Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR730457
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR730457/1
Delegatiebesluit Waterschap Limburg 2025
Geldend van 01-01-2025 t/m heden
Intitulé
Delegatiebesluit Waterschap Limburg 2025Het algemeen bestuur van Waterschap Limburg;
Gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur, AB-voorstel 2024, nummer 63, inzake vaststelling 'Delegatiebesluit Waterschap Limburg 2025';
Gelet op Titel III van de Waterschapswet en Afdeling 10.1.1 en 10.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht;
BESLUIT:
Artikel 1 Overdracht van bevoegdheden
Voor zover het dagelijks bestuur van het Waterschap Limburg (hierna: dagelijks bestuur) hiertoe niet reeds uit anderen hoofde bevoegd is, draagt het algemeen bestuur van het Waterschap Limburg (hierna: algemeen bestuur) de bevoegdheden zoals vermeld in onderstaande lijst over aan het dagelijks bestuur.
Nr. |
Overgedragen bevoegdheid |
Waterbeheer |
|
1. |
Het uitoefenen van de bevoegdheden met betrekking tot verontreiniging van de bodem en oever van oppervlaktewaterlichamen op grond van de regeling over een ongewoon voorval uit hoofdstuk 19, afdeling 19.4, van de Omgevingswet of de regeling over de toevalsvondst van verontreiniging op of in de bodem uit hoofdstuk 19, afdeling 19.2a, van de Omgevingswet. |
2. |
Het besluiten omtrent gedoogplichtbeschikkingen op grond van afdeling 10.3 van de Omgevingswet. |
3. |
Het uitoefenen van de bevoegdheden bij gevaar voor waterstaatswerken op grond van hoofdstuk 19, afdeling 19.4, van de Omgevingswet. |
4. |
Het vaststellen van bestrijdingsplannen op basis van het door het algemeen bestuur vastgestelde calamiteitenplan – binnen het Waterschap Limburg aangeduid als “crisisplan” – als bedoeld in artikel 19.14 van de Omgevingswet. |
5. |
Het op grond van hoofdstuk 5 van de Omgevingswet respectievelijk de waterschapsverordening verdagen en besluiten omtrent (waaronder het verlenen, weigeren of buiten behandeling laten van) (een aanvraag voor) een vergunning en het afhandelen van meldingen. |
6. |
Het aanwijzen van ambtenaren belast met toezicht op de naleving van wettelijke voorschriften ten aanzien waarvan het waterschapsbestuur met het toezicht op de naleving is belast. |
7. |
Besluiten omtrent de oplegging van bestuurlijke sancties (het opleggen van de last onder dwangsom, last onder bestuursdwang, intrekking van de vergunning en bestuurlijke boete), voor zover de bevoegdheid daartoe niet al op grond van de Waterschapswet aan het dagelijks bestuur toekomt, conform van Beleidskader vergunningen, toezicht en handhaving Waterschap Limburg. Het omvat het nemen van gedoogbeschikkingen en het nemen van besluiten naar aanleiding van handhavingsverzoeken. |
8. |
Het vaststellen van zwemwaterprofielen als bedoeld in artikel 3.6 van het Besluit kwaliteit leefomgeving. |
Waterkwaliteitsbeheer |
|
9. |
Het exploiteren en onderhouden van alle zuiveringstechnische werken met toebehoren in het beheersgebied van het Waterschap Limburg op zodanige wijze dat de doelmatige werking van de zuiveringstechnische werken onder alle normale plaatselijke weersomstandigheden is gewaarborgd, ongebruikelijke situaties buiten beschouwing gelaten, op grond artikel 4.606 van het Besluit activiteiten leefomgeving, en het ontwerpen en bouwen van een zuiveringtechnisch werk volgens de eisen bedoeld in artikel 10 van de richtlijn stedelijk afvalwater, als bedoeld in artikel 3.17 van het Besluit kwaliteit leefomgeving; |
10. |
Het bemonsteren en analyseren van zowel het inkomende, onbehandelde stedelijk afvalwater als het te lozen gezuiverde stedelijk afvalwater als bedoeld in artikel 4.611 van het Besluit activiteiten leefomgeving; |
11. |
Het opstellen en overleggen van een rapportage van de onder de zorg van het Waterschap Limburg staande zuiveringstechnische werken en van de resultaten van de bemonstering, analyse en beoordeling op grond van artikel 4.614 van het Besluit activiteiten leefomgeving; |
12. |
Het inbrengen van informatie over zuiveringstechnische werken waarnaar het ingezamelde afvalwater wordt getransporteerd van een gemeente bij de voorbereiding van een rioleringsprogramma op grond van artikel 3.14 Omgevingswet of, voor zover benodigd, voor het opstellen van het omgevingsplan. |
Aanleg en beheer van waterstaatswerken |
|
13. |
Het vaststellen en wijzigen van de legger als bedoeld in de artikelen 78 Waterschapswet en artikel 2.39 van de Omgevingswet. |
Financiën |
|
14. |
Het uitoefenen van de taken en bevoegdheden bij en krachtens de Aanbestedingswet 2012, waaronder begrepen het nemen van gunningsbeslissingen. Dit omvat onder meer de vaststelling van de wijze en het houden van aanbestedingen voor uit te voeren werken, leveringen en diensten, het met inachtneming van Europese en nationale voorschriften, stellen van nadere regels die bij de aanbesteding en gunning van werken, leveringen en diensten in acht genomen moeten worden en het incidenteel gemotiveerd afwijken van inkoop- en aanbestedingsbeleid. |
15. |
Besluitvorming omtrent subsidies die hun grondslag hebben in de Algemene Subsidieverordening Waterschap Limburg of in artikel 4:23, derde lid, Awb – waaronder begrepen het uitoefenen van de bevoegdheden uit titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de bevoegdheden uit de Algemene Subsidieverordening Waterschap Limburg. |
16. |
Besluitvorming inzake het tijdelijk beleggen van overtollig kasgeld, het aantrekken van langlopende geldleningen en het aangaan van kasgeldleningen – inclusief het sluiten, wijzigen of beëindigen van respectievelijk het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van overeenkomsten van geldlening ter financiering van de publieke taak – met inachtneming van de in het vigerende Treasurystatuut van het Waterschap Limburg gestelde regels. |
Juridisch en procedureel |
|
17. |
Het vaststellen van regels voor budgetbeheer en financieel mandaat. |
18. |
Het besluiten tot het namens het Waterschap Limburg aanvragen van subsidies. |
19. |
Te besluiten namens het Waterschap Limburg of het algemeen bestuur tot het voeren van civielrechtelijke, bestuursrechtelijke en strafrechtelijke procedures en het instellen van alle rechtsmiddelen, in alle instanties zowel eisend als verwerend en het nemen van de daarbij behorende beslissingen ter voorbereiding, ter voorkoming of ter beëindiging van deze procedures (inclusief het indienen van verzoekschriften omtrent het nemen van conservatoire maatregelen en het treffen van conservatoire en executoriale maatregelen), alsmede het vragen van een voorlopige voorziening en het procederen in kort geding. Deze bevoegdheid omvat ook het besluiten tot het aansprakelijk stellen van natuurlijke personen, rechtspersonen of vennootschappen. Deze bevoegdheid omvat tevens het namens het Waterschap Limburg indienen van en procederen naar aanleiding van tuchtklachten, het doen van beklag over het niet vervolgen van strafbare feiten, het onderwerpen van een geschil aan arbitrage, bindend advies of mediation en het namens het Waterschap Limburg verrichten van alle (proces)handelingen die dienaangaande nodig zijn. |
20. |
Het afgeven van bedenkingen, zienswijzen, inspraakreacties en adviezen inzake plannen, de weging van het waterbelangen daaronder begrepen, indien een recht daartoe bij of krachtens wettelijk voorschrift aan (een bestuursorgaan van) het Waterschap Limburg is toegekend. |
21. |
Het uitoefenen van de bevoegdheden genoemd in afdeling 3 van hoofdstuk 2 van de Algemene wet bestuursrecht (verkeer langs elektronische weg) strekkende tot het nemen van besluiten omtrent het openstellen van en het stellen van eisen aan de elektronische verzending van berichten aan een bestuursorgaan. |
22. |
Het, steeds voor zover het aan het dagelijks bestuur gedelegeerde bevoegdheden betreft, uitoefenen van de bevoegdheden uit titel 4.1 van de Algemene wet bestuursrecht, waaronder begrepen het verdagen van besluiten, het nemen van besluiten of beslissingen op grond van artikel 4:18 (verschuldigdheid en hoogte dwangsom bij niet tijdig beslissen of niet tijdige bekendmaking van een van rechtswege gegeven besluit) of 4:20f (het wijzigen of intrekken van een van rechtswege gegeven besluit) van de Algemene wet bestuursrecht. |
23. |
Het uitoefenen van de bevoegdheden genoemd in titel 4.4 van de Algemene wet bestuursrecht (bestuurlijke geldschulden). |
24. |
Het uitoefenen van de bevoegdheden op grond van de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (Algemene Verordening Gegevensbescherming) en de Uitvoeringswet Algemene Verordening Gegevensbescherming. |
25. |
Het besluiten omtrent het toekennen of afwijzen van (verzoeken om) schadevergoeding of nadeelcompensatie, alsmede het besluiten tot het treffen van een schikking omtrent (een verzoek om) schadevergoeding of nadeelcompensatie. |
26. |
Het besluiten tot alle privaatrechtelijke rechtshandelingen namens het Waterschap Limburg. Uitgezonderd zijn uitsluitend:
De delegatie als bedoeld in deze categorie omvat zowel het besluiten tot het aangaan of verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen als de uitoefening van alle uit die rechtshandelingen voortvloeiende of daarmee verband houdende bevoegdheden in de ruimste zin van het woord. |
27. |
Het instemmen met het voorgenomen besluit van het provinciebestuur om taken passend binnen het kader van het Reglement voor het Waterschap Limburg op- of overdragen aan het Waterschap Limburg op grond van artikel 107 Provinciewet. |
28. |
Het nemen van besluiten op grond van de Wet open overheid en de Wet hergebruik van overheidsinformatie. |
29. |
Het besluiten op bezwaarschriften tegen besluiten die zijn genomen op grond van een aan het dagelijks bestuur gedelegeerde bevoegdheid. Dit omvat eveneens het instemmen met rechtstreeks beroep als bedoeld in artikel 7:1a Algemene wet bestuursrecht. |
30. |
Het vaststellen van de hoofdlijnen van de organisatiestructuur. |
Artikel 2 Mandaat aan de rekenkamer en de Commissie Integriteit
-
1. Het algemeen bestuur verleent aan de voorzitter van de rekenkamer mandaat voor het besluiten tot het aangaan van en het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van gesloten overeenkomsten voor het leveren van goederen, werken of diensten aan het Waterschap Limburg in het kader van de uitvoering van de taken van de rekenkamer als bedoeld in Hoofdstuk XIIa van de Waterschapswet en de Verordening op de rekenkamer Waterschap Limburg 2024.
-
2. De voorzitter van de rekenkamer is bevoegd om aan individuele leden ondermandaat te verlenen ter zake de in het eerste lid bedoelde bevoegdheden.
-
3. Het algemeen bestuur verleent aan de voorzitter van de Commissie Integriteit voor het besluiten tot het aangaan van en het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van gesloten overeenkomsten voor het leveren van goederen, werken of diensten aan het Waterschap Limburg in het kader van de uitvoering van onderzoeken van een integriteitsmelding ten aanzien van politieke ambtsdragers.
-
4. De voorzitter van de Commissie Integriteit is bevoegd om aan individuele leden ondermandaat te verlenen ter zake de in het derde lid bedoelde bevoegdheden.
Artikel 3 Wijziging wetgeving en dynamische verwijzingen
-
1. Ingeval van wijziging van wetgeving waarop een gedelegeerde bevoegdheid berust, blijft, voor zover de bevoegdheid aan het algemeen bestuur blijft geattribueerd, de delegatie verleend en wordt deze bevoegdheid geacht te zijn verleend op grond van de corresponderende bepalingen in de gewijzigde wetgeving, tenzij de aard van de bevoegdheid zich tegen (voortzetting van de) delegatie verzet.
-
2. Voor zover in dit Delegatiebesluit wordt verwezen naar door bestuursorganen van het Waterschap Limburg vastgestelde algemeen verbindende voorschriften, beleidsregels of overige regels wordt daarmee steeds bedoeld de meest actuele versie daarvan, inclusief eventueel na vaststelling van het Delegatiebesluit daarin doorgevoerde wijzigingen. Voor zover deze algemeen verbindende voorschriften, beleidsregels of overige regels na inwerkingtreding van het Delegatiebesluit geheel of gedeeltelijk worden ingetrokken of komen te vervallen en daarvoor andere algemeen verbindende voorschriften, beleidsregels of overige regels in de plaats treden dan hebben de verwijzingen in dit Delegatiebesluit betrekking op die nieuwe algemeen verbindende voorschriften, beleidsregels of overige regels.
Artikel 4 Voorwaarden voor gebruik van gedelegeerde bevoegdheden
Indien gebruik wordt gemaakt van een gedelegeerde bevoegdheid, vindt dit in voorkomend geval plaats binnen de door het algemeen bestuur vastgestelde beleidsregels.
Artikel 5 Inlichtingenplicht gebruik gedelegeerde bevoegdheden
De krachtens delegatie genomen besluiten worden via het systeem van bestuursrapportages ter kennis van het algemeen bestuur gebracht.
Artikel 6 Inwerkingtreding en titel
-
1. Dit besluit kan worden aangehaald als 'Delegatiebesluit Waterschap Limburg 2025'.
-
2. Deze regeling treedt in werking op de dag na die van bekendmaking in het Waterschapsblad.
-
3. Op het moment van inwerkingtreding van deze regeling vervalt het Delegatie- en mandaatbesluit Waterschap Limburg 2023. Het Delegatie- en mandaatbesluit Waterschap Limburg 2023 blijft evenwel van toepassing op besluiten die zijn genomen voorafgaand aan de inwerkingtreding van het Delegatiebesluit Waterschap Limburg 2025.
Ondertekening
Aldus besloten in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 27 november 2024.
De secretaris-directeur,
de voorzitter,
Toelichting
Aanleiding
In 2023 is een nieuw delegatiebesluit voor het Waterschap Limburg vastgesteld en in werking getreden.
Vanwege de opheffing van het Waterschapsbedrijf Limburg zal een aantal taken – die met name samenhangen met de waterzuivering – overgaan naar het Waterschap Limburg. Dit maakt het noodzakelijk om de met die taken samenhangende bevoegdheden te integreren in het delegatiebesluit. Een herziening van het huidige delegatiebesluit biedt tevens de mogelijkheid om het besluit aan te passen aan de inmiddels in werking getreden Omgevingswet, onnodige bepalingen te schrappen en een enkele bepaling te verduidelijken zodat het delegatiebesluit nog beter aansluit op de bestaande bestuurspraktijk.
Reikwijdte van dit delegatiebesluit
Het algemeen bestuur is bevoegd tot regeling en bestuur ter behartiging van de taken die het waterschap in het reglement zijn opgedragen, voor zover deze niet bij of krachtens reglement dan wel bij wet of bij algemene maatregel van bestuur is toegekend aan het dagelijks bestuur of aan de voorzitter (artikel 56 en 77 van de Waterschapswet). Het algemeen bestuur kan aan het dagelijks bestuur bevoegdheden overdragen, tenzij de aard van de bevoegdheid zich tegen overdracht verzet (artikel 83, eerste lid, van de Waterschapswet). Het uitgangspunt is dat in beginsel alle bevoegdheden tot regeling en bestuur ter behartiging van de taken van het waterschap berusten bij het algemeen bestuur, tenzij deze bevoegdheden rechtstreeks aan het dagelijks bestuur of de voorzitter zijn geattribueerd, of het algemeen bestuur deze bevoegdheden heeft overgedragen. Van rechtstreeks aan het dagelijks bestuur toekomende bevoegdheden is bijvoorbeeld sprake bij het opleggen van een last onder bestuursdwang of last onder dwangsom tot handhaving van regels welke het waterschapsbestuur uitvoert (artikel 61 Waterschapswet en artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht).
Bevoegdheden die aan het algemeen bestuur zijn geattribueerd kunnen door het algemeen bestuur worden overgedragen aan het dagelijks bestuur. De basis voor een dergelijke overdracht wordt gevormd door artikel 83 van de Waterschapswet. Dat artikel heeft niet alleen betrekking op bevoegdheden tot het nemen van besluiten als bedoeld in artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht, maar ziet ook op privaatrechtelijke en feitelijke bevoegdheden in het kader van water- en waterkwaliteitsbeheer.
Onder “delegatie” wordt verstaan het overdragen door een bestuursorgaan van zijn bevoegdheid tot het nemen van besluiten aan een ander die deze bevoegdheid onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent (artikel 10:13 van de Algemene wet bestuursrecht). Afdeling 10.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht inzake delegatie is van overeenkomstige toepassing indien een bestuursorgaan zijn bevoegdheid tot het verrichten van andere handelingen dan besluiten overdraagt aan een ander die deze onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent (artikel 10:21 van de Algemene wet bestuursrecht). Dit besluit ziet op het overdragen van bevoegdheden in zijn algemeenheid, dus ook de bevoegdheden tot het verrichten van privaatrechtelijke (rechts)handelingen en bevoegdheden tot het verrichten van feitelijke handelingen. Om te komen tot een voor de praktijk hanteerbare titel, wordt dit besluit aangeduid als het delegatiebesluit. Technisch gezien omvat het echter niet alleen de overdracht van de bevoegdheden om besluiten te nemen (‘delegatie’), maar ook de overdracht van feitelijke en privaatrechtelijke bevoegdheden in het kader van het water- en waterkwaliteitsbeheer.
Wijzigingen vanwege de inwerkingtreding van de Omgevingswet
Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet zijn enkele bevoegdheden die bij het Algemeen bestuur berustten, rechtstreeks geattribueerd aan het dagelijks bestuur. Deze bevoegdheden berusten dan ook al bij het dagelijks bestuur en hoeven niet langer in delegatiebesluit genoemd te worden.
Het betreft allereerst de bevoegdheid tot het besluiten omtrent aanleg of wijziging van een waterstaatswerk, overeenkomstig een vast te stellen voorkeursbeslissing en/of projectbesluit op grond van afdeling 5.2 van de Omgevingswet. Op grond van artikel 5.46 van de Omgevingswet is het dagelijks bestuur het bevoegde gezag om een projectbesluit te nemen. Het bevoegd gezag – en dus het dagelijks bestuur – is op grond van artikel 5.47 van de Omgevingswet ook het orgaan dat (voor zover dit niet verplicht is) besluit een voorkeursbeslissing te nemen.
Tevens komt de term “waterakkoord” niet meer voor in de Omgevingswet. De bevoegdheid tot het besluiten tot het vaststellen van waterakkoorden is dan ook uit dit delegatiebesluit verwijderd. In de praktijk kan het voorkomen dat een overeenkomst wel aangeduid wordt als “waterakkoord”. Het besluiten tot (en het) aangaan van deze overeenkomst vallen onder de algemene bevoegdheid tot het besluiten tot en het uitoefenen van alle privaatrechtelijke rechtshandelingen namens het Waterschap Limburg (nummer 26).
Een derde wijziging ziet op de bevoegdheid tot het aanwijzen van ambtenaren belast met toezicht op de naleving van wettelijke voorschriften ten aanzien waarvan het waterschapsbestuur met het toezicht op de naleving is belast. Op grond van artikel 18.6 van de Omgevingswet berust de bevoegdheid tot het aanwijzen van toezichthouders die zijn belast met toezicht op de naleving van de Omgevingswet bij het dagelijks bestuur. Indien en voor zover het Waterschap Limburg belast is met het toezicht op de naleving van andere wettelijke voorschriften dan de Omgevingswet, blijft het algemeen bestuur bevoegd tot het aanwijzen van ambtenaren belast met het toezicht. Deze bevoegdheid wordt door middel van dit delegatiebesluit overgedragen aan het dagelijks bestuur.
Vereenvoudiging van de delegatie van de bevoegdheid tot het besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen
Voorts bleek het Delegatiebesluit 2023 bij nadere beschouwing in de praktijk tot onduidelijkheid te leiden voor zover het betreft de bevoegdheid om te besluiten tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen. Met het Delegatiebesluit 2023 was bedoeld om deze bevoegdheid in beginsel volledig te delegeren aan het dagelijks bestuur, met uitzondering van – kort gezegd – besluiten tot het oprichten van of deelnemen in privaatrechtelijke rechtspersonen. In het Delegatiebesluit 2023 was dit tot uiting gebracht door van een aantal specifieke privaatrechtelijke rechtshandelingen expliciet te benoemen dat de bevoegdheid om daartoe te besluiten werd overgedragen aan het dagelijks bestuur. Daarnaast voorzag het Delegatiebesluit 2023 in een algemene vangnetbepaling op grond waarvan ook de bevoegdheid om te besluiten tot het verrichten van niet expliciet genoemde privaatrechtelijke rechtshandelingen aan het dagelijks bestuur werd overgedragen. Deze systematiek leidde er onbedoeld toe dat het niet voor iedereen evident was dat het dagelijks bestuur ook bevoegd was te besluiten tot het verrichten van niet expliciet in het Delegatiebesluit genoemde privaatrechtelijke rechtshandelingen. Om die reden wordt in dit delegatiebesluit daarom uitsluitend bepaald dat de bevoegdheid om te besluiten tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen volledig wordt gedelegeerd aan het dagelijks bestuur, met uitzondering van het oprichten van of deelnemen in privaatrechtelijke rechtspersonen en het sluiten van overeenkomsten ten behoeve van de werkzaamheden van de rekenkamer en de Commissie Integriteit. Dit komt zowel de duidelijkheid als de leesbaarheid van het delegatiebesluit ten goede.
De aan het dagelijks bestuur overgedragen bevoegdheid omvat, op twee expliciet genoemde uitzonderingen na, dus alle denkbare privaatrechtelijke rechtshandelingen. Zonder uitputtend te zijn gaat het onder andere om:
- •
Het besluiten tot het aangaan van en het uitvoeren van overeenkomsten omtrent de waterkwaliteitslaboratoriumactiviteiten;
- •
Het besluiten tot het aangaan, wijzigen of beëindigen van overeenkomsten en het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van gesloten overeenkomsten met betrekking tot het aan- en verkopen, het in gebruik geven en het ruilen, (ver)pachten en (ver)huren van onroerende zaken.
- •
Het aangaan, wijzigen en beëindigen van jacht- en visrechtovereenkomsten respectievelijk het overdragen of afstand doen van oude heerlijkheden, zoals jacht-, vis- en molenrechten voor zover deze als (oude) zakelijk rechten moeten worden aangemerkt.
- •
Het besluiten tot het aangaan, wijzigen of beëindigen van vaststellingsovereenkomsten en het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van deze vaststellingsovereenkomsten, voor zover het vaststellingsovereenkomsten betreft die gesloten worden om afspraken met betrekking tot (het gebruik van) onroerende zaken vast te leggen ter voorkoming van onteigening of het opleggen van gedoogplichten.
- •
Het besluiten tot het vestigen dan wel afstand doen van zakelijk rechten of het bij overeenkomst vestigen, wijzigen of beëindigen van kwalitatieve rechten en verplichtingen ten behoeve van onder meer het leggen van kabels en leidingen en het aanbrengen van andere werken van openbaar nut of de liquidatie daarvan;
- •
Het besluiten tot het aangaan en wijzigen van rekening-courantovereenkomsten;
- •
Het besluiten tot het aangaan, wijzigen of beëindigen van overeenkomsten en het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van overeenkomsten namens het Waterschap Limburg tot het leveren van diensten, goederen of werken aan het Waterschap Limburg;
- •
Het verlenen van vermindering of kwijtschelding van verplichtingen aan hen, die verplichtingen jegens het Waterschap Limburg zijn aangegaan;
- •
Het aangaan van samenwerkingsverbanden, zijnde een geen rechtspersoonlijkheid bezittend verband, bestaande uit ten minste twee deelnemers waaronder in ieder geval (een bestuursorgaan van) het Waterschap Limburg, dat is opgericht ten behoeve van de uitvoering van activiteiten, niet zijnde (1) de oprichting van en de deelneming in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen, (2) deelneming in een vennootschap of (3) het treffen van een regeling als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen voor zover het gaat om taken van het algemeen bestuur;
- •
Het binnen bestaande beleidskaders benoemen van bestuurders van en het bepalen van het standpunt van respectievelijk het uitoefenen van bevoegdheden namens het Waterschap Limburg in de hoedanigheid van deelnemer aan rechtspersonen, vennootschappen, gemeenschappelijke regelingen of andere samenwerkingsverbanden en
- •
De bevoegdheid tot het aangaan van convenanten.
Mandaat aan de rekenkamer en de Commissie Integriteit
De rekenkamer en de Commissie Integriteit dienen in het kader van de door hen te verrichten onderzoeken de mogelijkheid te hebben om bijvoorbeeld externe deskundigen te kunnen inschakelen. Daartoe dienen door het Waterschap overeenkomsten te worden gesloten. Om de onafhankelijke positie van de rekenkamer en de Commissie Integriteit ten opzichte van het dagelijks bestuur te waarborgen, is het niet wenselijk dat het dagelijks bestuur bevoegd wordt om over het verrichten van dergelijke privaatrechtelijke rechtshandelingen te besluiten.
Dit past ook bij de bepalingen uit de Waterschapswet over de positie van de rekenkamer. De bevoegdheden omtrent de instelling en positie van de rekenkamer zijn door de wetgever expliciet aan het algemeen bestuur geattribueerd. De wettelijke rol van het dagelijks bestuur is daarbij beperkt tot het op voordracht van de rekenkamer sluiten van arbeidsovereenkomsten met ambtenaren die de rekenkamer voor de uitoefening van haar taken noodzakelijk oordeelt. Het is gelet op die bepalingen het meest zuiver om de bevoegdheid om te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten voor het leveren van (met name) diensten niet aan het dagelijks bestuur te delegeren voor zover het aangelegenheden van de rekenkamer betreft. Om de rekenkamer wél in staat te stellen voortvarend te kunnen besluiten omtrent het aangaan van overeenkomsten met externe partijen, wordt daartoe een algemeen mandaat aan de rekenkamer verstrekt.
Voor de Commissie Integriteit gelden vergelijkbare overwegingen. Om de onafhankelijke positie van de Commissie Integriteit te waarborgen, is het meest zuiver om de bevoegdheid om te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten voor het leveren van (met name) diensten niet aan het dagelijks bestuur te delegeren. Om de Commissie Integriteit wél in staat te stellen voortvarend te kunnen besluiten omtrent het aangaan van overeenkomsten met externe partijen, wordt daartoe een algemeen mandaat aan de Commissie Integriteit verstrekt.
Nadere (tekstuele) verduidelijkingen
Het Delegatiebesluit 2023 bleek verder op een aantal punten nog (tekstueel) verduidelijkt te kunnen worden om het delegatiebesluit nog beter aan te laten sluiten op de bestaande bestuurspraktijk. Zo is bijvoorbeeld in de bevoegdheid tot besluitvorming omtrent subsidies verduidelijkt dat het gaat om alle bevoegdheden ten aanzien van alle subsidies (met grondslag in de Algemene Subsidieverordening Waterschap Limburg, een daarop gebaseerde subsidieregeling of in artikel 4:23, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht).
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl