Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Echt-Susteren 2025

Geldend van 24-12-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Echt-Susteren 2025

De raad van de gemeente Echt-Susteren,

gezien het voorstel van het presidium van Echt-Susteren d.d. 11 november 2024 met nummer

D - 226359;

gelet op het vanaf 1 juli 2024 gewijzigde Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

Besluit:

vast te stellen de volgende:

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Echt-Susteren 2025

Artikel 1. Definitiebepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissielid: lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens raadslid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd.

  • b.

    griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

  • c.

    raadslid: lid van de gemeenteraad.

Artikel 2. Vergoeding voor de werkzaamheden van raadsleden

De vergoeding voor de werkzaamheden voor raadsleden bedoeld in artikel 3.1.1., eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, is gelijk aan het door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor gemeenteklasse 4 vastgestelde maximum.

Artikel 3. Toelage raadslid onderzoekscommissie

Een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet wordt voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de gemeente een toelage toegekend van € 139,90 per maand.

Artikel 4. Reis- en verblijfkosten raads- en commissieleden

  • 1.

    • a.

      Een raadslid ontvangt een vergoeding voor de reiskosten over de afstand feitelijke woonplaats – gemeentehuis Echt voor het bijwonen van raadsvergaderingen.

    • b.

      Een commissielid ontvangt een vergoeding voor de reiskosten over de afstand feitelijke woonplaats – gemeentehuis Echt voor het bijwonen van commissievergaderingen.

    • c.

      De vergoeding is gebaseerd op het bedrag dat door een werkgever aan een werknemer per afgelegde kilometer onbelast kan worden verstrekt conform art. 3.1.1 en 3.1.7 van de rechtspositieregeling.

    • d.

      Uitbetaling van deze reiskosten vindt jaarlijks plaats, na de laatst gehouden raads- c.q. commissievergadering in dat jaar.

  • 2. Reis- en verblijfkosten gemaakt voor de uitoefening van de functie, met uitzondering van de onder lid 1 genoemde kosten, komen ten laste van de gemeente en kunnen worden gedeclareerd conform datgene dat hierover is geregeld in het Rechtspositiebesluit en art. 3.1. van de Ministeriële regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers.

Artikel 5. Verzekering raadsleden voor arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden

  • 1. Een raadslid wordt eenmaal per jaar een bedrag toegekend ter hoogte van het bedrag van de vergoeding voor de werkzaamheden voor één maand, bedoeld in art. 3.1.1. lid 1 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, waarmee het raadslid voorzieningen kan treffen ter zake van arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden.

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing op een raadslid dat is benoemd in een plaats die is opengevallen als gevolg van tijdelijk ontslag van een raadslid wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, op grond van artikel X12 van de Kieswet.

Artikel 6. Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raads- en commissieleden

  • 1. Raads- of commissieleden die aan scholing als bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, die niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, willen deelnemen, dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 2. De aanvraag bedoeld in het eerste lid gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3. De raad beslist over de toekenning van de aanvragen met inachtneming van het voor opleiding in de deelbegroting raad beschikbare budget.

Artikel 7. Informatie- en communicatievoorzieningen raads- en commissieleden

  • 1. Een raads- of commissielid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 2. Een raads- of commissielid levert na tussentijdse beëindiging van zijn functie de voor die raadsperiode ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente.

Artikel 8. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Artikel 9. Betaling vaste vergoedingen

Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van de vergoeding van commissieleden, bedoeld in artikel 3.4.1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers jaarlijks, na de laatst gehouden commissievergadering, plaats met inachtneming van een vergoeding per bijgewoonde vergadering.

Artikel 10. Betaling en declaratie van onkosten

  • 1. Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

    • a.

      betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur,

    • b.

      betaling vooruit uit eigen middelen of

    • c.

      betaling ten laste van de gemeentelijke creditcard.

  • 2. Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken. Het vereiste om bewijsstukken te overleggen geldt niet wanneer de vergoeding een forfaitair bedrag betreft.

  • 3. Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen een maand na factuurdatum of betaling door raads- of commissieleden ingediend via de bij de gemeente gangbare (digitale) wijze.

  • 4. Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling aan raads- of commissieleden binnen een maand na het indienen van de aanvraag wordt overgemaakt.

Artikel 11. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie van het Gemeenteblad waarin deze verordening wordt geplaatst.

Artikel 12. Intrekking oude verordening

De Verordening rechtspositie raads- en commissieleden 2019 wordt geacht te zijn ingetrokken met ingang van 1 januari 2025.

Artikel 13. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Echt-Susteren 2025.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad d.d. 11 december 2024.

De raad voornoemd,

Griffier

Voorzitter