Beleidsregels Schuldhulpverlening Boxtel 2024

1. In deze regeling wordt verstaan onder:

• a.

  Awb: Algemene wet bestuursrecht;

• b.

  inwoner; iemand, uit de gemeente Boxtel, die zich heeft gemeld bij de gemeente voor sociaaljuridische ondersteuning en schuldhulpverlening;

• c.

  college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boxtel;

• d.

  Wegwijs: Wegwijs biedt een persoonlijke en vrije toegang tot schuldhulpverlening voor inwoners met (dreigende) financiële en/of sociaal/juridische vragen en problemen;

• e.

  Fw: Faillissementswet;

• f.

  NVVK: verenging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren;

• g.

  plan van aanpak: het individuele plan wat na de intake wordt opgesteld en waarin wederzijdse afspraken en aangeboden dienstverlening wordt beschreven;

• h.

  Recofa: landelijk overlegorgaan van rechter-commissarissen in Faillissementen;

• i.

  schuldhulpverlening: samenhangend integraal aanbod van verschillende diensten ter voorkoming van schulden en/of het beheersbaar maken of oplossen van een schuldensituatie;

• j.

  schuldregeling: verzamelnaam voor de diensten gericht op de bemiddeling tussen schuldenaar en schuldeisers om een regeling voor de totale schuldenlast te bewerkstelligen;

• k.

  Wgs: Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

• l.

  Wsnp: Wet schuldsanering natuurlijke personen.

2. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wgs, de Awb en de NVVK-gedragscode.

1. Vroegsignalering: De gemeente krijgt signalen over betaalachterstanden van aangesloten partners. Hierdoor krijgen we inwoners met financiële problemen zo vroeg mogelijk in beeld om vroegtijdige hulpverlening mogelijk te maken;

2. Inwoners van de gemeente kunnen zich voor hulp bij (dreigende) financiële en/of sociaal/juridische vragen en problemen melden bij Wegwijs. Op dat moment is sprake van een melding.

3. Er is sprake van een aanvraag schuldhulpverlening na het intakegesprek waarin de schriftelijke of mondelinge vraag van de inwoner is vastgesteld. Dat kan een intakegesprek zijn met de schuldhulpverlener of een gesprek naar aanleiding van een signaal vroegsignalering.

4. In afwijking van lid 2 kan een bewindvoerder direct een schriftelijke aanvraag schuldhulpverlening versturen.

5. Na het intakegesprek waarin de vraag is vastgesteld (= aanvraag), wordt de beschikking tot schuldhulpverlening of de afwijzing ervan, binnen een termijn van acht weken, verstuurd. Bij de beschikking zit een plan van aanpak.

6. Bij gehuwden in gemeenschap van goederen of geregistreerde partners kan een aanvraag schuldhulpverlening alleen gezamenlijk door beide partners worden gedaan. Bij gehuwden op huwelijkse voorwaarden en/of een beperkte gemeenschap, of samenwonenden moeten beide partners een aanvraag apart indienen als zij beiden schuldhulpverlening willen.

1. Het college biedt de inwoner schuldhulpverlening aan, als het noodzakelijk is, en bepaalt het aanbod van de schuldhulpverlening.

2. Het aanbod schuldhulpverlening kan per inwoner verschillen. Het aanbod is gebaseerd op het onderzoek naar de vraag, de schulden en andere problemen die mee kunnen spelen. Het aanbod is van meerdere factoren afhankelijk en kan daarom per situatie verschillen. De factoren die in ieder geval een rol spelen zijn:

• a.

  De hoogte, de hoeveelheid en het soort schulden;

• b.

  Sprake van een crisissituatie/bedreigende situatie;

• c.

  De situatie op het gebied van gezondheid, wonen, zorg, welzijn, inkomen, jeugd en participatie.;

• d.

  Houding, gedrag (motivatie) en vaardigheden van de inwoner;

• e.

  De totale financiële situatie (huidige situatie en verwachtingen in de toekomst);

• f.

  Een eventueel eerder gebruik van schuldhulpverlening.

3. Het aanbod van de gemeente kan bestaan uit een of meer van de volgende producten:

• a.

  Crisisinterventie;

• b.

  Informatie en advies bij het zelfstandig oplossen van de schulden;

• c.

  Stabilisatie: begeleiding bij het in evenwicht brengen van inkomen en uitgaven en inzicht krijgen in de financiële situatie;

• d.

  Betalingsregeling (100%): het volledig afbetalen van schulden;

• e.

  Herfinanciering: het vervangen van lopende leningen en schulden voor een nieuwe lening tegen betere voorwaarden;

• f.

  Schuldregeling: het opstellen van een regeling voor het aflossen van de schuld (gedeeltelijk tegen finale kwijting) samen met begeleiding en toezicht tijdens de regeling;

• g.

  Budgetbeheer;

• h.

  Budgetcoaching;

• i.

  Duurzame financiële dienstverlening: langdurige stabilisatie eventueel samen met budgetbeheer als er door omstandigheden nog geen zicht is op een schuldregeling.;

• j.

  Nazorg: het hebben van een of meerdere contactmomenten na afloop van een traject schuldhulpverlening.

4. De bovengemelde diensten worden aangeboden en uitgevoerd volgens de gedragscode van de NVVK.

5. Het college kan nadere voorwaarden stellen om te komen tot het aanbod schuldhulpverlening via het plan van aanpak.

1. Om de schuldhulpverlening goed te laten verlopen, is de inwoner verplicht om alle medewerking te geven tijdens het hele traject. Bij geen of onvoldoende medewerking kan de aanvraag schuldhulpverlening buiten behandeling gesteld worden, afgewezen of voortijdig worden beëindigd. De medewerking bestaat in ieder geval uit:

• a.

  meewerken aan het maken van het plan van aanpak of een overeenkomst in het kader van de schuldhulpverlening zoals budgetbeheer en/ of schuldregeling;

• b.

  meewerken aan de verplichting tot begeleiding door een hulpverleningsinstelling;

• c.

  het nakomen van afspraken en andere opgelegde voorwaarden;

• d.

  geen nieuwe schulden maken;

• e.

  ontvangen (extra) bedragen inzetten voor de schulden.

• f.

  het verlenen van toestemming om de voor schuldhulpverlening van belang zijnde informatie in te winnen.

2. De inwoner is verplicht om zich maximaal in te spannen om het inkomen te verhogen en de uitgaven te verminderen. Bijvoorbeeld:

• a.

  meewerken aan re-integratie, inburgering;

• b.

  werk te vinden of meer uren te gaan werken;

• c.

  kinderen, van 18 jaar en ouder, leveren een financiële bijdrage aan de huishouding;

• d.

  als het bezit van een auto niet noodzakelijk is de auto te verkopen. Autobezit kan noodzakelijk zijn vanwege medische noodzaak, behoud van betaald werk of het vinden van betaald werk. Inwoner kan, bij noodzaak, verplicht worden om de auto in te ruilen tegen een goedkopere auto of de waarde te vergoeden aan de schuldeisers indien het bezit niet noodzakelijk is. Hiervoor wordt gehandeld volgens het VTLB-rapport van de Recofa;

• e.

  meewerken aan beschermingsbewind;

• f.

  andere acties om de financiële ruimte te vergroten.

3. Bij het niet (of niet volledig) nakomen van de verplichtingen kan het college besluiten om een sanctie op te leggen van een uitsluiting van een schuldhulpverleningstraject bij de gemeente van 6 maanden tot 1 jaar bij voortijdige beëindiging van de intakefase, of stabilisatiefase. Bij voortijdige beëindiging van een schuldregeling vanwege het niet nakomen van de verplichtingen kan het college een sanctie opleggen van uitsluiting van een schuldregeling tot maximaal 1,5 jaar.

1. De toegang tot schuldhulpverlening kan geweigerd en/of beëindigd worden als de inwoner zich richting de schuldhulpverlener of een andere ambtenaar, (ernstig) misdraagt.

2. De toegang tot schuldhulpverlening wordt door het college geweigerd indien:

• a.

  de inwoner op grond van artikel 5 lid 4 een uitsluitingstermijn heeft gekregen welke nog niet is beëindigd;

• b.

  de inwoner niet of onvoldoende zijn verplichtingen nakomt zoals beschreven in artikel 6 (inlichtingenplicht) en 7 (medewerkingsplicht) van de Wgs en/of van de verplichtingen zoals genoemd in artikel 5 van deze beleidsregels.

4. Het college gaat over tot beëindiging van de schuldhulpverlening als er sprake is van een van onderstaande situaties:

• a.

  het schuldhulpverleningstraject is succesvol afgerond;

• b.

  de inwoner wil zijn beschikbare aflossingscapaciteit niet gebruiken voor de aflossing van schulden;

• c.

  de inwoner komt niet of onvoldoende zijn verplichtingen na zoals neergelegd in artikel 6 en 7 van de Wgs, artikel 5 van deze beleidsregels en het plan van aanpak. Voordat het traject beëindigd wordt krijgt de inwoner een redelijke hersteltermijn om alsnog aan zijn verplichtingen te voldoen;

• d.

  als de inwoner niet instemt met het plan van aanpak;

• e.

  op basis van verkeerde en onjuiste informatie – zo is later gebleken – schuldhulpverlening aan de inwoner is toegekend, terwijl indien dit ten tijde van de besluitvorming bekend was geweest bij het college, een andere beslissing zou zijn genomen;

• f.

  de inkomens-, woon- of leefsituatie van de inwoner zo onzeker is geworden, dat schuldhulpverlening niet meer mogelijk is;

• g.

  de inwoner niet in staat is om zijn financiën of schulden zelf te regelen en geen ondersteunde hulp (budgetbeheer) accepteert;

• h.

  de schuldhulpverlening, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de inwoner, niet (langer) passend is;

• i.

  op verzoek van de inwoner zelf.

1. Het college kan in zeer bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels.

2. In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

1. Deze beleidsregels treden in werking op de dag nadat deze bekend zijn gemaakt, tegelijkertijd worden de Beleidsregels schuldhulpverlening Boxtel 2018 ingetrokken.

2. Deze beleidsregels worden genoemd: Beleidsregels Schuldhulpverlening Boxtel 2024.