Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR730206
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR730206/1
Besluit van de raad van de gemeente Nissewaard, houdende regels voor de heffing en invordering van toeristenbelasting (Verordening toeristenbelasting 2025)
Geldend van 20-12-2024 t/m heden
Intitulé
Besluit van de raad van de gemeente Nissewaard, houdende regels voor de heffing en invordering van toeristenbelasting (Verordening toeristenbelasting 2025)De raad van de gemeente Nissewaard;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 december 2024;
gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;
gehoord het advies van de commissie Bestuur van 26 november 2024;
besluit vast te stellen:
de Verordening toeristenbelasting 2025.
Artikel 1 Belastbaar feit
Ter zake van het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven, wordt onder de naam ‘toeristenbelasting’ een belasting geheven.
Artikel 2 Belastingplicht
-
1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.
-
2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.
-
3. Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.
Artikel 3 Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten dat zij verblijf houden.
Artikel 4 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing
-
1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:
- a.
kampeermiddel: tent, tentwagen, kampeerauto, caravan dan wel enig ander onderkomen of ander voertuig of gewezen voertuig of een gedeelte daarvan, een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
- b.
kampeerterrein: terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en volgens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen;
- c.
vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt van een kampeerterrein en dat ter beschikking wordt gesteld voor de plaatsing van eenzelfde kampeermiddel gedurende een periode van ten minste 6 maanden;
- d.
volgtijdige standplaats: een terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt van een kampeerterrein en dat ter beschikking wordt gesteld voor de volgtijdige plaatsing van verschillende kampeermiddelen;
- e.
woning: een huis, een naar aard en inrichting vergelijkbare ander onderkomen of een deel van een huis of een vergelijkbaar onderkomen;
- f.
recreatiewoning: een woning die volgtijdig ter beschikking wordt gesteld in het kader van het vakantie- en recreatieverblijf voor het houden van verblijf met overnachting tegen een vergoeding in welke vorm dan ook.
- g.
bedrijfsmatige exploitatie: het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een zodanig beheer/exploitatie, dat in de woningen daadwerkelijk verblijf plaatsvindt;
- h.
bedrijfsmatig geëxploiteerde woning: een woning die door een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon ter beschikking wordt gesteld voor het houden van verblijf met overnachting tegen een vergoeding in welke vorm dan ook.
- i.
particulier: een natuurlijk persoon die buiten de uitoefening van een bedrijf of beroep gelegenheid biedt tot verblijf;
- j.
particulier verhuurde woning: een woning die door een particulier ter beschikking wordt gesteld voor het houden van verblijf met overnachting tegen een vergoeding in welke vorm dan ook.
- a.
-
2. Voor kampeermiddelen op vaste standplaatsen, bedrijfsmatig geëxploiteerde woningen en particulier verhuurde woningen wordt het aantal overnachtingen op een bij de aangifte gedaan verzoek van de belastingplichtige forfaitair vastgesteld.
-
3. Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot kampeermiddelen op vaste standplaatsen gesteld op 2,3.
-
4. Het aantal nachten dat door de in het derde lid bedoelde personen verblijf wordt gehouden wordt gesteld op, als het kampeermiddel op een vaste standplaats geschikt is voor gebruik of alleen mag worden gebruikt gedurende:
- a.
meer dan 6 maanden, maar niet meer dan 9 maanden: 60;
- b.
meer dan 9 maanden: 95.
- a.
-
5. Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot bedrijfsmatig geëxploiteerde woningen en particulier verhuurde woningen gesteld op het aantal slaapplaatsen.
-
6. Het aantal nachten dat door de in het vijfde lid bedoelde personen verblijf wordt gehouden wordt gesteld op, als de woning in het belastingjaar wordt verhuurd gedurende:
- a.
niet meer dan 3 maanden: 65;
- b.
meer dan 3 maanden, maar niet meer dan 6 maanden: 135;
- c.
meer dan 6 maanden, maar niet meer dan 9 maanden: 200;
- d.
meer dan 9 maanden: 270.
- a.
-
7. In afwijking van het bepaalde in het derde tot en met het zesde lid wordt, op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedaan verzoek, de heffingsgrondslag vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het aantal dat is berekend op grond van de in deze leden opgenomen forfaits.
Artikel 5 Belastingtarieven
Het tarief bedraagt per overnachting:
- a.
Voor verblijf in een kampeermiddel op een vaste standplaats en een kampeermiddel op een volgtijdige standplaats: € 1,27;
- b.
Voor verblijf in een bedrijfsmatig geëxploiteerde woning en een particulier verhuurde woning: € 1,06;
- c.
Voor verblijf in een hotel, een recreatiewoning en een Bed & Breakfast: € 1,91
- d.
Voor verblijf in overige ruimten: € 1,91.
Artikel 6 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 7 Wijze van heffing
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 8 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en de tweede termijn twee maanden later.
-
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op het in het eerste lid gestelde termijn.
Artikel 9 Aanmeldingsplicht
De belastingplichtige bedoeld in artikel 2, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.
Artikel 10 Vrijstellingen
De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:
- a.
van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet toelating zorginstellingen;
- b.
van degene die als gedetineerde in een penitentiaire inrichting verblijft;
- c.
van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.
Artikel 11 Kwijtschelding
Bij de invordering van de toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 12 Intrekking oude verordening
De Verordening toeristenbelasting 2024 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 15 genoemde datum van ingang van de heffing.
Artikel 13 Overgangsrecht
De Verordening toeristenbelasting 2024 blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich vóór de in artikel 15 genoemde datum van ingang van de heffing hebben voorgedaan.
Artikel 14 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.
Artikel 15 Datum van ingang van de heffing
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.
Artikel 16 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening toeristenbelasting 2025.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Nissewaard van 11 december 2024
de griffier,
de voorzitter,
Toelichting Verordening toeristenbelasting 2025
Artikel 11 Vrijstellingen
In de tabel hieronder is opgenomen:
- -
het onderdeel van artikel 11 waarin de facultatieve vrijstelling is opgenomen
- -
de omschrijving van de facultatieve vrijstelling
- -
de motivering van de facultatieve vrijstelling
|
Omschrijving |
Motivering |
a |
degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet toelating zorginstellingen; |
Algemeen belang. Het verblijf wordt niet uit vrije wil gehouden. |
b |
degene die als gedetineerde in een penitentiaire inrichting verblijft; |
Algemeen belang. Het verblijf wordt niet uit vrije wil gehouden. |
c |
een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers. |
Algemeen belang. Het verblijf wordt niet uit vrije wil gehouden. |
-
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl