Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR730288
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR730288/1
Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2025
Geldend van 21-12-2024 t/m heden
Intitulé
Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2025De raad van de gemeente Harderwijk;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 november 2024,
nummer h240414869;
gelet artikel 227 Gemeentewet
b e s l u i t:
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2025
Artikel 1 Belastbaar feit
Onder de naam "reclamebelasting" wordt een directe belasting geheven ter zake van openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg.
Artikel 2 Belastingplicht
-
1. De reclamebelasting wordt geheven van degene van wie, dan wel ten behoeve van wie, al dan niet met vergunning, de reclameobjecten worden aangetroffen.
-
2. In afwijking in zoverre van het bepaalde in het eerste lid wordt de reclamebelasting, ter zake van openbare aankondigingen die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg en die zijn aangebracht door tussenkomst van een exploitant, geheven van die exploitant.
-
3. In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid wordt de reclamebelasting, ter zake van reclameobjecten die door tussenkomst van een tussenpersoon zijn aangebracht, geheven van die tussenpersoon.
Artikel 3 Maatstaf van heffing en belastingtarief
-
1. De belasting wordt geheven naar een vast bedrag per vestiging waar één of meer openbare aankondigingen zijn aangebracht of geplaatst, die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg.
-
2. Voor de toepassing van dit artikel worden, indien meerdere gebouwen of bouwwerken of delen daarvan die direct naast of boven elkaar gelegen zijn en die tezamen door één organisatie of bedrijf voor één doel worden gebruikt, die gebouwen en bouwwerken aangemerkt als één vestiging;
-
3. Het tarief van de reclamebelasting bedraagt € 144,22
Artikel 4 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 5 Ontstaan van belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
-
1. De belasting geheven bij wege van aanslag is verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, indien de belastingplicht op een later tijdstip aanvangt, op dat tijdstip;
-
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de reclamebelasting verschuldigd voor zoveel maanden als er in dat tijdvak, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
-
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt de aanslag op verzoek van belastingplichtige verminderd met zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde reclamebelasting als er in dat tijdvak na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 6 Wijze van heffing
-
1. De reclamebelasting wordt bij wege van aanslag geheven.
-
2. Belastingaanslagen van minder dan € 5,00 worden niet opgelegd. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde belastingaanslagen aangemerkt als één belastingaanslag.
Artikel 7 Vrijstellingen
De belasting wordt niet geheven voor:
- a.
het hebben van openbare aankondigingen welke noodzakelijk voor de uitoefening van hun publieke taak, door het rijk, de provincie, de gemeente of door waterschappen, zuiveringsschappen en veenpolders zijn aangebracht of geplaatst;
- b.
het hebben van openbare aankondigingen door de gemeente ten behoeve van percelen, waarvan de gemeente krachtens eigendom, bezit of beperkt recht de genothebbende is, met uitzondering van die percelen, welke aan derden zijn verhuurd;
- c.
het hebben van openbare aankondigingen uitsluitend gebezigd voor een liefdadig doel;
- d.
het hebben van openbare aankondigingen op als vervoermiddel bestemd en als zodanig in gebruik zijnd materieel;
- e.
het hebben van openbare aankondigingen ten behoeve van evenementen met een cultureel, of Harderwijk-promotioneel, dan wel aan de Harderwijker historie verwant doel, georganiseerd door een in Harderwijk gevestigde niet-natuurlijke persoon.
- f.
aangebracht op scholen, zorginstellingen, ziekenhuizen, kerken en moskeeën, en die betrekking hebben op de functie van het gebouw.
- g.
het hebben van openbare aankondigingen die betrekking hebben op de 1e-lijns gezondheidszorg.
- h.
op grond van het hebben van een ANBI-status (algemeen nut beogende instelling).
Artikel 8 Termijnen van betaling
-
1. De belasting geheven bij wege van aanslag moet, in overeenstemming met artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, worden betaald uiterlijk zes weken na de dagtekening van het aanslagbiljet.
-
2. In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen reclamebelasting of andere heffingen meer is dan € 100,00 doch minder dan € 10.000 en het totaalbedrag van dat aanslagbiljet door middel van automatische incasso van de betaalrekening van de belastingplichtige kan worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
-
3. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete zijn het eerste en tweede lid van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.
-
4. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 9 Kwijtschelding
Van de in artikel 1 genoemde belasting wordt geen kwijtschelding, als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990 (Stb.221), verleend.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van reclamebelasting.
Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel
-
1. De "Verordening reclamebelasting 2024" van 7 december 2023, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
-
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.
-
4. Deze verordening wordt aangehaald als de "Verordening reclamebelasting 2025".
Ondertekening
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente
Harderwijk in zijn openbare vergadering van
12 december 2024
de heer J. Joon
voorzitter
de heer H.R. Lanning
raadsgriffier
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl