Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren 2025

Geldend van 01-01-2025 t/m heden

Intitulé

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren 2025

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren 2025

De raad van de gemeente Zwijndrecht;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 november 2024;

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;

B e s l u i t

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren 2025

Artikel 1. Definities

Voor de toepassing van deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    belanghebbende vergunning: een vergunning verleent op kenteken waar bij de eigenaar of houder van een voertuig sprake is van een specifiek belang bij een bedrijfsvoering of het uitvoeren van zorg gerelateerde diensten;

  • b.

    bewonersvergunning: een vergunning, afgegeven op kenteken, voor bewoners van een zelfstandige woning gelegen in een gebied, waarmee deze bewoners motorvoertuigen kunnen parkeren;

  • c.

    bezoekersvergunning: een vergunning, waarop een bepaald gebied is aangewezen, voor de eigenaar of houder van een voertuig voor het parkeren op een vergunninghouderplaats of op een mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaats;

  • d.

    brommobiel: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, onderdeel ia, van het RVV 1990;

  • e.

    centrale computer: computer van het bedrijf waarmee de gemeente Zwijndrecht een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of een ander communicatiemiddel;

  • f.

    dienstenvergunning: een vergunning, afgeven op kenteken, bestemd voor een in de zorg voor mens en dier werkzame persoon;

  • g.

    houder: degene op wiens naam het door het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens;

  • h.

    mantelzorgvergunning: een vergunning, afgegeven op kenteken, voor hulp die aanvullend, niet beroepshalve, aan bejaarden, zieken en andere hulpbehoevenden verleend wordt.

  • i.

    motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van het RVV 1990, alsmede brommobielen;

  • j.

    ondernemersvergunning: een vergunning, afgegeven op kenteken, voor ondernemers die gevestigd zijn binnen het gebied, aangewezen door het bevoegd gezag als vergunninghouderplaatsen gebied of parkeerapperatuurplaatsen gebied;

  • k.

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelmeters, centrale computer en hetgeen naar maatschappelijk opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

  • l.

    parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats ten aanzien waarvan het parkeren wordt geregeld door parkeerapparatuur;

  • m.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • n.

    RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens van 26 juli 1990;

  • o.

    vergunning: een door het college van burgemeester en wethouders verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen vergunninghouderplaatsen en parkeerapparatuurplaatsen;

  • p.

    vergunninghouder: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend;

  • q.

    vergunninghouderplaats: een parkeerplaats die is aangeduid met bord E9 van bijlage 1 van het RVV 1990 of gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990, met het onderschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;

  • r.

    voertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990, met inbegrip van brommobielen en met uitzondering van fietsen en bromfietsen.

Artikel 2. Bevoegdheid college van Burgermeester en wethouders

  • 1.

    Het college van Burgemeester en wethouders is bevoegd gebied gebonden uitgifteregels vast te stellen over het uitgeven van vergunningen

  • 2.

    Het college van Burgemeester en wethouders is bevoegd nadere regels vast te stellen over het aanvragen, verlenen en gebruik van vergunningen en regelingen.

  • 3.

    Het college van Burgemeester en wethouders is bevoegd weggedeelten aan te wijzen die bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders;

  • 4.

    Het college van Burgemeester en wethouders is bevoegd de tijdstippen vast te stellen waarop het parkeren aan vergunninghouders is toegestaan.

  • 5.

    Burgemeester en Wethouders legt de onder andere in lid 3 en lid 4 benoemde bevoegdheden vast middels een aanwijsbesluit dat een duidelijke locatieduiding heeft beschreven en in tekening ondersteund wordt.

Artikel 3. Vergunningverlening

  • 1.

    Het college van Burgemeester en wethouders kan op aanvraag een vergunning verlenen voor het parkeren op vergunninghouderplaatsen en/of parkeerapparatuurplaatsen, waarbij te kennen:

    • a.

      Een bewonersvergunning; de eigenaar van een motorvoertuig, die volgens de Basisregistratie personen (BRP) als bewoner op een adres ingeschreven staat in een gebied waar vergunninghouderplaatsen en/of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuur plaatsen aanwezig zijn Hieraan worden de in artikel 6 lid 1 genoemde voorwaarden gesteld;

    • b.

      Een bezoekersvergunning; een vergunning uitsluitend bestemd voor bezoekers van de houder van een vergunning als verleend volgens de in lid 1 letter a beschreven vergunning. Hieraan worden de in artikel 6 lid 2 genoemde voorwaarden gesteld;

    • c.

      Een mantelzorgvergunning; de houder van een vergunning als verleend volgens de in lid 1 letter a beschreven vergunning heeft de mogelijkheid een vergunning uitsluitend bestemd voor mantelzorgers aan te vragen. Hieraan worden de in artikel 6 lid 3 genoemde voorwaarden gesteld

    • d.

      Een belanghebbende vergunning; de eigenaar of houder van een voertuig als sprake is van een specifiek belang bij een bedrijfsvoering of het uitvoeren van zorg gerelateerde diensten, wanneer deze overigens tijdelijk een voertuig moet parkeren in een gebied waar vergunninghouderplaatsen en/of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig te zijn;

  • 2.

    Het college van Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen een vergunning ook verlenen aan diegene die niet voldoet aan een of meer van de in artikel 6 genoemde voorwaarden.

  • 3.

    Een vergunning geldt uitsluitend in de vergunninghouder sector waarvoor de vergunning is verleend.

  • 4.

    Aan de vergunning kunnen zowel beperkingen worden verbonden met betrekking tot de te gebruiken parkeerplaatsen als met betrekking tot de tijdstippen waarop de vergunning van kracht is.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan een vergunning ook andere voorschriften en beperkingen verbinden. Deze voorschriften en beperkingen mogen alleen strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte

Artikel 4. Intrekken of wijzigen vergunning

Burgemeester en wethouders kunnen een vergunning intrekken of wijzigingen:

  • 1.

    op verzoek van de vergunninghouder;

  • 2.

    als de vergunninghouder het gebied, waarvoor de vergunning is verleend, daadwerkelijk verlaat;

  • 3.

    wanneer er zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de vergunning;

  • 4.

    wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van vergunningen komt te vervallen;

  • 5.

    wanneer de vergunninghouder in strijd handelt met de aan de vergunning verbonden voorschriften en voorwaarden;

  • 6.

    wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de vergunning onjuiste gegevens zijn verstrekt;

  • 7.

    om redenen van openbaar belang.

Artikel 5. Weigering van een vergunning

Het college kan een vergunningaanvraag weigeren indien:

  • 1.

    de aanvrager de beschikking heeft over parkeergelegenheid op eigen terrein of de mogelijkheid heeft daarover te beschikken;

  • 2.

    de aanvrager beschikt over een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats;

  • 3.

    een vergunning van de aanvrager in het jaar voorafgaande aan de beslissing op de aanvraag wegens het handelen in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften of het verstrekken van onjuiste gegevens is ingetrokken;

  • 4.

    de aanvrager in de twee jaar voorafgaande aan de beslissing op de aanvraag gebruik heeft gemaakt van een vervalsing of onrechtmatige kopie van een vergunning;

  • 5.

    om redenen van openbaar belang.

Artikel 6. Vergunningsvoorwaarden

De vergunning als bedoeld onder artikel 3.1 kent de volgende voorwaarden:

  • 1.

    Bewonersvergunningen;

    • a.

      Aan een bewonersvergunning kan maximaal één kentekens worden gekoppeld, waarvoor de vergunning kan worden gebruikt;

    • b.

      Per zelfstandige woning kunnen maximaal twee bewonersvergunning worden verleend.

    • c.

      Met een in de Basisregistratie Personen ingeschreven persoon wordt gelijkgesteld de eigenaar of huurder die bij de aanvraag van de vergunning een kopie van het eigendomsbewijs of de huurovereenkomst van de zelfstandige woning kan overleggen. De aanvrager moet daadwerkelijk op het adres woonachtig zijn;

    • d.

      Wanneer een bewonersvergunning wordt aangevraagd voor een leaseauto dient bij de aanvraag een kopie van de leaseovereenkomst of werkgeversverklaring overgelegd te worden;

    • e.

      Een bewonersvergunning wordt verleend, mits de in het aanwijsbesluit aangewezen maximaal aantal bewonersvergunningen in de vergunninghouder sector waar de aanvraag betrekking op heeft nog niet is uitgegeven. Wanneer dit maximum is bereikt, wordt de aanvraag op een wachtlijst voor de betreffende vergunninghouder sector geplaatst. Vermelding op de wachtlijst vindt plaats naar datum van ontvangst van de aanvraag. Zodra een bewonersvergunning beschikbaar is, vindt vergunningverlening plaats aan de aanvrager die als eerste op de wachtlijst staat. Op dat moment wordt deze aanvrager van de wachtlijst verwijderd;

    • f.

      Bewonersvergunningen verleend onder het oude vergunningenstelsel verlopen op 1 februari 2025.

  • 2.

    Bezoekersvergunning;

    • a.

      Per zelfstandige woning kan slechts één bezoekersvergunning worden aangevraagd;

    • b.

      Parkeren met een bezoekersvergunning geschiedt door het aan- en afmelden van het kenteken van de bezoeker via een verbinding met de centrale computer;

    • c.

      Parkeren met een bezoekersvergunning wordt per minuut afgerekend en in mindering gebracht op het tegoed;

    • d.

      Een bezoekersvergunning wordt zonder gekoppelde kentekens verleend. De bewoner dient zelf de kentekens aan- en af te melden via de centrale computer. Maximaal één kenteken kan op hetzelfde moment gebruik maken de bezoekersvergunning;

    • e.

      Bij een tariefwijziging wordt het ongebruikte tegoed berekend tegen het nieuwe tarief;

    • f.

      Het ongebruikte tegoed blijft tot aan de beëindiging behouden en wordt aan de bewoner gerestitueerd;

    • g.

      Een bezoekersvergunning heeft per kenteken een maximumduur van 3 uur per kalenderdag;

    • h.

      Een bezoekersvergunning heeft een totaal maximum uren van 75 uur per maand.

  • 3.

    Manterlzorgvergunning:

    • a.

      Per zelfstandige woning kan maximaal één mantelzorgvergunning worden aangevraagd;

    • b.

      Een mantelzorgvergunning kan alleen aangevraagd worden met een huisartsenverklaring;

    • c.

      Een mantelzorgvergunning is een jaar geldig;

    • d.

      Parkeren met een mantelzorgvergunning geschiedt door het aan- en afmelden van het kenteken van de mantelzorger via een verbinding met de centrale computer;

    • e.

      Een mantelzorgvergunning wordt zonder gekoppelde kentekens aangegaan. Er kan slechts een kenteken op hetzelfde moment gebruik maken van de mantelzorgregeling;

    • f.

      Mantelzorgvergunningen verleend onder het oude stelsel verlopen op 1 februari 2025.

  • 4.

    Belanghebbende vergunning waaronder wordt verstaan de volgende vergunningen:

    • a.

      Dienstenvergunning;

    • b.

      Ondernemersvergunning.

  • 5.

    Dienstenvergunning;

    • a.

      Aan een dienstenvergunning kan maximaal één kenteken worden gekoppeld, waarvoor de vergunning kan worden gebruikt;

    • b.

      Bij de aanvraag van een dienstenvergunning moet aannemelijk worden gemaakt dat de aanvrager medische hulp verleent;

    • c.

      Een dienstenvergunning wordt verleend als de aanvrager is geregistreerd als zelfstandig werkend persoon in de gezondheidszorg. Dit wordt getoetst aan de hand van registratie in het kader van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg;

    • d.

      Voor de houder van een dienstenvergunning kan bij het woon- of werkadres een dienstenparkeerplaats aangewezen worden indien nodig. Deze wordt aangegeven met een verkeersbord model E9 uit bijlage I van het RVV 1990 en een onderbord met het kenteken van het motorvoertuig;

    • e.

      De houder van een dienstenvergunning komt voor het adres waarvoor hij een dienstenparkeerplaats heeft slechts in aanmerking voor een tweede bewoners- of zakelijke vergunning, tenzij op dat adres al meerdere dienstenvergunningen zijn verstrekt. In dat geval vervalt het recht op een tweede bewoners- of zakelijke vergunning;

    • f.

      Wanneer een dienstenvergunning voor een leaseauto wordt aangevraagd dient bij de aanvraag een kopie van de leaseovereenkomst overgelegd te worden.

    • g.

      Dienstenvergunningen verleend onder het oude stelsel verlopen op 1 februari 2025.

  • 6.

    Ondernemersvergunning voor ondernemers gevestigd binnen het aanwijsbesluit aangewezen parkeergebied;

    • a.

      Aan een ondernemersvergunning kunnen maximaal 2 kentekens worden gekoppeld;

    • b.

      Per bedrijf kunnen maximaal 2 ondernemingsvergunningen worden verleend, waarbij geldt dat het aantal te verlenen zakelijke vergunningen wordt verminderd met het aantal parkeerplaatsen op eigen terrein;

    • c.

      Bedrijven worden aangemerkt als één bedrijf en derhalve als één aanvrager, indien zij zijn gevestigd op één adres of naburige adressen en aldaar gezamenlijk gelijksoortige bedrijfsactiviteiten uitoefenen dan wel, indien zij, wanneer geen sprake is van gelijksoortige bedrijfsactiviteiten, uitsluitend op het niveau van verantwoordelijke functie, zoals de directie, gemeenschappelijke functies hebben. Hiervoor kunnen bewijsstukken worden verlangd. Onder meer de volgende criteria worden gehanteerd bij de beoordeling van de aanvraag:

      • -

        staan de bedrijven zelfstandig ingeschreven op het adres in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel;

      • -

        hebben de bedrijven een zelfstandig huur- of koopcontract ter zake van het betreffende adres;

      • -

        hebben de bedrijven verschillende werknemers;

      • -

        hebben de bedrijven verschillende bestuurders of directeuren;

      • -

        hanteren de bedrijven elk een eigen doelstelling, naam, telefoonnummer en briefhoofd;

      • -

        worden de bedrijven uitgeoefend in verschillende branches;

    • d.

      Een tweede ondernemersvergunning wordt verleend, mits de in het aanwijsbesluit aangewezen maximaal aantal ondernemersvergunningen in de vergunninghouder sector waar de aanvraag betrekking op heeft nog niet is uitgegeven. Wanneer dit maximum is bereikt, wordt de aanvraag op een wachtlijst voor de betreffende vergunninghouder sector geplaatst. Vermelding op de wachtlijst vindt plaats naar datum van ontvangst van de aanvraag. Zodra een tweede ondernemingsvergunning beschikbaar is, vindt vergunningverlening plaats aan de aanvrager die als eerste op de wachtlijst staat. Op dat moment wordt deze aanvrager van de wachtlijst verwijderd.

Artikel 7. Aanvragen vergunning

  • 1.

    De aanvrager is verplicht de bij de vergunningaanvraag of als gevolg van een (her)onderzoek gevraagde bescheiden te overleggen;

  • 2.

    De vergunninghouder is verplicht om wijzigingen in omstandigheden die relevant waren voor het besluit de vergunning te verlenen terstond te melden aan het college;

  • 3.

    Een vergunninghouder is verantwoordelijk voor het up-to-date houden van de kenmerken van zijn vergunning(en);

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen tevens additionele regels geven voor het aanvragen en verlenen van een vergunning.

Artikel 8. Overdracht van een vergunning

Een vergunning is niet overdraagbaar en kan niet worden overgeschreven op naam van een andere natuurlijke persoon of rechtspersoon zonder haar geldigheid te verliezen.

Artikel 9. Geldigheidsduur en gegevens vergunning

  • 1.

    Een vergunning wordt in principe voor onbepaalde tijd verleend tenzij anders vermeld bij de vergunning verlening en vermeld op de vergunning;

  • 2.

    Een vergunning vermeldt overigens:

    • a.

      de naam van de vergunninghouder;

    • b.

      het type vergunning;

    • c.

      status van de vergunningen de voorwaarden die de vergunning betreft;

    • d.

      de kentekens of overige kenmerken van het voertuig dat de vergunning op dat moment gebruikt tevens eventuele andere kentekens gekoppeld aan de vergunning;

    • e.

      het gebied waar de vergunning geldt;

    • f.

      de periode waarvoor de vergunning geldt.

Artikel 10. Verbodsbepaling vergunninghouder- en parkeerapparatuurplaats

  • 1.

    Het is verboden om enig voorwerp, niet zijnde een voertuig zoals in Artikel 1. letter r is gedefinieerd te plaatsen of te laten staan:

    • a.

      op een parkeerapparatuurplaats;

    • b.

      op een vergunninghouderplaats;

  • 2.

    Het is verboden een fiets, een bromfiets of enig ander voorwerp op zodanige wijze tegen of bij parkeerapparatuur te plaatsen of te laten staan, dat daardoor een normaal gebruik er van wordt belemmerd of verhinderd;

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere omstandigheden ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.

Artikel 11. Verbodsbepaling gebruik vergunninghouderplaats

  • 1.

    Het is verboden gedurende de tijden waarop het parkeren op een vergunninghouderplaats slechts een vergunninghouder is toegestaan aldaar een voertuig te parkeren of geparkeerd te houden:

  • a.

    zonder vergunning;

  • b.

    zonder dat aan het voertuig duidelijk te zien is dat het een vergunning betreft voor dit voertuig;

  • c.

    als het voertuig in strijd met de in de vergunning opgenomen voorschriften;

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.

Artikel 12. Gebruik parkeerapparatuur

Het is verboden parkeerapparatuur op andere wijze of met ander middelen, dan wel met andere munten, dan die welke in de kennisgeving op de parkeerapparatuur staan aangegeven in werking te stellen.

Artikel 13. Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde in artikel 10, 11 en 12 van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogte 2 maanden of geldboete van de eerste categorie.

Artikel 14. Bevoegdheid tot gebruik wegsleepregeling

De Wegsleepverordening Zwijndrecht is van kracht.

Artikel 13. Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de in artikel 141 en 142 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren en de door het college daartoe aangewezen personen.

Artikel 14. Overgangsrecht

  • 1.

    De Parkeerverordening van 8 december 2020, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 15 genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan;

  • 2.

    De Beleidsregels parkeervergunningen Zwijndrecht 2021 van 15 december 2020, worden ingetrokken met ingang van de in artikel 15 genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 15. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

Artikel 16. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als 'Parkeerverordening Zwijndrecht 2025'.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 3 december 2024.

De griffier, De voorzitter

I. Odinot, L.C.A. Anink