Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR730491
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR730491/1
Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Heeze-Leende 2025
Geldend van 20-12-2024 t/m heden
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Heeze-Leende 2025De raad van de gemeente Heeze-Leende;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 oktober 2024;
zaaknummer: 128.869;
gelet op:
artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer;
b e s l u i t :
vast te stellen de volgende verordening:
“Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Heeze-Leende 2025”.
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Artikel 1 Inleidende bepaling
Krachtens deze verordening wordt geheven:
- a.
een afvalstoffenheffing;
- b.
reinigingsrechten.
Artikel 2 Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- 1.
minicontainer: een vanwege de gemeente uitgezette ophaalbak met een bepaald volume;
- 2.
ondergrondse restafval-container: een door de gemeente beschikbaar gestelde verzamelplaats voor inworp van afvalzakken;
- 3.
druppel: een pasje/sleutel waarmee toegang kan worden verkregen tot een ondergrondse restafval-container, waarna een afvalzak kan worden ingeworpen;
- 4.
gft-afval: groente, fruit- en tuinafval;
- 5.
restafval: huishoudelijk afval niet zijnde gft-afval;
- 6.
grof huishoudelijk afval: huishoudelijke afvalstoffen die met enige regelmaat in een particulier huishouden vrijkomen, doch die te groot of te zwaar zijn om op dezelfde wijze als andere huishoudelijke afvalstoffen aan de periodieke inzameldienst te worden aangeboden;
- 7.
grof tuinafval: tuinafval dat met enige regelmaat in een particulier huishouden vrijkomt, doch dat te groot of te zwaar is om op dezelfde wijze als gft-afval aan de periodieke inzameldienst te worden aangeboden;
- 8.
bedrijfsafval: afvalstoffen afkomstig van bedrijven en instellingen, die naar aard, omvang en samenstelling gelijk zijn te stellen aan huishoudelijke afvalstoffen, die aan de periodieke inzameldienst in minicontainers worden aangeboden en tegelijkertijd met de inzameling van de huishoudelijke afvalstoffen kunnen worden meegenomen;
- 9.
Brabant Water N.V.: Brabant Water naamloze vennootschap, gevestigd te ‘s-Hertogenbosch;
- 10.
verbruiksperiode: de periode waarop de afrekening van de Brabant Water N.V. voor de levering van water betrekking heeft;
- 11.
gebruik maken: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet Milieubeheer.
Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing
Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit
-
1. Onder de naam “afvalstoffenheffing” wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer.
-
2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 4 Belastingplicht
De afvalstoffenheffing wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De afvalstoffenheffing wordt geheven aan de hand van en naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Hoofdstuk III Reinigingsrechten
Artikel 6 Belastbaar feit
Onder de naam “reinigingsrechten” worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.
Artikel 7 Belastingplicht
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 8 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De afvalstoffenheffing wordt geheven aan de hand van en naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen
Artikel 9 Belastingtijdvak
-
1. Het belastingtijdvak is in de gevallen waarin de heffing door middel van afrekeningen van de Brabant Water N.V. plaatsvindt de verbruiksperiode zoals die voor de betrokken belastingplichtige voor het desbetreffende belastingobject geldt.
-
2. In andere gevallen dan in het eerste lid bedoeld is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 10 Wijze van heffing
-
1. De belasting wordt geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Deze kan worden gesteld op de afrekening van Brabant Water N.V. Als dagtekening van de kennisgeving geldt in dat geval de dagtekening van de afrekening.
Als kennisgeving van voorlopig gevorderde bedragen wordt aangemerkt de voorschotnota van Brabant Water N.V. of de kennisgeving op andere wijze van betaling van voorschotbedragen.
-
2. De belasting per kalenderjaar wordt geheven bij wege van aanslag.
Artikel 11 Ontstaan van de belastingschuld voor de heffing ter zake van de niet met de periodieke inzameldienst ingezamelde afvalstoffen
De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.
Artikel 12 Termijnen van betaling
-
1. Ingeval het belastingtijdvak de verbruiksperiode is, moet, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, het voorlopig gevorderde bedrag, alsmede het definitief gevorderde bedrag worden betaald tegelijk met en op dezelfde wijze als die waarop het voorschotbedrag, onderscheidenlijk het definitieve bedrag van de afrekening van Brabant Water N.V. moet worden betaald.
-
2. Ingeval de belasting wordt geheven bij wege van aanslag moet, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, het bedrag worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van de kennisgeving is vermeld.
-
3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 13 Kwijtschelding
Met betrekking tot de in deze verordening opgenomen afvalstoffenheffing kan kwijtschelding worden verleend.
Artikel 14 Overgangsrecht
-
1. De “Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2024”, vastgesteld op 30 oktober 2023 door de gemeenteraad van Heeze-Leende, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 15, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Indien het belastingtijdvak een verbruiksperiode is en deze niet gelijk is aan het kalenderjaar, vangt in afwijking in zoverre van artikel 9, eerste lid, het eerste belastingtijdvak waarvoor deze verordening geldt aan op 1 januari 2025 en eindigt dat belastingtijdvak op het moment dat de op 1 januari 2026 lopende verbruiksperiode eindigt.
Artikel 15 Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.
-
2. De datum van ingang van heffing is 1 januari 2025.
Artikel 16 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Heeze-Leende 2025”.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad voornoemd, d.d. 11 november 2024
, de voorzitter
, de griffier
TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE VERORDENING AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN HEEZE-LEENDE 2025
Hoofdstuk 1 |
Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing voor het periodiek inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen |
|
|
|
1.1 |
De belasting bedraagt per perceel per maand van het belastingtijdvak |
€ |
13,25 |
|
1.2 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 1.1 bedraagt de belasting per lediging van een minicontainer restafval: |
|
|
|
1.2.1 |
van 40 liter |
€ |
5,05 |
|
1.2.2 |
van 140 liter |
€ |
12,65 |
|
1.2.3 |
van 240 liter |
€ |
22,75 |
|
1.3 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 1.1 bedraagt de belasting per lediging van een minicontainer groente, fruit- en tuinafval: |
|
|
|
1.3.1 |
van 25 liter |
€ |
1,90 |
|
1.3.2 |
van 140 liter |
€ |
1,90 |
|
1.3.3 |
van 240 liter |
€ |
3,00 |
|
1.4 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 1.1 bedraagt de belasting per keer openen van een ondergrondse container met de druppel |
€ |
1,90 |
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 2 |
Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffingen reinigingsrechten |
|
|
|
2.1 |
Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het op aanvraag aan huis inzamelen van grof huishoudelijk afval: |
|||
voor hoeveelheden tot en met 2 m³: |
€ |
39,50 |
||
voor hoeveelheden van meer dan 2 m³, doch 4 m³ of minder: |
€ |
79,00 |
||
2.2 |
Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het op aanvraag omwisselen of uitzetten van één of meer minicontainers per keer: met dien verstande dat indien sprake is van een verhuizing binnen of naar de gemeente, binnen drie maanden gratis omruiling kan plaatsvinden naar een minicontainer met een ander volume. |
€ |
21,00 |
|
2.3 |
Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt het tarief voor het achterlaten van (grove) huishoudelijke afvalstoffen op de milieustraat, indien het betreft: |
|
|
|
2.3.1 |
wit- en bruingoed: koelkasten, diepvriezers, televisies e.d; kadavers van kleine huisdieren; asbest tot 35 m²; afgewerkte motorolie (max. 5 liter); klein chemisch afval (medicijnen, lampen, batterijen, verf, basen, zuren); retourglas (flessen e.d.); vlak glas; papier, karton; textiel, schoeisel; kringloopgoederen; ferro/non-ferro; autobanden personenwagen (max 4 stuks); matrassen, luiers en incontinentiemateriaal, harde kunststoffen, piepschuim, PMD, per keer: |
|
gratis |
|
2.3.2 |
A-hout; grond, niet chemisch verontreinigd; blad/gras; snoeiafval; piepschuim; vloerbedekking; gips; |
|
|
|
2.3.2.1 |
tot 0,1 m³ per keer: |
€ |
2,50 |
|
2.3.2.2 |
van 0,1 m³ tot 1 m³ per keer: |
€ |
10,00 |
|
2.3.2.3 |
van 1 m³ tot maximaal 2 m³ per keer: |
€ |
20,00 |
|
2.3.2.4 |
meer dan 2 m³ per m³ per keer: |
€ |
10,00 |
|
2.3.2.5 |
van 1 oktober tot en met 24 december per 2 m³ bladafval, per keer: |
€ |
5,00 |
|
2.3.3 |
grof restafval (bankstellen, stoelen etc.); B- en C-hout; bouw- en sloopafval; puin (schoon/vuil); dakleer |
|
|
|
2.3.3.1 |
tot 0,1 m³ per keer: |
€ |
5,00 |
|
2.3.3.2 |
van 0,1 m³ tot 1 m³ per keer: |
€ |
20,00 |
|
2.3.3.3 |
van 1 m³ tot maximaal 2 m³ per keer: |
€ |
40,00 |
|
2.3.3.4 |
meer dan 2 m³ per m³ per keer: |
€ |
20,00 |
|
2.3.4 |
vuilniszak van maximaal 60 liter huishoudelijk restafval, (maximaal 2), per stuk. Dit komt bovenop de prijs genoemd onder 2.3.1 tot en met 2.3.3. |
€ |
6,25 |
|
2.3.5 |
Indien de producten genoemd onder 2.3.2 en/of 2.3.3 meer dan 6 keer per jaar worden aangeboden worden de bijbehorende bedragen verdubbeld. |
|
|
|
|
|
|
|
|
Behoort bij raadsbesluit van 11 november 2024, |
|
|
|
|
De griffier van gemeente Heeze-Leende |
|
|
|
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl