Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR730540
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR730540/1
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2025
Geldend van 25-12-2024 t/m heden
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2025De raad van de gemeente Kampen;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 november 2024 inzake de herziening van de belastingtarieven met ingang van 1 januari 2025, zaaknummer 73690-2024;
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2025 (Legesverordening 2025)
Artikel 1 Definities
Deze verordening verstaat onder:
- -
dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- -
jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- -
kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;
- -
maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- -
week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
- a.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;
- b.
het verlenen van een dienst op aanvraag; of
- c.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;
- b.
diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
- 1.
De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
- 2.
Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving;
- c.
langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 14 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;
- d.
langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 14 dagen na dagtekening van kennisgeving.
- a.
- 2.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Kwijtschelding van de belasting vindt plaats op basis van de Kwijtscheldingsverordening.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);
- 2.
paragraaf 1.3 (rijbewijzen);
- 3.
artikel 1.17 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);
- 4.
artikel 1.25, onder a (verklaring omtrent het gedrag);
- 5.
artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);
- 1.
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Overgangsrecht
- 1.
De 'Verordening leges 2024' vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 14 december 2023, zoals laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 18 april 2024 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
- 2.
Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 12 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: 'Verordening leges 2025'.
Ondertekening
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 12 december 2024,
De raad van de gemeente Kampen,
M.E. Veldhoen,
griffier
S. de Rouwe,
voorzitter
Tarieventabel behorende bij de ‘Legesverordening 2025’.
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING |
||
Paragraaf 1.1 |
Burgerlijke stand |
|
Artikel 1.1 |
Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap, op de daartoe aangewezen locaties, op: |
|
a. |
Dinsdag om 8.30 of 8.45 uur (Kosteloos huwelijk of registratie partnerschap) |
€ 0,00 |
b. |
Maandag tot en met vrijdag met een aanvangstijdstip tussen 9.00 tot en met 16.30 uur |
€ 320,00 |
c. |
Zaterdag, Zondag of een algemeen erkende feestdag met een aanvangstijdstip tussen 9.00 en 16.30 uur |
€ 717,00 |
d. |
een ander tijdstip: het tarief genoemd in onderdelen b en c, verhoogd met |
30% |
2. |
Het tarief voor het voltrekken van een huwelijk of partnerschapsregistratie op het stadhuis met verkorte procedure op maandag bedraagt: |
€ 136,00 |
3. |
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk buiten het huis van de gemeente: |
|
a. |
op de uren voor kosteloze huwelijksvoltrekking |
€ 80,00 |
b. |
voor het voltrekken van een huwelijk of partnerschapsrelatie buiten de in lid 1, onderdeel b en c genoemde uren, worden de tarieven uit die onderdelen vermeerderd met: |
€ 265,00 |
c. |
Het tarief bedraagt voor een eerste aanwijzing als huis der gemeente van een zelf gekozen trouwlocatie |
€ 128,00 |
d. |
Het tarief bedraagt voor elke volgende aanwijzing als huis der gemeente van de in onderdeel c gekozen locatie |
€ 53,75 |
4. |
Het tarief bedraagt voor een “rewedding”: de tarieven zoals deze gelden voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap |
|
Artikel 1.2 |
Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk |
|
Het tarief bedraagt voor de omzetting van een partnerschapsregistratie naar een huwelijk op het stadhuis zonder ceremonie: |
€ 74,00 |
|
Artikel 1.3 |
Op aanvraag doornemen register burgerlijke stand |
|
Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ 23,00 |
|
Artikel 1.4 |
Akten burgerlijke stand |
|
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van: |
||
a. |
een uittreksel uit de registers van de Burgerlijke stand |
€ 17,10 |
b. |
een verklaring van huwelijksbevoegdheid |
€ 29,80 |
c. |
een meertalig modelformulier voor akten, uittreksels en attestatie de vita |
€ 17,10 |
d. |
een meertalig modelformulier voor de verklaring van huwelijksbevoegdheid |
€ 23,00 |
Artikel 1.5 |
Verklaring onder ede/ belofte |
|
Het tarief bedraagt ten behoeve van belanghebbende aanvragen van inlichtingen uit: |
||
een verklaring onder ede/belofte ingevolge art. 45, boek 1, van het Burgerlijk Wetboek: |
€ 15,00 |
|
Artikel 1.6 |
Beschikbaar stellen getuige door gemeente |
|
Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige, voor ieder daaraan besteed kwartier: |
€ 23,00 |
|
Artikel 1.7 |
Annuleren of wijzigen datum |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren of te wijzigen: |
||
a. |
tot zes weken voorafgaand aan die gereserveerde datum: |
€ 26,50 |
b. |
binnen een periode van zes weken voorafgaand aan die gereserveerde datum: |
€ 53,75 |
Artikel 1.8 |
Trouwboekje of partnerschapsboekje |
|
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van: |
||
a. |
een trouwboekje of partnerschapsboekje in een normale uitvoering: |
€ 21,50 |
b. |
een trouwboekje of partnerschapsboekje in een luxe uitvoering: |
€ 38,00 |
c. |
een duplicaat trouwboekje, enkel vermeldende het gehuwde paar, of een duplicaat partnerschapboekje |
€ 27,50 |
Paragraaf 1.2 |
Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart |
|
Artikel 1.9 |
Paspoorten of andere reisdocumenten |
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van: |
||
a. |
een nationaal paspoort: |
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 86,85 |
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 65,70 |
een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort): |
||
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 86,85 |
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 65,70 |
een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
||
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 86,85 |
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 65,70 |
een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen: |
€ 65,70 |
|
Artikel 1.10 |
Nederlandse identiteitskaart |
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van: |
||
a. |
een Nederlandse identiteitskaart: |
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 78,50 |
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 42,35 |
b. |
een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon: |
€ 38,25 |
Artikel 1.11 |
Modaliteiten |
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
||
a. |
voor de ver snelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen: |
€ 59,10 |
b. |
voor het bezorgen van een in de artikelen 1.9 en 1.10 genoemd document, zijnde een toeslag op de in de artikelen 1.9 en 1.10 en onder a genoemde bedragen: |
€ 18,65 |
Paragraaf 1.3 |
Rijbewijzen |
|
Artikel 1.12 |
Rijbewijzen |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs: |
* |
|
(*) het maximumtarief opgenomen in bijlage VI, onderdeel rijbewijs, van de Regeling tarieven Dienst Wegverkeer genoemde bedrag, vermeerderd met het in het artikel 104b van het Reglement rijbewijzen genoemde bedrag, |
||
Artikel 1.13 |
Modaliteiten |
|
Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met: |
** |
|
(**) het maximumtarief opgenomen in bijlage VI, onderdeel rijbewijs, van de Regeling tarieven Dienst Wegverkeer genoemde bedrag. |
||
Paragraaf 1.4 |
Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens |
|
Artikel 1.14 |
Definities |
|
1. |
Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. |
|
2. |
Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen. |
|
Artikel 1.15 |
Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
a. |
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking: |
€ 9,95 |
b. |
ter zake het verstrekken van een bewijs van opneming in de basisregistratie personen: |
€ 9,95 |
c. |
voor het vergelijken met de gemeentelijke basisregistratie van een lijst of lijsten van onderwijsinstellingen, bevatten- de namen van leerlingen, welke deelnemen aan een examen, per leerling opgenomen op die lijst of lijsten: |
€ 1,14 |
d. |
voor een raadpleging van het totale geautomatiseerde register of delen daarvan: |
€ 399,00 |
e. |
voor het verkrijgen van een bewijs van Nederlanderschap geen reisdocument zijnde: |
€ 9,95 |
f. |
voor het verkrijgen van een verklaring, niet uitdrukkelijk in deze tabel genoemd, tot afgifte waarvan het gemeentebestuur of de burgemeester op verzoek van een belanghebbende bevoegd is: |
€ 9,95 |
g. |
voor de eigen verklaring: |
€ 4,35 |
2. |
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Artikel 1.16 |
Gereserveerd |
|
Artikel 1.17 |
Schriftelijke verstrekking |
|
In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen: |
€ 7,50 |
|
* Dit is het maximumtarief. |
||
Artikel 1.18 |
Op aanvraag doornemen basisregistratie personen |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier: |
€ 23,00 |
2. |
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Paragraaf 1.5 |
Bestuursstukken |
|
1.19 |
Afschriften van bestuursstukken |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
||
a. |
een exemplaar van de algemene plaatselijke verordening, per pagina |
€ 0,91 |
b. |
een exemplaar van een andere verordening, per pagina |
€ 0,91 |
1.20 |
Gereserveerd |
|
Paragraaf 1.6 |
Vastgoedinformatie |
|
Artikel 1.21 |
Vastgoedinformatie |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
1. |
voor het doen van naspeuringen in de gemeentelijke kadastrale administratie, voor ieder besteed kwartier of gedeelte daarvan: |
€ 23,00 |
2. |
voor het raadplegen in de gemeentelijke kadastrale balie voor informatie uit de kadastrale registratie: |
|
a. |
over percelen |
€ 9,85 |
b. |
over hypotheken en beslagen |
€ 9,85 |
c. |
uit de kadastrale kaart |
€ 9,85 |
d. |
over schepen |
€ 4,95 |
e. |
over hypotheken van schepen |
€ 4,95 |
3. |
Voor het raadplegen in de gemeentelijke kadastrale balie bedraagt het tarief voor informatie uit de openbare en andere registers |
|
a. |
per akte, overdracht of hypotheek |
€ 9,85 |
b. |
per ander document |
€ 9,85 |
4. |
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Artikel 1.22 |
Gereserveerd |
|
Artikel 1.23 |
Gereserveerd |
|
Paragraaf 1.7 |
Overige publiekszaken |
|
Artikel 1.24 |
Gereserveerd |
|
Artikel 1.25 |
Overige publiekszaken |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
a. |
tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag: |
€ 41,35 |
b. |
tot het legaliseren van een handtekening: |
€ 8,50 |
c. |
tot het verkrijgen van een attestatie de vita |
€ 9,95 |
* Dit is het maximumtarief vanaf 1 maart 2016. |
||
Paragraaf 1.8 |
Gemeentearchief |
|
Artikel 1.26 |
Naspeuringen in gemeentearchief |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier: |
€ 23,00 |
2. |
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Artikel 1.27 |
Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Artikel 1.28 |
Uitlenen archiefbescheiden |
|
Gereserveerd |
||
Paragraaf 1.9 |
Bijzondere wetten |
|
Artikel 1.29 |
Huisvestingswet 2014 |
|
Gereserveerd |
||
Artikel 1.30 |
Leegstandwet |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
a. |
een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet: |
€ 98,80 |
b. |
verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet: |
€ 149,90 |
2. |
Als aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, wordt voor één woonruimte het in het betreffende onderdeel tarief in rekening gebracht en voor elke volgende woonruimte een percentage van: |
10% |
van de in die onderdelen in rekening gebrachte leges. |
||
Artikel 1.31 |
Wet op de kansspelen |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: |
|
a. |
voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat: |
€ 56,50 |
b. |
voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat: |
€ 56,50 |
en voor iedere volgende kansspelautomaat: |
€ 34,00 |
|
c. |
voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd: |
€ 226,50 |
d. |
voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat: |
€ 226,50 |
en voor iedere volgende kansspelautomaat: |
€ 136,00 |
|
2. |
Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden. |
|
* Dit is het maximumtarief. |
||
Artikel 1.32 |
Telecommunicatiewet/ Algemene verordening ondergrondse infrastructuur (AVOI) |
|
1. |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren (AVOI) van de gemeente Kampen voor de aanleg van kabels, c.q. leidingen of ter zake van het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming, toestemming en vergunning omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet, per locatie voor een ononderbroken tracé, |
|
a. |
tot een lengte van 1.000 meter: |
€ 237,15 |
b. |
met een lengte van 1.001 tot en met 3.000 meter: |
€ 475,70 |
c. |
met een lentgte van 3.001 tot en met 7.000 meter: |
€ 712,70 |
d. |
met een lengte van meer dan 7.000 meter (met een minimum van 8.000 meter): |
€ 56,65 |
voor de eerste 1.000 meter, vermeerderd met |
€ 110,65 |
|
per volgende 1.000 meter of een een gedeelte daarvan. |
||
e. |
als met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met: |
€ 232,50 |
f. |
als met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel f, is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
3. |
Indien een aanvraag als bedoeld in het eerste lid buiten behandeling wordt gelaten, wordt slechts 25% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges in rekening gebracht. |
|
4. |
Als een aanvrager zijn aanvraag, als bedoeld in het eerste lid intrekt, geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggave bedraagt: |
|
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen twee weken na de indiening van de aanvraag: |
75% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
||
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf twee weken na de indiening van de aanvraag: |
60% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
||
5. |
Als de aanvraag als bedoeld in het eerste lid op advies van de gemeente wordt ingetrokken en binnen één maand gevolgd wordt door een nieuwe aanvraag die voldoet aan het advies, dan worden de leges zoals genoemd onder het eerste lid in mindering gebracht op de verschuldigde leges voor de nieuwe aanvraag |
|
Artikel 1.33 |
Wegenverkeerswetgeving |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
||
a. |
een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990: |
€ 25,15 |
b. |
een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen: |
€ 45,80 |
c. |
verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW): |
€ 37,50 |
d. |
tot het laten uitvoeren van een keuring in het kader van het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) |
€ 83,40 |
e. |
tot het verkrijgen van een duplicaat gehandicaptenparkeer- kaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) bij verlies of diefstal: |
€ 37,50 |
f. |
Tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken als bedoeld in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) en artikel 15 en 18, lid 1, onder d van de Wegenverkeerswet: |
€ 254,55 |
g. |
Tot het wijzigen van een kenteken op het onderbord bij een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken als bedoeld in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) en artikel 15 en 18, lid 1, onder d van de Wegenverkeerswet: |
€ 59,15 |
Tot het verplaatsen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken als bedoeld in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) en artikel 15 en 18, lid 1, onder d van de Wegenverkeerswet bij verhuizing |
€ 59,15 |
|
h. |
het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekking van een ontheffing van het Besluit routering gevaarlijke stoffen gemeente Kampen: |
|
1. |
per kalenderdag of gedeelte daarvan |
€ 7,00 |
2. |
per kalendermaand of gedeelte daarvan |
€ 37,50 |
3. |
per kalenderjaar of gedeelte daarvan |
€ 91,70 |
Paragraaf 1.10 |
Diversen |
|
Artikel 1.34 |
Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
||
a. |
gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina: |
|
1. |
per pagina tot en met A4-formaat: |
€ 0,95 |
2. |
per pagina tot en met A3-formaat: |
€ 1,00 |
3. |
per pagina tot en met A0-formaat: |
€ 11,00 |
b. |
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
€ 50,00 |
c. |
stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina: |
|
1. |
per pagina tot en met A4-formaat: |
€ 0,90 |
2. |
per pagina tot en met A3-formaat: |
€ 0,98 |
3. |
per pagina tot en met A0-formaat: |
€ 11,01 |
d. |
afschriften, doorslagen of (foto)kopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
|
1. |
per pagina tot en met A4-formaat: |
€ 0,90 |
2. |
per pagina tot en met A3-formaat: |
€ 0,98 |
3. |
per pagina tot en met A0-formaat: |
€ 11,00 |
4. |
met dien verstande dat geen aanslag wordt opgelegd indien het bedrag van de aanslag minder dan € 15,00 bedraagt. |
|
e. |
afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken verstrekt op grond van de Wet open overheid en het Besluit maximum tarieven open overheid: |
|
1. |
A4 formaat, enkelzijdig, zwart-wit |
€ 0,05 |
2. |
A3 formaat, enkelzijdig, zwart-wit |
€ 0,10 |
3. |
A4 formaat, dubbelzijdig, zwart-wit |
€ 0,10 |
4. |
A3 formaat, dubbelzijdig, zwart-wit |
€ 0,20 |
5. |
A4 formaat, enkelzijdig, kleur |
€ 0,20 |
6. |
A3 formaat, enkelzijdig, kleur |
€ 0,40 |
7. |
A4 formaat, dubbelzijdig, kleur |
€ 0,40 |
8. |
A3 formaat, dubbelzijdig, kleur |
€ 0,80 |
9. |
met dien verstande dat geen aanslag wordt opgelegd indien het bedrag van de aanslag minder dan € 15,00 bedraagt |
|
Artikel 1.35 |
Diverse vergunningen of beschikkingen |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
a. |
voor het verstrekken van informatie ten behoeve van taxatierapporten voor woningen: |
€ 34,80 |
b. |
voor het waarmerken van kopieën, per kopie: |
€ 8,30 |
c. |
voor het inschrijven op de lijst voor bouwgrondgegadigden: |
€ 119,55 |
d. |
voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing voor het verbranden van afvalstoffen buiten inrichtingen (artikel 5:34, derde lid Algemene plaatselijke verordening): |
€ 73,20 |
e. |
Indien de aanvraag als bedoeld in onderdeel d wordt ingetrokken voordat de beslissing op de aanvraag is genomen, de ontheffing volledig wordt geweigerd of in beroep wordt vernietigd zonder dat deze wordt vervangen door een nieuwe ontheffing, volgt een teruggaaf van: |
50% |
van de verschuldigde leges. |
||
f. |
voor een collecte: |
Nihil |
g. |
tot het verstrekken en/of wijzigen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4:6, derde lid van de Algemene plaatselijke verordening of artikel 7.17 Besluit bouwwerken leefomgeving (Geluidhinder): |
€ 100,70 |
h. |
voor het uitvoeren van werkzaamheden voor het bestrijden van ongedierte per half uur of een gedeelte daarvan: |
€ 60,80 |
HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET |
||
Paragraaf 2.1 |
Algemene bepalingen |
|
Artikel 2.1 |
Definities |
|
1. |
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
2. |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
3. |
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: |
|
- |
binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan; |
|
- |
binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet; |
|
4. |
In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving: |
|
Bouwkosten: alle bouwkosten van het bouwen en of verbouwen, inclusief de afwerking, op basis van marktprijzen, exclusief 21% omzetbelasting, zoals deze marktprijzen zijn opgenomen in de meest actuele ROEB-lijst (Regionaal Overleg Eindhoven Bouwtoezicht), deze ligt ter inzage op het stadhuis, Burgemeester Berghuisplein 1, 8260 DD Kampen en is ook openbaar te raadplegen. Wijzigingen op de ROEB-lijst kunnen door het college van burgemeester en wethouders van toepassing worden verklaard voor deze verordening. Voorzover deze vastgestelde lijst niet voorziet in een passende hoofdcategorie (vetgedrukt in de lijst) wordt onder bouwkosten dan verstaan, de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012,1567), voor het uit te voeren werk OF het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraagbetrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen. In dit laatste geval zullen de overgelegde gegevens getoetst worden aan hun wettelijke kaders. |
||
5 |
De bouwkosten worden berekend op basis van de meest recente uitgave van de ROEB-lijst. |
|
6. |
Een eenvoudig/meervoudig/complex initiatief zoals bedoeld in het stroomschema in de Procesbeschrijving Initiatieven. |
|
Artikel 2.2 |
Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven |
|
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
||
a. |
omgevingsoverleg; |
|
b. |
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit; |
|
c. |
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet; |
|
d. |
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet; |
|
e. |
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning; |
|
f. |
intrekking van een omgevingsvergunning; |
|
g. |
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d; |
|
h. |
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g. |
|
Artikel 2.3 |
Bepalen tarief |
|
1. |
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk. |
|
2. |
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. |
|
3. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12. |
|
4. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13. |
|
5. |
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
|
6. |
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|
Paragraaf 2.2 |
Voorfase |
|
Artikel 2.4 |
Omgevingsoverleg |
|
Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief: |
||
a. |
voor een eenvoudig initiatief: |
€ 310,00 |
b. |
voor een meervoudig initiatief: |
€ 517,00 |
c. |
voor een complex initiatief: |
€ 724,00 |
d. |
voor een initiatief met betrekking tot een milieubelastende activiteit: |
€ 1.448,00 |
Paragraaf 2.3 |
Activiteiten met betrekking tot bouwwerken |
|
Artikel 2.5 |
Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
0,38% |
|
a. |
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ 72,40 |
en met een maximum van: |
€ 16.552,00 |
|
Artikel 2.6 |
Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel) |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
2% |
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ 72,40 |
|
en met een maximum van: |
€ 86.898,00 |
|
1. |
als moet worden beoordeeld of het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, niet in strijd is met redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet en hiervoor geen advies van de gemeentelijke adviescommissie bedoeld in artikel 2.50, eerste lid, aanhef en onder b, nodig is, verhoogd met: |
6,21‰ |
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ 72,40 |
|
en met een maximum van: |
€ 5.172,50 |
|
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
€ 310,35 |
c. |
voor een omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan (kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit): |
€ 310,35 |
d. |
voor een omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan (buitenplanse omgevingsplanactiviteit): |
€ 7.241,50 |
e. |
als moet worden beoordeeld of de omgevingsplanactiviteit in overeenstemming is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, onder a, van de Omgevingswet: |
€ 4.138,00 |
Artikel 2.7 |
Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 124,15 |
Paragraaf 2.4 |
Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed |
|
Artikel 2.8 |
Omgevingsplanactiviteit: monumenten |
|
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van de Erfgoedverordening 2011 gemeente Kampen in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit: |
|
1° |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 310,35 |
2° |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 310,35 |
2. |
Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met: |
€ 310,35 |
3. |
Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening 2011 gemeente Kampen is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing: |
|
a. als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en |
||
b. als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven. |
||
Artikel 2.9 |
Rijksmonumentenactiviteit |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 310,35 |
b. |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 310,35 |
Artikel 2.10 |
Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
1. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van de Erfgoedverordening 2011 gemeente Kampen in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit: |
€ 310,35 |
2. |
Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven. |
|
Artikel 2.11 |
Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 310,35 |
|
Paragraaf 2.5 |
Milieubelastende activiteiten |
|
Artikel 2.12 |
Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in het omgevingsplan of paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 4.286,95 |
|
Artikel 2.13 |
Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 4.286,95 |
b. |
voor twee of meer milieubelastende activiteiten: |
€ 4.286,95 |
Artikel 2.14 |
Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 4.286,95 |
b. |
voor twee of meer milieubelastende activiteiten: |
€ 4.286,95 |
Artikel 2.15 |
Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 4.286,95 |
b. |
voor twee of meer milieubelastende activiteiten: |
€ 4.286,95 |
Artikel 2.16 |
Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 4.286,95 |
b. |
voor twee of meer milieubelastende activiteiten: |
€ 4.286,95 |
Artikel 2.17 |
Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 4.286,95 |
|
Artikel 2.18 |
Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 4.286,95 |
b. |
voor twee of meer milieubelastende activiteiten: |
€ 4.286,95 |
Artikel 2.19 |
Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 4.286,95 |
b. |
voor twee of meer milieubelastende activiteiten: |
€ 4.286,95 |
Artikel 2.20 |
Samenloop van milieubelastende activiteiten |
|
1. |
Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast. |
|
2. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt. |
|
Paragraaf 2.6 |
Lozingsactiviteiten |
|
Artikel 2.21 |
Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
nihil |
|
Artikel 2.22 |
Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
nihil |
|
Paragraaf 2.7 |
Aanlegactiviteiten |
|
Artikel 2.23 |
Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven |
|
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 310,35 |
2. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding in openbaar gebied, niet zijnde kabels als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 310,35 |
3. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet bestaande uit het graven in het gebied met normwaarde archeologische verwachtingswaarde, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 310,35 |
4. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in het beperkingengebied leidingen, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 310,35 |
5. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in een bijzonder landschapselement of gebied met aardkundige waarde. bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 310,35 |
6. |
De in het eerste tot en met vijfde lid genoemde tarieven zijn van toepassing als de aanvraag een binnenplanse omgevingsplanactiviteit betreft. Deze zijn van overeenkomstige toepassing als de aanvraag een buitenplanse omgevingsplanactiviteit betreft: |
|
Artikel 2.24 |
Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het: |
||
a. aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplanting, |
||
b. indrijven van voorwerpen, |
||
c. ophogen van de grond, of |
||
d. verharden van de grond, |
||
bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 310,35 |
|
Artikel 2.25 |
Omgevingsplanactiviteit: geluid weg |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 310,35 |
|
Artikel 2.26 |
Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 79,65 |
|
Artikel 2.27 |
Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 79,65 |
|
Artikel 2.28 |
Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 310,35 |
en als moet worden beoordeeld of de in het tijdelijke deel van het omgevingsplan bedoelde aanlegactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 22.278, tweede lid, van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, verhoogd met: |
||
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
€ 4.138,00 |
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 7.241,50 |
Paragraaf 2.8 |
Overige activiteiten |
|
Artikel 2.29 |
Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie |
|
Gereserveerd |
||
Artikel 2.30 |
Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
Per boom: |
€ 18,15 |
b. |
Singelbeplanting/ houtwal: |
|
1. |
tot en met 10.000 m²: |
€ 0,13 |
per m² met een minimum van: |
€ 73,40 |
|
2. |
vanaf 10.000 m²; het tarief van onderdeel b, onder 1, vermeerderd met: |
€ 0,10 |
per m² vanaf het aantal 10.000 m². |
||
Artikel 2.31 |
Omgevingsplanactiviteit: reclame |
|
Gereserveerd |
||
Artikel 2.32 |
Omgevingsplanactiviteit: [opslag van roerende zaken OF objecten plaatsen op de weg] |
|
Gereserveerd |
||
Artikel 2.33 |
Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 81,90 |
|
Artikel 2.34 |
Andere activiteiten |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit: |
||
a. |
betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 103,45 |
b. |
betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
1° |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 103,45 |
2° |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 103,45 |
3° |
voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit: |
€ 103,45 |
Paragraaf 2.9 |
Maatwerkvoorschriften |
|
Artikel 2.35 |
Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten |
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief: |
||
a. |
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op: |
|
1. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; |
||
2. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; |
||
3. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of |
||
4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; |
||
per maatwerkvoorschrift: |
€ 310,35 |
|
b. |
In andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift: |
€ 310,35 |
Artikel 2.36 |
Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten |
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op: |
||
a. |
één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief: |
€ 2.317,30 |
b. |
twee of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief: |
€ 2.317,30 |
Artikel 2.37 |
Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten |
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
€ 310,35 |
|
Paragraaf 2.10 |
Gelijkwaardigheid |
|
Artikel 2.38 |
Gelijkwaardige maatregel |
|
1. |
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op: |
|
a. |
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur: |
nihil |
b. |
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur: |
nihil |
c. |
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per uur: |
€ 117,00 |
d. |
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur: |
nihil |
2. |
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Paragraaf 2.11 |
Overige tarieven |
|
Artikel 2.39 |
Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit |
|
Gereserveerd |
||
Artikel 2.40 |
Wijzigen omgevingsvergunning |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: |
€ 72,40 |
|
Artikel 2.41 |
Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning: |
€ 117,00 |
|
Artikel 2.42 |
Intrekken omgevingsvergunning |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is: |
50% |
van de voor die activiteiten verschuldigde leges. |
||
2. |
Indien de intrekking op verzoek van de gemeente plaatsvindt, zijn voor de behandeling van de aanvraag geen leges verschuldigd. |
|
Artikel 2.43 |
Beoordeling aanvullende gegevens |
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, in behandeling is genomen: |
Nihil |
|
Artikel 2.44 |
Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit. |
||
Artikel 2.45 |
Wijzigen van het omgevingsplan |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan: |
€ 7.241,50 |
|
Artikel 2.46 |
Niet genoemd besluit op aanvraag |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan: |
€ 81,90 |
|
Paragraaf 2.12 |
Modaliteiten |
|
Artikel 2.47 |
Achteraf ingediende aanvraag |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met: |
20% |
|
met een minimum bedrag van: |
€ 300,00 |
|
en een maximum bedrag van: |
€ 10.000,00 |
|
Artikel 2.48 |
Uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit: |
||
a. |
als sprake is van een milieubelastende activiteit: |
€ 2.353,50 |
b. |
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 7.241,50 |
c. |
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b: |
€ 7.241,50 |
Artikel 2.49 |
Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld: |
||
a. |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport: |
€ 113,80 |
b. |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport: |
€ 113,80 |
c. |
voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting: |
€ 113,80 |
d. |
Voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport: |
€ 113,80 |
Artikel 2.50 |
Advies |
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet: |
€ 113,80 |
|
Artikel 2.51 |
Instemming |
|
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: |
|
het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn. |
||
2. |
Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Paragraaf 2.13 |
Vermindering |
|
Artikel 2.52 |
Vermindering na omgevingsoverleg |
|
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt: |
100% |
van de voor het omgevingsoverleg geheven leges. |
||
2. |
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan: |
|
a. voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had; |
||
b. in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en |
||
c. binnen 6 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving. |
||
Artikel 2.53 |
Vermindering bij meervoudige aanvraag |
|
Gereserveerd |
||
Paragraaf 2.14 |
Teruggaaf |
|
Artikel 2.54 |
Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig |
|
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
100% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
||
Artikel 2.55 |
Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten |
|
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt: |
75% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
||
Het maximum van de te heffen leges voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan bedraagt in dat geval: |
€ 3.000,00 |
|
Artikel 2.56 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure |
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
||
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag: |
75% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
||
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken na de indiening van de aanvraag: |
50% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
||
Artikel 2.57 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
Gereserveerd |
||
Artikel 2.58 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: |
50% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
||
Artikel 2.59 |
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
a. |
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
50% |
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges. |
||
b. |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
|
Artikel 2.60 |
Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten |
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. |
||
Artikel 2.61 |
Minimumbedrag voor teruggaaf |
|
Een bedrag minder dan € 55,00 wordt niet teruggegeven. |
||
Artikel 2.62 |
Gedoogbeschikking |
|
1. |
Voor het in behandeling nemen van een verzoek voor het afgeven van een gedoogbeschikking bouw, R.O., milieu bedraagt het tarief |
€ 1.802,25 |
2. |
Het in behandeling nemen van een verzoek zoals bedoeld onder lid 1 in situaties waarin sprake is van calamiteiten, overmacht of omstandigheden, die niet aan de vergunningplichtige kunnen worden toegerekend en waarbij de aanvrager geen blaam treft, bedraagt het tarief |
€ 435,95 |
HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2 |
||
Paragraaf 3.1 |
Horeca |
|
Artikel 3.1 |
Exploitatie openbare inrichting |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
||
a. |
een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening: |
€ 291,45 |
b. |
een aanvraag voor het wijzigen van een verleende exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening: |
€ 94,95 |
c. |
een aanvraag voor een terrasvergunning als bedoeld in artikel 2:28a van de Algemene plaatselijke verordening: |
€ 48,40 |
Artikel 3.2 |
Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
||
a. |
een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet: |
|
1. |
indien het een commerciële instelling betreft: |
€ 1.532,00 |
2. |
indien het een paracommerciële instelling betreft: |
€ 716,00 |
b. |
een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet: |
€ 190,95 |
c. |
een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet: |
€ 93,65 |
d. |
een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet: |
€ 74,15 |
Paragraaf 3.2 |
Seksbedrijven |
|
Artikel 3.3 |
Vergunning seksbedrijf |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 3:3 van de Algemene plaatselijke verordening: |
|
a. |
voor een escortbedrijf: |
€ 2.004,70 |
b. |
voor een seksinrichting: |
€ 2.004,70 |
Artikel 3.4 |
Wijzigen vergunning seksbedrijf |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een in artikel 3.3 bedoelde vergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf. |
||
a. |
voor een seksinrichting |
€ 2.004,70 |
b. |
voor een escortbedrijf |
€ 2.004,70 |
Paragraaf 3.3 |
Winkeltijdenwet |
|
Artikel 3.5 |
Ontheffing winkeltijden |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet voor ieder daaraan besteed uur: |
€ 50,05 |
|
Paragraaf 3.4 |
Organiseren evenement of markt |
|
Artikel 3.6 |
Organiseren evenement |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), als het betreft: |
||
a. |
een klein evenement |
€ 91,50 |
b. |
een middelgroot evenement |
€ 392,55 |
c. |
een groot evenement |
€ 1.831,65 |
Artikel 3.7 |
Organiseren markt |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5:22 van de Algemene plaatselijke verordening: |
€ 50,05 |
|
Paragraaf 3.5 |
Standplaatsen |
|
Artikel 3.8 |
Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen op markt |
|
Gereserveerd |
||
Artikel 3.9 |
Overige administratieve dienstverlening markt |
|
Gereserveerd |
||
Artikel 3.10 |
Losse standplaatsen |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening: |
||
a. |
voor een vaste standplaatsvergunning |
€ 148,05 |
b. |
voor een tijdelijke standplaatsvergunning |
€ 50,05 |
c. |
voor een tijdelijke standplaatsvergunning ten behoeve van liefdadige of kerkelijke doeleinden of ten behoeve van politieke partijen |
Nihil |
Paragraaf 3.6 |
Huisvestingswet 2014 [en Wet goed verhuurderschap] |
|
Artikel 3.11 |
Vergunning [of ontheffing] onttrekken woonruimte |
|
Gereserveerd |
||
Artikel 3.12 |
Vergunning [of ontheffing] samenvoegen woonruimte |
|
Gereserveerd |
||
Artikel 3.13 |
Vergunning [of ontheffing] omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte |
|
Gereserveerd |
||
Artikel 3.14 |
Vergunning [of ontheffing] verbouwen woonruimte tot meer woonruimten |
|
Gereserveerd |
||
Artikel 3.15 |
Splitsingsvergunning [of -ontheffing] |
|
Gereserveerd |
||
Artikel 3.16 |
Vergunning of ontheffing toeristische verhuur |
|
Gereserveerd |
||
Artikel 3.17 |
Verhuurvergunning opkoopbescherming |
|
Gereserveerd |
||
Artikel 3.18 |
Verhuurvergunning woon- of verblijfsruimte |
|
Gereserveerd |
||
Paragraaf 3.7 |
In dit hoofdstuk niet benoemd besluit |
|
Artikel 3.19 |
Niet benoemd besluit op aanvraag |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking: |
€ 50,05 |
Aldus vastgesteld door de gemeenteraad in zijn vergadering van 12 december 2024,
De raad van de gemeente Kampen,
M.E. Veldhoen,
griffier
S. de Rouwe,
voorzitter
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl