Uitvoeringsprogramma vergunningen, toezicht en handhaving Omgevingswet 2025

Geldend van 01-01-2025 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringsprogramma vergunningen, toezicht en handhaving Omgevingswet 2025

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oegstgeest;

gelet op de artikelen 13.5 en 13.6 van het Omgevingsbesluit;

besluit:

Het uitvoeringsprogramma vergunningen, toezicht en handhaving Omgevingswet 2025 vast te stellen.

1. Algemeen

1.1 Inleiding

Op 6 februari 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oegstgeest de Uitvoerings- en handhavingsstrategie 2024-2027 vastgesteld. In de Uitvoerings- en handhavingsstrategie zijn de algemene kaders geschetst waarbinnen uitvoering moet worden gegeven aan de taken van vergunningverlening, toezicht en handhaving (hierna: VTH-taken) onder het regime van de Omgevingswet. Hierin wordt ook uiteengezet wat de strategieën, prioriteiten en beleidsdoelen zijn voor de komende meerjarige beleidsperiode.

In dit Uitvoeringsprogramma vergunningen, toezicht en handhaving Omgevingswet 2025 (hierna: uitvoeringsprogramma 2025) wordt specifiek uiteengezet hoe uitvoering wordt gegeven aan de uitvoerings- en handhavingsstrategie in het jaar 2025 en wat de daarvoor benodigde en beschikbare financiële en personele middelen zijn.

Zowel dit uitvoeringsprogramma als de uitvoerings- en handhavingsstrategie zijn geschreven ten behoeve van de VTH-taken die vallen onder het regime van de Omgevingswet. Uitgevoerde werkzaamheden die buiten het regime van de Omgevingswet vallen (bijvoorbeeld APV en bijzondere wetten), zijn geen onderdeel van dit uitvoeringsprogramma.

1.2 Doel van het uitvoeringsprogramma

Het vaststellen van een jaarlijks uitvoeringsprogramma is een wettelijke verplichting op basis van de Omgevingswet en artikel 13.8 van het Omgevingsbesluit.

Met het opstellen van uitvoeringsprogramma’s streeft de gemeente na de beleidsdoelen, die in de uitvoerings- en handhavingsstrategie zijn gesteld, te operationaliseren. Dit vergroot de kans dat de beleidsdoelen daadwerkelijk worden gerealiseerd. Daarnaast wordt in dit uitvoeringsprogramma bekeken of de benodigde en beschikbare financiële en personele middelen afdoende zijn om de beleidsdoelen te behalen.

1.3 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 wordt kort inzicht gegeven in de ontwikkelingen die zich recent hebben afgespeeld of zich in het aankomende jaar afspelen op het gebied van VTH. In hoofdstuk 3 wordt beschreven welke activiteiten worden uitgevoerd ten behoeve van het behalen van de beleidsdoelen uit de uitvoerings- en handhavingsstrategie. In hoofdstuk 4 wordt inzicht gegeven in de uitvoering van de VTH taken en zal inzicht worden gegeven in de benodigde capaciteit. In hoofdstuk 5 wordt ten slotte uiteengezet hoe de uitvoering van dit uitvoeringsprogramma geborgd is in de organisatie.

2. Ontwikkelingen

Op 1 januari 2024 zijn zowel de Omgevingswet als de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (hierna: Wkb) in werking getreden. De inwerkingtreding van deze wetten heeft grote gevolgen (gehad) voor de werkzaamheden binnen het VTH-gebied. Naast de ontwikkelingen op gebied van wet- en regelgeving, zijn ook andere (maatschappelijke) ontwikkelingen van invloed binnen het VTH-gebied in deze beleidsperiode. Hieronder wordt op de ontwikkelingen ingegaan.

2.1 Omgevingswet

De Omgevingswet heeft gezorgd voor een grootschalige transitie van het omgevingsrecht. Met de Omgevingswet heeft de overheid de regels voor ruimtelijke ontwikkelingen vereenvoudigd en samengevoegd. Dit heeft tot doel om meer samenhang in het beleid te creëren. De wijzigingen in wet- en regelgeving vereisen een hele nieuwe manier van werken van overheden en dus ook van de gemeente Oegstgeest.

De gemeente heeft de afgelopen jaren flink ingezet op het implementeren van de Omgevingswet in de organisatie. Mede dankzij deze voorbereiding was de gemeente voorbereid op de inwerkingtreding van deze wet op 1 januari 2024. Dit betekent echter niet dat na 1 januari 2024 geen werkzaamheden meer verricht zijn voor de (verdere) uitwerking van de Omgevingswet. De invoering van de Omgevingswet brengt namelijk ook langjarig extra werk met zich mee. Deze werkzaamheden vereisen ook van de VTH-organisatie nog de nodige inzet.

2.2 Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb)

De Wkb strekt tot verbetering van de bouwkwaliteit door de introductie van een (private) kwaliteitsborger die toeziet op naleving van de bouwregelgeving. Om dit doel te kunnen behalen, zal een initiatiefnemer voor sommige vergunningplichtige bouwwerken een onafhankelijke kwaliteitsborger moeten ingeschakelen, die verklaart of een bouwwerk al dan niet voldoet aan de bouwregels uit het Besluit bouwwerken leefomgeving. Het bevoegd gezag heeft bij de toetsing van de aanvraag geen inhoudelijke rol meer met betrekking tot de bouwtechnische voorschriften en houdt hier ook geen toezicht meer op. Dit nieuwe stelsel vraagt om een nieuwe werkwijze van de gemeenten.

De gemeente heeft de afgelopen jaren flink ingezet op het implementeren van de Wkb in de organisatie. Mede dankzij deze voorbereiding was de gemeente zo goed als mogelijk klaar voor de inwerkingtreding van deze wet op 1 januari 2024. Dit betekent echter niet dat na 1 januari 2024 geen werkzaamheden meer verricht hoeven worden voor de (verdere) uitwerking van de Wkb. Deze werkzaamheden vereisen ook de beleidsperiode van de VTH-organisatie nog de nodige inzet.

2.3 Maatschappelijke ontwikkelingen

Wij krijgen als gemeente te maken met een reeks ingrijpende maatschappelijke ontwikkelingen. Dat zijn bijvoorbeeld: de individualisering en de mondigheid van burgers, klimaatverandering en klimaatadaptatie, de stikstofproblematiek en de woningbouwopgave. Hierdoor worden de VTH-werkzaamheden complexer en daarmee wellicht ook belangrijker. Door deze ontwikkelingen staat de gemeente voor allerlei organisatorische en financiële vraagstukken. Dit heeft invloed op de manier van (samen)werken op het gebied van VTH. Wij zijn ons hiervan bewust en proberen hier in dit uitvoeringsprogramma op in te spelen.

2.4 Evaluatierapportage uitvoeringsprogramma 2024

Op grond van artikel 13.11 van het Omgevingsbesluit is het college verplicht jaarlijks te rapporteren over de mate waarin uitvoering van het uitvoeringsprogramma heeft plaatsgevonden en de mate waarin deze uitvoering heeft bijgedragen aan het bereiken van de doelen uit de uitvoerings- en handhavingsstrategie.

Voorafgaand aan de vaststelling van dit uitvoeringsprogramma heeft een evaluatie van het Uitvoeringsprogramma 2024 plaatsgevonden. Uit deze evaluatie zijn de volgende verbeterpunten gekomen die zijn meegenomen bij het opstellen van dit uitvoeringsprogramma:

  • Ondanks de (tijdige) vaststelling van het projectplan ‘Handhaving bouwwerken voorerf’, bestaat het risico dat de uitvoering van het projectplan wegens capaciteitsproblemen niet adequaat is. Om die reden is de aanbeveling om voor de volgende beleidsperiode op te nemen dat projectmatige handhaving een plaats moet krijgen binnen de reguliere werkzaamheden en bestaande werkprocessen;

  • Het verbeteren en vereenvoudigen van de interactie en communicatie met bewoners is een continue proces. De volgende beleidsperiode dient ook aandacht besteed te worden aan het verbeteren en vereenvoudigen van de communicatie om zo het begrip en het naleefgedrag (verder) te bevorderen;

  • Met de getroffen voorbereiding inzake de Omgevingswet en de Wkb is de (proces)kwaliteit van de VTH-taken goed afgestemd op de vraag van morgen en wordt continu gestreefd naar verbetering van de processen. Gelet op de grote opgaven die de Omgevingswet en de Wkb met zich meebrengen blijft het belangrijk om hier aandacht aan te besteden;

  • De samenwerking met de Leidse regio wordt nog niet optimaal benut. De potentiële kennisdeling blijft daardoor ook achterwege. Hier dient de komende beleidsperiode meer prioriteit aan te worden gegeven;

  • Om de VTH-organisatie optimaal in te zetten dient de te verwachte werkvoorraad voor de volgende beleidsperiode met meer zorgvuldigheid te worden ingeschat.

3. Beleidsdoelen en activiteiten

In onderstaand overzicht wordt inzicht gegeven in de beleidsdoelen en bijbehorende activiteiten (uit de uitvoerings- en handhavingsstrategie) waar de VTH-organisatie van de gemeente Oegstgeest in 2025 op zal inzetten.

#

Geplande uit te voeren activiteit

Draagt bij aan beleidsdoelstelling uit de uitvoerings- en handhavingsstrategie

Omschrijving uit te voeren activiteit

1.

Projectmatige handhaving krijgt een plaats binnen de organisatie

De VTH-taken worden uitgevoerd conform de prioriteitstelling.

In de evaluatie van het VTH-beleidsplan 2019-2023 is geconcludeerd dat een gevolg van de vastgestelde prioritering is geweest dat overtredingen met een lage prioriteit lange tijd weinig tot geen aandacht kregen. Omdat dit risico voor de aankomende beleidsperiodes ook bestond, heeft het college op 17 september 2024 een projectplan vastgesteld om het signaal af te geven dat ook op zal worden getreden tegen overtredingen met een lage prioriteit.

Ondanks de vaststelling van het projectplan ‘Handhaving bouwwerken voorerf’, bestaat het risico dat de uitvoering van het projectplan wegens capaciteitsproblemen niet adequaat is. In de evaluatie van het Uitvoeringsprogramma 2025 is daarom aangegeven dat hier in deze beleidsperiode actief aandacht aan moet worden besteed.

Om die reden wordt deze beleidsperiode sterk ingezet op het borgen van projectmatig handhaven in de reguliere werkzaamheden. Aan het eind van deze beleidsperiode wordt gekeken of de planning opgenomen in het projectplan ‘Handhaving bouwwerken voorerf’ wordt gehaald.

2.

Bevorderen van een open, heldere en consistente vorm van communicatie;

De kwaliteit van de interactie en communicatie met de inwoners wordt verder verbeterd.

Deze beleidsperiode zal de focus liggen op het toegankelijk maken van overheidsinformatie en communicatie. Het doel is om (alle) overheidsinformatie voor iedereen in de samenleving leesbaar en toegankelijk te maken. Ten aanzien van dit punt geldt ook een wettelijke plicht vanuit de Wet digitale overheid (en het Besluit digitale toegankelijkheid).

Collega’s van VTH krijgen deze beleidsperiode cursussen over toegankelijk maken van overheidsinformatie. Zodra deze cursussen zijn gevolgd, wordt toegankelijkheid in de bestaande werkprocessen geborgd.

3.

De gemeente Oegstgeest leert werken binnen het nieuwe stelsel van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen.

Werken volgens de beschreven processen en indien nodig verder uitwerken en/of aanpassen.

Op 1 januari 2024 is de Wkb in werking getreden. Met de komst van de Wkb verschuift een gedeelte van de verantwoordelijkheden ten aanzien van toetsing aan en controle op bouwtechnische voorschriften van bouwwerken naar private partijen. Dit vereist een andere manier van werken van de VTH-organisatie met andere processen.

In de voorgaande beleidsperiode zijn in de gemeente Oegstgeest geen Wkb-projecten gestart. De verwachting is dat in deze beleidsperiode wel enkele Wkb-project zullen starten. Omdat het (leren) werken binnen deze nieuwe processen enige tijd zal kosten, worden aan de eerste Wkb-projecten extra tijd besteed. Na afloop van de Wkb-projecten worden ook evaluaties uitgevoerd.

4.

De gemeente Oegstgeest leert werken binnen het nieuwe stelsel van de Omgevingswet.

Werken volgens de beschreven processen en indien nodig verder uitwerken en/of aanpassen.

Op 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. Ter voorbereiding op de inwerkingtreding heeft de ‘Implementatiegroep Omgevingswet’ voor VTH alle processen beschreven. Deze processen verschillen aanzienlijk met de processen die golden onder het oude regime De afgelopen beleidsperiode hebben de collega’s van VTH leren werken met de nieuwe wet- en regelgeving en de nieuwe werkprocessen. Het (leren) werken met deze nieuwe wet- en regelgeving en processen heeft enige tijd gekost en is nog niet klaar. Om die reden zal hier ook deze beleidsperiode aandacht aan moeten worden besteed onder andere door middel van het volgen van cursussen.

5.

Het bevorderen van (vroegtijdige) participatie.

Participatie wordt te allen tijde gestimuleerd en waar mogelijk gefaciliteerd.

Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet is participatie een belangrijk onderdeel geworden bij initiatieven. Het college heeft hier ook beleid voor vastgesteld. Om initiatiefnemers hiervan op de hoogte te stellen is een communicatiecampagne opgestart. In de vorige beleidsperiode is een start gemaakt met het borgen van participatie in het initiatievenproces.

De aankomende beleidsperiode zal worden ingezet op het stimuleren en (zelfs) faciliteren van participatie. Zo worden initiatiefnemers (vroegtijdig) geïnformeerd over de meerwaarde van participatie en wordt de participatiegids van de gemeente opgestuurd. Daarnaast wordt ingezet op het geven van het goede voorbeeld. De gemeente is zelf namelijk ook verantwoordelijk voor veel initiatieven in de fysieke leefomgeving. Bij gemeentelijke initiatieven zal de gemeente daarom het vastgestelde participatiebeleid volgen.

6.

Voortzetten van periodieke overleggen en afstemming.

De goede samenwerking met de ketenpartners wordt voortgezet.

In de vorige beleidsperiode is de samenwerking met ketenpartners (VRHM & ODWH) geïntensiveerd door middel van invoeren structurele overleggen, het evalueren van de gemaakte afspraken en uitvoeren van integrale controles. Dit heeft tot gevolg gehad dat de afstemming en hierdoor de besluitvorming is verbeterd. Om deze progressie te blijven vasthouden moet in deze beleidsperiode ingezet worden op behouden van de structurele overleggen en evaluatie van de samenwerkingsafspraken. Dit is tijdrovend, maar alleen door deze activiteiten uit te voeren, blijft de goede samenwerking gewaarborgd.

7.

Regelmatig voeren van overleg /afstemming.

De samenwerking met de Leidse regio en interne collega’s wordt geïntensiveerd.

In de evaluatie van het Uitvoeringsprogramma 2024 is geconcludeerd dat de samenwerking met de Leidse regio verbeterd kan worden. Op dit moment vindt deze samenwerking slechts beperkt en (voornamelijk) ad hoc plaats. In deze beleidsperiode zal gewerkt worden aan verbetering van deze samenwerking door invoering van periodieke overleggen (interne vakberaden).

4. Uitvoering

4.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt eerst in kaart gebracht wat de verwachte werkvoorraad (voor primaire en overige taken) is in 2025. Vervolgens wordt beoordeeld hoeveel uren moeten worden ingezet om deze taken in 2025 uit te voeren.

4.2 Verwachte werkvoorraad primaire taken

In de uitvoerings- en handhavingsstrategie is een opsplitsing gemaakt in verschillende categorieën activiteiten die worden uitgevoerd door VTH. Om de verwachte werkvoorraad vast te stellen voor 2025 is allereerst per categorie een inschatting gemaakt hoeveel vergunningaanvragen of vooroverleggen worden ingediend en hoeveel overtredingen/handhavingszaken verwacht worden. Deze schatting wordt in onderstaande tabel weergegeven. In deze tabel staan ook de prioriteiten per categorie weergegeven, zoals vastgesteld in de uitvoerings- en handhavingsstrategie.

Categorie

Prioriteit

Verwachte vergunning-

aanvragen en vooroverleggen 2025

Percentage te verwachten overtredingen

Aantal verwachte overtredingen 20251

Technische bouwactiviteit

 
 
 
 
  • -

    Gevolgklasse 1 (nieuwbouw woning, aanbouw, dakopbouw, dakterras etc.)

Laag

5

20 %

1

  • -

    Gevolgklasse 2 (bibliotheek, gemeentehuis, onderwijs en woongebouw < 70 meter)

Hoog

3

0 %

0

  • -

    Gevolgklasse 3 (station, voetbalstadion, ziekenhuis en gebouw 70 meter)

Hoog

0

0 %

0

Ruimtelijke bouwactiviteit (Opa en Bopa)

 
 
 
 
  • -

    Bouwkosten onder € 25.000 (erfafscheiding, dakkapel, berging etc.)

Laag

140

20 %

28

  • -

    Bouwkosten €25.000 tot € 50.000 (kleine aanbouw, erker etc.)

Laag

15

20 %

3

  • -

    Bouwkosten €50.000 tot € 100.000 (dakopbouw, grote aanbouw etc.)

Middel

15

13 %

2

  • -

    Bouwkosten €100,000 tot € 500.000 (woning, uitbreiding hoofdgebouw etc.)

Middel

15

7 %

1

  • -

    Bouwkosten €500.000 tot € 1.000.000 (bedrijfspand, vrijstaande woning etc.)

Middel

2

5 %

0 of 1

  • -

    Bouwkosten hoger dan € 1.000.000 (woongebouwen & industriegebouwen)

Hoog

3

3 %

0 of 1

Monumentenactiviteit

Middel

10

20 %

2

Archeologieactiviteit

Laag

5

20 %

1

Grondactiviteit

Laag

0

0

0

Veranderen van een weg

Laag

0

0

0

Aanleggen van een in- of uitrit

Laag

5

20 %

1

Houtkapactiviteit

Middel

30

10 %

3

Groenactiviteit (NNN-gebied)

Middel

2

15 %

0 of 1

Standplaatsactiviteit

Laag

20

10 %

2

Terrasactiviteit

Laag

2

25 %

0 of 1

Ligplaatsactiviteit

Laag

1

10 %

0 of 1

Slopen in beschermd dorpsgezicht

Middel

3

30 %

1

Sloopmelding*

Laag

/

/

/

Slopen met asbest*

Middel

/

/

/

Melding brandveilig gebruik

Hoog

5

20 %

1

*Taken door ODWH uitgevoerd (zijn opgenomen in hun eigen uitvoeringsprogramma)

4.3 Benodigde uren primaire taken

Om te kunnen beoordelen wat het totaal aantal benodigde uren is voor alle omgevingsvergunning en handhavingszaken in 2025, is voor de VTH-taken ten eerste gekeken hoeveel uren benodigd zijn voor volledige (100%) toetsing en afhandeling van één dossier. Het gaat hierbij om alle werkzaamheden die dienen te worden uitgevoerd met betrekking tot omgevingsvergunningaanvragen en handhavingsprocedures. Bij deze taken horen ook administratieve, inhoudelijke en juridische taken ten behoeve van kwaliteitszorg.

Vervolgens is de prioritering uit de Uitvoerings- en handhavingsstrategie 2024-2027 gebruikt om te bepalen hoeveel diepgang dient te worden gegeven aan de VTH-taken. Hierbij geldt dat hoe hoger de prioriteit, hoe hoger het toetsniveau en hoe meer uren worden besteed aan het dossier. Het vaststellen van de diepgang van toetsing is noodzakelijk omdat immers nooit voldoende capaciteit zal zijn om alle taken uitputtend en volledig uit te voeren. Er dienen kort gezegd keuzes gemaakt te worden. Het gevolg van de vastgestelde prioritering voor het toetsniveau wordt in onderstaand schema weergeven.

Prioriteit

Toetsniveau vergunningverlening

Toetsniveau Toezicht

Toetsniveau Handhaving

Laag

Toets van een aanvraag op basisniveau

Visueel toezicht en veiligheidsvoorschriften

Uitsluitend projectmatig

Gemiddeld

Toets op basisniveau en zaak specifieke aandachtspunten

Toetsing op belangrijkste voorschriften

Handhaving bij directe aanleiding

Hoog

Grondige toetsing op alle voorschriften

Toetsing op alle voorschriften

Directe handhaving

Als het toetsniveau gecombineerd wordt met de te verwachte werkvoorraad leidt dit tot de urenbesteding voor de primaire taken zoals deze in onderstaand schema wordt weergegeven. Voor toezicht en handhaving geldt nog dat onder de primaire taken, naast de taken die voortvloeien uit verleende omgevingsvergunningen, ook taken vallen die voortkomen uit meldingen en handhavingsverzoeken van inwoners.

Benodigde uren op basis van risico-inschatting

Vergunningverlening

Toezicht

Handhaving

Administratief

274

430

50

Inhoudelijk

2370

798

620

Juridisch

948

193

390

Totaal uren-inschatting

3592

1421

1060

Benodigde FTE2

2,1

0.8

0,6

4.4 Verwachte werkvoorraad voor overige werkzaamheden

Naast de primaire taken, voeren de afdelingen vergunningen, toezicht en handhaving ook overige werkzaamheden uit. In bijlage 1 wordt uiteengezet wat deze werkzaamheden zijn en hoeveel uren hier per onderdeel aan besteed worden. Hierbij is wederom onderscheid gemaakt tussen administratieve, inhoudelijk en juridische uren.

4.5 Totaal aantal benodigde uren

Onderstaand schema geeft een samenvattend overzicht van het totaal aan uren benodigd voor de primaire en overige taken (uit bijlage 1) met een vertaling naar de benodigde FTE.

Benodigde uren totaal

Vergunningverlening

Toezicht

Handhaving

Primaire taken

3592

1421

1060

Overige werkzaamheden

3500

1020

1385

Totaal uren-inschatting

7092

2441

2445

Benodigde FTE

4,1

1,4

1,4

5. Borging

5.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt uiteengezet hoe de uitvoering, zoals in het vorige hoofdstuk beschreven, gerealiseerd wordt en gebord is.

5.2 Personeelsformatie

In het vorige hoofdstuk is de benodigde personeelsformatie weergegeven. Onderstaand overzicht geeft inzicht in de beschikbare personeelsformatie.

Beschikbare FTE

Vergunningverlening

Toezicht

Handhaving

Administratief

1

0

0

Inhoudelijk

3

2

1

Juridisch

1

0

0.5

Totaal FTE

5,0

2

1,5

Voor vergunningverlening geldt dat formatie is voor 5 FTE. Op dit moment is echter slechts 4 FTE van de formatie ingevuld. Dit is afdoende om de primaire en overige werkzaamheden uit te voeren. Hetzelfde geldt voor toezicht. Voor toezicht is formatie voor 2 FTE, maar op dit moment slechts voor 1,5 FTE ingevuld. Ook dit is afdoende om de primaire en overige werkzaamheden uit te voeren.

Voor vergunningverlening geldt dat ruimte is om collega’s van RO in te zetten bij grote drukte en voor zowel vergunningverlening als toezicht geldt dat ruimte is om externen in te huren of extra FTE aan te trekken.

5.3 Vastgelegde werkwijzen

Om de kwaliteit en uniformiteit van de VTH-taken te borgen en te garanderen dat de vastgestelde prioritering (en daarmee samenhangende diepgang van toetsing) worden opgevolgd zijn voor de afdelingen vergunningverlening, toezicht en handhaving verschillende werkwijzen vastgelegd. De werkwijze is voor vergunningverlening vastgelegd in het ‘Handboek vergunningen’ en voor toezicht en handhaving in de ‘Werkinstructie toezicht’. Bij aanvang van het dienstverband van nieuwe medewerkers van VTH, worden deze documenten verstrekt.

De volgende werkwijzen zijn voor vergunningverlening vastgelegd:

  • Houden van vooroverleg;

  • Inwinnen (interne en externe) adviezen;

  • Doorlopen reguliere procedure;

  • Doorlopen uitgebreide procedure;

  • Controleren bouwsom en generen leges;

  • Afhandelen van meldingen.

De volgende werkwijzen zijn voor toezicht en handhaving vastgelegd:

  • Werkinstructie buitentoezicht;

  • Toezicht op verleende omgevingsvergunningen;

  • Invullen toezichtsprotocol;

  • Opstellen constateringsrapport.

  • Start- en gereedmelding afhandelen;

  • Werkwijze handhaving.

Periodiek wordt met steekproeven gecontroleerd of conform procesbeschrijvingen gewerkt wordt middels een dossieranalyse.

5.4 Evaluatie

Het uitvoeringsprogramma is geldig voor de periode van 1 januari 2025 tot 1 januari 2026. Vóór het einde van de looptijd wordt dit uitvoeringsprogramma geëvalueerd. Er wordt dan minimaal beoordeeld of:

  • de activiteiten uit hoofdstuk 3 van dit uitvoeringsprogramma zijn uitgevoerd;

  • afdoende rekening is gehouden met de prioriteitstelling uit de uitvoerings- en handhavingsstrategie 2024-2027;

  • de verwachte werkvoorraad overeen komt met de uiteindelijk ingediende aanvragen en opgestarte handhavingsprocedures;

  • de vastgelegde werkwijzen nog werkbaar en actueel zijn.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van 10 december 2024.

Het College van Burgemeester en wethouders van de gemeente Oegstgeest,

De secretaris, J. Versluis

De burgemeester, E. Jaensch

Bijlage 1: Overzicht urenbesteding aan overige werkzaamheden

 

Vergunningverlening

Toezicht

Handhaving

Categorie

Administratief

Inhoudelijk

Juridisch

Administratief

Inhoudelijk

Juridisch

Inhoudelijk

Juridisch

Raadsvragen

40

60

50

 

10

 

10

25

PowerBrowser

100

 
 

200

 
 
 
 

Welstandscommissie

200

100

 
 
 
 
 
 

Bezwaarschriften

200

300

620

 

50

 

30

300

Monumentencommissie

100

100

 
 
 
 
 
 

Overleg ketenpartners

100

100

 
 

50

 

10

150

VTH-beleid

 

10

 
 

10

 

200

10

Begeleiding stagiairs/trainees

 
 
 
 

100

 

100

 

Facturatie

400

 
 
 
 
 
 
 

Informatieverzoeken (Join, mails en terugbelverzoeken)

220

 

700

100

300

 

100

100

Project ‘handhaving illegale bouwwerken voorerf’

 

100

 

100

100

 

250

100

Totaal uren

1360

770

1370

400

620

 

700

685

Totaal uren per werkveld

3500 uren

1020

1385

Totaal FTE

2,0 FTE

0,6 FTE

0,8 FTE


Noot
1

Aantal verwachte overtredingen is gebaseerd op cijfers en ervaringen van de afgelopen jaren waarbij na afloop van de verleende omgevingsvergunning een handhavingsprocedure is opgestart.

Noot
2

Voor de berekening van één fte is uitgegaan van een gemiddeld aantal uren per volledige fte van 1720 uur. Normstelling volledige FTE Ministerie SZW.