Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR729968
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR729968/1
Verordening Parkeerbelastingen 2025
Geldend van 19-12-2024 t/m heden
Intitulé
Verordening Parkeerbelastingen 2025Gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, 225, 234 en 235 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening 2025;
De raad van de gemeente Harlingen;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 19 november 2024;
Besluit
- 1.
De Verordening Parkeerbelastingen 2025 inclusief tarieventabel vast te stellen;
- 2.
Het van de gemeentelijke kosten ter zake van een naheffingsaanslag voor 2025 vast te stellen op € 78,80.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- a.
burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Harlingen;
- b.
centrale computer: computer van het bedrijf waarmee de gemeente Harlingen een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of ander communicatiemiddel;
- c.
houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de WVW 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven dan wel degene, die middels een leasecontract of werkgeversverklaring aan kan tonen houder te zijn;
- d.
motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990; met uitzondering van woonwagen, kampeerwagen, caravan, magazijnwagen, aanhangwagen, keetwagen, tractor, landbouwvoertuig of ander voertuig dat voor recreatie of anderszins voor andere dan verkeersdoeleinden wordt gebruikt;
- e.
parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, centrale computer en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;
- f.
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
- g.
parkeerverordening: de vigerende Parkeerverordening van gemeente Harlingen;
- h.
vergunning: een door burgemeester en wethouders verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een voertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuur- en/of belanghebbendenplaatsen;
- i.
vergunninghouder: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam 'parkeerbelastingen' worden de volgende belastingen geheven:
- a.
een belasting ter zake van het parkeren van een motor op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;
- b.
een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.
Artikel 3 Belastingplicht
-
1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van degene die het voertuig heeft geparkeerd.
-
2. Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:
- a.
degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;
- b.
zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat:
- •
indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd;
- •
indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.
- •
- a.
-
3. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
-
4. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.
Artikel 4 Vrijstellingen
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven, indien sprake is van:
- a.
als zodanig herkenbare motorvoertuigen van de gemeente Harlingen;
- b.
als zodanig herkenbare motorvoertuigen van onderstaande hulpdiensten / instanties:
- •
Ambulance;
- •
Politie;
- •
Brandweer;
- •
Defensie;
- •
Douane;
- •
Marechaussee;
- •
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).
- •
- c.
parkeren met een gehandicaptenparkeerkaart. Hierbij dient de gehandicaptenparkeerkaart duidelijk leesbaar en op een zichtbare plaats, bij voorkeur op het dashboard, in het voertuig te zijn geplaatst. Daarnaast moet daarbij met behulp van een parkeerschijf de starttijd van het parkeren aangegeven worden in verband met de maximale parkeerduur op een gehandicaptenparkeerplaats;
- d.
de volgende nationale feestdagen (met uitzondering van de Waddenpromenade en Camperparkeerplaatsen):
- •
Nieuwjaarsdag: woensdag 1 januari 2025;
- •
Goede vrijdag: vrijdag 18 april 2025;
- •
2e Paasdag: maandag 21 april 2025;
- •
Koningsdag: zaterdag 26 april 2025;
- •
Bevrijdingsdag: maandag 5 mei 2025;
- •
Hemelvaartsdag: donderdag 29 mei 2025;
- •
2e Pinksterdag: maandag 9 juni 2025;
- •
Kerstmis: donderdag 25 december 2025 en vrijdag 26 december 2025.
- •
Artikel 5 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
Artikel 6 Wijze van heffing en restitutie
-
1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.
-
2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte.
-
3. Bij de voldoening op aangifte moet het kenteken van het motorvoertuig waarmee wordt geparkeerd of waarvoor de vergunning geldt, worden opgegeven.
-
4. Indien een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, in de loop van het kalenderjaar wordt verleend, is parkeerbelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor een vergunning verschuldigde belasting als er na het verlenen van de vergunning in dat kalenderjaar nog hele of gedeelten van kalendermaanden overblijven.
-
5. Indien een vergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, welke geldig is tot het einde van het kalenderjaar in de loop van dat jaar wordt ingetrokken op de wijze genoemd in artikel 6, onderdeel a, b, c en d van de Parkeerverordening, bestaat aanspraak op restitutie voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor een vergunning verschuldigde belasting als er in dat kalenderjaar na de intrekking nog volle kalendermaanden overblijven. Het minimale bedrag waarvoor restitutie wordt verleend is € 9,75.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld
-
1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren, tenzij het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een mobiele telefoon of ander communicatiemiddel inloggen op de centrale computer;
-
2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.
Artikel 8 Termijnen van betaling
-
1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de aanvang van het parkeren;
-
2. In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon of ander communicatiemiddel inloggen op de centrale computer;
-
3. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend;
-
4. Een naheffingsaanslag moet worden betaald vóór de hierop vermelde uiterste betaaldatum.
Artikel 9 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd, geschiedt in alle gevallen door burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.
Artikel 10 Bevoegdheid tot gebruik wielklem en wegsleepregeling
-
1. Tot zekerheid van de betaling van een naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, kan aan het voertuig een wielklem worden aangebracht.
-
2. Burgemeester en wethouders wijzen bij openbaar te maken besluit in alle gevallen de terreinen en weggedeelten aan waar de wielklem wordt toegepast.
-
3. Als na het aanbrengen van de wielklem 24 uren zijn verstreken, kan het motorvoertuig naar een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aangewezen plaats worden overgebracht en in bewaring worden gesteld.
Artikel 11 Kosten
-
1. De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 78,80;
-
2. De kosten van het aanbrengen en van het verwijderen van de wielklem bedragen, indien het verwijderen geschiedt:
- a.
op werkdagen tussen 08.00 – 18.00 uur: maandag t/m vrijdag € 60,00;
- b.
overig op werkdagen, weekend en feestdagen € 80,00.
- a.
-
3. De kosten voor overbrengen en bewaring worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de vigerende Wegsleepverordening behorende tarieventabel.
-
4. Het bedrag van de ingevolge het tweede en derde lid in rekening te brengen kosten wordt bij voor bezwaar vatbare beschikking vastgesteld.
Artikel 12 Kwijtschelding
Bij de invordering van de parkeerbelastingen wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 13 Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel
-
1. De 'Verordening Parkeerbelastingen 2024' wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan;
-
2. Deze verordening treedt in werking één dag na die van bekendmaking;
-
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025;
-
4. Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening Parkeerbelastingen 2025’.
Ondertekening
Vastgesteld door de raad in zijn vergadering van 11 december 2024.
, de voorzitter
, de raadsgriffier
Tarieventabel
Behorende bij Verordening Parkeerbelastingen 2025
Het tarief voor het parkeren als bedoeld in artikel 2, lid a, bedraagt:
a |
in gebied A, Waddenpromenade |
1e 30 minuten Na 30 minuten, per uur Maximum dagtarief |
€ 0,55 € 2,50 € 25,00 |
b |
in gebied B, Voorstraat |
1e uur Na 1 uur, per uur Maximum dagtarief |
€ 1,10 € 2,00 € 15,00 |
c |
in gebied C, Binnenstad |
1e vier uur, per uur Na 4 uur, per uur Maximum dagtarief |
€ 1,10 € 2,00 € 15,00 |
d |
in gebied D, Schil dagparkeren (Spoorstraat, Station, Nieuwe Vissershaven en Willemshaven) |
1e acht uur, per uur Na 8 uur, per uur Maximum dagtarief |
€ 0,35 € 2,50 € 10,00 |
e |
In gebied E, Camperparkeerplaatsen (Nieuwe Vissershaven) |
24 uur |
€ 12,50 |
f |
In gebied F, Pleintje Noorderhaven |
1e vier uur, per uur Na vier uur, per uur Maximum dagtarief |
€ 1,10 € 2,00 € 15,00 |
g |
In gebied G, Vignetgebied |
1e acht uur, per uur Na acht uur, per uur Maximum dagtarief |
€ 0,25 € 2,50 € 7,50 |
Het tarief voor het parkeren als bedoeld in artikel 2, lid b, bedraagt voor:
a. |
een bewonersvergunning als bedoeld in artikel 3, derde lid, onderdeel a, van de Parkeerverordening: |
|||
I. |
gebied B en C, Voorstraat en Binnenstad |
|||
Voor de eerste bewonersvergunning per adres |
kalenderjaar |
€ 28,90 |
||
Voor de tweede bewonersvergunning per adres |
kalenderjaar |
€ 58,90 |
||
Voor volgende bewonersvergunning(en) per adres |
kalenderjaar |
€ 88,90 |
||
II. |
gebied G, Vignetgebied |
kalenderjaar |
€ 2,90 |
|
III. |
gebied H, Vijverbuurt |
kalenderjaar |
€ 28,90 |
|
Voor de eerste bewonersvergunning per adres |
kalenderjaar |
€ 28,90 |
||
Voor de tweede bewonersvergunning per adres |
kalenderjaar |
€ 58,90 |
||
Voor volgende bewonersvergunning(en) per adres |
kalenderjaar |
€ 88,90 |
b. |
een bedrijfsvergunning als bedoeld in artikel 3, derde lid, onderdeel b, van de Parkeerverordening: |
||
dag |
€ 6,00 |
||
week |
€ 23,00 |
||
maand |
€ 52,00 |
||
Voor de eerste bedrijfsvergunning per bedrijf digitaal |
kalenderjaar |
€ 173,30 |
|
Voor de eerste bedrijfsvergunning per bedrijf analoog |
kalenderjaar |
€ 231,00 |
|
Voor de volgende bedrijfsvergunning(en) per bedrijf digitaal |
kalenderjaar |
€ 433,10 |
|
Voor de volgende bedrijfsvergunning(en) per bedrijf analoog |
kalenderjaar |
€ 490,90 |
c. |
een bezoekersvergunning als bedoeld in artikel 3, derde lid, onderdeel c, van de Parkeerverordening: |
|||
I. |
Bezoekersvergunning Binnenstad |
kalenderjaar |
€ 21,00 |
|
II. |
Bezoekersvergunning Vignetgebied |
kalenderjaar |
€ 2,10 |
d. |
een dienstenvergunning als bedoeld in artikel 3, derde lid, onderdeel d, van de Parkeerverordening: |
|||
digitaal |
kalenderjaar |
€ 115,50 |
||
analoog |
kalenderjaar |
€ 173,30 |
e. |
een werknemersvergunning als bedoeld in artikel 3, derde lid, onderdeel e, van de Parkeerverordening: |
|||
I. |
Werknemers Binnenstad |
kalenderjaar |
€ 34,70 |
|
II. |
Werknemers Vignet |
kalenderjaar |
€ 34,70 |
f. |
een stallingsbedrijvenvergunning als bedoeld in artikel 3, derde lid, onderdeel f, van de Parkeerverordening: |
|||
kalenderjaar |
€ 86,60 |
g. |
Een kort verblijfvergunning als bedoeld in artikel 3, derde lid, onderdeel h van de Parkeerverordening: |
|||
kalenderjaar |
€138,60 |
h. |
Een mantelzorgvergunning als bedoeld in artikel 3, derde lid, onderdeel i van de Parkeerverordening: |
|||
I. |
Mantelzorg Binnenstad |
kalenderjaar |
€ 28,90 |
|
II. |
Mantelzorg Vignetgebied |
kalenderjaar |
€ 2,90 |
i. |
Een deelautovergunning als bedoeld in artikel 3, derde lid, onderdeel j van de Parkeerverordening: |
|||
kalenderjaar |
€ 28,90 |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl