Beleidsnotitie ‘Pré-mantelzorg gemeente Renswoude’

Geldend van 10-12-2024 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 10-12-2024

Intitulé

Beleidsnotitie ‘Pré-mantelzorg gemeente Renswoude’

Inleiding

Nederland vergrijst in snel tempo. Er is zelfs sprake van dubbele vergrijzing: er komen niet alleen meer ouderen, maar mensen worden in vergelijking met vroeger ook steeds ouder. Ook de gemeente Renswoude vergrijst. Deze ontwikkeling heeft tot gevolg dat er steeds meer mensen zijn die hulp nodig hebben.

De Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo) gaat ervan uit dat deze hulp in eerste instantie zelf wordt georganiseerd, voordat er aanspraak gemaakt kan worden op collectieve voorzieningen of individuele hulp. Eigen verantwoordelijkheid nemen is het uitgangspunt van de Wmo.

Daarnaast zijn er grote uitdagingen op het gebied van zorg. De zorgvraag neemt toe, terwijl het zorgpersoneel en de financiële middelen afnemen. Dit maakt dat de zorg anders ingericht moet worden en mensen meer en langer voor elkaar moeten zorgen. Er zal dus een groter beroep worden gedaan op mantelzorg, doordat de alternatieven beperkt zijn.

Er zijn veel inwoners die graag zelf voor bijvoorbeeld hun zorgbehoevende ouders willen zorgen en hiervoor ruimte willen creëren in de vorm van een voorziening met badkamer, toilet, keuken en slaapkamer. Zo wordt min of meer zelfstandige bewoning mogelijk met zorg door familieleden, kennissen of ander personen uit het netwerk. Als mantelzorg nog niet van toepassing is maar wel verwacht wordt in de nabije toekomst, is er pré-mantelzorgbeleid nodig om dit te regelen.

Aanleiding Pré-mantelzorgbeleid

Een motie van de fracties van ChristenUnie en Dorpsbelang Renswoude is unaniem aangenomen door de gemeenteraad. Hiermee is een oproep gedaan om pré-mantelzorgbeleid te formuleren en ter vaststelling aan te bieden.

De volgende overwegingen lagen aan de aangenomen motie ten grondslag:

Het is wenselijk om vooruitlopend op het Omgevingsplan ‘pré- mantelzorgbeleid’ te ontwikkelen, waarbij in ieder geval mogelijkheden worden geboden voor:

- Situaties waarin mantelzorg in de nabije toekomst voorzienbaar is;

- Het tijdig kunnen realiseren van een mantelzorgwoning bij een progressief ziektebeeld;

Doel van deze beleidsnotitie

Het doel van deze beleidsnotitie over pré-mantelzorg is:

  • aangeven wanneer en onder welke voorwaarden de gemeente Renswoude medewerking wil verlenen aan huisvesting voor pré-mantelzorg;

  • en aangeven wat hiervoor het geschikte juridische instrumentarium is.

We zien de maatschappelijke noodzaak medewerking te verlenen aan pré-mantelzorgwoningen. Maar we willen wel goed beschrijven wat er wettelijk mogelijk is en ook duidelijke regels stellen omdat we moeten voorkomen dat er door huisvesting voor mantelzorg een reguliere woning kan ontstaan.

Huidige situatie

In het omgevingsplan zijn regels opgenomen voor het plaatsen van een bijgebouw voor mantelzorg. En in het Besluit Bouwwerken Leefomgeving zijn regels ogenomen om vergunning vrij te bouwen als er een mantelzorgsituatie is.

Als mantelzorg (nog) niet nodig is maar op (korte) termijn wel verwacht wordt, noemen we het een pré-mantelzorgwoning.

Voorwaarden pré- mantelzorgwoning

1. pré- mantelzorgverklaring noodzakelijk

Uit een pré- mantelzorgverklaring moet blijken dat er naar verwachting binnen vijf jaar een behoefte aan intensieve zorg en/of ondersteuning (mantelzorg) gaat ontstaan. Bijvoorbeeld wanneer er sprake is van:

  • een progressief ziektebeeld;

  • de verwachting dat iemand om andere redenen binnen vijf jaar niet meer zelfstandig kan wonen zonder de benoemde mantelzorg.

Deze medische verklaring kan worden aangevraagd bij de gemeente via het mailadres omgevingsvergunning@renswoude.nl De gemeente vraagt ter beoordeling onafhankelijk medisch advies op. Hiervoor moet de aanvrager leges betalen die overeenkomen met de werkelijke kosten van het medische advies.

2. Bouwkundige tekeningen waarop ook de bijbehorende voorzieningen zijn aangegeven

De pré- mantelzorgwoning moet qua plattegrond en inrichting inspelen op de (toekomstige) behoefte. De pré- mantelzorgwoning moet voorzieningen hebben waarvan verwacht mag worden dat ze nodig zijn bij de levensfase en/of ziekte van de bewoner. Bij het afgeven van de pré- mantelzorgverklaring zal het onafhankelijk adviesbureau ook de voorzieningen in kaart brengen die nodig zijn in de mantelzorgwoning. Als de verwachting is dat de bewoner bijvoorbeeld in een rolstoel terecht gaat komen, dan zal de pré- mantelzorgwoning daarvoor geschikt moeten zijn.

3. Zelf voorzieningen aanbrengen

De aanvrager is vervolgens zelf verantwoordelijk voor het realiseren van de benodigde voorzieningen. Op grond van de zogenaamde ‘voorzienbaarheid’ kan een eventuele aanvraag voor een woningaanpassingen via de Wmo op een later moment worden afgewezen.

4. Sociale band nodig

De mantelzorger en de bewoner van de pré-mantelzorgwoning moeten een sociale band hebben. Bijvoorbeeld een familieband of vriendschapsband. Het pré-mantelzorgbeleid is niet van toepassing op een mantelzorgsituatie waarbij beroepsmatig hulpverlening wordt aangeboden.

5. Omgevingsvergunning buitenplanse omgevingsactiviteit noodzakelijk

Om de pr é - mantelzorg mogelijk te maken is een omgevingsvergunning noodzakelijk. De omgevingsvergunning wordt verleend voor een periode van maximaal 5 jaar. Aan de omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit wordt de voorwaarde verbonden dat het gebruik van de pré- mantelzorgwoning uitsluitend is toegestaan gedurende de periode dat de pré-mantelzorgrelatie dan wel te verwachten zorgbehoefte bestaat. De omgevingsvergunning kan worden aangevraagd via www.omgevingsloket.nl

6. Voorwaarden in de omgevingsvergunning

Aan de omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit wordt de voorwaarde verbonden dat bij het beëindigen van de pré- mantelzorg, binnen twee maand na het beëindigen daarvan:

  • a.

    de verplaatsbare pré- mantelzorgwoning (woonunit) moet zijn verwijderd of,

  • b.

    het bouwwerk geen voorzieningen meer mag hebben die het maken tot een (onderdeel van een) woning,

  • tenzij na het beëindigen van de pré- mantelzorg deze direct overgaat in een mantelzorgsituatie zoals bedoeld in de definitie mantelzorg als opgenomen in bijlage 1 bij artikel 1.1 van het Bbl .

7. Maximaal 2 personen in een pré- mantelzorgwoning

Het huishouden dat gevestigd wordt in de pré-mantelzorgwoning bestaat uit maximaal twee personen. Gezien de toegestane oppervlakte van de pré- mantelzorgwoning is het niet wenselijk om er meer dan 2 personen te huisvesten.

8. Geen permanente bewoning

De tijdelijke pré- mantelzorgwoning kan in geen geval leiden tot een permanente woonbestemming.

9. Pré- mantelzorgwoning wordt op naam afgegeven

Als de pré- mantelzorgbehoevende verhuist of komt te overlijden, kan de eventueel achterblijvende partner een pré- mantelzorgverklaring aanvragen (zie 1.). Als deze verklaring gegeven wordt, kan de achterblijvende partner in de pré- mantelzorgwoning blijven wonen. Als hij of zij deze verklaring niet krijgt, dan moet hij of zij verhuizen. De omgevingsvergunning wordt dan ook ingetrokken. Voor deze verhuizing wordt een redelijke termijn gehanteerd van maximaal twee jaar. Het college van B&W kan van deze termijn afwijken wanneer er sprake is van bijzondere omstandigheden.

10. Een goede woonsituatie en rekening houden met buren

De pré- mantelzorgwoning mag niet leiden tot verslechtering van de algemene woonsituatie. Er moet voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein zijn en er mag niet te veel afbreuk aan de gebruiksmogelijkheden van naastgelegen percelen ontstaan.

De aandachtspunten zijn:

- voorkomen van het blokkeren van recht van overpad;

- daglichtvermindering van een verblijfsruimte van de buren ;

- beperking van de bedrijfsvoering van een naastliggend terrein.

11. Verloop van termijn, betekent een nieuwe aanvraag

Als er na 5 jaar nog geen sprake is van een mantelzorgsituatie, moet de aanvrager een nieuwe aanvraag indienen. De gemeente vraagt dan opnieuw een onafhankelijk medisch advies op waarvoor de aanvrager opnieuw leges moet betalen.

12. Participatie is noodzakelijk

De aanvrager moet met de buurt van de pré-mantelwoning participeren en de gemeente informeren over wat de buren vinden van de pré-mantelzorgwoning in hun buurt. Participatie is vormvrij, maar er moet wel een schriftelijk verslag van de participatie ingeleverd worden bij de gemeente.

13. Maatvoering van de pré- mantelzorgwoning

De pré- mantelzorgwoning in de bebouwde kom moet in een bestaand bijgebouw of in de bestaand woning zijn.

Een pré- mantelzorgwoning buiten de bebouwde kom moet aan de volgende voorwaarden voldoen:

- in zijn geheel of in delen verplaatsbaar;

- de oppervlakte is niet meer dan 100 m 2 .

14. Geen leeftijdscriterium

Er is geen leeftijdscriterium om voor een pré-mantelzorgverklaring in aanmerking te komen. Hier is voor gekozen omdat de behoefte aan mantelzorg sterk persoonsgebonden is en ook op jongere leeftijd nodig kan zijn.

15. Mantelzorgwoning mag niet op vervuilde grond

Afhankelijk van de situatie waar de mantelzorgwoning komt te staan, kan de gemeente een bodemonderzoek vragen aan de verzoeker om een pré- mantelzorgwoning.

Hoe wordt de pré- mantelzorgwoning mogelijk gemaakt?

Aanvraag omgevingsvergunning voor pré- mantelzorgwoning verplicht

Als er een mantelzorgverklaring wordt afgegeven, kan vergunningsvrij een mantelzorgwoning worden gerealiseerd. Als er (nog) geen sprake is van een behoefte aan mantelzorg, dan is altijd een omgevingsvergunning nodig.

Omgevingsvergunning pré- mantelzorgwoning

Via een buitenplanse omgevingsactiviteit procedure kan er omgevingsvergunning worden verleend voor een pré- mantelzorgwoning. In de toekomst zal deze regeling worden verwerkt in het omgevingsplan zodat later geen omgevingsvergunning noodzakelijk is.

Bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor een bopa, heeft de provincie het recht van advies en instemming. Dit geldt echter niet voor alle aanvragen. De provincie moet vooraf aangeven in welke gevallen een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor een bopa aan haar voor advies en instemming moet worden voorgelegd. Deze beleidsnotitie is vooraf gestemd met de provincie en zij geven aan dat deze niet voorgelegd hoeft te worden voor advies en instemming.

De omgevingsvergunning wordt verleend voor een periode van maximaal vijf jaar. Deze periode sluit aan bij de hiervoor genoemde beleidsdoelstelling: de periode voorafgaand aan een mantelzorgbehoefte (pré- mantelzorg) wordt gefaciliteerd in die gevallen dat uit een pré- mantelzorgverklaring blijkt dat als gevolg van een progressieve ziekte of om andere redenen een noodzaak tot mantelzorg binnen een periode van maximaal vijf jaar te verwachten is.

Waar willen we naartoe?

Omgevingsplan

De gemeente moet bij het opstellen van het omgevingsplan bepalen of ze de regels zoals opgenomen in de ‘bruidsschat’ wil behouden, aanpassen of laten vervallen.

Het uitgangspunt van de gemeente is om beleidsneutraal over te gaan naar de Omgevingswet. Dit betekent dat de bestaande regeling voor vergunningsvrije mantelzorgwoningen overgenomen wordt in het omgevingsplan. Deze vergunningsvrije mantelzorgwoningen blijven dus, onder dezelfde voorwaarden, vergunningsvrij.

Bovenop deze vergunningsvrije regeling zal in het omgevingsplan een regeling worden opgenomen voor het plaatsen van tijdelijke mantelzorgunits in het stedelijk gebied. Voor het buitengebied is dit al geregeld in de landelijke regels over vergunningsvrij bouwen.

Er bestaan nu nog verschillende definities voor mantelzorg. In het omgevingsplan zal hiervoor de volgende definitie worden opgenomen:

Mantelzorg:

Intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een mantelzorgverklaring vanuit de  Wmo kan worden aangetoond.

Deze definitie sluit aan bij de definitie zoals nu opgenomen in bijlage 1 bij artikel 1.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). In bijlage 1 zijn de beleidsregels rondom de benodigde mantelzorgverklaring te vinden.

Pré- mantelzorgwoningen

De beleidsregels voor pré- mantelzorgwoningen zullen worden overgenomen in het omgevingsplan.

In bijlage 1 zijn de beleidsregels rondom de benodigde pré- mantelzorgverklaring te vinden.

Tijdelijk huisnummer

Verstrekken tijdelijk huisnummer

Op grond van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen moet de gemeente aan elk verblijfsobject een adres toekennen. Als een pré- mantelzorgwoning zelfstandig kan worden gebruikt (met name als de benodigde voorzieningen aanwezig zijn en een eigen toegang aanwezig is), zal deze een eigen adres (huisnummer) moeten krijgen. In alle andere gevallen zal juist geen adres mogen worden toegekend. Op dit punt bestaat geen beleidsvrijheid voor gemeenten. Bij de pré- mantelzorgwoningen en voor de mantelzorgwoningen waarvoor een omgevingsvergunning is vereist, wordt dit geregeld wanneer ook de omgevingsvergunning wordt verleend. Voor de vergunningsvrije mantelzorgwoningen moeten de bewoners zelf een huisnummer aanvragen.

Na het beëindigen van de pré- mantelzorg mag de pré- mantelzorgwoning niet langer gebruikt worden als zelfstandige woning en zal deze in de regel verwijderd moeten worden, of in oorspronkelijke staat moeten worden teruggebracht. Dan wordt ook het toegekende huisnummer ingetrokken.

Handhaving

Nadat de pré- mantelzorg is beëindigd, moet de pré- mantelzorgwoning worden verwijderd (woonunit) dan wel ontmanteld (bestaand bijgebouw). Het tijdelijk gebruik voor mantelzorg mag in geen geval tot een permanente woonbestemming en/of woongebruik leiden. Na beëindiging van de mantelzorgsituatie mag het bouwwerk niet langer aanwezig zijn, dan wel gebruikt worden voor zelfstandige bewoning. De aangebrachte voorzieningen, zoals een badkamer en keuken, moeten verwijderd worden. Overtredingen worden conform het reguliere beleid rondom handhaving binnen de gemeente afgehandeld.

Communicatie

Het is van groot belang om inwoners goed te informeren over deze regeling. Zowel om inwoners op de mogelijkheid te wijzen, als om duidelijkheid te creëren over de voorwaarden en regels voordat een aanvraag wordt ingediend. Door duidelijke communicatie, weet iedereen wat hij of zij kan verwachten van de regeling. Zijn die verwachtingen niet reëel, dan kunnen ze op tijd worden bijgestuurd. Daarnaast is het belangrijk dat de gemeente goede regels, eisen en voorwaarden opstelt in de omgevingsvergunning, om ervoor te zorgen dat de pré- mantelzorgwoning alleen tijdelijk (dus niet permanent) bewoond wordt. Een dergelijke heldere communicatie kan bijdragen aan het voorkomen van moeizame handhavingstrajecten.

1: Bijlage Beleidsregels pré- mantelzorgwoningen

Algemene bepalingen

1.Begripsbepalingen

a. bijbehorend bouwwerk: uitbreiding van een hoofdgebouw of functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;

b. mantelzorg: intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een mantelzorgverklaring vanuit de Wmo kan worden aangetoond;

c. pré- mantelzorg: de periode voorafgaand aan de noodzaak tot mantelzorg, waarbij uit een pré- mantelzorgverklaring blijkt dat, als gevolg van een progressieve ziekte of anderszins, een noodzaak tot mantelzorg binnen een periode van maximaal vijf jaar te verwachten is;

d. huisvesting in verband met pré- mantelzorg: huisvesting van één huishouden van maximaal twee personen, in of bij een woning, van wie ten minste één persoon pré- mantelzorg verleent aan of ontvangt van een bewoner van de woning

e. huishouden: de samenlevingsvorm van één gezin, waaronder mede wordt begrepen:

  • .

    de inwoning, al dan niet bij wijze van pré- mantelzorg;

  • .

    een met een gezin gelijk te stellen samenlevingsverband;

  • .

    een éénpersoonshuishouden

 Voor de uitleg van alle overige begripsbepalingen wordt verwezen naar de Omgevingswet en de daarbij bijbehorende AMvB’s.

Pré- mantelzorgwoningen

Een pré- mantelzorgwoning is een mantelzorgwoning die gerealiseerd wordt in de periode voorafgaand aan de noodzaak tot mantelzorg. Waarbij uit een pré-mantelzorgverklaring blijkt dat, als gevolg van een progressieve ziekte of anderszins, een noodzaak tot mantelzorg binnen een periode van maximaal 5 jaar te verwachten is. Voor een pré- mantelzorgwoning kan een omgevingsvergunning voor een periode van maximaal vijf jaar worden verleend. Mits in deze gevallen waarbij sprake is van een (aanstaande) zorgrelatie tussen de betrokkenen en waarbij het wenselijk en begrijpelijk is dat er bij elkaar op hetzelfde perceel wordt gewoond, maar waar dit op grond van de regelgeving niet vergunningsvrij mogelijk is.