvergunning te verrichten, en of deze in strijd is met het omgevingsplan (kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit): |
€ 446,70 |
c. |
voor het beoordelen of de omgevingsplanactiviteit, waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het verboden is deze zonder omgevingsvergunning te verrichten, en of deze in strijd is met het omgevingsplan (buitenplanse omgevingsplanactiviteit): |
€ 7.124,60 |
Artikel 2.47 |
Achteraf ingediende aanvraag |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met: |
10,00% |
Artikel 2.48 |
Uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit: |
€ 1.116,70 |
2. |
Het eerste lid is niet van toepassing wanneer sprake is van een of meer milieubelastende activiteiten. |
|
Artikel 2.49 |
Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld: |
|
a. |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport: |
€ 251,60 |
b. |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport: |
€ 251,60 |
c. |
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER): |
€ 2.672,80 |
d. |
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport: |
€ 251,60 |
Artikel 2.50 |
Advies |
|
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet: |
|
a. |
Voor een advies van de gemeenteraad als bedoeld in artikel 16.15a, aanhef en onder b, van de Omgevingswet en artikel 4.21 van het Omgevingsbesluit: |
€ 458,90 |
b. |
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Uitgeest 2024 dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, zoals bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels, bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet: het toepasselijke tarief kan worden geraadpleegd in bijlage 1. |
|
c. |
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Uitgeest 2024 in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b: het toepasselijke tarief kan worden geraadpleegd in bijlage 1. |
|
d. |
voor een advies inzake landschappelijke waarde en/of cultuurhistorie: |
€ 273,30 |
e. |
Voor een verplicht advies van de agrarische commissie, indien volgens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag in dat onderdeel een advies van de agrarische commissie vereist is: |
|
|
voor een standaardadvies inzake bestaande bedrijven: |
€ 1.179,70 |
|
voor een advies inzake nieuwe vestigingen en/of de beoordeling van een bedrijfsplan: |
€ 1.391,50 |
|
voor een advies waarbij verzoek is gedaan om uitspraken van de commissie voor bezwaar en beroep en/of gerechtelijke uitspraken te betrekken: |
€ 1.464,10 |
|
voor nadere adviezen op eerder uitgebrachte adviezen: |
€ 738,10 |
|
voor een second opinion: |
€ 1.815,00 |
f. |
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met e: |
€ 784,30 |
2. |
Indien voor een aanvraag om omgevingsvergunning advies nodig is met betrekking tot activiteiten inzake cultureel erfgoed en/of werelderfgoed, wordt het tarief dat reeds verschuldigd is voor leges met betrekking tot de bouwactiviteit niet vermeerderd met de tarieven die in dit artikel zijn opgenomen voor advies door de gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit of andere adviesinstanties. |
Artikel 2.51 |
Instemming |
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: |
€ 458,90 |
Paragraaf 2.13 Vermindering |
||
Artikel 2.52 |
Vermindering na conceptverzoek |
|
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag voor een conceptverzoek als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering geldt voor zowel het eerste lid (de aanvraag voor het indienen van een conceptverzoek) als het tweede lid (het advies inzake redelijke eisen van welstand) en het derde lid (het advies van de agrarische commissie) en bedraagt: |
100,00% |
|
van de leges die worden geheven voor het conceptverzoek. |
|
2. |
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan: a. voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het conceptverzoek betrekking had; b. in overeenstemming met de uitkomsten van het conceptverzoek; en c. binnen 12 maanden na het laatste conceptverzoek of, als het conceptverzoek volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving. |
|
Artikel 2.53 |
Vermindering bij meervoudige aanvraag |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op vijf of meer activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van leges voor de milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 2.5 en het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. De vermindering bedraagt: |
|
a. |
bij 5 tot 10 activiteiten: |
5,00% |
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges; |
|
b. |
bij 10 tot 15 activiteiten: |
10,00% |
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges; |
|
c. |
bij 15 of meer activiteiten: |
15,00% |
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges. |
|
Paragraaf 2.14 Teruggaaf |
||
Artikel 2.54 |
Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig |
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
100,00% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
|
Artikel 2.55 |
Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten |
|
|
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt: |
100,00% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
|
Artikel 2.56 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure |
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag: van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
100,00% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag: van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
80,00% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
c. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag: van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
60,00% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
Artikel 2.57 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag: |
100,00% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag: |
80,00% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
c. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag: |
60,00% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
Artikel 2.58 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: |
25,00% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
Artikel 2.59 |
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
a. |
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
25,00% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges. |
|
b. |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
|
Artikel 2.60 |
Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten |
|
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. |
|
Artikel 2.61 |
Minimumbedrag voor teruggaaf |
|
|
Een bedrag minder dan €60,- wordt niet teruggegeven. |
|
Hoofdstuk 3 Dienstverlening vallend onder de dienstenrichtlijn en niet vallend onder hoofdstuk 2
Paragraaf 3.1 |
Horeca |
|
Artikel 3.1 |
Exploitatie openbare inrichting |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
a. |
een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting zonder vrijstelling, als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening Uitgeest 2023: |
€ 355,90 |
b. |
een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd geldig voor één dag voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29 van de Algemene plaatselijke verordening Uitgeest 2023: |
€ 141,90 |
c. |
een ontheffing voor niet langer dan zeven achtereenvolgende dagen c.q. nachten, dan wel indien het betreft incidentele ontheffingen in een kalenderjaar die tegelijk in één verzoek worden aangevraagd: |
€ 194,90 |
d. |
niet onder onderdeel b of c genoemde ontheffingen, waaronder een algemene ontheffing voor langere termijn: |
€ 233,70 |
e. |
een aanvraag voor het eerste maal wijzigen van de handelsnaam: |
€ 101,00 |
Artikel 3.2 |
Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
a. |
een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet: |
€ 831,30 |
b. |
een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet: |
€ 156,10 |
c. |
een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet: |
€ 141,90 |
d. |
een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet: |
€ 141,90 |
2. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
a. |
een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het plaatsen van een terras: |
€ 77,90 |
b. |
een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het wijzigen van een terras: |
€ 50,00 |
Paragraaf 3.2 |
Seksbedrijven |
|
Artikel 3.3 |
Vergunning seksbedrijf |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een exploitatievergunning van een seksinrichting of escortbedrijf als bedoeld in artikel 3:3 van de Algemene plaatselijke verordening Uitgeest 2023: |
€ 2.808,00 |
Artikel 3.4 |
Wijzigen vergunning seksbedrijf |
|
|
[Gereserveerd] |
|
Paragraaf 3.3 |
Winkeltijdenwet |
|
Artikel 3.5 |
Ontheffing winkeltijden |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
a. |
een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet: |
€ 78,90 |
b. |
wijziging van een in onderdeel a bedoelde ontheffing: |
€ 78,90 |
c. |
het verlenen van toestemming om een in onderdeel a bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander: |
€ 78,90 |
Paragraaf 3.4 |
Organiseren evenement of markt |
|
Artikel 3.6 |
Organiseren evenement |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25 van de Algemene plaatselijke verordening Uitgeest 2023 (evenementenvergunning), als het betreft: |
|
a. |
een regulier-evenement: |
€ 119,40 |
b. |
een aandacht-evenement: |
€ 179,30 |
c. |
een risico-evenement: |
€ 298,80 |
d. |
een melding voor het organiseren van een evenement dat voldoet aan de eisen bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene plaatselijke verordening Uitgeest 2023: |
€ 0,00 |
Artikel 3.7 |
Organiseren markt |
|
|
[Gereserveerd] |
|
Paragraaf 3.5 |
Standplaatsen |
|
Artikel 3.8 |
Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen op markt |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning tot het innemen van een standplaats voor de verkoop van waren op een weekmarkt: |
€ 77,10 |
Artikel 3.9 |
Overige administratieve dienstverlening markt |
|
|
[Gereserveerd] |
|
Artikel 3.10 |
Losse standplaatsen |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 7:1 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Uitgeest 2024: |
€ 70,40 |
Paragraaf 3.6 |
Huisvestingswet 2014 en Wet goed verhuurderschap [gereserveerd] |
|
Artikel 3.11 t/m 3.18 [Gereserveerd) |
||
Paragraaf 3.7 |
In dit hoofdstuk niet benoemd besluit |
|
Artikel 3.18 |
Niet benoemd besluit op aanvraag |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking: |
€ 77,10 |
Artikel 3.19a |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag |
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een vergunning, ontheffing, melding of beschikking als bedoeld in voorgaande paragrafen intrekt, bestaat aanspraak op teruggaaf van de op grond van het betreffende artikel verschuldigde leges. |
100% |
Aldus besloten door de raad van de gemeente Uitgeest in de openbare raadsvergadering van donderdag 12 december 2024.
Mevrouw Sabine van Geffen
griffier
de heer Sebastiaan M. Nieuwland
voorzitter
Bijlage 1 Tarieven 2025 MOOI Noord-Holland adviseurs omgevingskwaliteit
Bijlage 2 UAV 2012 Staatscourant 2012 nr. 1567
[Beschikbaar via https://wetten.overheid.nl/BWBR0031190/2012-03-01]
Bijlage 3 Definitie kleine en grote buitenplanse omgevingsplanactiviteiten
Een buitenplanse omgevingsplanactiviteit is:
Alle buitenplanse omgevingsplanactiviteiten vallen onder de artikel 2.46a sub c grote buitenplanse omgevingsplanactiviteit’, tenzij de activiteit valt binnen de volgende categorieën. Dan is het een artikel 2.46a sub b kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit’: |
Een bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, wordt voldaan aan de volgende eisen:
|
Een gebouw ten behoeve van een infrastructurele of openbare voorziening (nutsvoorzieningen, de waterhuishouding, het meten van de luchtkwaliteit, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer of het weg-spoorweg-, water- of luchtverkeer) wanneer wordt voldaan aan de volgende eisen:
|
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of een gedeelte van een dergelijk bouwwerk, mits voldaan wordt aan de volgende eisen:
|
een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte aan of op een gebouw, een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw, de uitbreiding van een bouwwerk met een bouwdeel van ongeschikte aard dan wel voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw; |
een antenne-installatie, mist niet hoger dan 40 meter; |
een installatie bij een glastuinbouwbedrijf voor warmtekrachtkoppeling (de gecombineerde opwekking van warmte en elektriciteit of mechanische energie door verstoking van een brandstof, waarvan de warmte nuttig gebruikt wordt, anders dan voor de productie van elektriciteit); |
het gebruiken van gronden voor een niet-ingrijpende herinrichting van openbaar gebied; |
het gebruiken van bouwwerken, eventueel in samenhang met bouwactiviteiten die de bebouwde oppervlakte of het bouwvolume niet vergroten, en van bij die bouwwerken aansluitend terrein, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, het uitsluitend betreft een logiesfunctie voor werknemers of de opvang van asielzoekers of andere categorieën vreemdelingen; |
het gebruiken van een recreatiewoning voor bewoning, mits voldaan wordt aan de volgende eisen:
|
ander gebruik van gronden of bouwwerken dan bedoeld in de onderdelen 1 tot en met 10 voor een termijn van ten hoogte 10 jaar; |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl