Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR730285
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR730285/1
Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2025
Geldend van 21-12-2024 t/m heden
Intitulé
Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2025De raad van de gemeente Harderwijk;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 november 2024,
nummer 02430000196527 / 02430000678815;
gelet op artikel 216 en 228 van de Gemeentewet
besluit:
Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2025
Artikel 1 Definities
-
a) een jaar: een kalenderjaar
-
b) een maand: een kalendermaand
-
c) een week: een periode van 7 achtereenvolgende dagen
-
d) een dag: een periode van 24 achtereenvolgende uren, aanvangende te 0:00 uur, of een gedeelte daarvan
-
e) een kwartaal: een periode van 3 achtereenvolgende maanden;
-
f) Zomerseizoen: een periode van 1 maart tot en met 31 oktober
-
g) een vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een (rechts)persoon een of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben
-
h) een vaste standplaats: een standplaats waarbij een vergunning voor onbepaalde tijd is afgegeven
-
i) gidslijn: een gidslijn is een natuurstenen lijn in de bestrating van de binnenstad, die de vrije doorgangsbreedte markeert voor hulpdiensten. Aan weerszijden van deze lijn moet een ruimte van 60 cm worden vrijgehouden, zodat deze lijn ook visueel beperkten een vrije en veilige doorgang biedt.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
-
1. De belasting wordt geheven van degene die één of meer voorwerpen, heeft onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond;
-
2. In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.
Artikel 4 Heffingsmaatstaf en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.
Artikel 5 berekening van het tarief
-
1. Voor de berekening van de belasting wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt, tenzij anders is aangegeven.
-
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak zoals bedoeld in artikel 6, lid 2 aanvangt, wordt de belasting genoemd in artikel 2, geheven over zoveel twaalfde gedeelten als na de aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden in het belastingjaar overblijven, tenzij anders is aangegeven in de bij deze verordening behorende tabel.
-
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak zoals bedoeld in artikel 6, lid 2 eindigt, wordt ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten van de in de tarieventabel opgenomen jaartarieven, als na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.
-
4. Als een oppervlakte tarief is vastgesteld wordt de precariobelasting berekend naar de oppervlakte van de horizontale projectie van de voorwerpen, tenzij anders is bepaald.
-
5. Als voor het hebben van voorwerpen een vergunning verleend is, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de maateenheid en geldigheidsduur van die vergunning waarvoor de vergunning verleend is.
-
6. Bij de berekening van de belasting wordt de voor de belastingplichtige meest gunstige wijze van berekening gehanteerd.
-
7. Indien de in de tarieventabel voor een voorwerp een dagtarief, weektarief of maandtarief is opgenomen en het belastingtijdvak een langere periode dan een dag, onderscheidenlijk een week of maand omvat, gelden deze tarieven per dag, onderscheidenlijk week of maand van het belastingtijdvak.
Artikel 6 Belastingtijdvak
-
1. In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaar overschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.
-
2. In andere dan de in het eerste en tweede lid bedoelde gevallen, is het belastingtijdvak de in het kalenderjaar gelegen aaneengesloten periode gedurende welke zich een belastbaar feit in de zin van deze verordening zich voordoet of heeft voorgedaan.
Artikel 7 Wijze van heffing
-
1. De precariobelasting wordt geheven bij wege van aanslag voor de activiteiten genoemd in de tarieventabel onder 1.0, 2.0, 4.0
-
2. In afwijking van hetgeen onder 1 is genoemd wordt een onder de tarieventabel genoemde activiteit 3.0, 5.0, 6.0, en 7.0 geheven door middel van een nota, mondelinge kennisgeving dan wel gedagtekende (digitale) schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.
-
3. Indien het bedrag dat vermoedelijk gevorderd zal worden zulks rechtvaardigt, kan een voorlopig bedrag gevorderd worden.
-
4. Belastingaanslagen van minder dan € 5,00 worden niet opgelegd. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde belastingaanslagen aangemerkt als één belastingaanslag.
Artikel 8 Ontstaan van belastingschuld
-
1. De belasting geheven bij wege van aanslag is verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar of indien de belastingplicht op een later tijdstip aanvangt, op dat tijdstip;
-
2. Met uitzondering van die welke wordt geheven bij wege van aanslag is de belasting verschuldigd bij de aanvang van het belastbaar feit
Artikel 9 Termijnen van betaling
-
1) De belasting geheven bij wege van aanslag moet, in overeenstemming met artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, worden betaald uiterlijk zes weken na de dagtekening van het aanslagbiljet.
-
2) In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de precariobelasting worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 7 lid 2:
- a)
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b)
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving
- c)
langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden per direct na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;
- d)
langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 30 dagen na dagtekening van kennisgeving.
- a)
-
3) In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 en in afwijking van artikel 8, tweede lid van deze verordening moeten de aanslagen/nota's dan wel op één aanslagbiljet of nota verenigde aanslagen/nota’s met een bedrag groter dan € 50,00 worden betaald in vier gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet of nota is vermeld en de volgende termijnen telkens twee maanden later.
-
4) In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 en in afwijking van artikel 8, derde lid van deze verordening moeten de aanslagen/nota's worden betaald in acht gelijke termijnen indien het bedrag van de aanslag/nota, dan wel het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet of nota verenigde aanslagen/nota's, groter is dan € 50,00, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige worden afgeschreven. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet of nota is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
-
5) De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 10 Vrijstellingen
De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:
- 1.
voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond door de gemeente Harderwijk of door haar diensten;
- 2.
voorwerpen uitsluitend gebezigd voor een liefdadig doel door een organisatie die is opgenomen in het Register Goede Doelen van het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF);
- 3.
voorwerpen ten behoeve van evenementen met een cultureel, of Harderwijk-promotioneel, dan wel aan de Harderwijker historie verwant doel; ,
- 4.
de in de tabel genoemde tarieven worden niet geheven indien huur, pacht, erfpacht of marktgeld verschuldigd is.
- 5.
winkeluitstallingen niet verder dan 1,5 meter uit de gevel. En niet verder dan de gidslijn en 25% van de ruimte voor de winkel. Is de afstand van de winkel in de binnenstad tot de gidslijn maar 1 meter, dan mag 50% van de ruimte voor de winkel worden gebruikt voor uitstallingen van waren;
- 6.
voorwerpen die kortstondig op de weg gebracht worden in verband met laden en lossen ervan;
- 7.
bloembakken en soortgelijke voorwerpen;
Artikel 11 Verlenen van kwijtschelding
Van de in artikel 1 genoemde belasting wordt geen kwijtschelding, als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990 (Stb. 221), verleend.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van precariobelasting.
Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel
-
1. De "Verordening precariobelasting 2024" van 7 december 2023, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
-
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.
-
4. Deze verordening kan worden aangehaald als de "Verordening precariobelasting 2025".
Ondertekening
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente
Harderwijk in zijn openbare vergadering van
12 december 2024
de heer J. Joon
voorzitter
de heer H.R. Lanning
raadsgriffier
Bijlage 1
Tarieventabel behorende bij de Verordening precariobelasting 2025 |
|||
Het tarief bedraagt voor het hebben van: |
|||
standplaatsen (niet marktverordening) |
|||
1.0 |
een kraam, standplaats voor zover niet bedoeld, een verkoopwagen of een daarmee gelijk te stellen vervoermiddel |
||
vervoermiddel, het innemen van grond voor uitstalling van te |
|||
verkopen artikelen of eetwaren met een oppervlakte per m2 per dag: |
€ |
1,65 |
|
met een minimum van |
€ |
3,99 |
|
2.0 |
het tarief bedraagt voor het hebben van automatische weeg-, verkoop- of dergelijke toestellen |
||
per kalenderjaar |
€ |
31,35 |
|
Materialen, keten, loodsen etc |
|||
3.0 |
Het tarief bedraagt voor het hebben van materialen, keten, loodsen, bouwwerktuigen, steigers en andere werktuigen, schuttingen of afrasteringen, al dan niet ten behoeve van bouw- sloop-, onderhouds- nieuwbouw en andere werken van tijdelijke aard, per m2 |
||
3.01. |
per dag |
€ |
0,55 |
3.0.2. |
per zeven (aaneengesloten) dagen |
€ |
1,72 |
3.0.3. |
per 30 (aaneengesloten) dagen |
€ |
4,44 |
3.0.4. |
per 100 (aaneengesloten) dagen |
€ |
€10,70 |
3.0.5. |
per 365 (aaneengesloten) dagen |
€ |
27,07 |
4.0 |
een terras |
||
het tarief bedraagt voor het hebben van een terras: |
|||
4.0.1 |
Indien sprake is van een direct aan het pand van de horecaonderneming gelegen gevelterras per kalenderjaar per m2 |
€ |
54,12 |
4.0.2 |
indien sprake is van een eilandterras, per zomerseizoen of een gedeelte daarvan per m2 |
€ |
54,12 |
5.0 |
Her tarief bedraagt voor het hebben van zogenaamde driehoeksborden per bod per vergunde periode |
29,49 |
|
Haven |
|||
6.0 |
Het tarief per m2 voor het hebben van voorwerpen op, onder of boven voor openbare dienst bestemde water in de gemeentelijke haven per jaar |
€ |
1,99 |
Overig |
|||
7.0 |
Het tarief bedraagt voor voorwerpen waarvoor in dit hoofdstuk |
||
en voorgaande hoofdstukken geen afzonderlijk tarief is opgenomen, per m2 per dag |
€ |
1,00 |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl