Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR730417
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR730417/1
Financiële verordening Wetterskip Fryslân
Geldend van 01-01-2025 t/m heden
Intitulé
Financiële verordening Wetterskip FryslânHet algemeen bestuur van Wetterskip Fryslân,
gelet op artikel 108 van de Waterschapswet en hoofdstuk 4 van het Waterschapsbesluit,
besluit
vast te stellen de Verordening Financieel beleid en beheer van Wetterskip Fryslân.
Hoofdstuk I Inleidende bepalingen
ARTIKEL 1 BEGRIPSBEPALINGEN
Deze verordening verstaat onder:
-
1. administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen en verwerken van gegevens en het verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van de organisatie van het waterschap en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd;
-
2. begrotingscriterium: het criterium van rechtmatigheid dat betrekking heeft op de grenzen van de baten en lasten in de door het algemeen bestuur geautoriseerde begroting van exploitatie en investeringskredieten en de hiermee samenhangende programma’s, waarbinnen de financiële beheershandelingen tot stand moeten zijn gekomen.
-
3. doelmatigheid: de mate waarin bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen worden gerealiseerd;
-
4. doeltreffendheid: de mate waarin de doelen en effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald;
-
5. financiële administratie: het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van de organisatie van het waterschap, teneinde te komen tot een goed inzicht in:
-
• de financiële positie;
-
• het financieel beheer;
-
• de uitvoering van de begroting;
-
• de uitvoering van investeringsprojecten;
-
• het afwikkelen van vorderingen en schulden;
-
• alsmede tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover;
-
6. financiële rechtmatigheid: de rechtmatige totstandkoming van de baten, lasten en balansmutaties in overeenstemming met de begroting en met relevante wettelijke voorschriften, waaronder mede begrepen de waterschapsverordeningen;
-
7. goedkeuringstolerantie: de grens waarboven afwijkingen (fouten of onzekerheden) in de jaarrekening niet meer acceptabel zijn voor de accountant en leiden tot een andere dan goedkeurende accountantsverklaring;
-
8. investeringskrediet: het mandaat om de beschreven projectdoelen te realiseren binnen de in het besluit gestelde (financiële) kader.
-
9. misbruik en oneigenlijk gebruik-criterium: is het criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op het voorkomen, detecteren en corrigeren van misbruik en oneigenlijk gebruik van overheidsgelden en eigendommen van het waterschap bij financiële beheershandelingen;
-
10. rechtmatigheidsverantwoording: overzicht van de rechtmatigheidsfouten en onduidelijkheden in het kader van de financiële rechtmatigheid;
-
11. verantwoordingsgrens: de grens waarboven het dagelijks bestuur afwijkingen (rechtmatigheidsfouten en onduidelijkheden) moet melden in de rechtmatigheidsverantwoording;
-
12. voorwaardencriterium: is het criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op de eisen die worden gesteld bij de uitvoering van de financiële beheershandelingen. De eisen/voorwaarden zijn afkomstig uit diverse wet- en regelgeving en hebben betrekking op aspecten als doelgroep, termijn, grondslag, administratieve bepalingen, normbedragen, bevoegdheden, bewijsstukken, recht, hoogte en duur;
-
13. Waterschapswet: de Waterschapswet zoals deze luidt na het in werking treden van de Wet versterking decentrale rekenkamers van 28 september 2022 (Staatsblad 2022, 430);
-
14. Waterschapsbesluit: Besluit van 8 november 2023, houdende wijziging van het Waterschapsbesluit in verband met het actualiseren van de regels over beleidsvoorbereiding en verantwoording en de verdere uitwerking van de rechtmatigheidsverantwoording voor waterschappen (Staatsblad 2023, 424).
Hoofdstuk II Beleidsvoorbereiding en -verantwoording
ARTIKEL 2 BELEIDS- EN VERANTWOORDINGSCYCLUS
Het dagelijks bestuur zorgt ervoor dat de onderdelen van de beleids- en verantwoordingscyclus voldoen aan de relevante bepalingen van hoofdstuk 4 van het Waterschapsbesluit, aan relevante overige wetgeving en aan datgene wat deze verordening bepaalt.
