Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR730052
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR730052/1
Verordening op de heffing en invordering van Verblijfsbelasting 2025
Geldend van 19-12-2024 t/m heden
Intitulé
Verordening op de heffing en invordering van Verblijfsbelasting 2025De raad van de gemeente Montferland;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 september 2024;
gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;
BESLUIT:
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en invordering van Verblijfsbelasting 2025
Artikel 1 Belastbaar feit
Onder de naam 'verblijfsbelasting' wordt een toeristenbelasting geheven als bedoeld in artikel 224 Gemeentewet voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.
Artikel 2 Belastingplicht
-
1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.
-
2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.
-
3. Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.
Artikel 3 Vrijstellingen
De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:
- 1.
van degene die verblijft in een instelling als bedoeld in artikel 4 van de Wet toetreding Zorgaanbieders;
- 2.
van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.
- 3.
van een maatschappelijk of culturele instelling of die als zodanig aangemerkt kunnen worden.
Artikel 4 Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.
Artikel 5 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing
-
1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:
- a.
kampeermiddel: tent, tentwagen, kampeerauto, caravan of een soortgelijk onderkomen of ander voertuig of gewezen voertuig of een gedeelte daarvan, een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht of worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
- b.
kampeerterrein: terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en volgens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen hoofdzakelijk ten behoeve van recreatief nachtverblijf;
- c.
vaste standplaats: terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt van een kampeerterrein en dat ter beschikking wordt gesteld voor de plaatsing van hetzelfde kampeermiddel gedurende een seizoen of een jaar;
- d.
volgtijdige standplaats: terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt van een kampeerterrein en dat ter beschikking wordt gesteld voor de volgtijdige plaatsing van kampeermiddelen;
- e.
woning: huis, een naar aard en inrichting vergelijkbare ander onderkomen of een deel van een huis of een vergelijkbaar onderkomen;
- f.
particulier: natuurlijk persoon die buiten de uitoefening van een bedrijf of beroep gelegenheid biedt tot verblijf;
- g.
particulier verhuurde woning: woning die door een particulier ter beschikking wordt gesteld voor het houden van verblijf met overnachting tegen een vergoeding in welke vorm dan ook.
- a.
-
2. Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot:
- a.
hotels; pensions; recreatiebungalows in bungalowparken / op campings; appartementen; zomerhuisjes; gemeubileerde kamers; kampeerboerderijen en dergelijke bedrijven bepaald op het aantal slaapplaatsen;
- b.
stacaravans, op vaste standplaatsen, bepaald op 2 slaapplaatsen;
- c.
mobiele kampeeronderkomens op niet vaste standplaatsen, waaronder worden verstaan tenten; vouwwagens; kampeerauto’s; toercaravans; dan wel soortgelijke onderkomens of voertuigen, welke bestemd zijn voor, dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, bepaald op 3 slaapplaatsen.
- a.
-
3. Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen wordt overnacht in de in dat lid genoemde onderkomens, wordt bepaald op:
- a.
voor hotels; pensions; recreatiebungalows in bungalowparken / op campings; appartementen; zomerhuisjes; gemeubileerde kamers; kampeerboerderijen en dergelijke bedrijven: 250 per belastingjaar
- b.
voor stacaravans op vaste standplaatsen: 50 per belastingjaar
- c.
mobiele kampeeronderkomens: 365 per belastingjaar
- a.
Artikel 6 Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing
In afwijking van het bepaalde in artikel 5 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 5 berekende aantal.
Artikel 7 Belastingtarief
Per overnachting bedraagt het tarief € 1,25.
Artikel 8 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar
Artikel 9 Wijze van heffing
De belastingen worden bij wege van aanslag geheven.
Artikel 10 Aanslaggrens
Een belastingaanslag wordt niet opgelegd indien het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, gedurende het belastingjaar minder dan veertig zal of heeft belopen.
Artikel 11 Termijn van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in één termijn die vervalt drie maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
-
2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt, ingeval er een machtiging is verleend tot automatische incasso en het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet vermelde gemeentelijke heffingen niet meer dan € 2.000,- bedraagt, dat de aanslagen moeten worden betaald in negen gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die als de dagtekening op het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens één maand later, dit met in achtneming van artikel 10 van de Regeling Automatische Incasso Gemeentelijke Belastingen.
-
3. In afwijking van het tweede lid geldt, indien de aanslagen in april of later in het belastingjaar worden opgelegd, is het aantal betaaltermijnen gelijk aan de nog in het belastingjaar overblijvende volle kalendermaanden plus twee maanden, met een maximum van negen termijnen.
-
4. In afwijking van het derde lid geldt dat ingeval de dagtekening van de aanslag valt na het kalenderjaar, wordt het aantal incasso termijnen bepaald op twee.
-
5. De in het tweede lid bedoelde machtiging tot automatische incasso wordt geacht niet te zijn verleend indien drie van de maximaal negen termijnen niet zijn betaald doordat automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige niet mogelijk blijkt dan wel binnen één maand na afschrijving zijn gestorneerd. Alsdan geldt de betaaltermijn als bedoeld in het eerste lid.
-
6. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 12 Nachtverblijfregister
-
1. Indien ten aanzien van een belastingplichtige het bepaalde in artikel 6 wordt toegepast, is hij gehouden per belastingjaar een vanwege de gemeente kosteloos ter beschikking gesteld nachtverblijfregister bij te houden.
-
2. Het nachtverblijfregister bevat met betrekking tot ieder, aan wie gelegenheid tot overnachten is verschaft, ten minste de volgende gegevens:
- a.
naam en woonplaats;
- b.
datum van aankomst en datum van vertrek;
- c.
het aantal overnachtingen, ter zake waarvan belasting verschuldigd is;
- a.
-
3. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd voor bepaalde gevallen of groepen van gevallen van de in het eerste lid bedoelde verplichtingen gehele of gedeeltelijke ontheffing te verlenen, zo nodig onder door hem te stellen voorwaarden.
Artikel 13 Kwijtschelding
Voor de Verblijfsbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 14 Overgangsrecht
De “Verordening Toeristenbelasting 2024”, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 2 november 2023, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 15, tweede lid, genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 15 Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
-
2. De datum van heffing is 1 januari 2025.
Artikel 16 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening Verblijfsbelasting 2025”.
Ondertekening
’s-Heerenberg, 14 november 2024
De raad van de gemeente Montferland,
de griffier a.i.,
H.M. van ’t Westeinde
de voorzitter,
H.H. de Vries
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl