Water- en rioleringsprogramma 2025-2030

Geldend van 17-12-2024 t/m heden

WRP gemeente Dinkelland

Water en Riolerings Programma - WRP 2025-2030

afbeelding binnen de regeling

Eén van de programma’s in het kader van de Omgevingswet

Definitief 20 augustus 2024

afbeelding binnen de regeling

Voorwoord

Beste lezer,

De gemeente Dinkelland zet zich in voor een gezonde leefomgeving. We richten de omgeving zo in dat mensen zich gezond voelen en ontmoeting en ontspanning mogelijk zijn. Daarom stimuleren we buiten bewegen, sporten en spelen, en houden we rekening met gezonde lucht, water, bodem en groen. De inrichting, het beheer en onderhoud van de openbare ruimte spelen een cruciale rol. Een goed ingerichte openbare ruimte zorgt voor een gezonde toekomst voor onze inwoners.

Water en riolering zijn hierbij essentieel. We zorgen voor goed onderhoud, een aantrekkelijke en gezonde leefomgeving en verbeteren de opvang en afvoer van water. We betrekken onze inwoners actief bij deze opgaven.

Het huidige plan is toekomstbestendig en financieel goed doordacht. Als we de riolering op peil willen houden en we willen inspelen op klimaatverandering, dan is een geleidelijke stijging van de rioolheffing helaas niet te voorkomen.

Met dit programma heb ik er alle vertrouwen in dat we samen met onze inwoners onze dorpskernen op het gebied van water en riolering leefbaar en gezond kunnen houden.

Benno Brand,

Wethouder gemeente Dinkelland

Samenvatting met leeswijzer

In dit WRP 2025-2030 (Water en Riolerings Programma) geeft gemeente Dinkelland aan hoe ze invulling geeft aan de wettelijke gemeentelijke watertaken op het gebied van afvalwater, hemelwater en grondwater. Kort samengevat:

  • Afvalwater wordt met riolering ingezameld en getransporteerd naar de zuivering van het waterschap. De afvoer van afvalwater uit de directe leefomgeving dient voor de bescherming van de volksgezondheid en het milieu en is mede bedoeld om stankoverlast tegen te gaan.

  • Hemelwater wordt steeds meer gescheiden gehouden van afvalwater, met de bedoeling het te infiltreren in de bodem of te lozen op oppervlaktewater. Door de klimaatverandering komen extreme buien vaker voor. Om de bewoonbaarheid van de leefomgeving te verzorgen zijn er nieuwe of grotere opgaven vanuit klimaatadaptatie.

  • Voor grondwater heeft de gemeente een beperkte rol. Bij grondwateroverlast wordt door de gemeente een afweging gemaakt om in te grijpen in de grondwaterstand.

  • Vanuit de zorgplicht voor hemelwater en grondwater heeft de gemeente ook watergangen in beheer die in verbinding staan met het regionale oppervlaktewatersysteem dat door het waterschap wordt beheerd.

De gemeente beschikt over een groot en fijnmazig systeem van riolering, rioolgemalen, kolken, wadi’s, waterbergingen en dergelijke om de genoemde doelen te realiseren. In dit WRP wordt een beeld gegeven hoe het beheer van dit systeem wordt gedaan, wat er allemaal bij komt kijken, welke afstemming en samenwerking een rol speelt en welke formatie hiertoe benodigd is.

Het WRP geeft een programmering voor de activiteiten in de planperiode. Het gaat naast het dagelijkse beheer en onderhoud om onderzoeksactiviteiten en om vernieuwing van objecten die het einde van de levensduur hebben bereikt. Het afstemmen van de vernieuwingsopgaven voor de riolering op andere opgaven zoals ruimtelijke ontwikkelingen, klimaatadaptatie, energietransitie, wegbeheer en stads- en dorpsvernieuwing vraagt blijvende aandacht in de gemeentelijke organisatie.

Het beheren en in stand houden en verbeteren van de riolering en aanverwante objecten kost geld. Deze middelen worden in de vorm van de rioolheffing opgehaald bij burgers en bedrijven. In het laatste hoofdstuk wordt aangegeven op welke manier de lasten worden verdeeld over de generaties en op welke manier tariefschommelingen worden gedempt. Vervolgens wordt benoemd welk tariefsysteem wordt gehanteerd. De uitkomst van de berekeningen resulteert in de benodigde hoogte van de rioolheffing voor de planperiode. De vaststelling hiervan gebeurt jaarlijks door de gemeenteraad in de vorm van de verordening rioolheffing.

Belangrijke aandachtspunten voor de planperiode:

  • Burgers en bedrijven betrekken bij klimaatadaptatie. Zij kunnen veelal maatregelen treffen die helpen om wateroverlast bij zware buien te verminderen. De opgave voor de gemeente is om te communiceren, om voorbeelden aan te dragen en wellicht om prikkels te geven.

  • Op orde brengen van de personele formatie. Door krapte is achterstand opgetreden bij het voorbereiden van de projecten uit het vorige plan en bij het verwerken van wijzigingen in het gegevensbeheer. Er wordt extra formatie ingezet vanaf 2025.

  • Tegelijk met het WRP wordt voorgesteld om een stimuleringsregeling vast te stellen voor het afkoppelen van regenwater en vergroenen van tuinen voor de duur van vier jaar.

  • Afgelopen jaren hoefde de rioolheffing niet te stijgen omdat de rente daalde en omdat achterstand optrad bij de projecten. De achterstand moet worden ingelopen en helaas is de rente niet langer extreem laag. Daarnaast is er sinds 2022 sprake van forse inflatie die ook doorwerkt in de kosten van de rioleringszorg. Deze drie punten leiden ertoe dat de rioolheffing moet stijgen om kostendekkend te blijven.

De rioolheffing is voor de planperiode 2025-2030 berekend. De resultaten staan in onderstaande tabel.

De rioolheffing dient voor 2025 en 2026 met 10 euro te stijgen, vanaf 2027 lijkt een minimale stijging van circa €3,-/jaar voldoende. Dit geldt voor de meest voorkomende tariefklasse. Hierbij is nog geen rekening gehouden met inflatie, dus de prijsindex komt er overheen. Met een indicatieve doorkijk naar een periode van 20 jaar zal de rioolheffing met totaal €155 euro stijgen. Bedragen zijn gebaseerd op prijspeil 2024.

afbeelding binnen de regeling

Het WRP is opgesteld vanuit het gedachtengoed van de nieuwe Omgevingswet, maar past ook in de kaders van de oude Wet milieubeheer. Het haakt zoveel mogelijk aan bij de gemeentelijke Omgevingsvisie en is qua beleid gericht op doorvertaling in het Omgevingsplan.

De hoofdtekst van het WRP is gericht op lezers met enige afstand tot het vakgebied. Op diverse plekken kan de lezer doorklikken naar kaders met nadere uitwerking. Daar wordt meer gebruik gemaakt van vakjargon en afkortingen.

1. Context.

Context.

In dit eerste hoofdstuk wordt het Water en Riolerings Programma (WRP) in zijn context geplaatst. Een hoofdstuk rondom de vraag: Wat is dit voor document? Het gaat in op de bedoeling van het WRP en de positie ten opzichte van andere beleidsdocumenten. Verder wordt teruggeblikt op de voorloper van dit nieuwe WRP, te weten het GRP 2019-2024. Tot slot volgt een overzicht van het besluitvormingstraject en het doorlopen proces.

1.1 - Bedoeling van het WRP.

De riolering vormt een omvangrijk collectief systeem. Het hoofddoel is bescherming van de volksgezondheid door contact met stedelijk afvalwater te voorkomen. Het tweede doel is het bevorderen van de leefbaarheid van het stedelijk gebied, door wateroverlast en stank zo veel mogelijk te voorkomen. Tot slot is het milieu gediend doordat riolering verontreiniging van bodem en oppervlaktewater tegengaat. Het is een grote verantwoordelijkheid om dit kostbare en complexe systeem goed te beheren en door te ontwikkelen. Daarover gaat het in dit WRP.

Bij het woord riolering in dit WRP moet u niet alleen denken aan buizen. De rioolbuizen zijn weliswaar het bekendste onderdeel van de riolering, maar er is meer. Er zijn bijvoorbeeld rioolgemalen, kolken, goten, drainage, wadi’s, sloten, bergingsvijvers, drukriool en IBA’s. Dit vormt een samenhangend systeem voor de inzameling van afvalwater, het verwerken van hemelwater en het regelen van de grondwaterstand.

Gemeenten hebben wettelijke taken op het gebied van waterbeheer. Beleidskeuzes moeten passen binnen de wettelijke kaders. Het gaat om afvalwater, hemelwater en grondwater. Daarnaast heeft de gemeente taken inzake oppervlaktewater, in aanvulling op de taken van het waterschap. In het WRP wordt het beleid verwoord dat de gemeente voert om invulling te geven aan genoemde taken.

Het WRP is geschreven voor bestuurders, gemeenteraadsleden, vakmensen van de riolering, beleidsambtenaren van andere vakgebieden, bestuurders en medewerkers van waterschap en provincie en ook voor geïnteresseerde leken. Deze brede doelgroep heeft uiteenlopende voorkennis en interesses. Er is daarom gekozen voor een beknopte hoofdtekst waarin de essenties aan bod komen. Via doorklikken zijn diepere lagen van het document te bereiken die meer details geven en logischerwijs meer jargon bevatten.

Het WRP heeft de volgende doelstellingen:

  • Het beleid formuleren voor de wettelijke gemeentelijke watertaken op het gebied van afvalwater, hemelwater en grondwater.

  • De samenhang tonen met andere beleidsterreinen. Daarbij wordt ook ingegaan op de verhouding met de Omgevingsvisie en het Omgevingsplan.

  • De samenhang tonen met taken van het waterschap.

  • Verantwoording afleggen over het gevoerde beheer van het systeem.

  • Laten zien welke programmering wordt aangehouden in de planperiode.

  • Inzichtelijk maken welke kosten worden toegerekend aan de rioolheffing.

  • Aangeven hoe schommelingen in de rioolheffing worden geëgaliseerd.

  • Berekenen welke hoogte van de rioolheffing nodig is in de planperiode, inclusief een doorkijk naar een periode van 20 jaar.

1.2 - Positie van het WRP.

Bijgaande afbeelding toont de positie van het WRP te midden van andere documenten:

afbeelding binnen de regeling
  • Bovenaan staat de Gemeentelijke Omgevingsvisie. In het regime van de Omgevingswet is dit één van de belangrijkste documenten voor elke gemeente. We streven naar een leefbare openbare ruimte en een gezonde en veilig leefomgeving. Het laat zien wat voor gemeente je bent en welke kant de gemeente op wil in de toekomst.

  • Aan de linkerkant staan diverse “waterplannen”. Zowel Rijk als provincie en waterschap maken beleidsplannen op het gebied van water. Van deze plannen zijn de Watervisie 2050 en het waterbeheerprogramma 2022-2027 van waterschap Vechtstromen het meest relevant voor het WRP.

  • Aan de rechterkant staan de vele onderwerpen binnen de gemeentelijke organisatie die raken aan het vakgebied riolering en stedelijk waterbeheer. Van deze onderwerpen is klimaatadaptatie momenteel erg actueel en sterk van invloed op het hemelwaterbeleid.

  • Aan de onderkant staat het gemeentelijke Omgevingsplan. In het omgevingsplan is te zien hoe het beleid voor riolering en water uit het WRP doorwerkt op perceelniveau. In het WRP wordt het beleid geformuleerd en onderbouwd. Op onderdelen is in de planperiode nog een gebiedsgerichte uitwerking nodig, terwijl te zijner tijd in het omgevingsplan per perceel de juridische doorwerking van dit beleid in bindende regels is te vinden.

  • Het WRP is een document van beperkte omvang. In de afbeelding is te zien dat er diverse onderliggende documenten zijn. Het betreft tekeningen, databestanden, berekeningen, leidraden en geautomatiseerde beheer- en informatiesystemen voor de watergangen, vijvers, wadi’s, drainage, infiltratie- en bergingsvoorzieningen, het grondwater, de riolering en voor de rioolgemalen. Deze zijn op de vak-afdeling beschikbaar.

afbeelding binnen de regeling

1.3 - Evaluatie van het vorige plan.

Voorafgaand aan dit WRP was er het GRP 2019-2024. In deze paragraaf wordt teruggekeken op de planperiode van dit GRP.

In de planperiode is een aantal projecten gerealiseerd, zie bijgaand kader. De conclusie is dat het GRP ambitieus was voor de in de organisatie aanwezige capaciteit. Voor het beheer was er gedurende de looptijd voldoende capaciteit aanwezig om dit op adequate wijze in te vullen.

Bijgaand kader toont de ontwikkeling van de rioolheffing tijdens planperiode GRP 2019-2024. Te zien is dat de rioolheffing eerst enkele jaren constant is gebleven en in 2024 is gestegen. In het kader wordt dit verder toegelicht.

In de aanloop naar het nieuwe WRP heeft een serie interviews plaatsgevonden. Deze zijn medio 2024 afgenomen bij collega’s die direct of indirect betrokken zijn bij riolering en waterbeheer. Het ging van rioolbeheerder tot leidinggevende. In bijgaand kader een weergave van de uitkomsten van de interviews. Samengevat leidt het tot de volgende conclusies en aandachtspunten:

  • Het rioolstelsel in gemeente Dinkelland wordt goed beheerd en de inzameling van afvalwater verloopt overwegend goed, maar leidt op sommige onderdelen tot klachten. Dit komt later terug.

  • De verwerking van hemelwater verdient aandacht omdat op sommige plekken wateroverlast optreedt bij zware buien en omdat het risico op overlast door extreme buien toeneemt door de verandering van het klimaat.

  • Probeer, vanwege duurzaamheid, met goede communicatie en met gerichte prikkels de inwoners en bedrijven te bewegen om het hemelwater op eigen perceel te benutten en te infiltreren in de bodem.

  • Streef naar een realistische optimale programmering van rioolrenovaties en rioolvervanging waarbij werk met werk wordt gemaakt in de openbare ruimte.

afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling

1.4 - Besluitvormingstraject van het WRP.

Onder de Omgevingswet is het opstellen van een programma een autonome gemeentelijke bevoegdheid. Het nieuwe WRP past in de geest van de Omgevingswet.

Het waterschap Vechtstromen is betrokken geweest bij het opstellen van het WRP, in zijn rol als beheerder van een zuivering-technisch werk en in zijn rol als beheerder van een deel van het oppervlaktewater.

Data voor vaststelling:

  • 16/17 juli laatste B&W, dan ter inzage leggen.

  • 1 okt in procedure.

  • Vaststelling op 22 oktober 2024 door gemeenteraad.

Na vaststelling van het WRP wordt een exemplaar toegezonden aan de provincie Overijssel en aan het waterschap Vechtstromen.

2 - Beleid gemeentelijke watertaken.

Beleid gemeentelijke watertaken.

Dit hoofdstuk behandelt het beleid voor de gemeentelijke watertaken, voorheen aangeduid als de zorgplichten riolering. Het gaat om afvalwater, hemelwater en grondwater. Deze watertaken hebben een wettelijke basis. Uitgaande van deze wetsteksten worden de drie gemeentelijke watertaken uitgewerkt tot concreet beleid. Centraal staat de bedoeling om het systeem integraal te benaderen, om samen met het waterschap de laagst maatschappelijke kosten te zoeken, om burgers en bedrijven zo goed mogelijk te bedienen en om te handelen met oog voor klimaat, energie en biodiversiteit.

2.1 - Beleid afvalwater.

In deze paragraaf staat het gemeentelijke beleid voor afvalwater.

De basis voor dit beleid staat in de Omgevingswet artikel 2.16. De wet gaat uit van inzameling van het afvalwater door de gemeente met een openbaar vuilwaterriool, behoudens enkele uitzonderingen.

afbeelding binnen de regeling

Kernformulering van het afvalwaterbeleid.

Gemeente Dinkelland voert als beleid om het huishoudelijk afvalwater en het bedrijfsafvalwater voor bijna 100% in te zamelen met riolering. Het belangrijkste motief hiervoor is het beschermen van de volksgezondheid, door afvalwater te verwijderen uit de directe leefomgeving. Daarnaast gaat het om leefbaarheid (voorkomen stankoverlast), bescherming van de waterkwaliteit en milieubescherming. Het stedelijk afvalwater (dat is de mix van afvalwater met hemel- en grondwater) wordt getransporteerd naar een overnamepunt en daar overgedragen aan het waterschap, die zorg draagt voor het verdere transport naar en de zuivering op de RWZI. Het is voor eigenaren van gebouwen waar afvalwater vrijkomt vrijwel altijd verplicht om een aansluiting te hebben op de riolering.

Uitwerking van het afvalwaterbeleid.

Hierna volgen enkele gebiedsgerichte en thematische uitwerkingen van het afvalwaterbeleid. Per onderwerp wordt de essentie kort vermeld. Gedetailleerde informatie is verkrijgbaar door te klikken op de link.

  • Afvalwaterbeleid voor woningen binnen de bebouwde kom.

    • Gemeenten hebben de plicht om afvalwater in te zamelen in de bebouwde kom. Voor lozers geldt een vrijwel volledig lozingsverbod richting bodem en oppervlaktewater. Het is daarmee vrijwel 100% verplicht om woningen binnen de bebouwde kom aan te sluiten op de riolering. Dit beleid geldt vanwege de volksgezondheid en vanwege de leefbaarheid in de zin van het voorkomen van stankoverlast. Zie bijgaand kader voor meer informatie. .

  • Afvalwaterbeleid voor niet-woningen binnen de bebouwde kom.

    • Voor niet-woningen geldt in principe hetzelfde beleid als voor woningen, namelijk aansluiten op de riolering vanwege de volksgezondheid. Het ligt alleen anders bij gebouwen waar geen afvalwater vrijkomt en bij bedrijven met bijzonder afvalwater of grote hoeveelheden afvalwater. Zie bijgaand kader voor meer informatie..

  • Afvalwaterbeleid in het buitengebied.

    • In het buitengebied wordt vrijwel overal (druk)riolering aangeboden. In die gebieden geldt door de aanwezigheid van riolering een lozingsverbod richting bodem en oppervlaktewater. In de gebieden zonder (druk)riolering is een individuele zuiveringsvoorziening (IBA) verplicht, die gezuiverd water loost in de bodem of op het oppervlaktewater. Zie bijgaand kader voor meer informatie. Het is de vraag welke veranderingen komende jaren optreden in het buitengebied en hoe de voorzieningen voor afvalwater eventueel worden aangepast. Denk aan ontwikkelingen op en rond het boerenerf zoals nieuwe verdienmodellen, zoals overstappen naar andere gewassen of andere bestemmingen. Denk ook aan de veroudering van bestaande systemen met de vraag of bij vernieuwing wordt gekozen voor bestaande of nieuwe oplossingen. Dit vergt gebiedsgerichte uitwerking in de planperiode in samenwerking tussen gemeente en waterschap.

  • Beleid voor nieuwe aansluitingen of grotere lozingen op bestaande riolering.

    • De riolering heeft een bepaalde capaciteit. Dat geldt voor het inzamelstelsel, voor het transportsysteem van gemalen en persleidingen en voor de RWZI. Nieuwe aansluitingen zijn niet zomaar mogelijk en bestaande lozingen mogen niet zomaar worden vergroot. Eerst moet de gemeente checken wat de mogelijkheden zijn. Bij grote lozingen moet ook het waterschap worden betrokken. Het gaat naast technisch inhoudelijke zaken ook over de kosten. Als een bestaande lozing aanmerkelijk wordt verzwaard, dan geldt dit als een nieuwe aansluiting. Zie bijgaand kader voor meer informatie.

  • Afvalwaterbeleid voor nieuw aanleg in uitbreidingswijken.

    • In nieuwe gebieden is aanleg van nieuwe riolering vereist. Dit gaat in nauw overleg tussen gemeente en waterschap. Zie bijgaand kader voor meer informatie. Het gaat in dit kader alleen om riolering voor de inzameling van afvalwater. Voor hemelwater, grondwater en oppervlaktewater bestaat apart beleid.

  • Beleid voor lozingen op de riolering.

    • Riolering is bedoeld voor huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater dat daarop lijkt. Andere lozingen zijn niet zomaar toegestaan omdat het schade kan berokkenen aan de riolering en/of aan de zuivering en/of aan het milieu. Het gaat om de algemene zorgplicht om de goede werking van riolering en zuivering niet te verstoren. Specifiek gelden eisen voor olie- en vetafscheiders. Zie bijgaand kader voor meer informatie.

  • Beleid om foutaansluitingen tegen te gaan.

    • Foutieve aansluitingen kunnen problemen veroorzaken. Ze zijn verboden (of op zijn minst ongewenst) en dienen te worden verholpen. In de praktijk wordt gekeken naar de omvang van de problemen. Bij grote problemen wordt ingegrepen. Het loopt vanaf het constateren van een knelpunt, via onderzoek en communicatie tot aan een eventuele juridische aanpak. Zie bijgaand kader voor meer informatie.

afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling

2.2 - Beleid hemelwater.

In deze paragraaf staat het gemeentelijke beleid voor hemelwater.

De basis voor dit beleid staat in de Omgevingswet artikel 2.16. De wetgever heeft gezocht naar balans tussen de eigen verantwoordelijkheid van de particulier en de collectieve verantwoordelijk­heid van de gemeente. Het is aan de gemeente om hierin lokale afwegingen te maken.

afbeelding binnen de regeling

Kernformulering van het hemelwaterbeleid.

Gemeente Dinkelland voert als beleid om het hemelwater zoveel mogelijk lokaal te benutten, te infiltreren in de bodem of te lozen op oppervlaktewater. Als lokale oplossingen ontoereikend zijn, zamelt de gemeente het overtollige hemelwater in, liefst gescheiden van het afvalwater, om het op een geschikte plek te lozen op oppervlaktewater. Hemelwater wordt in veel oudere gebieden gemengd met afvalwater afgevoerd naar de RWZI, met overstorten naar het oppervlaktewater.
De klimaatverandering noopt ons tot klimaatadaptatie, zoals infiltratie en buffering van hemelwater. De al ingeslagen weg wordt voortgezet om bij alle werkzaamheden in de openbare ruimte deze zodanig in te richten door overlast bij extreme buien te beperken. Hiervoor is het van belang dat groene gebieden in bestaande woonwijken beschikbaar komen voor hemelwateropvang. Bewoners en bedrijven worden gevraagd om maatregelen te treffen op eigen terrein.

Bij nieuwe ontwikkelingen wordt het principe van water en bodem sturend zo veel mogelijk toegepast. Op locaties met risico op wateroverlast wordt in afstemming met het waterschap gekeken of- en zo ja welke- aanvullende eisen volgen uit de hemel- en grondwaterzorgplicht. Het waterschap hanteert hierbij het principe dat de toename van de afvoer door verharding niet afgewenteld mag worden op het watersysteem en daarmee op benedenstroomse gebieden.

Uitwerking van het hemelwaterbeleid.

Hierna volgen enkele specifieke uitwerkingen van het hemelwaterbeleid. Per onderwerp wordt de essentie kort vermeld. Gedetailleerde informatie is verkrijgbaar door te klikken op de link.

  • Principes voor het hemelwaterbeleid.

    • Bij de opvang en verwerking van hemelwater zijn diverse keuzes te maken en er zijn uiteenlopende combinaties van keuzen mogelijk. Het hangt af van de lokale omstandigheden welke combinatie van keuzen de voorkeur verdient. Daarbij is het volgen van enkele principes behulpzaam. Het gaat om de principes schoonhouden, benutten, bergen, vertragen, infiltreren, direct lozen en inzamelen. Zie bijgaand kader voor meer informatie over de thematische uitwerking met principes voor het hemelwaterbeleid.

  • Concrete uitwerking hemelwaterbeleid.

    • Zie bijgaand kader met hemelwaterbeleid voor nieuwbouw en renovatie concreet uitgewerkt. Dit beleid geldt voor elke nieuwbouw en renovatie in de gehele gemeente Dinkelland. In een later stadium wordt het gebiedsgericht uitgewerkt.

  • Gebiedsgerichte nadere uitwerking van het hemelwaterbeleid.

    • Per buurt of wijk zijn er uiteenlopende omstandigheden die maken dat je tot andere keuzes komt voor de omgang met hemelwater. Op een hoge zandgrond wil je het hemelwater bijvoorbeeld infiltreren op de plek waar het valt. Maar op een lage plek met kwel en/of kleigrond is een traditioneel gescheiden rioolstelsel soms de beste keuze. Een volgend punt is dat je in een nieuwe wijk meer mogelijkheden hebt om duurzaam hemelwaterbeleid te voeren dan in bestaande situaties. Bijgaand kader benoemt de omstandigheden die bepalend zijn voor de uitwerking van het hemelwaterbeleid op buurtniveau.

    • Tijdens de planperiode van dit WRP kan deze gebiedsgerichte nadere uitwerking plaatsvinden. Tot die tijd geldt bovengenoemde concrete uitwerking.

    • Het beleid per buurt laat zich naderhand uitwerken tot perceelniveau in het Omgevingsplan. Bij een perceel staat dan aangegeven welk beleid er geldt en welke voorzieningen worden aangeboden. Op dat moment wordt het beleid voor afvalwater, hemelwater en grondwater concreet toegespitst op de betreffende omstandigheden. Bijgaand kader toont een voorbeeld van uitgewerkt beleid voor een perceel in het Omgevingsplan.

  • In gemeente Dinkelland is een aantal rioolstelsels van het gemengde type. Hierin wordt hemelwater in dezelfde buis afgevoerd als afvalwater. Gemengde stelsels hebben overstorten. In enkele kaders wordt nader ingegaan op deze overstorten:

    • Kader met uitleg over de functie en problematiek van overstorten.

    • Kader over de basisinspanning bij overstorten.

    • Kader met het overzicht van de overstorten in gemeente Dinkelland.

  • Hemelwaterbeleid kan worden ondersteund door particulier initiatief, vooral bij de gemengde rioolstelsels. Dit geeft kleine voordeeltjes per keer, maar vormt op termijn een krachtig middel om het bestaande gemengde rioolstelsel te ontlasten. Klik hier voor de voor- en nadelen van afkoppelen.

  • Extreme buien geven steeds vaker problemen met wateroverlast. Het geeft een nieuwe opgave en is onderdeel van de klimaatadaptatie. Zie bijgaand kader met het beleid voor wateroverlast bij extreme buien. Hierin staat wateroverlast gedefinieerd.

  • De gemeente heeft een wettelijke taak voor hemelwater, het waterschap voor beheer van het watersysteem, zowel kwantitatief als kwalitatief. Tussen deze taken bestaat een overgangsgebied, waarin lokale keuzes moeten worden gemaakt. Tussen gemeente en waterschap zijn afspraken gemaakt over wie waar het beheer voert van het stedelijk watersysteem. Zie bijgaand kader met de taken in het oppervlaktewater vanuit de hemelwatertaak.

  • Op het gebied van Water en Klimaat is er een link met het Provinciaal Programma Landelijk Gebied (PPLG). In het landelijk gebied komen diverse opgaven samen en dat is beschreven bijgaand kader.

afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling

2.3 - Beleid grondwater

In deze paragraaf staat het gemeentelijke beleid voor grondwater.

De basis voor dit beleid staat in de Omgevingswet artikel 2.16. De gemeentelijke grondwatertaak is beperkt van omvang en staat in relatie tot de verantwoordelijkheid van de perceeleigenaar en in relatie tot de taken van waterschap, provincie en Rijk. Het komt er op neer dat de gemeente een taak heeft voor het beïnvloeden van de grondwaterstand in openbaar gebied en voor het aanbieden van een afvoerroute voor grondwater vanaf aanliggende percelen, voor zover doelmatig. Het is aan de gemeente om hierin lokale afwegingen te maken.

afbeelding binnen de regeling

Kernformulering van het grondwaterbeleid.

Gemeente Dinkelland voert als beleid om te overwegen om de grondwaterstand in het openbare gemeentelijke gebied te beteugelen op die plekken waar zonder ingrijpen sprake is van structurele nadelige gevolgen van de grondwaterstand. Bij deze overweging spelen de vragen of maatregelen doelmatig zijn, of het niet de verantwoordelijkheid is van de eigenaar/gebruiker van een perceel en of het niet hoort bij de taak van waterschap, provincie of Rijk.

Uitwerking van het grondwaterbeleid.

Hierna volgen enkele specifieke uitwerkingen van het grondwaterbeleid. Per onderwerp wordt de essentie kort vermeld. Gedetailleerde informatie is verkrijgbaar door te klikken op de link.

  • Meldingen over vocht of grondwater.

    • Meldingen van burgers of bedrijven die overlast ervaren van vocht of grondwater worden zorgvuldig getoetst. Bouwkundige gebreken vormen vrijwel nooit een legitieme reden voor de gemeente om maatregelen te treffen maar zijn vrijwel altijd de verantwoordelijkheid van de eigenaar. Naast de verantwoordelijkheid voor de eigenaar is er een verantwoordelijkheid voor de bewoner, met name ventilatie. Zie bijgaand kader met uitgewerkt beleid bij meldingen over vocht of grondwater.

  • Het veranderende klimaat kan leiden tot langere droge perioden in het zomerhalfjaar. De zomers van 2018, 2019, 2020 en 2022 illustreerden dit. Het leidt onder meer tot verdord gras, een droogvallend watersysteem, vissterfte, lage grondwaterstanden, boomsterfte, verminderde opbrengsten in de landbouw en kans op bodemdaling en als gevolg daarvan funderings­schade. Ook de drinkwaterwinning staat onder druk. Provincies, waterschappen en de landbouwsector hebben in Nederland de knoppen in handen om te acteren tegen de gevolgen van langdurige droogte. Gemeenten hebben nauwelijks invloed tegen de gevolgen van droogte. Zie bijgaand kader met meer informatie over droogte. Gemeenten kunnen beleid tegen droogte steunen met communicatie en door het stimuleren van infiltratie van hemelwater in bebouwd gebied. Waterschap heeft het integraal beleidskader grondwater vastgesteld.

afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling

3 - Beheer.

Beheer.

Dit hoofdstuk gaat in op het beheer van de riolering en van de voorzieningen die hier aan gerelateerd zijn. Dit wordt ook wel assetmanagement genoemd, ofwel het goed omgaan met hetgeen je in beheer hebt. Het gaat daarbij niet alleen om de afzonderlijke objecten maar om het functioneren van het hele systeem en van de organisatie die met het beheer is belast. Dus beheer in brede zin van het woord. Eerst wordt het beheerde areaal vermeld, daarna wordt ingegaan op het contact met de gebruikers van de riolering. Vervolgens wordt stilgestaan bij het systeembeheer, inclusief besluitvorming bij rioolvervanging en omgang met calamiteiten. Daarna wordt ingegaan op het samenwerken met andere disciplines binnen de eigen organisatie en met het waterschap. Tot slot wordt de omvang van de formatie belicht. Al deze onderwerpen worden kort belicht om het WRP compact te houden en toch verantwoording af te leggen. In onderliggende documenten en systemen is meer informatie beschikbaar.

3.1 - Bespreking van het areaal.

Goed beheer begint met weten wat je hebt. In bijgaand kader een overzicht van de voorzieningen die de gemeente in eigendom en beheer heeft om invulling te geven aan de gemeentelijke watertaken. Het gaat om een beschrijving van het areaal op hoofdlijnen. Gedetailleerde informatie is te vinden in de beheersystemen.

afbeelding binnen de regeling

Ter informatie wordt een korte toelichting gegeven op essentiële onderdelen van de riolering. Riolering bestaat uit diverse objecten, zoals:

  • Huis- en bedrijfsaansluitingen;

  • Kolken en lijngoten;

  • Vrij-verval riolen;

  • Gemalen en persleidingen;

  • Buitengebied met pompunits en drukriool;

  • Drainage.

  • Wadi IBA

Klik op genoemde objecten voor een toelichting.

afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling

3.2 - Contact met de gebruikers van de riolering.

Deze paragraaf gaat in op de enkele contactmomenten die er zijn tussen de gebruikers van de riolering en de gemeente. Samenwerking vormt de basis voor het bereiken van onze doelstellingen, zowel intern als extern. Goede communicatie en participatie met de inwoners en stakeholders zijn daarmee een belangrijke vereiste. Inwoners willen geïnformeerd en betrokken worden bij actuele situaties en lopende projecten. Ze verwachten dat de gemeente open, transparant en integer handelt. Daarom is communicatie maatwerk.

Meldingen van burgers en bedrijven.

Meldingen van burgers en bedrijven zijn een belangrijke bron van informatie en dikwijls reden om in actie te komen. Denk aan een verstopte kolk, een probleem dat vlot door de gemeente kan worden verholpen. Klachten over water op straat bij zware buien zijn minder makkelijk te verhelpen, maar van belang bij het valideren van hydraulische berekeningen en bij het zoeken naar oplossingen.

Zorgvuldige registratie van meldingen heeft als voordeel dat op termijn bepaalde trends zichtbaar worden die van belang zijn voor inzicht in het functioneren van de riolering. Een lastig punt bij registratie van meldingen is dat burgers niet altijd ter zake doende meldingen doen. Wateroverlast door riolering is iets anders dan last hebben van een lekke kelder of een lekke dakgoot, maar door leken kan dit op één hoop worden gegooid.

Spelregels bij verstoppingen.

Woningen en overige panden zijn op de riolering aangesloten met aansluitleidingen. Hierin kan onverhoopt een verstopping ontstaan. Zo’n situatie gaat vaak gepaard met stress en is een belangrijk moment van contact met de gemeente. Duidelijkheid is op zo’n moment van belang. Op of nabij de erfgrens is op particulier terrein veelal een ontstoppingsstuk ingebouwd. De spelregels bij verstopping staan aangegeven in bijgaand kader. Kijk voor een actuele versie op de website van gemeente Dinkelland.

De hoofdregel is dat de lozer, door het opgraven van het ontstoppingsstuk, inzichtelijk maakt waar de verstopping zit. De eventuele kosten hiervoor zijn voor de lozer. Alleen bij verwijtbaar gedrag van de kant van de gemeente liggen de zaken anders.

Communicatie en bewustwording.

Burgers zijn zich dikwijls nauwelijks bewust van de aanwezigheid van riolering. Slechts een deel van de mensen weet hoe belangrijk de riolering is voor de volksgezondheid en voor de bewoonbaarheid van de leefomgeving. Bewustwording is belangrijk voor draagvlak voor de rioolheffing en om achteloos lozingsgedrag te voorkomen.

Naast bewustwording over het belang van goed lozingsgedrag kan worden aangesloten bij initiatieven voor educatie gericht op het bredere spectrum van duurzaamheid, circulariteit en biodiversiteit.

Communicatie bij projecten.

Bij (riool)projecten betrekken we de bewoners bij het waterbeheer in hun omgeving. Bewoners, eigenaren en gebruikers worden per project benaderd, bijvoorbeeld via voorlichtingsavonden, werk- en klankbordgroepen. Voor elk project wordt een communicatieplan op maat gemaakt. Dit plan maakt gebruik van diverse middelen, zoals een projectpagina op de gemeentelijke website met actuele informatie. Deze aanpak werkt goed en wordt voortgezet gedurende de looptijd van dit Waterbeheer en Rioleringsplan (WRP).

Regionaal en landelijk sluiten we aan bij verschillende acties en programma’s, zoals die van Twents waternet. Via Twents waternet zijn dat in ieder geval deelname aan de Twentse waterweken en jaarlijks een spraakmakende actie in het najaar.

In deze planperiode ontwikkelen we een apart communicatieprogramma en maken we flyers met antwoorden op veelgestelde vragen. Daarnaast bieden campagnes van Stichting Rioned extra mogelijkheden voor communicatie. In het kader van klimaatadaptatie, het afkoppelen en opvangen van hemelwater, en het verminderen van de hoeveelheid verharding, communiceren we actief met onze inwoners.

Een stimuleringsregeling voor inwoners en bedrijven vraagt om een apart communicatieprogramma. Als hiervoor wordt gekozen, wordt dit opgenomen bij het opstellen van de stimuleringsregeling.

Communicatie bij de aanslag rioolheffing.

Veel inwoners en bedrijven komen vrijwel nooit in contact met de gemeente over de riolering. Het enige moment is dan die van de aanslag rioolheffing. De inwoner of het bedrijf wordt geacht te betalen voor het in stand houden van de riolering. Dit moment kan worden aangegrepen om enige uitleg te geven over nut en noodzaak van de riolering, over het gesloten huishoudboekje van de rioleringszorg en dus over de redelijkheid van de rioolheffing. Naast uitleg in algemene zin kunnen enkele projecten uit het afgelopen jaar worden benoemd zodat men enig besef krijgt waaraan het geld wordt besteed.

afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling

3.3 - Gegevensbeheer, berekeningen en monitoring.

In deze paragraaf draait het om het systeem als geheel, dus niet om losse objecten. Inzicht in het functioneren van het systeem in z’n geheel, is essentieel om te weten wanneer onderhoud, reparatie, vervanging, verbetering of andere maatregelen noodzakelijk zijn. Het gaat onder meer om de volgende zaken:

  • De basis is het gegevensbeheer, weten wat je hebt. De uitdaging is om te werken volgens standaarden zoals GWSW en uitwisseling van gegevens met derden mogelijk te maken.

  • Hydraulische berekeningen helpen om het systeem-functioneren te begrijpen en te toetsen. Het nieuw op te stellen SSW kijkt naar het systeem als geheel en past daarmee bij het samenwerken tussen gemeente en waterschap.

  • Monitoring is gericht op de vraag hoe het systeem in de praktijk functioneert. Hier liggen kansen voor verbetering door de monitoring op te pakken in samenwerking tussen gemeenten en waterschap in de regio.

  • Degradatie-analyse en risico-gestuurd beheer zijn methoden die helpen om de kosten op lange termijn te beperken en inzichtelijk te maken.

In dit WRP worden deze berekeningen en beschouwingen slechts kort aangetipt. Elk onderwerp gaat gepaard met modellen, berekeningen en rapportages. Deze zijn aanwezig op de beherende afdeling.

afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling

3.4 - Integrale besluitvorming rondom rioolvernieuwing.

Het besluit om een rioolbuis te repareren, relinen of vervangen staat meestal niet op zichzelf. Gezien de consequenties van de rioolvervanging qua omvang van de werkzaamheden (straat open, brede sleuf en wegdek vervangen) hangt het besluit samen met andere aspecten die spelen in de openbare ruimte, zoals de kwaliteit en ouderdom van de weg, plannen om openbare ruimte anders in te richten, al of niet via burgerinitiatieven, en nieuwe opgaven zoals klimaatadaptatie, aanleg warmtenet of uitbreiding elektriciteitsnet. Het gaat bij de besluitvorming over rioolvervanging dus om meer dan alleen de riolering!

Onderstaande figuur illustreert het proces om te komen tot een besluit over het vervangen van riolering.

afbeelding binnen de regeling

In de praktijk is sprake van een besluit dat is gebaseerd op een meervoudige optimalisatie van aspecten die spelen in de openbare ruimte in een buurt of wijk. Vanuit het perspectief van de riolering is er dus sprake van optimalisaties op twee niveaus:

  • a.

    Niveau riolering: deze is gericht op de programmering van het in stand houden van de vrij verval riolering. Het optimum komt voort uit het risico-gestuurde rioolbeheer.

  • b.

    Niveau openbare ruimte: deze is gericht op een bredere programmering van opgaven. Het optimum komt voort uit de met elkaar samenhangende opgaven in een buurt of wijk.

afbeelding binnen de regeling

3.5 - Riolering en calamiteiten.

In de praktijk komen calamiteiten voor. Dat kan zijn door het falen van een object in de riolering zelf (defect of storing), waardoor het functioneren van het gehele systeem in het geding is. Maar een calamiteit kan ook worden veroorzaakt door een externe gebeurtenis, waarbij de riolering een rol speelt bij de gevolgen ervan. Bij grote calamiteiten moet worden opgeschaald. Het valt buiten het WRP om dit te beschrijven.

afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling

3.6 - Samenwerking bij het beheer van de riolering.

Riolering en stedelijk waterbeheer vormt een eigen vakgebied, maar geen sectorale aangelegenheid. Op diverse punten bestaan raakvlakken met andere afdelingen binnen en buiten de gemeentelijke organisatie. In het overzicht staan relaties van rioleringsbeheer met aanpalende gemeentelijke vakgebieden. Al deze relaties vragen direct of zijdelings aandacht van de rioleringsbeheerder.

Gemeenten en waterbeheerders komen elkaar op diverse punten tegen. Goede samenwerking met de waterbeheerder is van groot belang gezien de vele raakvlakken tussen gemeente en waterbeheerders. Het managen van deze relaties vergt aandacht van beide kanten en in beide organisaties van verschillende betrokken collega’s. Goede samenwerking tussen gemeente en waterschap past bij de geest van de Omgevingswet. De overheid mag niet versnipperd optreden, maar verschillende overheidsinstanties werken samen ten behoeve van de maatschappij.

Twents waternet is de naam van het regionale samenwerkingsverband tussen de Twentse gemeenten, provincie Overijssel, Vitens en waterschap Vechtstromen.

afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling

3.7 - Formatiecheck.

Rioleringsbeheer is een veelomvattende aangelegenheid en vraagt inzet van menskracht. Bijgaand kader geeft een overzicht van de personele aspecten van de rioleringszorg. Het overzicht volgt de indeling van de Kennisbank van RIONED. De methode geeft een globale check op de omvang van de beherende organisatie van de gemeente.

Uit de globale check van de personele aspecten van de rioleringszorg blijkt dat gemeente Dinkelland een te krappe formatie kent voor het onderwerp riolering en water. Het leidt er onder andere toe dat investeringsprojecten vertraging oplopen ten opzicht van de programmering. Gedurende het opstellen van dit WRP is ook een afdelingsplan opgesteld waarop is afgestemd.

afbeelding binnen de regeling

4 - Programmering.

Programmering.

Dit hoofdstuk draait om de programmering van activiteiten die nodig zijn om invulling te geven aan de gemeentelijke watertaken. Dat gaat in de eerste plaats om het dagelijkse beheer en onderhoud. Daarna wordt stilgestaan bij onderzoeksprojecten. Tot slot wordt gekeken naar investeringen om delen van stelsel te renoveren, verbeteren of vernieuwen. De programmering is inclusief jaartallen en kosten. Alle bedragen zijn op prijspeil 2024 met het inzicht van dat moment. In de jaarlijkse begroting en bij kredietaanvragen worden de bedragen geactualiseerd.

4.1 - Beheer en onderhoud.

Het beheer en onderhoud van de riolering is van essentieel belang om het systeem goed te laten functioneren. In hoofdstuk 3 van dit WRP is uiteengezet hoe het beheer en onderhoud wordt georganiseerd in gemeente Dinkelland. In de planperiode wordt dit voortgezet.

Activiteiten die worden uitgevoerd ten behoeve van gemeentelijke watertaken mogen worden toegerekend aan het rioleringsbeheer. Sommige activiteiten worden enkel uitgevoerd ten behoeve van de gemeentelijke watertaken en worden daaraan geheel toegerekend, bijvoorbeeld het inspecteren en reinigen van de riolering. Daarnaast zijn er gemengde activiteiten, zie bijgaand kader. Voor deze activiteiten geeft de begroting aan welk gedeelte van de kosten ten laste van de riolering wordt gebracht, op basis van het beleid uit het WRP. Tot slot zijn er activiteiten die niet bij de riolering horen. Deze zijn natuurlijk niet uitputtend op te sommen. Enkele worden wel aangetipt in hetzelfde kader, omdat er discussie over kan ontstaan. I

Bijgaande tabel geeft een overzicht van de kosten (met afgeronde bedragen) voor het beheer en onderhoud van de rioleringszorg op prijspeil 2024.

Voor het dagelijkse beheer en onderhoud is een bedrag opgenomen van totaal €549.000/jaar. Dat wordt vanaf 2025 verhoogd met €20.000/jaar voor het beheer van wadi’s en €25.000/jaar gemiddeld voor het uitvoeren van onderzoeken (zie paragraaf 4.2).

afbeelding binnen de regeling

4.2 - Onderzoeksprojecten.

Onderzoek en planvorming zijn nodig om goed zicht te houden op de ontwikkeling van het rioolstelsel. Het helpt om de goede koers te houden binnen de rioleringszorg. Bijgaand overzicht toont de geplande projecten. Doorklikken op een onderwerp brengt u bij een kader met extra informatie. Het is goed denkbaar dat tijdens de looptijd van dit WRP nog enkele acties worden toegevoegd vanuit actuele ontwikkelingen.

Onderzoeksprojecten met een regionaal karakter worden voorgedragen voor uitvoering onder de paraplu van het Twents waternet.

afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling

4.3 - Programmering van vernieuwingsprojecten.

De riolering is opgebouwd uit een groot aantal objecten, zoals in §3.1 omschreven. Deze objecten verouderen en moeten om de zoveel tijd worden gerenoveerd of vervangen, zoals in §3.3 is toegelicht. Dit is een doorgaand proces met de bedoeling om de riolering op lange termijn in stand te houden.

De vernieuwingsprojecten bestaan uit de volgende categorieën:

  • Verouderde riolen vernieuwen.

    • Verouderde riolen moeten op enig moment worden vernieuwd, door middel van renovatie of rioolvervanging. Zie bijgaand kader met meer informatie over risicogestuurde rioolvernieuwing met behulp van model Rasmariant.

  • Riolering meeliften met ruimtelijke ontwikkelingen.

    • Bij ingrijpende ruimtelijke ontwikkelingen wordt soms meegelift met nieuwe riolering terwijl die nog enige tijd had meegekund, zie paragraaf 3.4. Het riool wordt dan iets te vroeg vernieuwd als je het alleen vanuit de riolering bekijkt, maar dan is alles weer helemaal nieuw en gaat lang mee.

  • Verbeteringsmaatregelen aan de riolering.

    • Verbeteringsmaatregelen zijn gericht op het aanpassen van de riolering aan veranderde omstandigheden en nieuwe inzichten. Denk aan het vergroten van een 50 jaar oud riool omdat er meer afvalwater doorheen moet dan vroeger. Of denk aan extra voorzieningen om zware buien te kunnen verwerken

  • Rioolgemalen vernieuwen.

    • Het benodigde budget voor het vernieuwen van onderdelen van de rioolgemalen (afgezien van de pompunits van de drukriolering) wordt geraamd op €181.500 per jaar.

  • Drukriolering vernieuwen.

    • Het benodigde budget voor het vernieuwen van onderdelen van de drukriolering in het buitengebied wordt geraamd op €395.500 (en loopt op naar €791.500/jaar). Waterlopen her-profileren. Waterlopen moeten naast het normale jaarlijkse onderhoud, na verloop van tijd worden opnieuw op profiel worden gebracht.

  • Restkredieten uit de vorige planperiode afronden.

    • Naast nieuw op te starten projecten zijn er nog restkredieten. Dit betreft projecten die zijn opgestart in de vorige planperiode maar nog niet zijn afgerond. Dit is soms veroorzaakt door personeelstekort, maar soms ook door vertraging door het meeliften met andere vakdisciplines en de daarmee gepaard gaande complexiteit. Deze projecten zijn dus reeds concreet benoemd en er is krediet verleend door de gemeenteraad. In de het uitvoeringsprogramma zijn deze projecten opgenomen en wordt een inhaalslag gemaakt de komende jaren.

  • Subsidie duurzaamheid.

    • Om onze bedrijven en inwoners te stimuleren om regenwater af te koppelen en hun eigen terrein te vergroenen wordt er voorgesteld een subsidieregeling vast te stellen, voor de duur van vier jaar. Het beschikbare budget wordt voorgesteld op €50.000,-/jaar en wordt ten laste gebracht van de rioolheffing.

In de planperiode wordt gestreefd naar het volgende investeringsniveau voor projecten:

afbeelding binnen de regeling

5 - Rioolheffing

Rioolheffing

Dit hoofdstuk draait om de bekostiging van de gemeentelijke watertaken via de rioolheffing. Als eerste wordt ingegaan op het wettelijke kader voor de rioolheffing. Daarna staan wij stil bij de vraag welke generatie opdraait voor kosten van investeringen en hoe je jaarlijkse schommelingen in de rioolheffing kunt voorkomen. Vervolgens komt aan de orde welk tariefsysteem de gemeente hanteert voor de rioolheffing. Tot slot volgt de doorrekening tot de benodigde rioolheffing.

5.1 - Wettelijk kader voor de rioolheffing.

De wettelijke basis voor de rioolheffing is opgenomen in artikel 228a van de Gemeentewet.

De rioolheffing is een bestemmingsheffing. De inkomsten uit de rioolheffing zijn alleen beschikbaar voor uitgaven gerelateerd aan de gemeentelijke watertaken. De inkomsten uit de rioolheffing mogen wel aangevuld worden met inkomsten uit de algemene middelen. In fiscaal-juridische zin betekent dit dat de heffing een zuivere belasting is. Belangrijke aandachtspunten van de rioolheffing zijn:

  • De opbrengsten zijn bestemd voor het doel waarvoor de heffing in het leven is geroepen:

    • het inzamelen en transporteren van afvalwater;

    • het verwerken van hemelwater;

    • het ingrijpen in de grondwaterstand.

  • De heffing mag niet hoger zijn dan de kosten die de gemeente voor dit doel maakt (maximaal 100% kostendekkend). Ook mag de gemeente de opbrengst niet aan andere zaken uitgeven.

  • De vormgeving van de heffing moet een relatie hebben met de gemeentelijke watertaken. De gemeente treft de voorzieningen in het algemeen belang, maar zij moet de kosten wel op een aanvaardbare manier verdelen. Dit houdt in dat er een zekere relatie moet zijn tussen het kostenverhaal via de rioolheffing en het belang dat de belastingplichtige heeft bij de voorzieningen (profijtbeginsel).

De kaders van de begrotingsregels liggen vast in:

  • Gemeentewet

  • Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken

  • Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV)

  • Notitie riolering commissie BBV

  • Jurisprudentie (i.o.)

In bijgaand kader wordt in negen onderwerpen ingegaan op de specifieke onderdelen van de begrotingsregels voor de rioolheffing vanuit het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV).

afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling

5.2 - Lastenverdeling over generaties en tariefs-egalisatie.

Het berekenen van de benodigde rioolheffing is in essentie het in balans brengen van de inkomsten en uitgaven. Tussen beide staat de keuze van afschrijven en/of sparen. Deze keuze heeft een dempend effect maar omvat ook een keuze welke generatie profijt heeft van een werk en welke ervoor betaalt. Daarnaast is een demper gewenst als tariefs-egalisatie, zodat de heffing niet van jaar tot jaar varieert afhankelijk van de projecten van dat jaar en van eventuele mee- of tegenvallers. In bijgaand kader meer informatie over verdeling van de lasten over huidige en toekomstige generaties:

Bijgaande grafiek toont de stand van de voorziening(en) plus reserve, tegenover de openstaande kredieten en de boekwaarde van de activa. Populair gezegd: het geld in de portemonnee en de rekening die nog onderweg is en de restschuld van de hypotheek van oude investeringen. Het gaat om een voorziening/reserve van 4,1 miljoen euro een boekwaarde van 15,6 miljoen euro, alle waarden per 1 januari 2024. Deze grafiek kan sterk verschillen van gemeente tot gemeente. Sommige hebben vooral schulden, andere vooral spaargeld. Belangrijk is wel om hierbij op te merken dat het totaalplaatje van een gemeente meer omvat dan alleen de riolering.

afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling

5.3 - Vormgeving van het tariefsysteem van de rioolheffing.

Gemeenten hebben vanuit de Gemeentewet – artikel 2.28 de mogelijkheid tot een heffing om de kosten voor de gemeentelijke watertaken te bestrijden.

Bijgaand kader schetst enkele wetenswaardigheden rondom de rioolheffing en mogelijke varianten. In het volgende kader staat een overzicht van de belangrijkste kenmerken van de verordening rioolheffing in onze gemeente.

In onderstaande grafiek is te zien hoe de rioolheffing is opgebouwd (2024) op hoofdlijnen:

afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling

5.4 - Berekening van de benodigde rioolheffing.

Deze paragraaf geeft de doorrekening naar de benodigde rioolheffing om voldoende geld te hebben voor het beheer en de geplande projecten. De gegevens en de keuzes van de voorgaande delen uit het WRP komen hier bij elkaar en leiden tot de benodigde rioolheffing. In bijgaand kader staan de uitgangspunten bij de berekening van de benodigde rioolheffing beknopt weergegeven.

De rioolheffing is voor de planperiode 2025-2030 berekend. De resultaten staan in onderstaande tabel.

De rioolheffing dient voor 2025 en 2026 met 10 euro te stijgen, vanaf 2027 lijkt een minimale stijging van circa €3,-/jaar voldoende. Na de planperiode zal de rioolheffing weer iets sneller stijgen, zoals het nu is berekend. Dit geldt voor de meest voorkomende tariefklasse. Hierbij is nog geen rekening gehouden met inflatie, dus de prijsindex komt er overheen. Met een indicatieve doorkijk naar een periode van 20 jaar zal de rioolheffing met totaal €155 euro stijgen.

afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling