Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR730152
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR730152/1
Verordening participatie en uitdaagrecht gemeente Vught 2025
Geldend van 01-01-2025 t/m heden
Intitulé
Verordening participatie en uitdaagrecht gemeente Vught 2025De raad van de gemeente Vught;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [29 oktober 2024];
gelet op de artikelen 149 en 150 van de Gemeentewet;
overwegende dat het van belang is lokale democratische processen door participatie van inwoners te verrijken, de samenwerking tussen gemeente en inwoners te versterken en helderheid te geven over de invulling van de participatieprocedure;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening participatie en uitdaagrecht gemeente Vught 2025
Hoofdstuk 1 inleidende bepalingen
Artikel 1. Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- -
Bestuursorgaan: de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester van de gemeente Vught;
- -
Stakeholders: Ingezetenen en andere belanghebbenden die betrokken zijn bij participatietrajecten;
- -
Participatie: betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding, uitvoering of evaluatie van gemeentelijk beleid of gemeentelijke projecten;
- -
Uitdaagrecht: het recht van ingezetenen en lokale maatschappelijke partijen om een verzoek bij het bevoegde bestuursorgaan in te dienen om de feitelijke uitvoering van een gemeentelijke taak over te nemen, als zij denken deze taak beter en/of goedkoper uit te kunnen voeren;
- -
Leidraad participatie: een praktische handleiding bij participatie voor alle ingezetenen en de gemeente zelf om het juiste participatieniveau te kiezen en de juiste stappen uit het stappenplan te doorlopen om te komen tot een goed participatietraject;
- -
Participatiebeleid: door de gemeenteraad vastgestelde beleidsnotitie over de wijze waarop in de gemeente omgegaan wordt met het betrekken van stakeholders;
- -
Participatiemoment: een door de gemeente georganiseerde bijeenkomst waar er geparticipeerd wordt met/via digitale (teams, digitale kaart, enquête) of live middelen en inbreng gegeven kan worden door deelnemers. Een participatietraject bestaat uit één of meerdere participatiemomenten;
- -
Tredes van Mee: Tredes op onze participatieladder om te bepalen welke mate van inspraak en participatiedoel passend is bij het voorliggende initiatief.
Hoofdstuk 2 Inwonersparticipatie
Artikel 2 Onderwerp van participatie
-
1. Participatie wordt altijd toegepast als de wet daartoe verplicht.
-
2. Participatie wordt in beginsel niet toegepast:
- a.
ten aanzien van ondergeschikte of juridisch-technische herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen of projectplan;
- b.
als participatie bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;
- c.
als sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;
- d.
inzake de vaststelling van de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;
- e.
ten aanzien van interne of organisatorische aangelegenheden van de gemeente;
- f.
als de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat participatie niet kan worden afgewacht;
- g.
als het belang van participatie niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving;
- h.
als andere zwaarwegende belangen het afzien van participatie vergen.
- a.
-
3. Dit hoofdstuk is niet van toepassing op onderwerpen waarvoor participatie al is vastgelegd in andere gemeentelijke verordeningen of regelingen vastgesteld door het bevoegde bestuursorgaan.
-
4. Indien een uitzonderingsgrond uit het tweede of derde lid wordt toegepast, wordt dit bij de besluitvorming toegelicht.
Artikel 3. Borging participatie Vught
-
1. De gemeenteraad heeft het participatiebeleid: Samen Vught maken vastgesteld. Dit document bevat de te volgen koers voor de gemeente Vught. Dit beleid bepaalt de Tredes van Mee, het wegingskader en de Beloftes van Vught.
-
2. Het college stelt voor de gemeente, ingezetenen en andere belanghebbenden een “Leidraad participatie” vast voor participatie bij initiatieven. In de Leidraad wordt aangegeven hoe passende participatie wordt toegepast. De keuze voor een passende participatie aanpak hangt samen met de impactmeting van het initiatief.
Artikel 4. Procedure participatie
-
1. Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of participatie wordt toegepast.
-
2. Het bestuursorgaan stelt bij de start van elke participatieprocedure vast op welke manier participatie wordt toegepast en welke participatiedoelen worden nagestreefd.
-
3. De participatiedoelen zijn verbonden aan het inspraakniveau van de Tredes van Mee, zoals beschreven in het participatiebeleid van Vught: Samen Vught Maken. Er kan voor het niveau van participatie gekozen worden uit:
- 0.
Meeweten;
- 1.
Meedenken;
- 2.
Meedoen;
- 3.
Meebeslissen;
Een combinatie van deze niveaus is mogelijk binnen een participatietraject
- 0.
-
4. Het bestuursorgaan neemt over onderstaande onderwerpen een besluit, zoals beschreven in het participatiebeleid. De uitwerking ervan staat in de leidraad participatie en hiermee wordt het participatieplan opgesteld:
- a.
doel van participatie;
- b.
Inventarisatie stakeholders
- c.
Beïnvloedingsruimte van participatie;
- d.
kaders voor participatie;
- e.
wijze waarop het bestuursorgaan over deze kaders vooraf communiceert;
- f.
wijze waarop en tijdvak waarin ingezetenen en belanghebbenden hun inbreng kunnen leveren;
- g.
wijze waarop terugkoppeling van de resultaten plaatsvindt;
- h.
begroting van de kosten;
- a.
-
5. Het bestuursorgaan maakt dit besluit bekend op de voor die participatieprocedure geschikte wijze.
-
6. Het college voert de procedure zoals opgenomen in de voorgaande leden uit voor de raad, tenzij de raad bepaalt dit (al dan niet gedeeltelijk) zelf uit te willen voeren.
Artikel 5. Zorgplicht participatieproces
Het verantwoordelijk bestuursorgaan draagt bij een participatieproces zorg voor:
- a.
Helder verwachtingenmanagement richting deelnemers bij de aanvang van het participatietraject over het proces, de tussentijdse terugkoppeling, de planning, de kaders, de ruimte voor inspraak en het participatievraagstuk;
- b.
een toelichting in begrijpelijke taal op de plannen voor beleid of een project en de wijze waarop de deelnemers daarbij betrokken worden;
- c.
inzicht in de voor het participatieproces relevante documenten. Uitzondering hierop zijn de documenten waarop een weigeringsgrond op grond van de Wet open overheid van toepassing is;
- d.
de toegankelijkheid van het participatiemoment. Het participatiemoment moet zowel fysiek als digitaal toegankelijk zijn;
- e.
begrijpelijke, (digitaal) toegankelijke en betrouwbare communicatie door de gemeente waarbij rekening gehouden wordt met deelnemers met een beperking;
- f.
een zichtbare gemeente die een tijdige reactie geeft op vragen of opmerkingen;
- g.
Onafhankelijke ambtelijke procesbegeleiding en notulering.
Artikel 6. Terugkoppeling uitkomsten participatie
Binnen twee weken na afloop van een participatiemoment geeft het bestuursorgaan een terugkoppeling aan deelnemers in de vorm van een participatieverslag. Dit verslag bevat een weergave van de opgehaalde input tijdens een participatiemoment.
Artikel 7. Afronding participatie
-
1. Ter afronding van het participatietraject maakt het bestuursorgaan een eindverslag op.
-
2. Het eindverslag bevat in ieder geval:
- a.
een overzicht van de gevolgde participatieprocedure op hoofdlijnen;
- b.
een weergave van de inbreng en meningen die tijdens de participatieprocedure mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;
- c.
een overzicht van de inbreng en meningen, waarbij gemotiveerd wordt aangegeven welke punten al dan niet worden overgenomen bij de uitwerking van een beleidsvoorstel of een uitvoeringsplan. Indien op het moment van vaststelling van de afronding van de participatie nog niet op alle punten bekend is wat er gaat gebeuren met de inbreng, dan wordt aangegeven op welke termijn er een besluit genomen gaat worden.
- a.
-
3. Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar
-
4. Het college van burgemeester en wethouders stuurt het eindverslag ter kennisname door aan de raad indien het participatie bij een raadsvoorstel betreft.
Hoofdstuk 3 Uitdaagrecht
Artikel 8. Onderwerp van uitdaagrecht
-
1. De gemeente biedt ingezeten en lokale maatschappelijke partijen de mogelijkheid een voorstel te doen om de uitvoering van gemeentelijke taken over te nemen
-
2. Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen gemeentelijke taken of hierop uitdaagrecht wordt toegepast.
-
3. Het bestuursorgaan wijst ingezetenen en lokale maatschappelijke partijen actief op het van toepassing zijn van het uitdaagrecht.
-
4. Overname van de uitvoering van de volgende taken is niet mogelijk:
- a.
als het een lopend uitvoeringstraject of ondergeschikte herzieningen daarvan betreft;
- b.
als het uitdaagrecht bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;
- c.
als sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;
- d.
inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;
- e.
als de opdrachtwaarde boven de Europese drempelwaarde uitkomt of toepassing van uitdaagrecht niet verenigbaar is met het gemeentelijk aanbestedingsbeleid.;
- f.
als de uitvoering van een taak of beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat het benutten van het uitdaagrecht niet kan worden afgewacht;
- g.
als het belang van het uitdaagrecht niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving;
- h.
als er geen of onvoldoende middelen voor de taak zijn opgenomen op de gemeentelijke begroting;
- i.
als de taak zich, gelet op verantwoordelijkheden en juridische aspecten, niet leent voor uitvoering door één of meer natuurlijke personen.
- a.
Artikel 9. Procedure uitdaagrecht
-
1. Een verzoek met betrekking tot het uitdaagrecht wordt bij het bestuursorgaan ingediend en omvat in ieder geval de volgende onderdelen:
- a.
omschrijving van de gemeentelijke taak die de verzoeker wil overnemen en de resultaten die beoogd worden;
- b.
uitleg waarom of hoe de verzoeker deze taak beter kan uitvoeren; De verzoeker geeft de maatschappelijke meerwaarde aan en maakt inzichtelijk op welke opgaven het plan inspeelt;
- c.
omschrijft met welke partijen wordt samengewerkt en wie betrokken zijn of gaan worden;
- d.
De betrokkenheid, kennis, ervaring en capaciteit die verzoeker heeft om het initiatief te realiseren;
- e.
indicatie van het draagvlak onder belanghebbende ingezetenen;
- f.
uitleg hoe de verzoeker deze taak goedkoper* kan uitvoeren dan de gemeente;
- g.
indicatie van de kosten die aan de uitvoering van de taak verbonden zijn, met een begroting van de verwachte kosten. De kosten voor de uitvoering zijn lager, maar in ieder geval niet hoger dan de kosten die die hiervoor op de gemeentelijke begroting staan;
- h.
omschrijving van de manier waarop de verzoeker met de gemeente wil samenwerken of ondersteuning nodig heeft;
- i.
inzicht in dat de verzoeker de prestatie kan leveren en hoe de kwaliteit en de uitvoering van de taak op de langere termijn kan worden gewaarborgd.
- a.
-
2. Het bestuursorgaan beslist binnen 8 weken op het verzoek. Het bestuursorgaan kan de beslistermijn met maximaal 8 weken verlengen indien de complexiteit of omvang van het verzoek daartoe aanleiding geeft.
-
3. Als het verzoek wordt ingewilligd, voorziet het bestuursorgaan de verzoeker van gepaste ondersteuning. In ieder geval wordt een vaste contactpersoon aangewezen.
-
4. Het bestuursorgaan maakt met de verzoekers afspraken over het proces, het resultaat, het budget en de looptijd.
-
5. Het bestuursorgaan maakt het besluit ten aanzien van een binnengekomen verzoek binnen veertien dagen openbaar.
*De ambtelijke kosten moeten worden meegenomen in de vergelijking.
Hoofdstuk 4 Overgangs- en Slotbepalingen
Artikel 10. Evaluatie en monitoring
-
1. De uitvoering van deze verordening wordt eenmaal per 4 jaar geëvalueerd. Burgemeester en wethouders zenden hiertoe telkens aan de raad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de verordening in de praktijk.
-
2. Ten behoeve van de evaluatie verzamelen burgemeester en wethouders systematisch informatie over participatietrajecten:
- a.
het aantal afgeronde participatietrajecten en de onderwerpen die het betrof;
- b.
de wijze van organisatie van de participatieprocessen;
- c.
het aantal betrokken inwoners, bedrijven en andere belanghebbenden;
- d.
de belangrijkste lessen en geleerde ervaringen;
- e.
de rolinvulling door raad en college;
- f.
het resultaat van de participatie;
- g.
de kosten;
- h.
de werking van deze verordening.
- a.
-
3. Ten behoeve van de evaluatie verzamelen burgemeesters en wethouders systematisch informatie over het uitdaagrecht:
- a.
het aantal ingediende aanvragen en de onderwerpen van uitdaging
- b.
de wijze van organisatie van de uitdaagrecht processen
- c.
de belangrijkste lessen en geleerde ervaringen
- d.
de rolinvulling door de raad en college
- e.
het resultaat van de uitdagingen
- d.
de kosten
- e.
de werking van deze verordening
- a.
Artikel 11. Overgangsrecht
-
1. Artikel 4 (Procedure participatie) van deze verordening is niet van toepassing op een proces voor beleid of een project waarvan de startdatum voor de datum van inwerkintreding van deze verordening ligt en dat al zo ver gevorderd is dat het maken van een participatieplan niet in redelijkheid kan worden gevraagd.
-
2. Als het project bestaat uit deelfasen, is artikel 4 in elk geval van toepassing vanaf de start van een nieuwe deelfase.
Artikel 12. Intrekking oude regeling
De Algemene inspraak- en participatieverordening gemeente Vught, vastgesteld op 13 december 2007, wordt ingetrokken.
Artikel 13. Inwerkingtreding en citeertitel
-
1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2025.
-
2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening participatie en uitdaagrecht gemeente Vught 2025.
Ondertekening
de griffier,
M.M. Penders
de voorzitter,
R.J. van de Mortel
Toelichting
Artikelsgewijs
Enkel die bepalingen die verdere toelichting behoeven, worden hieronder nader toegelicht.
Artikel 1. Definities
Participatie
Bij de omschrijving van participatie is aangesloten bij de tekst van de Wet versterking participatie op decentraal niveau.. Hierin is bepaald dat de raad een verordening vaststelt waarin regels worden gesteld met betrekking tot de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van gemeentelijk beleid worden betrokken. Het huidige artikel 150 van de Gemeentewet omvat inspraak bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid; bij participatie wordt dit uitgebreid met uitvoering en evaluatie van gemeentelijk beleid.
De omschrijving van participatiegerechtigden (ingezetenen en belanghebbenden) vloeit rechtstreeks voort uit de tekst van artikel 150 van de Gemeentewet. Het begrip belanghebbende is in artikel 1:2 van de Awb gedefinieerd en deze definitie heeft ook gelding voor wetgeving buiten de Awb, zoals deze verordening.
Uitdaagrecht
Bij de omschrijving van het begrip uitdaagrecht is aangesloten bij de memorie van toelichting op het ontwerpwetsvoorstel Wet versterking participatie op decentraal niveau. Het uitdaagrecht berust bij ingezetenen en lokale maatschappelijke partijen. In de begripsomschrijving is ‘lokale’ ter verduidelijking van de tekst van het ontwerpwetsvoorstel toegevoegd in aansluiting op de memorie van toelichting, waarin is toegelicht dat afhankelijk van de lokale omstandigheden het bijvoorbeeld kan gaan om lokale verenigingen of stichtingen, buurtcomités, woongroepen, vrijwilligersorganisaties, een maatschappelijke organisatie, sociale bedrijven zonder winstoogmerk of een georganiseerd collectief van inwoners die geen formele rechtsvorm hebben.
Onder uitdaagrecht wordt verstaan het beter en/of goedkoper uitvoeren van een gemeentelijke taak. Als een initiatiefnemer het voor dezelfde kosten beter kan of voor minder kosten gelijkwaardig aan de gemeente dan is deze taak ook onderwerp van het uitdaagrecht.
Artikel 2. Onderwerp van participatie
Eerste lid
In het eerste lid is bepaald dat participatie altijd mogelijk is als een wettelijk voorschrift daartoe verplicht.
Tweede lid
In het tweede lid is opgenomen wanneer geen participatie wordt verleend.
Derde lid
Sluit de mogelijkheid tot participatie uit als onderwerp specifiek gemeentelijke verordeningen of regelingen hierover al uitspraak doen.
Vierde lid
Verplicht tot toelichting van de gemaakte keuzes
Artikel 3. Borging participatie Vught
Eerste lid
Het participatiebeleid bevat de te volgen koers voor participatie in Vught. Meer toelichting op de gebruikte termen is te vinden in het participatiebeleid van de gemeente Vught dat gepubliceerd staat op onze participatiewebsite Meedenken over Cromvoirt, Helvoirt en Vught | Wij in Vught.
Tweede lid
De “Leidraad participatie” wordt vastgesteld om bij ieder participatie initiatief een passende aanpak te kiezen.
Derde lid
Raadpleeg hiervoor de Regeling Adviesrecht gemeenteraad, verplichte participatie en delegatie onder de Omgevingswet van de gemeente Vught op overheid.nl
Artikel 4. Procedure participatie
Eerste lid
In artikel 150, tweede lid, van de Gemeentewet is bepaald dat inspraak wordt verleend door toepassing van afdeling 3.4 van de Awb, voor zover in de verordening niet anders is bepaald. Hier is anders bepaald door de bepaling dat het bestuursorgaan bij de start van een participatieprocedure bekendmaakt hoe de participatie wordt vormgegeven.
Tweede lid
Het college stelt de Startnotitie vast en neemt hier de aandachtspunten vanuit de gemeenteraad in mee. De startnotitie geeft op het gebied van participatie in ieder geval inzicht in de na te streven participatie doelstellingen, die gekoppeld zijn aan het inspraakniveau van de Tredes van Mee.
Derde lid
De Tredes van Mee geven inzicht in de inspraakmogelijkheden bij participatietrajecten in Vught en zijn beschreven in het participatiebeleid. Het is denkbaar dat een volledig participatietraject meerdere participatie niveaus bevat. Dit hangt samen met de participatie paradox, zoals beschreven in ons participatiebeleid.
In de vast te stellen participatieleidraad staat een impactmeting voor alle initiatieven om te bepalen welke mate van participatie gewenst is. In het geval van gemeentelijke initiatieven is hiervoor de Think app ook een passend middel.
Vierde lid
Het bestuursorgaan heeft met het participatiebeleid “Samen Vught maken” een aantal zaken vastgelegd met betrekking tot de participatie. Om zoveel mogelijk duidelijkheid te verschaffen, bevatten de subs a-h input waarmee rekening gehouden moet worden bij het opstellen van een participatieplan.
Vierde lid, onder d
Kaders zijn bijvoorbeeld de inhoudelijke, financiële en procedurele kaders voor de participatie.
Artikel 5. Zorgplicht participatie
In lijn met het participatiebeleid van Vught “Samen Vught maken” zijn de subs a-g opgenomen om participatietrajecten in lijn te brengen met de “Beloftes van Vught”. Deze beloftes bevatten spelregels voor participatie in Vught.
Artikel 6. Terugkoppeling resultaten participatie
In lijn met het participatiebeleid van Vught “Samen Vught maken” deelt het bestuursorgaan binnen 2 weken het participatieverslag met participanten.
Artikel 7. Eindverslag participatie
Eerste lid
Er is hier niet gekozen voor verwijzing naar afdeling 3.4 van de Awb. In artikel 3:17 van de Awb wordt namelijk slechts bepaald dat een verslag wordt gemaakt van hetgeen tijdens de procedure mondeling naar voren is gebracht.
Tweede lid, onder a
Onder overzicht van de gevolgde participatieprocedure wordt verstaan: Hoe is de procedure feitelijk verlopen? Is afdeling 3.4 van de Awb onverkort toegepast? Wanneer is het beleidsvoornemen ter inzage gelegd, enz.
Tweede lid, onder b
Het eindverslag dient een volledig overzicht te bevatten van zowel de mondelinge als de schriftelijke participatiereacties. In het eindverslag kan worden volstaan met een korte zakelijke weergave van de naar voren gebrachte opvattingen en vermelding van de personen die hun opvatting naar voren hebben gebracht. De schriftelijke participatiereacties kunnen aan het eindverslag worden gehecht.
Tweede lid, onder c
Als het sluitstuk van participatie wordt voorgeschreven dat het bestuursorgaan aangeeft wat met de zienswijzen wordt gedaan.
Derde lid
De bekendmaking van de resultaten van de participatieprocedure is uitermate belangrijk. Dit rondt de participatieprocedure daadwerkelijk af. Het ligt voor de hand om degenen die hebben geparticipeerd een exemplaar van het eindverslag te sturen. Daarnaast kan het eindverslag algemeen worden gepubliceerd in de krant en op de gemeentelijke website. Als het aantal participanten omvangrijk is, kan worden gekozen voor het volstaan met een algemene bekendmaking. Het is belangrijk om aan het begin van de participatieprocedure al duidelijkheid omtrent de communicatie te verschaffen.
Artikel 8. Onderwerp van uitdaagrecht
Tweede lid
In het tweede lid is bepaald dat elk bestuursorgaan ten aanzien van zijn eigen taken besluit of het uitdaagrecht mogelijk is. Het zal hier meestal gaan om taken van burgemeester en wethouders als in de regel het verantwoordelijke bestuursorgaan voor de uitvoering van gemeentelijke taken (artikel 160, eerste lid, onder b, van de Gemeentewet).
Vierde lid
In het derde lid is opgenomen voor welke taken het niet mogelijk is om de uitvoering van het gemeentebestuur over te nemen. Er kan ten aanzien van deze taken dus geen uitdaagrecht worden toegepast.
Vierde lid, onder a
Onder lopende uitvoeringstrajecten vallen ook taken die al zijn aanbesteed of gecontracteerd.
Derde lid, onder e
Als de opdrachtwaarde boven de Europese drempelwaarde uitkomt of niet past binnen het aanbestedingsbeleid dan geldt dat in die gevallen aanbesteding is vereist.
Artikel 9. Procedure uitdaagrecht
Eerste lid
Het in het eerste lid genoemde bestuursorgaan betreft uiteraard het bestuursorgaan dat de betreffende taken uitvoert. Meestal zijn dat burgemeester en wethouders en een verzoek om overname van hun taken dient dus bij hen te worden ingediend.
Eerste lid onder a
De maatschappelijke meerwaarde van het uitdaagrecht behoeft enige toelichting. Een uitdaging creëert ook zoiets als ‘maatschappelijke waarde’. Het Instituut Publieke Waarde laat zien dat je daarbij kunt kijken naar drie waarden: legitimiteit (‘hoe mag het en hoe verhoudt het zich tot de bestaande praktijk?’), rendement (‘wat levert het op en waar slaat de ‘winst’ neer?) en betrokkenheid (van, met en voor wie is het?’). Veel gemeenten hanteren deze waarden-driehoek bij het kijken naar maatschappelijke waarde.
Eerste lid onder i
Kwaliteitsborging bij de uitvoering en continuïteit van de kwalitatieve uitvoering zijn belangrijke toetsingscriteria bij het initiatief, dat een verplichting voor een langere periode bevat.
Derde lid
De mate van ondersteuning wordt in overleg tussen verzoeker en bestuursorgaan bepaald.
Artikel 10. Evaluatie en monitoring
Eerste lid
De evaluatie van de werking van deze verordening in de praktijk is wenselijk. Daarom wordt de uitvoering van deze verordening eenmaal per 4 jaar geëvalueerd. Er wordt een verslag aan de raad verzonden.
Tweede lid
Over de in het tweede lid genoemde gegevens verzamelen burgemeester en wethouders systematisch informatie.
Artikel 11. Overgangsrecht
Op een vergevorderd participatietraject is deze verordening niet van toepassing. Bij een nieuwe deelfase in een participatietraject geldt deze verordening wel.
Artikel 12. Intrekken oude regeling
Met deze bepaling wordt het bestaande participatiebeleid ingetrokken. Er wordt geen tijdstip vermeld waarop de oude verordening wordt ingetrokken. Dat is ook niet nodig. De datum waarop de oude verordening vervalt, is de datum waarop de Verordening participatie en uitdaagrecht in werking treedt (zie artikel 13)
Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel
De verordening treedt in werking op 1 januari 2025
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl