Peilbesluit Wippolder peilgebied 2, polderwaterberging Markuslaan

Ondertekening

Bijlage 1: Peilenkaart

• •

  Peilenkaart Wippolder, peilgebied 2

Toelichting op het peilbesluit Wippolder peilgebied 2, polderwaterberging Markuslaan

1Inleiding

Het beheergebied van Delfland heeft een oppervlakte van ongeveer 40.000 hectare en bestaat uit circa 75 polders met circa 700 peilgebieden. Voor elk peilgebied is een waterpeil vastgelegd in een peilbesluit. Voor het gebied Wippolder peilgebied 2 (3,36 hectare groot) wijzigt dit vastgestelde peil vanwege een ambtshalve correctie. Dat houdt in dat een waterpeil wordt vastgelegd voor een klein gebied waarbij het dat waterpeil al langere tijd wordt aangehouden, dat het waterpeil geen knelpunt veroorzaakt en dat dat er geen maatregelen nodig zijn.

1.1Omschrijving situatie

In het oosten van de gemeente Westland ligt de Wippolder, peilgebied 2. In peilgebied 2 ligt polderwaterberging Markuslaan. In 2006 is een vergunning afgegeven voor de realisatie van de berging met het waterpeil van NAP -1,30m. In 2015 is het peilbesluit voor dit gebied vastgesteld met een peil van NAP –1,50m. Door een interne controle van het watersysteem blijkt dat het werkelijke waterpeil sinds de aanleg NAP -1,30m is en daarmee 20 cm hoger ligt van het vastgestelde peil.

Doordat het huidige waterpeil in peilgebied 2 afwijkt van het peilbesluit dient het peilbesluit geactualiseerd te worden.

1.2Werkwijze

Als eerste is onderzocht welke redenen er zijn voor de afwijking van het peil. Er is geconstateerd dat het huidige peil al langere tijd zonder problemen wordt aangehouden. Daarnaast is relevante achtergrondinformatie verzameld. Dit is beschreven in de aanleiding van hoofdstuk 1 en de gebiedsbeschrijving van hoofdstuk 2.

Daarna is in hoofdstuk 3 het peil afgewogen aan de hand van de functies en belangen. Dit leidt tot een onderbouwde peilkeuze. Bij de peilenkeuze hoort een peilenkaart om de begrenzing van het peilgebied aan te geven. Deze peilenkaart is als bijlage aan de toelichting toegevoegd. Daarnaast is ook een woordenlijst als bijlage toegevoegd voor extra uitleg over bepaalde gebruikte begrippen.

2Gebiedsbeschrijving

In de nota Peilbeheer worden de volgende functies genoemd: archeologie, glastuinbouw, grasland, bouwland en vollegrond teelt, natuur, recreatie en groene ruimte, stedelijk gebied en vaarwegbeheer. In dit hoofdstuk wordt onderzocht welke van deze functies in het gebied voorkomen. Naast deze functies wordt onderzocht welke waterhuishoudkundige en overige belangen voorkomen: bodemdaling, waterkeringen, watergangen en kunstwerken en overige waterhuishoudkundige belangen zoals oeverbescherming, waterkwaliteit en ecologie, risico op wateroverlast, risico op watertekort of droogte en objecten aan het water (duikers, beschoeiingen, bruggen, steigers). Om de waterhuishoudkundige belangen goed te kunnen meenemen in de peilafweging is de werking van het watersysteem beschreven.

2.1Gebied

Het gebied bevindt zich binnen de gemeente Westland ten westen van de Wippolderlaan, zie Figuur 1. In het gebied ligt de polderwaterberging Markuslaan, dat bij een te hoge waterstand in de polder ingezet kan worden. Het is een glastuinbouwgebied met (deels oude) bebouwing. Een aantal gebouwen zijn gebouwd voor 1970 en zijn mogelijk gefundeerd op houten palen dat kwetsbaar is voor peilveranderingen. De bodem bestaat uit klei en is niet zakkingsgevoelig.

Figuur 1: Locatie peilgebied 2

2.2Watersysteem

2.2.1Vorig peilbesluit

Voor peilgebied 2 is in 2015 peilbesluit ‘Wippolder’ vastgesteld. Het peil voor peilgebied 2 was vastgesteld met een vast peil van NAP -1,50 m. Dit is weergegeven in Figuur 1.

Figuur 2: Gedeelte van de peilenkaart van peilbesluit Wippolder uit 2015

2.2.2Waterhuishoudkundige belangen

In het peilgebied ligt de polderwaterberging Markuslaan. Een hoger of lager waterpeil heeft invloed op de hoeveelheid waterberging dat beschikbaar bij een te hoge polderwaterstanden.

Aan de west- en oostzijde van het peilgebied liggen regionale waterkeringen. Een peilverandering kan ongewenst zijn doordat de waterkering onstabieler wordt.

2.2.3Watersysteem in de praktijk

De praktijksituatie is weergegeven in Figuur 3. Het gebied heeft een praktijkpeil van NAP -1,30 m, dat te zien is in de meetreeks van berging Markuslaan, in Figuur 4. Daarmee ligt het waterpeil structureel 0,20 m hoger dan het peilbesluit.

Aan de west- en oostzijde van het peilgebied liggen watergangen van het boezemsysteem. Aan de zuid- en oostzijde grenst het peilgebied aan peilgebied 1 met een waterpeil van NAP -0,80 m. Aan de noordzijde van het peilgebied ligt een gebied met een afwijkend peil. Dit gebied is onderdeel van peilgebied 1 en heeft een afwijkende peilen van NAP -0,45 m.

De polderwaterberging en de watergang staan in verbinding met elkaar. In situaties met veel neerslag kan water vanuit het poldergebied, peilgebied 1 in de berging Markuslaan worden ingelaten. Bij het inlaten wordt de waterberging afgesloten van de rest van het peilgebied. Door middel van een gemaal kan de berging weer worden geleegd tot een waterpeil van NAP -1,30m.

Figuur 3: Kaart met de praktijksituatie van de waterhuishouding

Figuur 4 meetreeks gemeten waterpeilen meetpunt berging Markuslaan 6_BRG

2.2.4Waterkwaliteit en ecologie

De waterkwaliteit en ecologie van het gebied worden beschreven aan de hand van de Ecologische Sleutelfactoren (literatuurlijst punt 3).

Ecologische Sleutelfactor 1- Productiviteit van het water

Water in glastuinbouwgebied, zoals de Wippolder bevat vaak veel nutriënten. De waterkwaliteit van het water wordt in de buurt van de polderwaterberging gemeten bij meetpunt OW414-013. De gemiddelde meetwaarde voor fosfaat ligt 2 à 3 keer boven de norm. De gemiddelde meetwaarden voor stikstof liggen ruim 4 keer boven de norm.

Ecologische Sleutelfactoren 4 - habitat-geschiktheid en 5- verspreiding

De oevers van de waterberging zijn natuurvriendelijke ingericht voor meer biodiversiteit en een betere waterkwaliteit. De natuurvriendelijke oevers zijn aangelegd op het huidige peil en functioneren goed. De natuurvriendelijke oevers zorgen voor meer en verschillende vegetatie. Daarnaast hebben de oeverplanten ook een zuiverende functie, omdat ze voedingstoffen uit het water onttrekken.

3Peilafweging

In dit hoofdstuk wordt gekeken afgewogen welk waterpeil het beste is voor de voorkomende gebiedsfuncties en (waterhuishoudkundige) belangen. Daarbij wordt gekeken hoe negatieve effecten zo klein mogelijk kunnen blijven.

3.1Peilafweging

De huidige situatie is gewenst want het watersysteem werkt met een waterpeil van NAP -1,30 m goed. Ook komt het waterpeil zo overeen met de vergunning uit 2006 en met de praktijksituatie sinds de aanleg van de polderwaterberging in 2013.

De huidige situatie levert geen knelpunten op. In dit deel van de Wippolder is het systeem goed op orde en is voldoende berging beschikbaar. De berging is sinds de aanleg 1 keer kort gebruikt in september 2017 en toen was er ook voldoende waterberging beschikbaar. Bij het vorige waterpeil van NAP -1,50 m zou er in theorie meer waterberging beschikbaar zijn, alleen is dit voor het systeem niet nodig.

De natuurvriendelijk oevers functioneren goed met het huidige peil. Een aanpassing van het peil kan leiden tot een verslechtering van de natuurvriendelijke oevers.

De drooglegging in glastuinbouwgebied moet voldoende groot zijn om afwatering van drainagesystemen in de kassen mogelijk te houden. Met een waterpeil van NAP -1,30m is de drooglegging meer dan 0,80 meter. Dit is voldoende voor de afwatering van de drainagesystemen.

Het is niet gewenst dat het waterpeil teruggaat naar het peil uit het vorige peilbesluit, want dit betekent in de praktijk dat het peil lager wordt. Een peilverlaging kan leiden tot schade aan de fundering van de naastgelegen oude bebouwing. Ook kan het leiden tot instabiliteit aan de waterkeringen. Daarnaast levert een waterpeil van NAP -1,50 m ook technische problemen op bij het gemaal. De duiker naar het gemaal ligt op NAP -1,60 m en bij een waterpeil van NAP -1,50 m is dit te hoog om voldoende toestroming te hebben naar het gemaal.

3.2Peilkeuze

Gezien de bovenstaande afweging is gekozen voor een vast peil van NAP -1,30m. Het schouwpeil is NAP -1,30m.

Ten opzichte van het vorige peilbesluit is het peil 0,20m hoger.

Het vorige peilbesluit ‘Wippolder” uit 2015 voor peilgebied 2 wordt ingetrokken.

3.3Maatregelen

Voor het vaststellen van het peil zijn de geen maatregelen nodig.

Literatuur

• •

  Hoogheemraadschap van Delfland, 2015, Peilbesluit Wippolder

• •

  Hoogheemraadschap van Delfland, juli 2017, Beleidsnota peilbeheer

• •

  Ecologische Sleutelfactoren, begrip van het watersysteem als basis voor beslissingen, 6 juni 2014, rapportnummer 2014-19.

Woordenlijst

• •

  Gebied met afwijkend peil: Gebied van beperkte omvang waarin het peil afwijkt van het peil dat in het peilbesluit is vastgesteld.

• •

  Peil: Door waterschap in peilbesluit vastgelegde waterpeil dat in een bepaald gebied moet worden gehandhaafd.

• •

  Peilbesluit: Besluit van het Algemeen Bestuur van een waterschap, waarin de te handhaven peilen van de oppervlaktewateren ten opzichte van het NAP, de ligging van de peilgebieden en plaats van de peilschalen zijn aangegeven. Aan de gemaakte keuze ligt een integrale afweging van belangen en beleid ten grondslag.

• •

  Peilverlaging: Neerwaartse bijstelling van het waterpeil ten opzichte van het voorgaande peilbesluit verder dan peilaanpassing.

• •

  Peilgebied: Waterstaatkundige eenheid waarbinnen eenzelfde peil wordt gehandhaafd met behulp van gemaal, stuw of inlaat.

• •

  Praktijkpeil: Waterstand die werkelijk in een watergang aanwezig is, afgelezen van de peilschaal.

• •

  Schouwpeil: In het peilbesluit vastgesteld peil dat het referentieniveau vertegenwoordigt voor het voeren van schouw, dagelijks peilbeheer, afhandelen van vergunningen en het uitvoeren van onderhoud aan watergangen.

• •

  Vast peil: Het peilbeheer is gedurende het hele jaar gericht op een constant peil met zo min mogelijk fluctuatie.