ARTIKEL 3 PROGRAMMA-INDELING
-
1. Het algemeen bestuur stelt voor de beleids- en verantwoordingscyclus een programma-indeling vast.
-
2. Het algemeen bestuur stelt vast over welke onderwerpen zij naast de verplichte paragrafen van de begroting en de jaarstukken kaders wil stellen en wil worden geïnformeerd.
ARTIKEL 4 MEERJARENBELEID
Het dagelijks bestuur biedt het algemeen bestuur jaarlijks een nota aan over de beleidsuitvoering waarin opgenomen het beleid en de financiële kaders voor de begroting en de meerjarenraming.
ARTIKEL 5 MEERJARENRAMING
-
1. Het dagelijks bestuur biedt het algemeen bestuur jaarlijks een meerjarenraming aan waarin opgenomen het beleid voor het eerstvolgende begrotingsjaar en ten minste de vier daaropvolgende jaren.
-
2. In het onderdeel ‘uiteenzetting van de financiële positie’ in de toelichting op de meerjarenraming wordt in ieder geval ingegaan op:
- a.
een vermogensbehoefteplanning (als onderdeel van de financiering);
- b.
een beschouwing over de rente–ontwikkeling (als onderdeel van de financiering);
- c.
een rentegevoeligheidsanalyse (als onderdeel van de financiering).
- a.
ARTIKEL 6 BEGROTING
-
1. Het dagelijks bestuur biedt het algemeen bestuur ter vaststelling jaarlijks een begroting aan waarin opgenomen het beleid voor het eerstvolgende begrotingsjaar.
-
2. In het overzicht van de geraamde baten en lasten per programma worden bedragen per beleids-product gespecificeerd.
-
3. In de begroting wordt een overzicht van incidentele baten en lasten per programma opgenomen. Posten vanaf € 100.000 worden afzonderlijk gespecificeerd.
ARTIKEL 7 AUTORISATIE
-
1. Het algemeen bestuur autoriseert met het vaststellen van de begroting de baten en lasten per programma alsmede de dekkingsmiddelen.
-
2. Bij de begrotingsbehandeling stelt het algemeen bestuur vast van welke investeringen zij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige investeringen worden bij de begrotingsvaststelling geautoriseerd.
-
3. Voor investeringen die in de loop van het begrotingsjaar in uitvoering worden genomen en waarvoor geen autorisatie is verleend bij de begrotingsbehandeling legt het dagelijks bestuur voorafgaand aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel en een voorstel voor het autoriseren van een investeringskrediet aan het algemeen bestuur voor.
ARTIKEL 8 UITVOERING BEGROTING
-
1. Het dagelijks bestuur zorgt voor het per programma verzamelen en vastleggen van gegevens over de maatregelen die getroffen zijn en prestaties die geleverd worden, de doelstellingen en effecten die bereikt worden en de baten en lasten die gemaakt worden, opdat de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid, zoals vastgesteld door het algemeen bestuur, kunnen worden getoetst.
-
2. Het dagelijks bestuur zorgt ervoor dat de baten en lasten van de programma’s en de investeringsuitgaven, zoals geautoriseerd door het algemeen bestuur, niet worden overschreden.
-
3. Het dagelijks bestuur zorgt ervoor dat de dekkingsmiddelen die zijn opgenomen in de begroting naar kostendragers en de inkomsten die in investeringskredieten zijn opgenomen, zoals geautoriseerd door het algemeen bestuur, niet worden onderschreden.
ARTIKEL 9 RUIMTE BIJ BEGROTINGSUITVOERING
-
1. Het dagelijks bestuur is bevoegd onvoorziene, onuitstelbare en onafwendbare lasten in enig begrotingsjaar te dekken uit het bedrag voor onvoorzien (artikel 7 lid 4). Zij rapporteert hierover achteraf aan het algemeen bestuur.
-
2. Het dagelijks bestuur is bevoegd voor een programma de baten en lasten met 5 % van de geraamde baten en lasten tot een maximum van € 1.000.000 te onder- of overschrijden zonder toestemming vooraf van het algemeen bestuur indien de middeleninzet past binnen het vastgestelde beleid en indien de hiervoor benodigde financiële ruimte elders binnen de begroting kan worden gevonden. Een dergelijk feit wordt achteraf aan het algemeen bestuur gerapporteerd.
-
3. Het dagelijks bestuur is bevoegd een investeringskrediet met 5 % tot een maximum van € 100.000 te overschrijden zonder voorafgaande toestemming van het algemeen bestuur indien dit past binnen het vastgestelde beleid. Een dergelijk feit wordt achteraf aan het algemeen bestuur gerapporteerd.
-
4. Het dagelijks bestuur beslist niet eerder over:
- a.
de aan- en verkoop van goederen, werken en diensten groter dan € 10.000.000;
- b.
het verstrekken van leningen;
- c.
het verstrekken van kapitaal aan instellingen en ondernemingen;
- d.
dan nadat het algemeen bestuur is geïnformeerd over het voornemen en in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen hierover ter kennis van het dagelijks bestuur te brengen.
- a.
ARTIKEL 10 INFORMATIEPLICHT EN RAPPORTAGE
-
1. Het dagelijks bestuur informeert het algemeen bestuur zo spoedig mogelijk indien de realisatie van het beleid in betekenende mate afwijkt van hetgeen in de begroting is opgenomen.
-
2. Het dagelijks bestuur informeert het algemeen bestuur als zij verwacht, dat de lasten van een programma de geautoriseerde lasten dreigen te over- of onderschrijden, de investeringsuitgaven van een investeringskrediet het geautoriseerde investeringskrediet dreigen te over- of onderschrijden, of de baten van een programma de geautoriseerde baten dreigen te onder- of overschrijden.
-
3. Het dagelijks bestuur informeert het algemeen bestuur door middel van tussentijdse rapportages over de realisatie van het beleid dat in de begroting is opgenomen en over de uitvoering van investeringen.
-
4. De inrichting van de tussentijdse rapportages is gelijk aan de programma-indeling zoals die in de begroting is opgenomen.
-
5. De tussentijdse rapportages gaan in op afwijkingen van betekenende mate, zowel wat betreft de middeleninzet, de maatregelen die getroffen zijn en prestaties die geleverd worden, als de doelstellingen en effecten die bereikt worden.
-
6. In de tussentijdse rapportages worden voorstellen tot wijziging op de begroting van de baten en lasten van programma(onderdelen) en investeringskredieten toegelicht.
-
7. De tussentijdse rapportages bevatten in ieder geval een uiteenzetting over de uitvoering en het bijstellen van het beleid en een overzicht met de bijgestelde raming van:
- a.
de baten en de lasten per programma per beleidsproduct;
- b.
de algemene dekkingsmiddelen;
- c.
de geraamde vennootschapsbelasting;
- d.
het totale saldo van de baten en lasten, volgend uit de onderdelen a, b en c;
- e.
de beoogde toevoegingen en onttrekkingen aan reserves per programma;
- f.
het resultaat, volgend uit de onderdelen d en e;
- g.
raming van de investeringsuitgaven en -inkomsten.
- a.
-
8. Bij de behandeling van de tussentijdse rapportages in het algemeen bestuur als bedoeld in het derde lid, kan het dagelijks bestuur voorstellen doen voor het wijzigen van:
- a.
de geautoriseerde baten en lasten;
- b.
de geautoriseerde investeringskredieten;
- c.
de mutaties op de (bestemmings)reserves;
- d.
het beleid.
- a.
ARTIKEL 11 JAARSTUKKEN
-
1. Het dagelijks bestuur legt na afloop van ieder begrotingsjaar aan het algemeen bestuur verantwoording af over de uitvoering van de programma’s door middel van het ter vaststelling aanbieden van het jaarverslag en de door de accountant gecontroleerde jaarrekening.
-
2. Het algemeen bestuur bepaalt aan de hand van de uitvoering van de programma’s of de beleidsdoelen van de programma’s voor het lopende jaar bijstelling behoeven.
-
3. In het overzicht van de incidentele baten en lasten per programma worden posten vanaf € 100.000 afzonderlijk gespecificeerd.
Hoofdstuk III Rechtmatigheidsverantwoording
ARTIKEL 12 VERANTWOORDINGS- EN RAPPORTAGEGRENS
-
1. Het dagelijks bestuur legt in de paragraaf bedrijfsvoering van het jaarverslag verantwoording af over de geconstateerde rechtmatigheidsfouten én onduidelijkheden door middel van een rechtmatigheidsverantwoording en een toelichting.
-
2. Voor zover het totaalbedrag aan rechtmatigheidsfouten én onduidelijkheden in het kader van de financiële rechtmatigheid hoger is dan de verantwoordingsgrens neemt het dagelijks bestuur deze op in de rechtmatigheidsverantwoording.
-
3. De verantwoordingsgrens voor rechtmatigheidsfouten én onduidelijkheden in het kader van de financiële rechtmatigheid is gelijk aan de (laagste) goedkeuringstolerantie die wordt toegepast bij de accountantscontrole conform het Waterschapsbesluit en wordt berekend over de totale lasten inclusief toevoegingen aan reserves.
-
4. Geconstateerde rechtmatigheidsfouten en onduidelijkheden groter dan of gelijk aan 20% van de verantwoordingsgrens worden in de paragraaf bedrijfsvoering nader toegelicht.
ARTIKEL 13 VOORWAARDENCRITERIUM
-
1. Een onderdeel van het voorwaardencriterium is het opstellen van een overzicht van alle relevante wet- en (interne) regelgeving waaruit financiële beheershandelingen kunnen voortvloeien. Dit is het normenkader rechtmatigheid. Het normenkader wordt jaarlijks uiterlijk in december vastgesteld door het dagelijks bestuur en ter kennisneming aangeboden aan het algemeen bestuur.
ARTIKEL 14 BEGROTINGSRECHTMATIGHEID
-
1. De begrotingsrechtmatigheid wordt beoordeeld op het niveau waarop de begroting door het algemeen bestuur is geautoriseerd, zoals is opgenomen in artikel 7.
-
2. Bij investeringsprojecten wordt de begrotingsrechtmatigheid beoordeeld op het niveau van het totaal beschikbaar gestelde investeringskrediet.
-
3. Uitgangspunt is dat iedere overschrijding van de begroting voor wat betreft lasten of investeringsbudgetten als onrechtmatig wordt beschouwd. Deze overschrijdingen worden als rechtmatig aangemerkt wanneer:
- a.
er sprake is van een overschrijding waarbij direct gerelateerde inkomsten de overschrijding compenseren;
- b.
de overschrijding is geautoriseerd door middel van een door het algemeen bestuur vastgestelde begrotingswijziging.
- a.
-
4. Onderschrijdingen van de begroting voor wat betreft baten, lasten of investeringsbudgetten en overschrijdingen van de begroting voor wat betreft baten zijn onrechtmatig wanneer deze niet tijdig zijn gemeld aan het algemeen bestuur. Deze 0nderschrijdingen en overschrijdingen worden als rechtmatig aangemerkt wanneer deze in de eerstvolgende voortgangsrapportage aan het algemeen bestuur worden gemeld; indien deze onderschrijdingen en overschrijdingen zich voordoen na de laatste voortgangsrapportage worden ze als rechtmatig aangemerkt wanneer ze voor het laatst aan het algemeen bestuur worden gemeld tijdens het aanbieden van de jaarstukken.
ARTIKEL 15 MISBRUIK EN ONEIGENLIJK GEBRUIK
Het dagelijks bestuur zorgt voor en legt vast de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van regelingen en eigendommen van het waterschap.
Hoofdstuk IV Financieel beleid
ARTIKEL 16 FINANCIEEL BELEID ALGEMEEN
-
1. Het dagelijks bestuur doet aan het algemeen bestuur voorstellen voor het beleid ten aanzien van:
- a.
waardering en afschrijving van activa (artikel 17);
- b.
weerstandsvermogen, risicomanagement, reserves en voorzieningen (artikel 18)
- c.
kostenverdeling en onderbouwing tarieven en prijzen (artikel 19);
- d.
financieringsfunctie (artikel 20).
- a.
-
2. Het dagelijks bestuur zorgt ervoor dat de in het eerste lid bedoelde voorstellen in overeenstemming zijn met de relevante bepalingen van hoofdstuk 4 van het Waterschapsbesluit, met andere regelgeving die van toepassing is en met de in deze verordening opgenomen eisen.
-
3. Indien tijdens de realisatie is afgeweken van de kaders die zijn vastgelegd in het desbetreffende onderdeel van het in het eerste lid bedoelde beleid wordt daarop specifiek ingegaan, waarbij de reden van afwijking wordt vermeld.
ARTIKEL 17 WAARDERING EN AFSCHRIJVING
-
1. Het beleid ten aanzien van waardering en afschrijving van activa omvat in ieder geval:
- a.
de grens voor de verkrijgings- of vervaardigingsprijs waaronder een investering niet wordt geactiveerd;
- b.
de regels voor het activeren en waarderen van gronden en terreinen;
- c.
de afbakening tussen investering en onderhoud;
- d.
de mate waarin de bijdragen van eigen personeel, toe te rekenen rente en de kosten van ondersteunende diensten in de vervaardigingsprijs van vaste activa worden opgenomen;
- e.
de mogelijkheden om activa op te splitsen in verschillende componenten;
- f.
de methodiek van afschrijven
- g.
de afschrijvingstermijnen;
- h.
het moment van starten met afschrijven;
- i.
de restwaarde;
- j.
het al dan niet activeren van de kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen.
- a.
ARTIKEL 18 RISICOMANAGEMENT, WEERSTANDSVERMOGEN, RESERVES EN VOORZIENINGEN
-
1. Het beleid omtrent risicomanagement en weerstandsvermogen omvat in ieder geval:
- a.
een inventarisatie van de risico´s die het waterschap loopt;
- b.
een inventarisatie van de weerstandscapaciteit van het waterschap, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover het waterschap beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken;
- c.
het opvangen van risico’s door verzekeringen, voorzieningen, reserves, de weerstandscapaciteit of anderszins.
- a.
-
2. Het beleid omtrent reserves en voorzieningen omvat in ieder geval:
- a.
de vorming en besteding van reserves;
- b.
de vorming en besteding van voorzieningen;
- c.
de berekening en verwerking van rente over de reserves.
- a.
ARTIKEL 19 KOSTENVERDELING EN ONDERBOUWING TARIEVEN EN PRIJZEN
-
1. Het beleid omtrent kostenverdeling en onderbouwing van tarieven en prijzen omvat in ieder geval:
- a.
een beschrijving van het kostenverdelingssysteem;
- b.
de wijze waarop de kostenverdeling plaatsvindt op basis van objectieve, bedrijfseconomische criteria;
- c.
de kwantitatieve grondslagen die onderdeel vormen van de kostenverdelingssystematiek;
- d.
de methodiek voor de berekening van de rentelasten van vaste activa;
- e.
de onderbouwing van de tarieven die gelden voor de door het waterschapsbestuur in rekening te brengen rechten als bedoeld in artikel 115 van de Waterschapswet, zijnde rechten ter zake van:
- •
het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde bezittingen van het waterschap of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij het waterschap in beheer of in onderhoud zijn;
- •
het genot van door of vanwege het bestuur van het waterschap verstrekte diensten;
- •
het behandelen van verzoeken tot het verlenen van vergunningen of ontheffingen;
- f.
de onderbouwing van de prijs van producten en diensten die het waterschap aan derden kan leveren en waarmee het waterschap in concurrentie treedt met marktpartijen;
- g.
de mate van kostendekkendheid van de onder e. bedoelde tarieven.
- a.
-
2. Het dagelijks bestuur zorgt er voor dat er een actueel overzicht is van de tarieven, prijzen en kosten van de in dit artikel bedoelde rechten, producten en diensten.
ARTIKEL 20 FINANCIERINGSFUNCTIE
-
1. Het dagelijks bestuur zorgt er voor dat bij de uitoefening van de financieringsfunctie:
- a.
goede ondersteuning plaatsvindt van uitsluitend de taken die in het reglement aan het waterschap zijn opgedragen;
- b.
een continue toegang tot de kapitaalmarkt is;
- c.
voldoende financiële middelen worden aangetrokken en overtollige gelden worden uitgezet om de programma’s binnen de door het algemeen bestuur vastgestelde kaders van de meerjarenraming en de begroting te kunnen uitvoeren;
- d.
de volgende risico’s verbonden aan de financieringsfunctie worden beheerst: renterisico’s, kredietrisico’s, liquiditeitsrisico’s en operationele risico’s;
- e.
de kosten van de leningen zo veel mogelijk worden beperkt en er een voldoende rendement op de uitzettingen wordt bereikt;
- f.
de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities worden beperkt.
- a.
-
2. Het risicobeheer van de financieringsfunctie van het waterschap wordt gebaseerd op de volgende uitgangspunten:
- a.
ten opzichte van de taken die in het reglement aan het waterschap zijn opgedragen heeft de financieringsfunctie een ondersteunende rol. Financiering volgt en is dienstbaar aan deze taken (servicecentrum);
- b.
de uitvoering van de financieringsfunctie voegt geen financiële risico’s toe aan degene die zijn verbonden aan de uitvoering van de taken die in het reglement aan het waterschap zijn opgedragen, maar is er op gericht toekomstige risico’s te verminderen of te verschuiven;
- c.
bij het verstrekken van leningen , garanties en van risicodragend kapitaal (uit hoofde van de publieke taak) bedingt het dagelijks bestuur indien mogelijk zekerheden;
- d.
het wettelijk kader van de Wet FIDO wordt als uitgangspunt voor het beheersen van renterisico’s gehanteerd;
- e.
wat betreft de toekomstige omvang en samenstelling van de portefeuille vlottende opgenomen en verstrekte leningen wordt de kasgeldlimiet van de Wet FIDO in acht genomen.
- f.
wat betreft de toekomstige omvang en samenstelling van de portefeuille vaste opgenomen en verstrekte leningen wordt de renterisiconorm van de Wet FIDO in acht genomen;
- g.
het algemeen bestuur wordt geïnformeerd indien de kasgeldlimiet of de renterisiconorm dreigen te worden overschreden.
- a.
-
3. Het dagelijks bestuur neemt bij de uitvoering van de financieringsfunctie de volgende richtlijnen en limieten in acht:
- a.
in besluiten over uitzettingen van middelen, verstrekkingen van garanties en financiële participaties wordt het openbaar belang van dergelijke uitzettingen gemotiveerd;
- b.
het uitzetten van overtollige geldmiddelen gebeurt uitsluitend met inachtneming van artikel 2 en 2a van de Wet FIDO en artikel 2 en 2a van de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden.
- c.
er wordt geen gebruik gemaakt van derivaten;
- d.
aandelen worden niet gekocht tenzij dit gebeurt in het kader van de uitvoering van de in het eerste lid bedoelde publieke taken.
- a.
Hoofdstuk V Financiële organisatie en financieel beheer
ARTIKEL 21 FINANCIËLE ADMINISTRATIE
-
1. Het dagelijks bestuur zorgt ervoor dat de administratie zodanig van opzet en werking is, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:
- a.
het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in het waterschap als geheel en in zijn organisatieonderdelen;
- b.
het geven van een actueel en volledig inzicht in de bezittingen van het waterschap, waaronder ook worden begrepen de niet-geactiveerde objecten met cultuurhistorische waarde (waaronder panden, bedrijfsgebouwen, bedrijfsmiddelen en kunstvoorwerpen) alsmede overige investeringen die niet zijn geactiveerd;
- c.
het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van de (vaste) activa, voorraden, vorderingen, schulden en contracten;
- d.
het verstrekken van informatie over de geleverde prestaties en de maatschappelijke effecten van het beleid;
- e.
het verstrekken van informatie over baten, lasten, prestaties, maatregelen en effecten aan budgethouders voor zowel de planning, de uitvoering als de verantwoording van de realisatie;
- f.
een doelmatig beheer van geldstromen en financiële posities;
- g.
een goede interne en externe informatievoorziening over de uitvoering van de financierings-functie;
- h.
het inzicht krijgen in en bevorderen van de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving;
- i.
het afleggen van verantwoording door het dagelijks bestuur aan het algemeen bestuur over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving;
- j.
de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.
- a.
-
2. Het dagelijks bestuur zorgt ervoor dat:
- a.
de inrichting en de werking van de financiële administratie voldoen aan het Waterschapsbesluit en andere relevante wet- en regelgeving;
- b.
de financiële administratie tijdig alle door het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur genomen besluiten waaraan financiële gevolgen verbonden zijn alsmede alle overige gegevens en stukken verstrekt krijgt die ten behoeve van een juiste verzorging van de financiële administratie, de verslaggeving en het beheer van de vermogenswaarden nodig is;
- c.
de vereiste informatie tijdig verstrekt wordt aan het rijk, de provincie(s), de Europese Unie en het Centraal Bureau voor de Statistiek, alsmede aan andere instellingen die specifieke verantwoordingsverplichtingen opleggen aan het waterschap.
- a.
ARTIKEL 22 FINANCIËLE ORGANISATIE
-
1. Het dagelijks bestuur draagt in ieder geval zorgt voor:
- a.
een eenduidige indeling van de organisatie van het waterschap en een eenduidig toewijzing van de taken van het waterschap aan organisatorische eenheden;
- b.
een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden;
- c.
de wijze waarop wordt gewaarborgd dat de uitvoering van de begroting rechtmatig, doelmatig en doeltreffend verloopt;
- d.
de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;
- e.
de te maken afspraken met de verantwoordelijken voor de organisatorische eenheden van het waterschap over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen;
- f.
het beleid en de interne regels voor de inkoop en aanbesteding van werken, diensten en leveringen;
- g.
regels die aangeven welke elementen in ieder geval moeten worden opgenomen in voorstellen voor investeringsbesluiten die aan het algemeen of dagelijks bestuur worden voorgelegd;
- h.
regels ter uitvoering van het gestelde in artikel 20, die samen met regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening in een treasurystatuut worden opgenomen;
- i.
het beleid en de interne regels voor het voorkomen van fraude van regelingen en eigendommen van het waterschap, opdat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en verantwoording wordt voldaan;
- j.
het beleid en de interne regels voor de steunverlening en de toekenning van subsidies aan ondernemingen en instellingen.
- a.
-
2. Het dagelijks bestuur actualiseert de in het eerste lid bedoelde organisatie en regelingen zodra hiertoe aanleiding is.
Hoofdstuk VI Slotbepalingen
ARTIKEL 23 INWERKINGTREDING EN CITEERTITEL
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.
-
2. Deze verordening kan worden aangehaald als de “Financiële verordening Wetterskip Fryslân”.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur op 17 december 2024
de voorzitter, de secretaris
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl