Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR729883
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR729883/1
Regionaal Risicoprofiel Zaanstreek-Waterland 2025-2028
Geldend van 19-12-2024 t/m heden
Intitulé
Regionaal Risicoprofiel Zaanstreek-Waterland 2025-2028Beter voorbereid op het onvoorspelbare
1. Inleiding
Dit hoofdstuk beschrijft wat het Regionaal Risicoprofiel is en waarvoor dit wordt gebruikt. Verder wordt toegelicht hoe dit risicoprofiel tot stand is gekomen.
1.1 Wat is het Regionaal Risicoprofiel en waarvoor wordt dit gebruikt?
Het Regionaal Risicoprofiel (hierna RRP) beschrijft de veiligheidsrisico’s die voor de veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland (hierna VrZW) en onze partnerorganisaties relevant zijn om rekening mee te houden in de voorbereiding op incidenten, rampen en crises. Hierbij gaat het niet alleen om risico’s waarbij de oorzaak of bron binnen onze regiogrenzen ligt, maar zeker ook om risico’s die bovenregionaal, landelijk of zelfs internationaal spelen en waarvan effecten in onze regio optreden.
Het opnemen van een risico in het RRP betekent niet automatisch dat de VrZW aan zet is om maatregelen te initiëren om het risico te verkleinen. Het betekent ook niet automatisch dat bij optreden van dat risico, de regionale crisisorganisatie leidend is. Het gaat altijd om maatwerk waarbij door een analyse, die we crisisdiagnose noemen, de meest passende vorm van inzet van (onderdelen van) de crisisorganisatie bepaald wordt.
Tenminste elke 4 jaar stelt het bestuur van de VrZW het RRP opnieuw vast, dit is een wettelijke verplichting (wet veiligheidsregio's). Het RRP is één van de pijlers onder het Regionaal Beleidsplan dat voor dezelfde periode 2025-2028 geldt. Daarnaast kan het RRP als input gebruikt worden bij de uitwerking van kolomspecifiek beleid waarbij specifieke risico’s nader worden uitgewerkt. Voorbeelden hiervan zijn het in 2025 door de GHOR op te stellen Zorgrisicoprofiel en het brandrisicoprofiel.
De opdracht om een toegankelijk geactualiseerd RRP op te stellen dat bruikbaar is voor beleid en uitvoering heeft geresulteerd in dit relatief beknopte document. Daarbij zijn eventuele uitwerkingen en toelichtingen voornamelijk op hoofdlijnen gehouden.
Momenteel is een nieuwe landelijke methodiek voor het opstellen van een RRP in ontwikkeling. De wens is om hier de komende jaren gebruik van te gaan maken. Een van de methodieken is het jaarlijks actualiseren van het RRP, hiermee ontstaat op termijn een meer dynamisch risicoprofiel.
1.2 Hoe is deze actualisatie van het Regionaal Risicoprofiel tot stand gekomen?
Voor het actualiseren van het Regionaal Risicoprofiel is het voorgaande RRP 2021-2024 als uitgangspunt genomen en de inhoud getoetst op relevantie en nieuwe ontwikkelingen en risico’s toegevoegd. Daarnaast hebben bestuurders, vakinhoudelijke deskundigen van gemeenten, veiligheidspartners en onze eigen VrZW- medewerkers tijdens twee netwerkbijeenkomsten input gegeven. Tenslotte is gebruik gemaakt van de risicoprofielen van aangrenzende veiligheidsregio’s, de Rijksbrede Risicoanalyse Nationale Veiligheid (2022), de landelijke toekomstverkenningen brandweer en crisisbeheersing (2022) en het Integraal Meerjarenbeleidsplan Veiligheid (2024-2027) van de Politie Eenheid Noord-Holland. Het concept van dit RRP hebben wij ter commentaar voorgelegd aan onze (veiligheids)partners.
Voordat het overzicht van de in het RRP opgenomen risico’s wordt toegelicht, volgt in het volgende hoofdstuk een verkenning van een aantal relevante ontwikkelingen.
2. Ontwikkelingen met relevantie voor het Regionaal Risicoprofiel
Er zijn een aantal ontwikkelingen die betrekking hebben op de fysieke en sociale veiligheid in onze regio. Deze ontwikkelingen vragen in een aantal gevallen aanpassingen of toevoegingen aan het Regionaal Risicoprofiel. De ontwikkelingen zijn vanwege de leesbaarheid van dit document op hoofdlijnen beschreven.
Klimaatverandering
We zien toenemende effecten van klimaatverandering, die steeds meer veiligheidsrisico’s gaan opleveren. Zo worden de weersomstandigheden steeds extremer. Afwisselende perioden met extreme neerslag en extreme droogte, leiden tot allerlei effecten zoals wateroverlast en risico op scheuren in dijken. Droogte en extreme hitte zorgen voor een groter brandgevaar, met name in natuurgebieden. Naast deze directe effecten, zien we ook indirecte effecten terug in het gedrag van de mens. Bij extreme hitte zien we bijvoorbeeld een toenemend water- en stroomgebruik.
Energietransitie
De lopende overgang van fossiele brandstoffen als olie en aardgas, naar duurzame groene energie levert diverse nieuwe veiligheidsrisico’s op. We zien steeds meer voorbeelden van schaalvergroting in de toepassing van duurzame energiebronnen, denk bijvoorbeeld aan steeds grotere parken met zonnepanelen en windmolens met als risico het kwetsbaarder worden van het elektriciteitsnetwerk door een grotere (piek)belasting. Daarnaast wordt ook verder gewerkt aan nieuwe technieken, zoals de productie van waterstof waarbij de opslag van dit brandbare gas en het bijbehorende transport van ammoniak nieuwe risico’s met zich meebrengen.
Digitalisering/technologie
Bijna alle belangrijke processen en systemen in Nederland zijn deels of volledig gedigitaliseerd en er zijn nog nauwelijks analoge terugvalopties of alternatieven. Onze samenleving raakt steeds meer afhankelijk van en steeds meer vervlochten met digitale systemen. Een cyberaanval op een netwerk kan leiden tot een kettingreactie en uiteindelijk zelfs tot bijvoorbeeld uitval van elektriciteit of het tijdelijk moeten sluiten van ziekenhuizen.
De ontwikkelingen op het gebied van kunstmatige intelligentie en technieken, waarmee niet van echt te onderscheiden foto’s, geluidsfragmenten en videobeelden gemaakt worden, is in een stroomversnelling gekomen.
Demografische veranderingen
De toenemende vergrijzing binnen onze samenleving blijft leiden tot verminderde zelfredzaamheid. We zien de samenredzaamheid wel toenemen. Verder zien we een grotere druk op de zorgsector en eerstelijnshulpverlening. Deze ontwikkeling, in combinatie met het beleid om ouderen langer zelfstandig thuis te laten wonen, leidt steeds vaker tot het in gebruik nemen van woongebouwen zonder extra veiligheidsvoorzieningen, zoals bedrijfshulpverlening.
Verder signaleren wij dat in ons werk steeds vaker te maken krijgen met anderstaligen en een verscheidenheid aan culturele achtergronden.
Verstedelijking en verdichting
Het grote tekort aan woningen leidt tot allerlei initiatieven die nieuwe veiligheidsrisico’s met zich meebrengen. De schaarse vrije ruimte in steden wordt waar mogelijk benut voor extra woningen. Hierdoor raken de effecten van een incident, zoals rook of explosiegevaar, sneller meer woningen en huishoudens. Verder worden steeds vaker kantoor- en bedrijfspanden omgebouwd voor bewoning of worden zogenaamde containerwoningen gerealiseerd. Door de complexiteit, achterblijvende wetgeving en met het grote belang om extra woningen te realiseren, ontstaat druk op de mate waarin geadviseerde veiligheidsvoorzieningen kunnen worden gerealiseerd.
Tenslotte zien we de ontwikkeling om vaker in de hoogte te bouwen en om ondergronds te bouwen in de vorm van bijvoorbeeld parkeergarages. Hierbij leveren branden in parkeergarages waarbij accupakketten van auto’s betrokken raken grote uitdagingen op.
Maatschappelijke spanningen en effecten van criminaliteit
De toename van spanningen in onze maatschappij kan worden gerelateerd aan diverse andere ontwikkelingen zoals gepolariseerde discussies over klimaatmaatregelen, migratie, internationale inmenging, woningtekort en het optreden van de overheid. Deze spanningen kunnen worden aangewakkerd door het (on)bewust verspreiden van desinformatie en de werking van sociale media. Wij zien in de breedte dat deze maatschappelijke spanningen, steeds vaker en sneller een rol spelen tijdens incidenten, rampen en crises. Dit kan zich bijvoorbeeld uiten in het niet meer geloven van, of zich verzetten tegen, adviezen van de overheid.
Verder constateren we dat de directe gevolgen van ondermijnende criminaliteit in onze maatschappij geregeld merkbaar zijn. Voorbeelden hiervan zijn bedreigingen en afrekeningen door middel van het gebruik van explosieven bij woningen en bedrijfspanden, maar ook het aantreffen van drugsproductielocaties. Daarnaast wordt aangegeven dat ondermijning ook doorwerkt in de structuur en opbouw van de betreffende gemeenschap: deze wordt kwetsbaarder en (wellicht) niet goed bereikbaar.
Militaire en geopolitieke dreigingen
Eind 2022 schreef de rijksoverheid in de Rijksbrede Risicoanalyse Nationale Veiligheid: “de oplopende geopolitieke spanningen tussen diverse grootmachten bedreigen onze omgeving en onze nationale veiligheid”. Die dreiging is in de afgelopen periode groter en urgenter geworden. Onder deze dreiging vallen zeker ook gecoördineerde cyberaanvallen op onze digitale infrastructuur.
Wij zien dat niet alleen de betrokkenheid van Nederland bij een eventuele oorlog effecten op de veiligheidsrisico’s in onze regio zal hebben, maar ook dat de voorbereiding op een eventuele oorlog op zichzelf al effecten heeft. Zo levert Nederland bijvoorbeeld Host Nation Support aan andere NAVO- landen waarbij de doorvoer van militaire capaciteiten naar het oosten grote impact kan hebben aangezien de betreffende infrastructuur dan alleen voor militaire transporten beschikbaar wordt gesteld.
Overkoepelende ontwikkelingen
We zien steeds vaker dat oorzaken en effecten van risico’s in elkaar overlopen en dat er thema-overstijgende stapeling van risico’s en domino-effecten kunnen optreden. Hoofdstuk 4 gaat nader in op de betekenis hiervan.
Daarnaast geven diverse veiligheidspartners aan dat personeelstekort een negatieve invloed heeft op de beschikbare expertise en paraatheid van hun crisisorganisatie. Opvallend hierbij is dat dit signaal ook komt van partners in de vitale infrastructuur.
Aanvullende rol van de veiligheidsregio
Tenslotte vinden wij het goed om bij de relevante ontwikkelingen ook te benoemen dat tijdens de coronacrisis en de vluchtelingen opvang een aanvullende rol voor de veiligheidsregio’s is ontstaan. Hierbij wordt de structuur met 25 veiligheidsregio’s ingezet als schakel tussen Rijk en gemeenten bij diverse veiligheidsonderwerpen. Daarnaast zien we dat de veiligheidsregio vaker ingezet wordt als platform om partijen te verbinden ten aanzien van diverse vraagstukken, waarbij onderdelen van de regionale crisisstructuur een nuttige bijdrage kunnen leveren. Het nut van de zelfredzaamheid en veerkracht van organisaties en burgers is tevens een belangrijk element bij de aanpak van een crisis. Uiteraard zijn dit geen ontwikkelingen die tot aanpassingen in het risicoprofiel zal leiden, maar wel belangrijk is voor de manier waarop wij omgaan met de risico’s. Hoofdstuk 4 gaat hier nader op in.
3. Overzicht Regionaal Risicoprofiel 2025-2028
De kern van het Regionaal Risicoprofiel is het overzicht van de voor onze regio relevante crisistypen en incidenttypen. Hierbij is, anders dan in het vorige RRP, gebruik gemaakt van de landelijk gehanteerde indeling in thema’s, crisis- en incidenttypen. Experts hebben hierbij een passende selectie voor onze regio bepaald.
Om de lezer van het RRP meer ‘beeld’ te geven bij deze risico’s, hebben wij bij elk incidenttype een aansprekend voorbeeld ter illustratie opgenomen. Uiteraard zijn bij elk incidenttype nog diverse andere scenario’s te bedenken. Het opgenomen voorbeeld is alleen bedoeld voor de beeldvorming.
Belangrijkste verschillen met het vorige RRP
Door de hiervoor genoemde aangepaste indeling van de risico’s zijn meer incidenttypen opgenomen die in het vorige RRP waren samengevat onder de noemer ‘Extreem weer’ en ‘Vitale infrastructuur’.
Nieuw opgenomen in dit RRP zijn ‘Wateroverlast buitendijkse gebieden’, ‘Blokkade belangrijke verkeersroute’, ‘Effecten criminaliteit in maatschappij’ en ‘Effecten oorlogsdreiging’. Deze nieuwe incidenttypes zijn te koppelen aan een aantal in het vorige hoofdstuk benoemde ontwikkelingen.
Tenslotte hebben we in de voorbeelden geprobeerd regelmatig de stapeling van risico’s en/of domino-effecten terug te laten komen. Op de betekenis hiervan gaan we in hoofdstuk 4 nader in.
Samenhang incidenttypen met rol (crisisorganisatie) veiligheidsregio
Het opnemen van een risico als incidenttype in onderstaande tabel van het RRP betekent niet automatisch dat de veiligheidsregio verantwoordelijk is voor het verkleinen van dit risico, en ook niet dat de regionale crisisorganisatie automatisch ‘leidend’ is bij de bestrijding van een incident, ramp of crisis. Opname in het RRP betekent dat er effecten kunnen optreden waarvoor inzet van (onderdelen van) de regionale crisisorganisatie overwogen kan worden middels een crisisdiagnose. In paragraaf 4.6 gaan we hier nader op in.
Hieronder is het overzicht Regionaal Risicoprofiel 2025-2028 opgenomen.
Thema Natuurlijke omgeving |
||
Nr |
Incidenttype |
Voorbeeld ter illustratie |
Overstromingen |
||
1. |
Dijkdoorbraak primaire waterkering |
Een dijk van de primaire waterkering breekt door tijdens een hevige storm. Binnen enkele uren staat een groot gebied onder water waardoor duizenden mensen geëvacueerd moeten worden. De dijk is na enkele dagen weer gedicht en het gebied kan leeggepompt worden. Het duurt nog één tot twee jaar voordat alle schade voldoende is hersteld om er weer te kunnen wonen. |
Extreme weersomstandigheden |
||
2. |
Langdurige extreme hitte |
Het is al een week erg warm en vandaag voor de tweede dag boven de 40 graden. Er zijn veel kwetsbare mensen met gezondheidsproblemen, de zorg is overbelast. Het nationaal hitteplan is van kracht. Overal wordt gezocht naar gebouwen met koeling. De recreatiegebieden raken overvol terwijl op steeds meer plekken blauwalg wordt geconstateerd. De gemoederen in de samenleving lopen sneller op doordat mensen korte lontjes krijgen. |
3. |
Zeer zware storm |
Een zeer zware storm zorgt gedurende ruim een dag lang voor grote schade en diverse gewonden door omvallende bomen. Tientallen woningen en bedrijfspanden raken onherstelbaar beschadigd. Doorgaande verkeersroutes zijn geblokkeerd door omgevallen bomen. Het maatschappelijk leven komt vrijwel stil te liggen. De 112-meldkamer is overbelast door de vele hulpverzoeken. |
4. |
Langdurige droogte |
Er is al lange tijd geen regen gevallen. De land- en tuinbouwsector kampt met verloren oogsten. Het gebruik van drinkwater voor niet strikt noodzakelijke doeleinden zal steeds meer worden beperkt. Er ontstaan op diverse locaties natuur- en bermbranden. Er zijn beperkingen voor de scheepvaart. Tijdens inspecties worden verontrustende scheuren ontdekt in de dijken. |
5. 5a |
Wateroverlast buitendijkse gebieden Extreme regenval |
Door extreme regenval in Europa voeren de rivieren onverwacht veel water af richting het IJsselmeer en Markermeer. De afvoer van dit water stagneert, waardoor de waterstand op het Markermeer sterk stijgt. De primaire waterkering loopt geen gevaar, maar diverse buitendijkse gebieden staan onder water met schade aan natuur- en recreatiegebieden, woningen en bedrijfspanden tot gevolg. Door een clusterbui ontstaat binnen een specifiek gebied grote wateroverlast met aanzienlijke schade aan gebouwen en infrastructuur. |
Aardbeving |
||
6. |
Bodemtrillingen |
In de omgeving van een gaswinning-locatie merken bewoners kortstondige bodemtrillingen op. Er is lichte schade in de vorm van haarscheurtjes in wanden en stucwerk. Verder ontstaat er voornamelijk onrust bij de bewoners over de oorzaak en de kans op herhaling met zwaardere trillingen of zelfs een aardbeving. |
Thema Gebouwde omgeving |
||
Nr |
Incidenttype |
Voorbeeld ter illustratie |
Branden in kwetsbare objecten |
||
7. |
Brand in gebouw met niet- of verminderd zelfredzame personen |
In een woongebouw met inpandige gangen waar relatief veel zorgbehoevende oudere mensen wonen, ontstaat 's nachts brand in een woning. Enkele gangen staan onder de rook en er is paniek bij de bewoners. De ontruiming verloopt moeizaam. De brand heeft een lange nasleep met veel maatschappelijke en bestuurlijke onrust over het veiligheidsniveau van deze woongebouwen zonder 24-uurs aanwezigheid van personeel. |
Thema Technologische omgeving |
||
Nr |
Incidenttype |
Voorbeeld ter illustratie |
Incidenten met brandbare/explosieve stof |
||
8. |
Grote brand met langdurige effecten op omgeving |
Een opslagloods met zonnepanelen op het dak staat volledig in de brand en gaat verloren. Alle brandresten moeten zorgvuldig afgevoerd worden. Dat duurt vier dagen met grote rook- en stankoverlast in de omgeving. Enkele omliggende bedrijven liggen stil en een aantal bewoners moeten geëvacueerd worden. Er ontstaat veel onrust over de glassplinters van de zonnepanelen die in de hele omgeving terecht zijn gekomen. |
9. |
Brand in opslag gevaarlijke stoffen < 10 ton |
Er ontstaat brand in een bedrijfspand met opslag van gevaarlijke stoffen. Doordat er weinig wind is, blijft de rook lang hangen in de nabijgelegen woonwijk. Er is veel onrust over mogelijk gevaarlijke stoffen in de rook en vervuild bluswater in het oppervlaktewater. Bewoners communiceren in app-groepen en op sociale media, met als rode draad: wij vertrouwen de officiële berichten niet! |
Thema Vitale infrastructuur/ voorzieningen |
||
Nr. |
Incidenttype |
Voorbeeld ter illustratie |
Verstoring energievoorziening |
||
10 |
Grootschalige stroomstoring |
Op een koude dag valt de elektriciteit uit, herstel gaat minimaal 8 uur duren. De effecten zijn groot: onder andere verkeerslichten, liften, afwatersystemen, koelingen, betaalsystemen functioneren niet meer. Na enkele uren vallen ook mobiele telefonie en internet uit. Het kost grote moeite om kwetsbare inwoners de minimaal benodigde zorg te bieden en te communiceren met inwoners. Er dreigt maatschappelijke ontwrichting. |
Verstoring drinkwatervoorziening |
||
11 |
Langdurige verstoring drinkwatervoorziening |
Door onbekende oorzaak is het drinkwater zodanig verontreinigd dat ook een kookadvies niet afdoende is. Er wordt voorzien in nooddrinkwater. Het duurt een week voordat de situatie weer normaal is. Meerdere gemeenten in onze regio zijn getroffen en er is veel ongerustheid bij zowel inwoners als bestuurders. |
Verstoring gasvoorziening |
||
12 |
Langdurige uitval gasvoorziening |
Tijdens werkzaamheden raakt een gasleiding beschadigd en ernstig vervuild. Enkele woonwijken en diverse bedrijven zitten zeker 3 tot 4 dagen zonder gas. De netbeheerder, veiligheidsregio en gemeente stemmen af waar en voor wie noodverwarming en douchegelegenheid geregeld gaan worden. De alternatieve voorzieningen veroorzaken op hun beurt nieuwe incidenten door overbelasting van het elektriciteitsnet. |
Verstoring telecommunicatie en ICT |
||
13 |
Digitale ontwrichting door cyber aanval |
Door een hack valt het PIN-netwerk uit waardoor betalingen in winkels alleen met contant geld kunnen worden gedaan. De storing duurt meerdere dagen. De schaarse pinautomaten zijn snel leeg en kunnen niet snel bijgevuld worden. De eerste voorbeelden van plundering van winkels komen in het nieuws. Er heerst grote onrust en boosheid op de overheid. |
Thema Verkeer en vervoer |
||
Nr. |
Incidenttype |
Voorbeeld ter illustratie |
Incidenten op het water |
||
14 |
Aanvaring op het water |
Bij een aanvaring tussen een vrachtschip en een cruiseschip raken tientallen mensen gewond en zijn enkele mensen overboord gevallen en vermist. Het vrachtschip vervoert containers met gevaarlijke stoffen maar deze lekken gelukkig niet. De scheepsvaart blijft ruim een week gestremd vanwege de bergingswerkzaamheden. |
Incidenten op de weg |
||
15 |
Blokkade belangrijke verkeersroute |
Een actiegroep heeft besloten op meerdere locaties het doorgaande verkeer te blokkeren om hun boodschap kracht bij te zetten. Er is grote media-aandacht en tegenstanders van deze vorm van actievoeren zoeken de confrontatie op. Veel mensen en bedrijven ondervinden hinder van de stremmingen. De hulpdiensten hebben grote moeite snel bij incidenten te komen en de ambulance kan niet bij het ziekenhuis komen. |
Thema Gezondheid |
||
Nr. |
Incidenttype |
Voorbeeld ter illustratie |
Bedreiging volksgezondheid |
||
16 |
Zorgcontinuïteit onder druk |
Een ernstig tekort aan zorgpersoneel valt samen met een acuut toegenomen zorgvraag door bijvoorbeeld een ramp. Spoedeisende zorg krijgt prioriteit boven reguliere zorg. De hele keten raakt verder verstopt met nog grotere effecten. Patiënten en hun familie accepteren dit niet met openbare ordeverstoringen tot gevolg. |
Ziektegolf |
||
17 |
Uitbraak besmettelijke ziekte |
Een tot nu toe onbekende besmettelijke ziekte zorgt voor grote onrust en grote aantallen slachtoffers met grote druk op de zorg. De overheidsmaatregelen om de uitbreiding van de besmettingen te dempen, leiden met Covid-19 vers in het geheugen, tot grote discussies over de bijbehorende ‘duivelse dilemma’s’. Deze katalysator voor polarisatie resulteert in demonstraties en confrontaties tussen groepen met grote openbare ordeverstoringen als gevolg. |
Thema Sociaal maatschappelijke omgeving |
||
Nr. |
Incidenttype |
Voorbeeld ter illustratie |
Gevolgen extreem geweld |
||
18 |
Aanslag met veel slachtoffers |
Op een druk treinstation wordt tijdens de spits een aanslag gepleegd op willekeurige reizigers met een automatisch vuurwapen. Tientallen mensen raken gewond en er zijn enkele doden te betreuren. De aanslag blijkt op zichzelf te staan. De impact op direct getroffenen, omstanders en hulpverleners is enorm groot. Er is intensieve internationale media-aandacht. |
Verstoring evenement of publieksbijeenkomst |
||
19 |
Confrontatie groepen met tegengestelde belangen |
Tijdens een aangekondigde demonstratie arriveert onverwacht een groep tegendemonstranten. De sfeer wordt snel grimmig en er ontstaan schermutselingen die escaleren. Het kost de organisatie, beveiliging en politie grote moeite om de groepen uit elkaar te houden. Er vallen diverse gewonden, ook onder de politiemensen. De verontwaardiging over deze escalatie is groot en houdt de gemoederen lang bezig. |
Migratiestromen |
||
20 |
Opvang grote groep mensen |
De vluchtelingenstroom vanuit een bepaald land wordt in korte tijd zo groot dat de bestaande landelijke organisatie voor vluchtelingenopvang wordt overspoeld. De veiligheidsregio’s worden dringend verzocht te ondersteunen door het realiseren van (crisis)noodopvang. Een groep van enkele honderden mensen moet tijdelijk, maar per direct, opgevangen worden in onze regio. |
Verstoring openbare orde |
||
21 |
Effecten criminaliteit in maatschappij |
In een dichtbebouwde wijk met woningen, bedrijven en winkels wordt een specifiek pand ’s nachts met explosieven zwaar beschadigd. Er is waarschijnlijk sprake van een afrekening in het criminele milieu. Enkele tientallen woningen raken beschadigd en de bewoners moeten enkele dagen hun woning verlaten. De onrust in de wijk is groot. Bewoners vragen zich af of de overheid het nog wel voor het zeggen heeft in hun gemeente. |
Gevolgen geopolitieke dreiging |
||
22 |
Effecten oorlogsdreiging |
Nederland raakt in NAVO-verband direct betrokken bij een oorlog. Ondanks dat deze oorlog niet in ons land wordt uitgevochten, ontstaan er steeds meer veiligheidsrisico's. Op rijksniveau worden diverse maatregelen voorbereid. Na landelijke besluitvorming worden deze maatregelen via de structuur van de veiligheidsregio's uitgevoerd. |
4. Nadere duiding en opvolging risicoprofiel
Dit hoofdstuk gaat nader in op een aantal aspecten zoals risico-stapeling en domino-effecten die vaak meerdere thema's raken. Vervolgens staan we stil bij de veerkracht van burgers en het belang van het netwerk. Daarna volgt op hoofdlijnen de mogelijke beheersmaatregelen en het dilemma dat daarbij speelt. Vervolgens wordt het verband tussen dit risicoprofiel en de verschillende mogelijke inzetvarianten van de regionale crisisorganisatie besproken. Tenslotte een vertaalslag van het risicoprofiel naar bouwstenen voor de toekomstgerichte crisisbeheersing in de (beleidsplan)periode 2025-2028.
4.1 Risico-stapeling en domino-effecten
Het in hoofdstuk 3 weergegeven risicoprofiel met in totaal 22 verschillende incidenttypen zou de indruk kunnen wekken dat elk incidenttype op zichzelf staat. We hebben de afgelopen jaren echter ervaren dat onze maatschappij dusdanig complex en onvoorspelbaar is geworden, dat allerlei risico’s zich kunnen vermengen. Zo kunnen als het ware kettingreacties optreden waardoor nieuwe incidenten of crises ontstaan.
Een paar voorbeelden om dit te illustreren:
- •
Tijdens langdurige droogte kunnen, naast allerlei effecten als natuurbranden, blauwalg en zorgcontinuïteitsvraagstukken door hitte, de primaire waterkeringen zo kwetsbaar worden dat de waterschappen zich samen met de veiligheidsregio’s voorbereiden op een dijkdoorbraak;
- •
Bij een brand met langdurige rookoverlast in een woonwijk waar al veel onrust heerst, ontstaan grimmige protestacties tegen de lokale overheid die deze situatie in de ogen van de bewoners had moeten voorkomen. Verdere escalatie ligt op de loer;
- •
Tijdens een zware storm raken belangrijke onderdelen van het elektriciteitsnetwerk zwaar beschadigd en valt uiteindelijk in een groot gebied ook nog eens de elektriciteit uit.
4.2 Veerkracht van burgers
We spreken van veerkracht wanneer mensen samenwerken om een bedreigende situatie het hoofd te bieden en te werken aan herstel. Veerkracht kan het verschil maken in het verloop van een incident, ramp of crisis. Netwerken van vrijwilligers kunnen zich (spontaan) mobiliseren bij rampen en crises, bijvoorbeeld in het verzamelen van hulpgoederen, ondersteunen van hulpverleners of bijdragen aan voorlichtingsactiviteiten. Een hoge mate van sociale cohesie en vertrouwen in de overheid en omgeving stimuleert het ontstaan en behoud van dergelijke netwerken. Burgers helpen zichzelf en elkaar en daarom moeten we de kracht van maatschappelijke veerkracht niet onderschatten maar juist ondersteunen en gebruik van maken. Door dit soort netwerken te kennen, te faciliteren en mee samen te werken, draagt dit bij aan herstel van de situatie maar ook aan het voorkomen van verdere escalatie.
4.3 Netwerken in voorbereiding van crises
Het opzetten en onderhouden van sterke netwerken voor crisisbeheersing is essentieel om een effectieve respons op noodsituaties te waarborgen. Dit vraagt om kennis van elkaars organisatie, weten wat van elkaar verwacht kan worden en het delen van informatie. Door te investeren in huidige netwerken en het opbouwen van nieuwe netwerken, kunnen betrokken partijen sneller en effectiever reageren op noodsituaties.
4.4 Beheersmaatregelen, balans tussen voorbereiding en veerkracht
Met beheersmaatregelen bedoelen we in dit document de maatregelen die de veiligheidsregio ter voorbereiding samen met netwerkpartners kan uitvoeren om de omvang en effecten van een incident, ramp of crisis te beperken. De klassieke voorbereiding op een mogelijk incident, ramp of crisis bestaat uit het, vaak samen met partners, opstellen van een plan waarin diverse scenario’s met bijbehorende mogelijke acties zijn uitgewerkt.
We hebben de afgelopen jaren echter geleerd dat het verloop van incidenten, rampen en crises nauwelijks te voorspellen is. Uitgebreide planvorming met volledige scenario’s inclusief maatregelen kunnen zelfs leiden tot een vorm van tunnelvisie. Het risico bestaat dat crisisteams als het ware zoeken naar de bevestiging van wat er in de planvorming staat en daarmee onvoldoende oog hebben voor de eerste signalen van risico-stapeling of domino-effecten.
Dit betekent dat er bij het inzetten van beheersmaatregelen, zoals planvorming en oefenen, een goede balans dient te zijn tussen voorbereiding en veerkracht. Met veerkracht bedoelen we hier dat de regionale crisisteams in staat zijn te doorgronden wat er breed speelt (ook bijvoorbeeld op maatschappelijke onrust) en welke partijen hierbij betrokken moeten worden. En door improvisatie en flexibiliteit tot de meest effectieve crisisaanpak komen.
Voor bepaalde situaties loont het om een basisscenario en eerste acties uit te werken en te beoefenen, we denken dan bijvoorbeeld aan de eerste uren na een grootschalige stroomuitval. Daarnaast is het minstens even belangrijk om dezelfde crisisteams voor te bereiden op omgaan met het onvoorspelbare en onzekerheden. Als de basisprocessen Leiding & Coördinatie, Informatiemanagement en Crisiscommunicatie robuust georganiseerd zijn en soepel functioneren, krijgen de crisisteams meer ruimte om mogelijke domino-effecten te signaleren. Ook kan er dan nagedacht worden over welke partnerorganisaties betrokken moeten worden en hoe we die samenwerking het beste vormgeven. De regionale crisisorganisatie kan hierbij in belangrijke mate ondersteund worden door een veiligheidsbeeld dat bestaat uit actuele, historische- en toekomstige informatie op alle relevante risico thema’s.
4.5 Veiligheids Informatie Knooppunt (VIK)
Het VIK heeft als doel: het in kaart brengen van kwetsbaarheden, analyseren van dreigingen en signaleren van trends en ontwikkelingen van verschillende soorten veiligheid. De veiligheidsregio’s zijn hiervoor in 2024 allemaal gestart met het inrichten van een VIK. De ontwikkeling van het VIK is van belang om risico’s vroegtijdig te signaleren en juist ook te kijken naar de risicostapeling en effecten daarvan in de maatschappij. Het veiligheidsinformatieknooppunt omvat het (in)richten van mensen, middelen en processen. De menskant is in 2024 ingericht door middel van medewerkers crisisbeheersing (Vik-ers) die informatie verzamelen maar vooral ook duiden. In 2024/2025 wordt verder gewerkt aan de processen en systemen. Er zijn samenwerkingsprocessen ingericht met partners en de meldkamer om elkaar snel en goed te informeren en duiding te geven aan de informatie. Tenslotte zijn er middelen nodig, in bijvoorbeeld systemen, waarbij de crisisorganisatie over programma's en technieken beschikt om risico's te kunnen stapelen. Er wordt onder andere via het programma KCR2, waar de Vik's op aansluiten en nauw mee samenwerken, allerlei geografische kaarten ontsloten, op thema's uit het RRP, naar de veiligheidsregio. Hiermee kan optimaal en visueel risicostapeling vormgegeven worden over de thema's heen. De veerkracht van de regionale crisisorganisatie kan hiermee optimaal worden ondersteund. De VIK’s werken bovenregionaal en landelijk samen en gaan ook steeds meer informatie uitwisselen met Ministeries en andere landelijke partners. Dit is noodzakelijk omdat veel rampen en crisis een steeds meer bovenregionale of landelijke impact hebben. Een accuraat en tijdig gemeenschappelijk (landelijk) beeld is dan cruciaal voor het nemen van de juiste beslissingen en treffen van passende maatregelen.
4.6 Mogelijke inzetvarianten van regionale crisisorganisatie bij incidenten en crises
Het daadwerkelijk plaatsvinden van een incident, ramp of crisis uit dit regionale risicoprofiel betekent niet altijd automatisch dat de regionale crisisorganisatie van de VrZW ‘in the lead’ is, of dat de volledige crisisstructuur geactiveerd zal dienen te worden. We voeren namelijk een crisisdiagnose uit waarbij we de risico’s inventariseren en de mogelijke taken voor de regionale crisisorganisatie onderzoeken. Vervolgens bepalen we de meest passende vorm van de regionale crisisorganisatie.
Bij de meer klassieke situaties zoals grote branden, ongevallen met veel slachtoffers, explosies etc. worden vrijwel alle besluiten binnen de structuur van de regionale crisisorganisatie (na GRIP-opschaling) genomen. Dit onder eindverantwoordelijkheid van de betreffende burgemeester of voorzitter veiligheidsregio.
Daarnaast hebben we geregeld te maken met incidenttypes waarbij de belangrijkste besluiten in de zogenaamde ‘functionele ketens’ door of namens de rijksoverheid worden genomen. Denk hierbij aan grootschalige stroomuitval, infectieziekte uitbraak of een dijkdoorbraak. De effecten van die besluiten treden dan echter wel in onze regio op, en vragen om inzet van de regionale crisisorganisatie. Daarbij is informatie-uitwisseling en afstemming binnen het netwerk met alle bovenregionale- of rijks-partners van cruciaal belang is.
Verder ontstaan er regelmatig incidenten die in de basis lokaal door de gemeente opgepakt worden, dus zonder formele opschaling van de regionale crisisorganisatie. Afhankelijk van aspecten als beschikbare lokale capaciteit en specifiek benodigde expertise, kan een gemeente een hulpvraag stellen aan de veiligheidsregio. Daarbij kunnen onderdelen van de regionale crisisorganisatie geactiveerd worden ten dienste van de lokale aanpak onder verantwoordelijkheid van de gemeente. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het leveren van een crisismanager (leiding & coördinatie) of het organiseren van informatie-uitwisseling en periodieke beeldvorming (informatiemanagement).
4.7 Wat is de opgave voor de toekomstgerichte crisisbeheersing 2025-2028?
Samenvattend zijn op basis van de ontwikkelingen (hoofdstuk 2), het overzicht regionaal risicoprofiel (hoofdstuk 3) en de nadere duiding in dit hoofdstuk, de volgende punten van belang bij het verder vormgeven van de toekomstgerichte crisisbeheersing in de periode 2025-2028:
- •
Doorontwikkelen regionale 24/7 informatiepositie in samenhang met buurregio’s en Rijkspartners binnen het Veiligheids Informatie Knooppunt (VIK);
- •
Versterken van de netwerksamenwerking en bewustwording van keteneffecten, met bekende en nieuwe veiligheidspartners;
- •
Voor de regionale crisisorganisatie: bewaken van de balans tussen
- o
Planvorming en hier periodiek mee oefenen (samengevat: voorbereiding) en
- o
Versterken van improvisatievermogen en samenwerken in netwerken (veerkracht);
- o
- •
Participeren in bovenregionale en landelijke samenwerking van veiligheidsregio’s.
Deze punten zijn in lijn met de landelijke agenda crisisbeheersing en van belang om meegenomen te worden in het regionaal beleidsplan.
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl